DISCLAIMER: I do not own Twilight. It belongs to the most wonderful woman in the world SM.

It's a dangerous love affair.

Wat gebeurt er als Bella de volturi niet heeft gered. Wat als eclips en breaking dawn nooit is gekomen? Edward heeft zijn grote liefde Bella verloren. En het is allemaal zijn schuld…

A/N. Dit is mijn tweede fanfic. Ik weet dat ik nog bezig ben met complicated love. Maar ik ben zo in de ban van dit verhaal, en heb er echt super ideeën voor, dat ik bang was als ik niet begon met schrijven dat ik het vergat. Ik ga nog steeds door met complicated love, en ga me daar ook op focussen, dus hier zal ik niet veel updaten als bij mijn andere verhaal.

Het begint in Volterra. Edward, Alice en Bella zijn op dit moment bij de Volturi.


EPOV.

'Hoe kun je zo dicht bij haar staan?' galmde Aro's stem door de stille zaal. Hij had mijn arm om Bella's middel gezien. In zijn gedachten verschenen zoveel vragen. Zoveel vragen dat ik er onmogelijk een uit kon pikken. Ik besloot de vraag die hij hardop had gezegd te beantwoorden.

'Het kost enige moeite' probeerde ik zo rustig mogelijk te zeggen. Ik trok Bella nog dichter tegen me aan. Haar warmte vulde mijn lichaam en maakte me rustig. Na al die tijd had ik mijn Bella weer in mijn armen. Het was dom, ongelooflijk stom om bij haar weg te gaan. Alsof ze zich ooit veilig kon houden.

'Maar dan nog – La tua contante! Wat een verspilling' zong Aro bijna. Zijn zogenaamde blijdschap gaf me aan dat er iets mis was. Maar door de zovele vragen die hij in zijn hoofd had kon ik onmogelijk weten wat ze van plan waren.

Ik grinnikte kort, zonder dat ik het ook echt grappig vond. 'Ik zie het meer als de prijs die ik betaal.'

Aro was sceptisch.'Wel een erg hoge prijs'

'Het is het waard'

Aro lachte. 'Als ik haar niet geroken had in jou herinneringen had ik nooit geloofd dat de roep van iemands bloed zo sterk kon zijn. Ik heb het zelf nooit mee mogen maken. De meesten van ons zouden erg veel over hebben voor zoiets moois, en jij…'

'Verspilt het' maakte ik zijn zin sarcastisch af.

Aro lachte opnieuw. 'Ach, wat mis ik mijn vriend Carlisle! Je doet me erg aan hem denken – hij was alleen niet zo boos.'

'Ik sta nog op veel meer punten in Carlisle's schaduw.'

'Ik had in elk geval nooit gedacht dat Carlisle juist overtroffen zou worden op zijn zelfbeheersing, maar jij bent absoluut zijn meerdere.'

'Nauwelijks' antwoordde ik kort. Ik wilde dat ze opschieten, ik wilde Bella hier weg hebben.

'Het doet me deugd dat het zo goed met hem gaat.'peinsde Aro. 'Ik ben erg blij met jou herinneringen aan hem, hoewel ik bijna met stomheid geslagen was. Het verbaasd me hoe… hoe verhéúgd ik ben dat het zo goed met hem gaat in het onorthodoxe bestaan waar hij voor gekozen heeft. Ik had gedacht dat hij weg zou kwijnen, steeds zwakker zou worden. Ik heb de spot gedreven met zijn plan om anderen te vinden die zijn bijzondere kijk op de dingen zouden delen. En toch ben ik om de een of andere reden blij dat ik bij het verkeerde eind had.'

Ik probeerde mijn zelfbeheersing niet te verliezen. Carlisle was alles behalve een zwakke man. Hij had me gered van mijn lot, hij had me naar Bella gebracht. Ik miste het sarcasme die Aro in zijn stem had – dat hij zo blij was dat het goed ging met Carlisle- niet. Het was duidelijk hoorbaar in zijn stem.

