Er werd op de deur geklopt.

Eerst zacht. Gevolgd door het roepen van zijn naam.

Toen er geen gehoor was gegeven aan deze actie werd er harder geklopt.

Neal luisterde naar de stem dat leek op de stem van Peter Burke. Zijn partner. Hij wist dat hij iets had moeten zeggen om hem te laten weten dat hij er was. En dat hij binnen kon komen. Maar hij kon op dit moment in zijn toestand niets uitbrengen. Hij kon niet eens opstaan van zijn desbetreffende locatie.

Hij lag plat op zijn rug, op het rode perzisch vloerkleed. Armen verkrampt en koud opgekruld om zijn maag. Een been verstrengeld tussen het frame van de stoel waar hij vannacht van af was gevallen. Het andere been ietsje gebogen zodat zijn voetzool de grond raakte. En zijn hoofd lichtjes naar de deur gericht sinds Peter zijn naam hand geroepen. Inmiddels was dat meer dan een keer gebeurd en Neal slikte moeizaam en opende zijn mond om iets te zeggen. Maar het vocale volume was veel te laag.

Na nog een hevige klopsessie tegen de deur van zijn appartement realiseerde Neal zich dat hij waarschijnlijk ook had moeten zeggen dat hij de avond ervoor ook al niet lekker was.

XXX

Tijdens een stake-out met Jones en Peter voelde Neal al dat hij zijn koffie niet weg kreeg. Zijn maag voelde ongemakkelijk door de bittere vloeistof en het werd alleen maar erger na ze de man van de strafbare operatie aangehouden hadden. De operatie was niets bijzonders en niet eens een officiële White Collar zaak. Maar dat terzijde. Waarschijnlijk had Peter iets te vereffenen met een andere FBI ploeg. Het ging hoe dan ook over een stel mensen die geld van de overheid wit wasten. De baas van de operatie was de eigenaar van een restaurant. De perfecte dekmantel. De zaak was binnen een dag afgewerkt en Peter had hem daarvoor uitgenodigd voor het avondeten bij hem thuis.

Natuurlijk sloeg Neal dat niet zomaar af. Hij hield van de bezoekjes bij Peter en zijn vrouw. Maar die avond was het maar moeilijk om te eten. Elisabeth had al lang gezien dat er iets niet helemaal goed met hem was. Neal at niet en elke keer als hij zijn vork ergens instak werd zijn gezicht wit en grauw. Uit beleefdheid had hij uiteindelijk zijn eten weggewerkt maar toen hij thuis kwam brak de hell los. Het leek wel als of er een mes in zijn buik werd gestoken en eens flink werd rondgedraaid in zijn maag. Het zweet brak hem uit en voelde zich in een paar tellen doodziek. Hij was zo misselijk dat hij dreigde om te vallen waar hij stond. Alles draaide en een zure smaak brandde plotseling in zijn keel. Hij had een half uur in de badkamer boven het toilet gehangen en na enkele minuten droog te hebben gekokhalsd besloot hij om zichzelf maar naar bed te slepen. In de hoop dat zijn maagpijn met slaap kon genezen. Hij had zijn pyjamabroek aangetrokken en sloeg zijn bloes over zijn schouders. Joeg zijn armen door de mouwen en plofte op zijn matras neer. Hij had daar maar vijf minuten gelegen toen hij opnieuw het onaangename gevoel kreeg dat zijn maag geleegd moest worden. Hijgend en jammerend stapte hij in zijn pantoffels en strompelde weer naar het toilet.

Zijn maag draaide en draaide. Hij maakte vreemde geluiden en tegen de tijd dat Neal niets meer in zich had om uit te braken liep hij totaal uitgeput naar zijn keukentje om een glas water in te schenken. als vermoedde poging om de bittere smaak in zijn mond weg te kunnen spoelen.

Neal vond een stoel en ging zitten. Dronk zijn glas leeg. En zuchtte diep. Even leek het erop dat de kramp en misselijkheid weg zakten. Met een rillende hand wreef hij zachte cirkels over zijn maagstreek, als poging om het geborrel en gekneed te sussen. Het werkte totdat Neal besloot om terug naar bed te gaan. Maar toen hij voorover bukte om zijn stoel naar achter te schuiven werd hij opnieuw verast door een akelig stekende pijn. Met een kreet van angst en verbazing viel hij terug op zijn stoel. Beide armen grepen naar zijn middel en voor Neal het wist werd alles even zwart voor zijn ogen.

Het eerste dat Neal opviel toen hij zijn ogen weer opende was dat hij op de grond lag. En zich niet meer kon bewegen.

