Het is het jaar 1795. Alejandro de la Vega zet, samen met zijn pas aangetrouwde vrouw Esperanza, voet aan wal in Californië. Hij heeft het leger in Spanje achter zich gelaten, om hier een nieuw leven te beginnen. De koning van Spanje had een goede vriend wonen in Los Angeles. Toen Alejandro de koning kenbaar maakte om naar Californië te verhuizen, stelde hij hem voor om contact te zoeken met die goede vriend. En zo geschiedde het.

Zodra Alejandro en Esperanza van het schip, de kade op lopen, komt er een man met uitgestoken hand hun tegemoet lopen. 'U moet Alejandro de la Vega zijn? Laat ik mij aan u voorstellen, mijn naam is Roberto Cortes', zegt de man. Alejandro geeft hem een hand en stelt zijn vrouw voor. Cortes maakt een lichte buiging, pakt haar hand en geeft er een kusje op. 'Prettig met u kennis te maken, señora'. Roberto wenkt naar zijn koetsier. Deze antwoord direct en loopt naar Roberto toe. 'Laadt deze koffers van mijn gasten op de koets, por favor', beveelt Roberto de koetsier. De koetsier komt meteen in actie en pakt de eerste twee koffers van Alejandro over. Alejandro pakt de andere twee koffers en loopt achter de koetsier aan. Esperanza en Roberto volgen. Zodra de koffers op de koets zijn geladen, stappen ze met zijn drieën de koets in. De koetsier gaat op de bok zitten en zet de paarden in beweging.

Onderweg vraagt Roberto Alejandro de oren van het hoofd af. Hoe het in Spanje gaat, hoe het met zijn goede vriend de koning gaat en hoe de reis is verlopen. Roberto had nog veel meer vragen, maar moet deze voor later bewaren, want ze zijn inmiddels bij de hacienda aangekomen. Gelijk komen er twee dienaren aangelopen, welke bij de poort staan te wachten op gasten, om deze alvast te verwelkomen of te woord te staan. Ze openen de koest, begroeten de gasten door middel van een kleine buiging en laten het gezelschap uitstappen. Alejandro en Esperanza kijken aandachtig naar het grote huis. Ze lopen achter Roberto aan, door de patio, welke rijkelijk is aangeplant met in het midden een grote boom, welke nu helemaal in de bloesem staat, de borders zijn gevuld met Romneya's en aan de linkerkant is een waterornament aangebracht. Samen met de koetsier sjouwen ze de koffers naar het gasten verblijf. 'Gaan jullie maar eerst even opfrissen, dan zorg ik dat er over een uur een lekkere maaltijd klaar staat', zegt Roberto tegen Alejandro en Esperanza.

Alejandro en Esperanza volgen de dienaren naar hun verblijf, bedanken deze, gaan naar binnen en sluiten de deur. Ze kijken even om zich heen, wat er allemaal staat en waar alles te vinden is. Het verblijf is uitgerust met een groot hemelbed, een aparte zithoek met koloniale meubelen, een aparte badkamer met bad en apart het toilet. 'Roberto heeft het goed voor elkaar. Ooit hoop ik dat ons huis net zo groot en mooi is ingericht als deze', zegt Alejandro tegen zijn vrouw. Esperanza knikt en ze geven elkaar een innige omhelzing en een zoen.

Na een uur melden ze zich in de sala. Roberto komt naar ze toegelopen en stelt zijn vrouw Juliana voor. Alejandro begroet haar op dezelfde manier als Roberto Esperanza deze vanmiddag had begroet. Daarna lopen ze met zijn vieren naar de eetkamer. De tafel is rijkelijk opgemaakt met kalkoen, een grote schaal met een salade, twee schalen met verschillende soorten fruit en porseleinen borden met zilveren bestek. Ze schuiven aan, en beginnen aan de maaltijd. Dan begint Roberto zijn vragen weer op Alejandro af te vuren. 'Wat bent u precies van plan hier in Californië te gaan doen', vraagt hij op een gegeven moment. Alejandro antwoord: 'Ik wil hier, samen met Esperanza, een nieuw leven beginnen, een rancho oprichten en als de zaken goed gaan, een gezin stichten'.