'Maar jóúw zelfbeheersing!'Zuchtte Aro. 'Ik wist niet dat het mogelijk was om zo sterk te zijn. Om jezelf te harden tegen zulk een sirenengezang, niet één keer maar telkens weer. Als ik het niet zelf gevoeld had, had ik het niet geloofd.

Ik hoorde Bella naast me haar uiterste best doen om rustig te blijven ademhalen. Ik wilde haar comfort geven. Ik wilde zeggen dat alles goed zou komen, maar dat kon ik niet met vampiers om ons heen met een uiterst best gehoor.

'Als ik er alleen al aan denk wat een aantrekkingskracht ze op je heeft…' hij gniffelde. 'ik zou er dorst van krijgen.'

Ik verstrakte en trok Bella automatisch dichter naar me toe.

'Maak je geen zorgen.' Zei Aro geruststellend. 'Maar ik ben toch zo vreselijk nieuwsgierig, naar één ding met name.' Hij keek niet naar mij, maar hij keek vol belangstelling naar Bella. Toen richtte hij zijn aandacht weer op mij. 'Mag ik?' vroeg hij terwijl hij een hand uitstak naar Bella.

'Vraag het háár.' Antwoordde ik vlak. Ik wist dat we geen keus hadden. Als Aro iets wou, dan kreeg hij het.

'Maar natuurlijk, wat onbeleefd van me!' riep Aro uit. 'Bella' zei hij nu rechtstreeks naar haar. Ik kromp ineen toen ik haar naam uit Aro's mond hoorde. Ik probeerde mezelf weer te herstellen voordat iemand het in de gaten zou hebben. 'Het intrigeert me enorm dat jij de enige bent bij wie Edwards gave niet werkt – zo vreselijk interessant! En aangezien onze gaven zo sterk op elkaar lijken, vroeg ik me af of ik het bij jou zou mogen proberen – om te zien of míjn gave ook niet werkt bij jou?'

Ik zag Bella's ogen angstig naar mij schieten. Ik knikte bemoedigend. We hadden geen keus. Hoe zeer ik ook tegen het idee stond dat Aro haar aan zou raken, zou ik geen andere optie hebben.

'Het komt goed Edward. Hij wil alleen haar gedachten lezen.'Ik probeerde Alice haar gedachten te negeren. Het idee stond me nog steeds tegen.

Ik zag Bella haar hand opsteken, en ik wilde haar gelijk optillen en wegrennen toen ik zag hoe doodsbang ze was en hoe erg haar hand trilde. Maar ik wist dat we niet ver zouden komen.

Aro raakte Bella's hand aan en ik focuste op Aro's gedachten. Misschien ook wel een klein beetje nieuwsgierig of hij haar gedachten wél kond lezen. Ik zou alles willen geven om een keer in haar hoofd te kunnen kijken. Ik bereidde me voor op eventuele beelden van Bella. Beelden van toen ik haar had achtergelaten. Beelden van ons misschien. Een kleine glimp om te kunnen zien of ze nog van me hield, na alles wat ik haar had aangedaan.

Maar Bella's gedachten waren net zo stil als altijd. Ik was opgelucht en een klein beetje teleurgesteld.

'Wat ontzettend interessant,' zei hij terwijl hij haar hand losliet.

Ik was trost op mijn Bella. Ze kon ieder van ons verslaan. Aro kon haar gedachten niet lezen net zo min als ik kon. Ik durf te wedden dat Demitri haar ook niet zou kunnen vinden met zijn gave als spoorzoeker.

Aro was diep in gedachten, en zijn gedachten waren nog steeds warrig om er één gedeelte uit te halen. Toen leek hij plotseling een besluit te maken. Hij probeerde zijn gedachten te blokken.

'Ten eerste,' zei hij tegen zichzelf, 'vraag ik me af of ze ook onvatbaar is voor onze andere gaven… Jane, lieveling'?

Toen verraadde zijn gedachten hem. 'Nee!'gromde ik. Alice probeerde me terug te trekken maar ik schudde haar af. Edward, doe niet! Je raakt gewond. Het komt goed, vertrouw me!