XXX

Neal had hulp nodig. Hij wilde Peter. Hij wilde iets dat zijn pijn kon wegnemen. Hij wou dat hij tegen Peter had gezegd dat hij zich die avond niet lekker voelde. Dan was hij nu niet zo alleen geweest.

Maar Neal is Neal. Hij zou nooit zomaar iemand binnen laten en hem open en bloot vertellen wat er in hem omging. Zelfs als het fysieke omstandigheden waren.

Kon hij maar zeggen dat hij hier op de grond de hele nacht had liggen creperen van de pijn en dat hij zichzelf niet kon bewegen, tegen zijn partner. En dat hij zo blij was dat hij nu voor de deur stond. Hijgend en jammerend probeerde Neal zijn naam uit te spreken. Want als hij nu niet vlug iets zei dan ging Peter misschien wel weg en was hij hier weer alleen. Maar hij had er de kracht niet meer voor. Het lukte niet! Hij had die nacht ook al eens geroepen om June. Maar de aardige oude vrouw was een heel weekeind bij haar dochter. Hij was door de pijn, en waarschijnlijk de hoge koorts, vergeten dat hij het weekeind alleen in het grote huis was. En toen hij die ene keer om June geroepen had was hij even flauw gevallen van de pijn. Nog altijd joegen en pijnscheuten en golven van misselijkheid door zijn hele lijf als Neal te veel bewoog. Te veel dacht of zelfs te veel ademde. Het maakte hem bang en hulpeloos.

'Neal Caffrey! Ik weet niet wat je daarbinnen allemaal aan het uitspoken bent, maar ik weet wel dát je bent. Vertel de meid dat ze zich aankleedt en maak de deur open. We zijn al een half uur te laat voor de zaakmeeting,' riep de verheven stem van Peter weer. Zijn geduld begon op te raken en Neal fronste bezorgd. Hij ademde diep in en uit en probeerde zijn stembanden te gebruiken.

'Peter…' bracht Neal schor en zwak uit. Dat was al weer genoeg om de pijn in zijn maag aan te wakkeren en hij kromp ineen op het rode kleed.

'Neal? Mijn god! Het spreekt. Wat is er in hemelsnaam aan de hand met jou? Kom op! Doe die deur open of ik trap hem open, slaapkop!'

Tranen rolde over de conman zijn wangen en hij huiverde terwijl hij de mist uit de ooghoeken weg wilde knipperen.

'D-doe… G-graag…' bracht Neal weer uit. Het enige dat hij kon om zijn partner te laten weten dat hij mocht doen wat hij wilde doen om binnen te komen. Het maakte hem niet uit. Hij had Peter nodig. En wel nu meteen!

'Oké, Caffrey. Je vraagt erom!' Er was een andere toon in de man zijn stem te horen. Het was van ongeduld naar bezorgdheid gegaan. Peter wist nu vast dat er iets niet klopte. Even bleef het stil. En Neal wachtte af tot zijn redder de kamer betrad.

Maar er gebeurde niets.

Toen hoorde hij gewriemel aan het slot. En de deur ging open.

'Pe…ter…' fluisterde Neal zwak en sloot voor een moment zijn rode ogen. Even was de pijn verdwenen en hij liet zijn hoofd dieper in het kleed zakken.

'Neal, ik had een sleutel weet je nog. Maar ik wilde niet… Neal? Neal!'

Een zwakke glimlach verscheen er op Caffrey's bleke gezicht. Het maakte niet uit wat de agent zei. Het klonk als muziek in zijn oren.

In een paar stappen was Peter bij zijn verkrampte lichaam gehurkt. Twee warme vingers drukte er in zijn hals en Neal liet een zachte "gulp" uit zijn keel ontsnappen door de plotselinge verandering van positie. Een hand van Peter greep zijn kin en schudde zachtjes terwijl hij met zijn andere hand de polsdruk checkte. De schuddende beweging zorgde ervoor dat Neal zijn ogen weer opende. Al werd het ineens heel moeilijk.

'Mijn god, Caffrey. Je bent ijskoud. Hoe lang lig je hier al op de grond?'

'Nhn,' antwoorde Neal. Hij wist dat hij huilde. De tranen rolde vrij over zijn gezicht maar hij kon het niet stoppen. Ondanks zijn tranen hield hij de glimlach op zijn vermoeide gezicht.

'Ik wist het. El zag het ook al, gister. Je bent ziek, is het niet?'

Neal slaakte een huiverende zucht na zijn poging om te antwoorden.