Als ze aan het einde van de maaltijd komen, stelt Roberto voor om nog even na te borrelen in de staan op van tafel, verlaten de eetkamer en installeren zich in de sala. Met een glaasje wijn stelt Roberto Alejandro voor om de volgende dag naar de pueblo te gaan, om kennis te maken met de Alcalde. Dat lijkt Alejandro een goed plan. Met zijn vieren toosten ze op een gezellig samen zijn en babbelen nog wat na om vervolgens zich terug te trekken in hun eigen verblijven.

De volgende morgen melden Alejandro en Esperanza zich in de eetkamer, waar Roberto weer een rijkelijk ontbijt heeft laten klaar zetten. Als ze het ontbijt op hebben, komt de koetsier melden dat de koest klaar staat. Met zijn vijven lopen ze naar de koets, stappen in en rijden richting Pueblo de Los Angeles.

Eenmaal daar aangekomen is Alejandro blij verrast. 'Wat een leuk stadje is dit', roept hij uit. Ze stappen de koets uit en lopen richting de cuartel. Ze melden zich bij de wachter, deze loopt naar de sergeant, welke zich weer naar het kantoor van de alcalde beweegt. Niet veel later komt de alcalde met een uitgestoken hand aangelopen. 'Ola, señor Cortes, welkom. Blij u weer te zien', lacht de alcalde. Roberto geeft hem een hand en klopt hem op de schouder. 'Mag ik u voorstellen aan Alejandro de la Vega en zijn vrouw Esperanza uit Spanje'. De alcalde schud de hand van Alejandro. 'Welkom in pueblo de Los Angeles. Ik ben alcalde Carlos Galindo'. Esperanza steekt haar hand uit naar de alcalde. Deze pakt de hand vast, buigt iets naar voren en geeft er een kusje op. 'U ook van harte welkom, señora de la Vega. Ik zal jullie een kleine rondleiding geven door mijn stadje'. En zo trekken ze met zijn vijfen door het stadje. Het valt Alejandro op dat iedereen bijzonder gastvrij en open is. Maar ook dat Carlos Galindo veel weet over het reilen en zeilen van zijn stad en weet wat er allemaal gaande is. Als ze na de rondleiding weer terug komen op de cuartel, stelt Carlos voor om binnen op het kantoor verder te praten.

Onder het genot van een wijntje verteld Alejandro wat zijn plannen zijn. Carlos luistert aandachtig en stelt soms heel gerichte vragen over hoe en wat. Het valt hem op dat de la Vega heel goed op de hoogte is van alles en weet wat hij wil en hoe hij dit denkt te gaan bereiken. Als Alejandro is uitgepraat, valt er een korte stilte. Hij ziet dat de alcalde diep in gedachten gezonken is. Opeens zegt Carlos 'Ik weet nog een groot terrein, niet ver hier vandaan. Het is hele vruchtbare grond van meerdere honderden hectare. Als u het goed bewerkt, kunt u er een mooie ranch van maken. Er staat al wel een gebouwtje op, welke altijd fungeerde als huis. Helaas is de eigenaar een half jaar geleden komen te overlijden en hij heeft niemand achter gelaten die het over kon nemen. Nu staat het leeg en niks te doen. Als u wilt, kunnen wij daar nu wel naar toe rijden om er te kijken?' Alejandro, helemaal enthousiast en verrast, antwoord: 'ja natuurlijk, ik wil het direct zien'. De dames blijven in de pueblo achter om op de markt wat rond te snuffelen. Roberto en Alejandro krijgen ieder een paard van de cuartel te leen en met zijn drieën rijden ze weg.