Ik negeerde haar. Het maakte me niet uit of ik gewond raakte, zolang ze Bella met rust lieten. Jane keek glimlachend op. 'Ja, meester?'

Aro keek me even aan terwijl ik woedend aan het grommen was. 'Ik vroeg me af, mijn liefste, of Bella ook bestand is tegen jóú.'

Ik sprong beschermend voor Bella terwijl ik in mijn aanvalspositie ging staan. Jane draaide zich met een gelukzalige glimlach naar ons om.

'Niet doen!' riep Alice toen ik me op Jane stortte.

Nog voordat ik in haar buurt kwam werd ik teruggehouden door een soort elektrische prikkeldraad. Alleen dan miljoenen keer erger.

Mijn lichaam stond in brand. Het was erger dan verbranden, het was erger en pijnlijker dan de transformatie.

Mijn spieren begaven het terwijl ik op de grond viel. Ik voelde de pijn overal, terwijl ik probeerde mijn mond dicht te houden. Ik wilde het uitschreeuwen, alles om de pijn weg te laten gaan. Ik stond op het punt om te gaan schreeuwen toen Bella's gezicht achter mijn gesloten oogleden verscheen. Het nam de pijn niet weg, maar het gaf me moed om mijn mond dicht te houden. Om niet te gaan schreeuwen. Voor haar… ik moest sterk zijn voor haar.

Ik hoorde iemand schreeuwen, maar mijn oren piepte zo hard dat ik niets kon horen.

Het ene moment stond ik van top tot teen in brand, en het volgende moment lag ik slap en stil op de grond. Het brandende gevoel weg.

Sterk zijn, fluisterde ik mezelf toe. Dus ik sprong weer soepel op mijn voeten. Ik hoorde Jane in haar gedachten concentreren om Bella hetzelfde aan te doen wat ik net had moeten doorstaan.

Mijn blik kruiste Bella's doodsbange gezicht. Ik keek even terug naar Jane, en zuchtte opgelucht. Haar gave werkte ook niet…

Ik zei het je toch, dacht Alice.

Ik liep met groten passen terug naar Bella en nam haar weer in mijn armen.

'Ha, ha, ha,' grinnikte Aro, 'Schitterend!' Aro lachte weer. 'Trek het je niet aan lieveling, ze verslaat ons allemaal.' Zei hij tegen Jane. 'Heel dapper van je, Edward, om zo in stilte te lijden. Ik heb Jane ooit eens gevraagd om het bij mij te doen – puur uit nieuwsgierigheid.'

Ik keek hem vol afschuw aan toen de herinnering zijn gedachten vulde. Niemand zou zoiets voor zichzelf kiezen.

'Maar wat moeten we nu toch met je?' zuchtte Aro.

Alice en ik verstijfden. Dit was het moment waar ik op had gewacht. De onnodige intro had niet gehoeven.

Aro vroeg me nog een keer of ik interesse had om zich bij hun te voegen. Hij vond mijn gave behoorlijk interessant. Hij stelde Alice dezelfde vraag. Wat hij er niet voor over zou hebben om Carlisle zwakker te maken en zichzelf sterker.

Hij zag het voor zich, in zijn gedachten. Ik aan zijn linkerzijde, en Alice aan zijn rechterzijde. Ik siste toen ik zag dat hij Bella voor zich zag staan. Ik drukte die gedachten weg, en ik kwam erachter dat Aro Bella dezelfde vraag als Alice en mij had gesteld.

Niemand was eens met zijn gedachten. 'Pardon?' vroeg Caius aan Aro. Zijn fluisterende stem klonk vlak.

Weer sprak Aro zijn gedachten hardop uit. 'Ik heb nog nooit zo'n veelbelovende potentiële gave gezien sinds we Jane en Alec gevonden hebben. Denk je eens in wat ze allemaal zal kunnen als ze een van ons is!'

Ik gromde weer, alleen te zacht voor Bella, en hard genoeg voor de andere 'mensen' in de zaal om het te horen.

'Nee, dankuwel' fluisterde Bella. Haar stem vol van angst. Ik wilde haar hier vandaan hebben. Nu.