'Wat heb je? Ben je duizelig?' vroeg de stem mild en kalm. Neal schudde zijn hoofd. Door die beweging schoot er een hevige pijn door zijn hele lijf. Het was nu moeilijk te zeggen of het van de maag uitkwam, of van zijn hele lichaam. Want nu dat hij al die tijd in de zelfde verkrampte positie had gelegen deed alles zeer.

Peter zuchtte en Neal voelde hoe zijn handen zijn sudderende lichaam betaste. Op zoek naar een clou. Of een verwonding. Peter's handen voelden warm en sterk. Maar het was alles behalve aangenaam. Want toen de man in de buurt van zijn middel kwam flopte zijn verstrengelde voet los van de stoel en schokte hij ongecontroleerd met zijn hele lichaam.

'N-nee! S-stop… ' hijgde Neal. Hij wilde zich nog kleiner maken door met zijn opgetrokken benen in een bolletje op te krullen en hij viel haast automatisch op zijn rechterzijde. Weg van de man die hem pijn had gedaan.

'OH! Neal! Sorry, jongen.' Zijn ogen werden groot van schuldgevoel.

Fronsend pakte Peter uit paniek zijn telefoon en scrolde door zijn namenlijst. Hij twijfelde even wie hij eerst moest bellen. El of direct de ambulance? Zuchtend streelde Peter over de klamme rug van de jongen die maar niet leek te stoppen met rillen.

'Help…' jammerde Neal plotseling totaal in paniek en tranen. Peter hoorde hem snel en oppervlakkig ademen. Elk spiertje in zijn lijf leek zich te spannen. Het maakte hem bijna buitenaards, zo vreemd zijn aanzicht was. En wat Peter helemaal de stuipen op het lijf liet jagen was de plotselinge levenloosheid van de jongen. Zijn verkrampte lichaam viel als een kaartenhuis in elkaar en met een zucht lag de jongen languit op het wollige kleed. Van het een op het andere moment was de jongen zo slap als een pop.

Even sloeg zijn hart een slag over van bezorgdheid en Peter rolde de jongen op zijn rug om te zien of hij überhaupt nog ademde. En dat deed hij gelukkig nog. Maar Neal's hartslag was veel te snel en dat was zeker niet goed.

'Oh, Caffrey. Dat is genoeg, jongen. Ik breng je naar het ziekenhuis.'

Met een hand streelde hij even over de jongen zijn wangen en schrok van de hitte diezijn huid plotseling uitstraalde.

XXX

Het bleek achteraf een ernstige ontsteking te zijn. Acute buikgriep dat zich razend snel ontpopte tot een heuse buikwand infectie. De jongen moest goed in de gaten gehouden worden de eerste twee dagen. Hij kon namelijk lijden aan koortsvlagen en pijnaanvallen. Als de antibiotica niet aansloeg en Neal zich niet beter ging voelen moest hij onder het mes om de ontsteking weg te laten halen. Ook moest Caffrey minstens een week op bed blijven voor hij weer aan de slag kon bij de FBI. En El en Peter zouden ervoor zorgen dat de jongen genoeg rust kreeg. Aangezien Mozzie nergens te bekennen was en Sara in het buitenland zat had Peter geen andere keus dan hem mee naar huis te nemen. Het was niet vreemd dat hij hier direct op instemde met zijn vrouw, over de telefoon. Want zijn vrouw en hij voelde zich verantwoordelijk voorde jongen. Er was een vreemde Chemistry tussen hen. Neal Caffrey was voor hen als een aangenomen zoon.

Tegen de tijd dat Peter zijn vrouw opbelde dat ze klaar waren in het ziekenhuis en dat ze binnen een half uur aan kwamen rijden, had Elisabeth de gastenkamer al gereed gemaakt.

Neal zat naast Peter in de passagiersstoel en staarde afwezig voor zich uit. De kleur op zijn ingevallen gezicht veranderde bij elke bocht van lijkbleek naar lichtgroen. Af en toe kromp de jongen ineen als Peter over een hobbel reed. Regelmatig blikte Peter nerveus naast zich in de auto. Of mompelde een excuus naar hem, bij een bocht of hobbel. En af en toe zuchtte de agent opgelucht als de jongen in slaap dommelde. En ondanks Neal sliep, en ondanks de radiator op dertig graden stond, rilde de zieke jongen nog altijd als een rietje.

'We zijn er bijna, Caffrey. Denk je dat je dadelijk klaar bent voor een korte wandeling?' Neal knikte en keek om zich heen. De jongen had een stuk gemist op de weg terug naar Peter's huis en was verast dat ze er al bijna waren.