Niet veel later komen ze aan bij een klein, iets vervallen, gebouw. Ze stappen af, binden de paarden aan een paal en lopen naar de voordeur. De alcalde opent de deur en gaat de twee heren voor, naar binnen. Het ziet er minder klein uit, dan dat de buitenkant doet vermoeden. Het huisje in heel simpel ingericht met voornamelijk zelf gemaakte meubels, vermoedelijk met hout uit het bos wat hier achter ligt. Na een half uurtje hebben ze alle vertrekken goed kunnen bekijken en lopen weer het huis uit. Het huis staat op de top van een kleine heuvel. Daarachter ligt wat ruiger terrein met rotsen, bomen en struiken. Meer aan de zijkanten en de voorkant is het vlakker grasland met hier en daar een struik of boom. Goed genoeg om veel vee op te zetten, bedenkt Alejandro. Met een tevreden gevoel stappen ze weer op hun paarden en rijden een stuk om het gebouw heen. Ze kunnen niet het hele terrein afrijden, daar doe je ruim een hele dag over, verteld de alcalde.

Het is alweer halverwege de middag, wanneer de drie mannen terug komen bij de cuartel. Zodra de koetsier Roberto ziet, loopt hij op hem af. Hij vertelt dat hij de señoras al bij de hacienda heeft afgezet. Roberto bedankt hem en zegt dat hij nog even mee naar het kantoor loopt.

Alejandro wilt graag weten wat de prijs is voor het terrein en gebouw. De alcalde stelt voor om een bod te doen. 'Het hoeft absoluut niet de hoofprijs te zijn. Ik zie liever iemand die het gebied weer gaat gebruiken, waarvoor het bedoelt is, dan dat het wordt overgeleverd aan de natuur of minder prettige mensen'. En omdat ik u een heel sympathieke man vindt. Dat laatste denkt hij, maar zegt het niet hardop. Alejandro antwoord daarop dat hij er nog even over wilt nadenken, maar dat hij voor het einde van de week een bod zal uitbrengen. Ze schudden elkaar de hand en nemen afscheid. Met een tevreden gevoel vertrekken beide heren weer naar hacienda Cortes.

Als ze aankomen op de hacienda worden ze verwelkomt door Juliana en Esperanza. Ze kunnen gelijk aanschuiven aan tafel in de eetkamer. Dit keer is de tafel gedekt met een stuk gevuld varken, aardappelen en een pan met gebakken maïs, erwten, ui en wortelen. Tijdens het eten verteld Alejandro honderduit over zijn plannen, hoe het huisje en het gebied er om heen uitziet, hoe ze het kunnen inrichten en misschien later zelfs kunnen uitbreiden. Als ze na het eten nog even naborrelen in de sala, vraagt Alejandro aan Roberto wat een redelijk bod is, voor zo'n groot terrein. Roberto denkt even na en noemt dan een bedrag. Alejandro kijkt hem bewonderend aan en vraagt of dat niet veel te weinig is. Roberto glimlacht en zegt dat Alejandro dit bedrag morgen maar eens moet voorstellen aan de alcalde. 'Je kunt immers altijd nog wat meer bieden, mocht de alcalde het inderdaad te laag vinden'. Met deze gedachten wenst Alejandro en Esperanza Roberto en Juliana een goede nachtrust en trekken zich terug in hun kamer. Ze babbelen nog even wat na en met een opgewonden kriebel in de buik vallen ze biede in een diepe slaap.

De volgende morgen wordt Alejandro al vroeg wakker. Hij ziet dat zijn vrouw nog wel in diepe slaap is. Heel zachtjes sluipt hij het bed uit, kleed zich aan en loopt de kamer uit. Als hij de gang uitloopt, richting de voordeur, hoort hij Roberto fluisteren 'Hé vroege vogel, zin om een eindje te gaan rijden'?

Dat lijkt Alejandro een goed idee. Samen zadelen ze de paarden op, want de stalknechten zijn nog niet zo vroeg wakker en rijden weg. Ondanks dat ze al twee uur onderweg zijn, zijn ze nog lang niet uitgepraat. Echter moeten ze hun verhalen even opzij zetten, want ze zijn weer terug gekomen op de haciënda. De stalknecht die inmiddels wakker is geworden en aan zijn dagelijkse werkzaamheden begonnen is, pakt de paarden over. Alejandro en Roberto begeven zich weer naar het huis, waar ze worden opgewacht door Juliana en Esperanza. Ze schuiven aan de lange tafel in de eetkamer aan en werken smakelijk het ontbijt naar binnen.