'Bij de groep horen of sterven, zijn dat de opties? Ik kreeg al zo'n vermoeden toen we juist naar déze kamer gebracht werden. Ik dacht dat jullie je aan jullie wetten hielden?'

'Wat zeg je nou?' hij knipperde verbijsterd met zijn ogen. 'We waren hier al bijeen, Edward, om de terugkeer van Heidi af te wachten. Niet vanwege jullie.'

'Aro,' siste Caius. 'Volgens de wet moeten ze sterven.'

'En waarom dan wel?'wilde ik weten.

Caius wees naar Bella, en ik verplaatste mijn gewicht zodat ze wat meer achter mij stond. 'Ze weet teveel.'

'Er zijn hier anders ook een paar mensen in die poppenkast van jullie,' ik herinnerde hem aan de menselijke receptioniste beneden.

Caius glimlachte. 'Inderdaad' beaamde hij. 'maar als we hen niet meer kunnen gebruiken, zullen ze als voedsel dienen. En dat heb jij voor deze niet in gedachten. Zul je bereid zijn haar te doden als ze onze geheimen verraadt? Ik denk het niet.'

Bella wilde iets zeggen maar Caius legde haar het zwijgen op. Ik gromde zachtjes naar hem.

'En je bent ook niet van plan om haar een van ons te maken.' Ging Caius verder. 'Dat maakt haar tot een zwakke plek. Hoewel ik moet toegeven dat alleen zij moet sterven in dit geval. Jij mag gaan, als je wilt.'

Ik ontblootte mijn tanden.

Edward, riep Aro mij in zijn gedachten. Ben je van plan haar een van ons te maken?

Ik gromde. Ik was van haar weg gegaan zodat ze een gelukkig leven zou hebben, zodat ze weg zou zijn van mijn wereld. Ik wilde niet door mijn fout om haar alleen te laten, haar laten dwingen om een van ons te worden.

Dat is jammer dacht Aro.

Aro knikte naar Caius en Demitri. Ik hoorde Alice naar adem snakken en zocht snel door haar gedachten. In haar visioen zag ik Caius en Demitri naar ons toe lopen terwijl Aro naar Bella loopt. Hij glimlacht een keer voordat hij zijn tanden in haar nek duwt.

'NEE!' Schreeuwde ik terwijl ik op Aro wou afspringen. Nog voordat ik hem bereikt had, had Demitri mij van achter gepakt. Ik probeerde uit alle macht los te komen en ik zag Alice hetzelfde doen tegen Caius.

Aro maakte zijn weg naar Bella. Ze keek me doodsbenauwd aan, niet wetend wat er ging gebeuren.

'Nee wacht!' schreeuwde ik opnieuw. 'Ik verander haar. Ik voeg me bij jullie groep. Alles. Laat haar alsjeblieft gaan.' Smeekte ik.

Aro keek me niet aan terwijl ik hem smeekte. Ik hoorde Demitri in mijn oor fluisteren, 'Daar had je eerder aan moeten denken knul.'

Ik probeerde me nog steeds los te rukken uit zijn greep. Maar hij was niet alleen groter, maar ook zoveel keer sterker dan mij. Ik zette al mijn kracht op om Bella's leven te redden. Ik zou er mijn eigen leven voor geven, maar ik was niet sterk genoeg.

'Alsjeblieft. Alsjeblieft. Laat haar gaan. Ik doe alles, alsjeblieft.' Smeekte ik keer op keer.

Aro glimlachte net zoals in Alice's visioen. Hij keek nog even naar ons terwijl we langzaam de deur uit werden gesleept.

Het laatste wat ik zag was Aro die zijn tanden in Bella's nek duwde.

Het laatste wat ik hoorde was Bella's wanhopige geschreeuw.

En dat geluid zou me vanaf vandaag voor altijd achtervolgen.


Ik weet dat er veel van het boek zelf is, maar ik moest het terug laten komen.

Ik weet niet zeker wanneer ik hier ga updaten, dat kan misschien nog wel een tijdje duren. Ik focus me nu eerst op mijn andere verhaal. Maar ik laat dit verhaal niet zitten.

Reacties please?