Na het ontbijt vertrekken Roberto en Alejandro weer richting de Pueblo. Wanneer ze bij de cuartel aankomen, binden ze de paarden aan de paal en lopen naar het kantoor. Ze kloppen op de deur van het kantoor van de alcalde en kort daarna wordt er 'binnen' geroepen. Roberto doet de deur open en de alcalde is blij verrast bij het zien van Alejandro en Roberto. 'Zo snel had ik jullie nog niet verwacht terug te zien, mijn heren. Kom verder en vertel wat ik voor jullie kan betekenen'. Alejandro verteld dat hij met een bod komt voor alles wat de alcale hun gisteren heeft laten zien en noemt aarzelend het bedrag. De alcalde denkt heel even na, geeft met een grote glimlach Alejandro een hand en feliciteerd hem met zijn nieuwe huis. Alejandro is totaal uit het veld geslagen en vraagt: 'U maakt toch geen grap, hoop ik'? 'Nee, het is geen grap. Zoals u gisteren uw plannen met zoveel passie en enthousiasme vertelde, wist ik dat ik er goed aan deed om u dat terrein toe te vertrouwen. Ik weet namelijk zeker dat u het land met net zo veel, en misschien zelfs wel meer, passie als zijn vorige eigenaar het altijd gedaan heeft, zal bewerken', antwoord de alcalde. 'Ik zal zo snel mogelijk het contract in orde maken. Zullen wij vanmiddag om vier uur, bij uw nieuwe huis afspreken', vraagt hij tenslotte. Alejandro is zo verbaasd, dat hij geen antwoord meer kan geven en alleen nog maar 'ja' kan knikken. 'Mooi, dan gaat u nu weer terug naar de hacienda van Cortes om alvast alle spullen in te pakken en dan zie ik u vanmiddag om vier uur bij uw hacienda'. Ze schudden elkaar de hand en nemen afscheid. Alejandro kan geen woord meer uitbrengen. Hij zit met zijn hoofd helemaal in de wolken. Roberto moet er alleen maar heel hard om lachen.

Als ze weer aankomen bij hacienda Cortes, komt Alejandro weer een beetje bij zinnen. Snel rent hij naar binnen, pakt Esperanza vast, tilt haar op en draait een paar rondjes door de kamer. 'De alcalde is akkoord gegaan met mijn bod. Ik heb een huis gekocht', roept hij uit. Esperanza omhelst hem innig en geeft hem een dikke zoen. Dan komt Juliana aangelopen. 'Ik heb nog wat spullen en servies staan, waar wij niks meer mee doen. Accepteer dit maar als ons geschenk voor jullie nieuwe plek'. Dankbaar geeft Alejandro Juliana ook een zoen op haar wang. Samen met Esperanza gaan ze naar hun verblijf en beginnen met het inpakken van de spullen. Twee dienaren helpen mee om de spullen naar de wagen te sjouwen. Dan is het tijd en met zijn vieren en nog twee dienaren, vertrekken ze naar het nieuwe plekje van de de la Vega's. Ze zijn iets aan de vroege kant en blijven voor het gebouw wachten. Niet veel later arriveert ook de alcalde. De heren lopen met zijn drieën naar binnen. De alcalde overhandigd Alejandro de papieren. Deze leest ze aandachtig door, knikt naar tevredenheid en zet zijn handtekening onderaan het contract. Hij overhandigt alvast de helft van het afgesproken bedrag. De andere helft hoeft hij pas te geven, wanneer de zaken in orde zijn en lopen. Na dit plechtige moment, lopen ze weer naar buiten. Ze schudden nogmaals elkaars handen en nemen afscheid. De alcalde vertrekt weer. Alejandro kijkt hem na, tot er alleen nog een stofwolk achterblijft.

De dienaren beginnen de spullen van de wagen af te halen. De heren helpen ze een handje mee.

Als alle spullen binnen staan en zelfs al voor een deel zijn uitgepakt, komt Esperanza met een fles wijn in haar handen aangelopen. 'Deze had ik gisteren gekocht, omdat ik stiekem al wist dat het vandaag wel van pas zou komen'. Alejandro kijkt haar verbaasd aan. 'Hoe kon jij dat nou weten?' 'Noem het maar vrouwelijke intuïtie', antwoorde ze daarop. Juliana komt inmiddels aangelopen met vier wijnglazen en met zijn allen toosten ze op een goede toekomst.

We maken even een sprong naar de toekomst. Twee jaar later, nadat Alejandro het gebouw op een gigantisch terrein had gekocht, was hij al een rijk man geworden. De zaken liepen beter dan hij ooit had kunnen bedenken. Het huis was inmiddels drie keer zo groot geworden, met een patio, stallen voor de paarden en verblijven voor de werkers. Ook in de omgeving wordt hij gezien als een machtig man. Hoewel Alejandro helemaal niet zo belangrijk en machtig wilt overkomen, voelt hij wel aan dat de mensen hem graag zien. Ook de alcalde is goede vrienden met hem geworden en vraagt hem regelmatig om met zaken in de pueblo mee te denken. Esperanza heeft zich ook helemaal ingeburgerd en doet regelmatig een ronde om de meest arme mensen in en rond de pueblo bij te staan of om ze spullen en eten te brengen.

Als Alejandro en Esperanza die avond moe maar voldaan in de sala zitten, met een wijntje in de hand, beginnen ze te praten over de wens naar kinderen. Ze merken dat ze beide op één lijn zitten qua wensen en opvoeding en besluiten om dan meer eens een begin te maken. Samen verdwijnen ze de slaapkamer in.

Drie maanden later wordt Alejandro gevraagd om met de alcalde mee te reizen naar Monterey, de koloniale hoofdstad, om de gouveneur te bezoeken. Eenmaal aangekomen in Monterey, bij het paleis van de gouveneur, wordt hij van harte ontvangen. 'Ik heb zoveel goeds over u gehoord, mijn heer de la Vega, dat ik nu eindelijk eens kennis met u kan maken'. Alejandro helemaal van zijn stuk gebracht, stelt zich voor en begint te vertellen hoe het allemaal in Spanje was, hoe hij besloot om naar Californië te vertrekken, over het zeer gewaardeerde aanbod van Carlos Galindo en hoe hij de toekomst ziet van zijn rancho. Dan vraagt de gouveneur hoe hij de toekomst van Los Angeles voor zich ziet. Over deze vraag moet Alejandro even nadenken, maar antwoord dan, dat de rijken zich nooit en te nimmer mogen verrijken, over de rug van de armen. Hij heeft in die ruim twee jaar, Los Angeles zien groeien, zonder al te veel gedoe met bandieten en andere aasgieren. Dit wilde hij graag zo houden.

Dan komt Carlos Galindo met een aanbod. 'Ik ben al aardig op leeftijd. U bent een zeer invloedrijke man geworden in de korte tijd dat u hier bent. Ook komt u op voor rechtvaardigheid en met uw verleden als commandant van het leger in Spanje, kunt u gezag uitvoeren. Daarom wil ik vragen of u mijn opvolger als alcade wilt worden'.

Geschrokken en verbaasd kijkt Alejandro van de gouveneur naar de alcalde en weer terug. 'Ik zou wel willen, maar het lijkt mij nu nog niet het goede moment. Ik wil eerst een gezin stichten en zeker zijn dat mijn ranch over pak en beet acht jaar nog steeds zo goed loopt. Het werken op de ranch vind ik nu nog te leuk om op te geven. Echter waardeer ik uw aanbod zeer'.

'Als u dat nu nog niet ziet zitten, zal er een commandant worden aangesteld om voorlopig het gezag over het leger en de pueblo te hebben, tot u zich bedenkt', besluit de gouveneur, met een lichte teleurstelling. Hij had gehoopt dat Alejandro direct op het aanbod in zou gaan. Met dit in zijn achterhoofd, neemt Alejandro afscheid van de gouveneur en bedankt hem voor de gastvrijheid en zijn vertrouwen in hem. Met Carlos Galindo rijdt hij weer terug naar Los Angeles.

Eenmaal thuis aangekomen wordt hij enthousiast verwelkomt door Esperanza. 'Ik heb zulk goed nieuws te vertellen', roept ze uit. 'Ik ben zwanger. We verwachten over vijf maanden ons eerste kindje!' Alejandro, die nog niet eens helemaal bekomen is van het gesprek met de gouveneur, pakt zijn vrouw beet en omhelst haar innig en geeft haar een zoen. 'Wat ben ik trost op ons. Kom, laten we naar binnen gaan, want ook ik heb behoorlijk wat te vertellen'.

In de sala aangekomen, wordt ze een glas wijn ingeschonken en een stoel aangeboden. Zodra ze zitten, bedankt Alejandro de dienaar en verzoekt deze hun even alleen te laten. De dienaar, knikt, loopt weg en sluit de deur.

Alejandro verteld zijn vrouw het hele verhaal. Esperanza vindt het een verstandig besluit van haar man om nog even te wachten om de zware taak van alcalde over te nemen . Nu ze ook nog eens zwanger is, kan ze de hele wereld aan en niemand die dat nog van haar zou afpakken.

Echter, wanneer de bevalling van Esperanza naderde, sloeg het noodlot toe. Hevige krampen gingen door haar lijf. Alejandro had een dienaar naar pater Felipe gestuurd om deze te vragen om direct naar de haciënda van de la Vega te gaan, om señora de la Vega te assisteren bij de bevalling. Ondertussen liepen dienaren af en aan met vochtige doeken, probeerde Esperanza met kruidenthee te helpen of alleen de hand vast te houden en haar te troosten. Alejandro kon niets anders doen dan op een afstandje toe te kijken of haar lovende woorden toe te fluisteren, terwij;l hij naast haar zat. Het duurde niet lang of pater Felipe arriveerde op de hacienda. Iedere keer als hij hier kwam, was er wel weer wat aangepast of bijgebouwd.

Snel loopt hij met zijn tas met spullen naar de voordeur. Nog voordat hij kan aankloppen, vliegt de deur al open en wordt hij aan zijn hand meegetrokken door Alejandro, naar Esperanza. 'Ze is net ineens hevig gaan bloeden', verteld Alejandro gespannen. Zijn ogen slaan doodsangsten uit.

Esperanza is inmiddels haar bewustzijn verloren. Pater Felipe bedenkt zich geen moment, pakt wat spullen uit zijn tas en begint aan de klus. Na een kleine moeite, lukt het hem om de baby te halen. Op het moment dat de baby begint te huilen, slaakt Esperanza haar laatste zucht en overlijdt aan hevige inwendige bloedingen. Alejandro weet niet of hij nu blij of verdrietig moet zijn. Hij gaat bij het hoofd van Esperanza zitten, kust het nog voor een laatste keer en veegt zijn tranen weg. Hij sluit haar ogen en legt een deken over haar heen. Dan komt pater Felipe met de baby aangelopen. Hij heeft de baby in lakens gewikkeld en geeft hem aan Alejandro. Ook hij gaat even naast Esperanza zitten, doet zijn gebedje, slaat het heilige kruis en staat dan weer op. Hij kijkt naar Alejandro en verontschuldigd zich. Alejandro zegt dat hij zijn best heeft gedaan en er verder ook niks aan kon doen. Heel voorzichtig vraagt pater Felipe hoe hij het kindje wilt gaan noemen. 'Diego', antwoord Alejandro vastbesloten. 'Dat betekend overwinnaar'. Alejandro kijkt naar het kind, welke zijn ogen opent en zegt zacht: 'ik zal jou groot brengen met alle liefde en wijsheid die ik je kan geven, mijn Diego'. Het kindje glimlacht even en valt daarna in diepe slaap.

Weer maken we een sprong naar de toekomst. In de eerste jaren van Diego en zijn vader Alejandro zijn geen noemenswaardige dingen gebeurd. Diego groeit rustig op, op de hacienda. Het is een wijs knulletje, zeer atletisch en alles ziet hij als een spelletje. Wanneer hij op zes jarige leeftijd naar school op de missiepost in de pueblo gaat, komt een stukje van zijn ware aard naar boven.

Op school zit er een meisje in zijn klas, welke van een middenklasse familie komt. Ze heeft lang bruin haar, bruine ogen en is voor haar leeftijd wat klein. Echter speelt ze liever met de jongens, dan het tuttige gedoe met de meisjes. Geregeld gaat ze met Diego mee naar de haciënda en stoeien en spelen ze samen. Ze doen schijngevechten met hun houten zwaarden en als even niemand op hun let, hangen ze aan het balkon of de galerij of klimmen over de muren die rond de patio zijn gebouwd. Haar naam is Luisa Pulido del Amo.

Omdat Luisa zich niet gedraagt als een meisje, wordt ze door een jongen, genaamd Luis Ramon, welke wel van aderlijke familie komt, gepest. Samen met nog twee andere jongens vormt hij een vast groepje, welke meerdere kinderen het leven soms zuur maakt. Ook vandaag is het weer zover. In de klas gooit Ramon steeds propjes naar Luisa. De andere twee jongens doen ook mee. Wanneer de leraar ziet dat Luisa een propje terug gooit, roept hij haar onmiddelijk naar voren. Behoedzaam loopt Luisa naar de leraar toe. Deze pakt haar bij de arm, tilt haar op en zet haar op een stoel. Diego voelt zich kwaad worden van binnen. Ondertussen kijkt hij Ramon en de twee jongens strak aan. Luisa probeert uit te leggen wat er gebeurde, maar de leraar pakt haar met één hand bij de wangen. Diëgo gist naar zijn kattepult, doet er een prop papier in en richt hem op de rug van de leraar. Hij trekt het elastiek strak en laat deze los. De prop vliegt met een vaart tegen de rug van de leraar aan, welke onmiddelijk omdraait en hem recht aankijkt. Hij gist de lineaal van zijn bureau af en loopt op Diego af. Deze reageert door ook zijn lineaal te pakken en op de tafel te springen. Behendig slaat Diego een paar aanvallen van zijn leraar af en springt vervolgens over hem heen, rent naar het raam en springt door het raam naar buiten. De hele klas staat te joelen. Als Diego zich omdraait, staat ineens zijn vader voor zijn neus. Met zijn allerliefste glimlach zegt hij 'papie'? Alejandro pakt hem bij de arm en voert hem het klaslokaal weer in. Luisa is inmiddels weer op haar eigen plek gaan zitten. Alejandro biedt zijn excuses aan en ook Diego moet deze aan zijn leraar geven. De rest van de middag moet hij in het klas blijven zitten om strafwerk te maken.

De volgende dag komt Luisa naar Diego toe om hem te bedanken. Diëgo geeft aan dat onrechtvaardigheid hem kwaad maakt. 'Die rotzakken van dat groepje van Ramon moeten maar eens een keer bestraft worden, maar ik zou niet weten hoe wij dat voor elkaar gaan krijgen', zegt hij. Ze besluiten het maar te laten bezinken en zoveel mogelijk uit de buurt van die drie rotzakken te blijven.

Wel raken ze al snel bevriend met een paar jaar oudere, wat dikkere, jongen, genaamd Demetrio Lopez Garcia. Als snel noemen ze hem gewoon Garcia. Met zijn drieën vormen ze een gezellig clubje en verzinnen ze steeds nieuwe avonturen.

Als Diego in de vakantie een keer alleen op de haciënda is, loopt hij over de rand van de openhaard in de sala. Ineens blijft hij staan, zet zijn voet één pasje terug en voelt dat er een steen op de rand van de openhaard wat meebeweegt. Hij stapt van de rand af en krijgt het voor elkaar om de loszittende steen eruit te halen. Hieronder bevind er een kleinde ruimte met daarin een kistje. Hij pakt het kistje, legt de steen weer terug en loopt met het kistje naar zijn kamer. In het kistje zit een document. Hij opent het en begint te lezen.

Beste vinder van dit document,

Ik, de oprichter van dit huisje, gelegen op de top van een heuvel, zal u een geheim onthullen.

In tijde van oorlog en invasies van indianen heb ik een aantal geheime doorgangen gecreëerd. Als u, beste lezer, naar de achterkant van de heuvel loopt, vindt u een grote partij rotsen met een grote wilgenboom. Als u de takken van de wilgenboom opzij duwt, zit er ergens een opening. Zodra u daar naar binnen gaat, komt u in een grotere ruimte uit. Groot genoeg om er een paard te huisvesten. Tevens loopt hier een klein beekje doorheen, zodat u altijd zult beschikken over water. Als u de tunnel verder doorgaat, komt u uiteindelijk achter de openhaard uit. Achter de openhaard heb ik nog een paar gangen gecreëerd. Deze zult u zelf wel ontdekken.

Gebruik deze geheime kamers en doorgangen alleen in geval van nood, anders zal u uw leven nooit meer zeker zijn.

Hoogachtend

Tomás de la Vega

Na het ontdekken van dit document gaat Diego op onderzoek uit. En inderdaad, zoals de brief voorspelde, vindt hij de opening van de grot. Hij gaat naar binnen en staat versteld van de ruimte. Aarzelend loopt hij door naar de tunnel. Aan het eind aangekomen, komt hij in een ruimte waar nog twee tunnels uitkomen . Ook is er een trap naar boven gebouwd. Hij gaat de trap op. Hij is verbaast dat het allemaal zo stevig is en geen geluid maakt. Op de eerste etage aangekomen, staat hij weer in een relatief grote ruimte. Hier bevinden zich drie doorgangen. Hij besluit de doorgang rechts van hem te nemen. Vlak voor het einde van de gang, bevindt zich een stevige houten muur aan de linkerkant. Diëgo ziet een touwtje hangen en trekt eraan. Hij schrikt als er een kurk uit de muur schiet, maar hersteld zich snel. Kijkend door het gaatje wat nu in de muur is ontstaan, ontdekt hij dat hij zich naast de kast in de sala bevind. Hij besluit dit goed te onthouden en later terug te komen om het verder te ontdekken. Hij stopt de kruk weer terug in het gaatje, loopt de gang weer uit en is nu wel heel nieuwsgierig waar de trap naar boven naar toe leidt. Hij gaat de trap op en tot zijn verbazing komt hij uit in een klein kamertje. Hij ziet een ring aan de muur hangen en pakt het vast. Hij draait er wat aan en ineens gaat er een deurtje open en ziet hij zijn eigen slaap kamer. Helemaal verbaasd loopt hij het deurtje door, zijn slaapkamer in en kijkt eens rond. Hoe had hij dit ooit kunnen bedenken? Een gehieme kamer, aangesloten aan zijn eigen slaapkamer. Hij loopt de openhaard in zijn kamer na en ontdekt een knopje, helemaal in een hoekje weggestopt. Als hij zijn vinger erop legt, sluit ineens het deurtje. Opnieuw legt hij zijn vinger er op en het deurtje gaat weer open. Hij besluit plechtig dat dit een geheim zal zijn en blijven. Wel is hij reuze benieuwd wie die mysterieuse Tomás de la Vega is. Zal dat zijn opa of misschien wel een oom zijn? Hij zal het zijn vader maar eens een keer vragen.

In de maand na zijn ontdekking gaat Diego er vaak op uit om alle routes en openingen te ontdekken. Hij maakt aantekeningen, totdat hij alles uit zijn hoofd kent. Nu weet hij precies welke doorgang waar eindigt en hoe alle meganismen werken. Mocht er ooit nood aan de man zijn, kan hij zijn vader in ieder geval redden.

Ook vraagt hij zijn vader naar achtergronden van zijn familie. Alejandro vertelt hem, dat hij maar één broer had, maar deze is al lange tijd geleden overleden. Zijn naam luidde Joaquin. Heel voorzichtig vraagt Diego of er ook ene Tomás in de familie heeft geleefd. Alejandro kijkt zijn zoon verrast aan. 'Hoe kom je daar dan bij', vraagt hij. Snel zegt Diego dat hij dat eigenlijk ook niet weet. Dat hij weer eens hardop aan het denken was. Hij vond de naam Tomás gewoon familiar klinken, verzint hij snel. Alejandro kijkt zijn zoon aan en geeft hem een knuffel. 'Op een dag, mijn zoon, zul jij een belangrijk man zijn, in de communitie'.

7