Gehuld in een badjas, wit shirt, donkerblauwe pyjamabroek, een sjaal, dikke sokken en zwarte pantoffels schuifelde de zieke jongen naar binnen, met behulp van zijn FBI partner en beste vriend Peter.

El stond hen al op te wachtten en hield de deur voor hun open.

'Ow hoi lieverd. Wat zie je eruit. Kom gauw binnen, Neal. Hoi schat. Ik ben al naar de apotheek gegaan, voor je.' Ze drukte eerst een kus op het voorhoofd van Neal en begroette toen haar eigen man met een zoen.

Neal wankelde onder de arm van Peter en Peter besloot om de jongen eerst op de bank te helpen voor zijn benen het begaven.

'Ga even zitten. Voorzichtig.'

'Hnh… dankje…' kreunde Neal door zijn verstijfde kaken. Toen zijn achterste de bank raakte verslapte zijn hele lichaam door uitputting. Het was zo'n hulpeloos gezicht dat El en Peter even een bezorgde blik uitwisselden.

'Neal. Je bed staat al klaar, boven. Ik kan een warme kruik maken om je maagpijn te verzachten. Wil je dat, lieverd?' Neal knikte zacht. Toen Elisabeth richting de keuken liep ging Peter naast hem op de bank zitten. Neal's ogen vielen dicht en dreigde voorover te vallen vanuit zijn zittende positie. En Peter was er om hem terug te duwen tegen de bankleuning.

'Wil je gaan slapen?' vroeg de agent zacht. En Neal's gezicht schoot weer geschrokken omhoog.

'N-nee. I-ik ben niet moe. Het is gewoon… voelt… warm,' fluisterde de jongen warrig. En dat was het moment dat zijn maag begon te borrelen. Meteen schoot Neal rechtop en keek slikkend om zich heen. Ogen wijd en knipperend. Peter wist hoe laat het was en trok hem van de bank.

Half dragend, half sleurend trok hij de kokhalzende jongen naar de gootsteen en boog hem voorover. De badkamer was te ver weg. En Elisabeth deed een paar passen achteruit toen Neal onder de armen van Peter zijn maaginhoud naar buiten werkte. Hij had niet veel meer om naar buiten te werken. Alleen het water dat Peter hem had laten drinken in de auto.

Toen de arme stakker klaar was zakte hij als een plumpudding in elkaar en Peter verstevigde zijn grip op het plotselinge volle gewicht van de welgetrainde jongen.

'Oh, Caffrey… ' zuchtte de agent uit medelijden. Met moeite trok hij de jongen omhoog en sloeg voorzichtig een levenloze arm om zijn hals terwijl hij zijn eigen arm om zijn middel sloeg.

'Mijn god, schat? Moet ik helpen?' vroeg Elisabeth die met een natte theedoek Neal's mond schoonmaakte. Peter schudde zijn hoofd en wachtte tot zijn vrouw klaar was met hem.

'Nee, hoor, El. Het gaat wel zo. Ik breng hem naar boven.' El knikte en liet de kraan flink doorlopen om de stank en het braaksel uit de keuken te verbannen.

XXX

Toen Neal wakker werd merkte hij al vrij snel dat hij zich in een vreemde omgeving bevond. Zuchtend staarde hij naar het witte plafond en knipperde enkele keren naar het zacht gele licht dat van de plafondlamp kwam. In de kamer tikte er een klok dat voor hem op de een of andere manier erg relaxt aanvoelde. Het was een ritme die hij kon volgen. Het suste zijn troebele brein. Een tijdje bleef hij besluiteloos liggen. En luisterde alleen maar naar deze klok. Zijn ogen knipperden open en bleven steeds iets langer dicht. Zijn lichaam maakte zich weer klaar voor de veilige sluimer maar iets in hem vertelde dat het niet goed was. Toen besloot Neal te gaan vechten tegen de slaap en probeerde zichzelf tevergeefs te herinneren hoe hij hier terecht was gekomen.

'Bovenste lade, schat.' Neal schrok op en blikte wild naar de gesloten deur. Het was een stem die hij herkende als de stem van Peter's vrouw.

'Dank je. Wat moest ik toch zonder jou,' klonk er een stuk verder weg van de deur.

Voetstappen. Gefluister. Neal krabbelde moeizaam omhoog van het zachte aangename matras en tuurde naar de schaduwen onder de spleet van de deur.

Nu Neal wat rechterop zat begon hij zich misselijk te voelen. Een vreemd onaangename druk in zijn middel en onderbuik begon hem te plagen met een oplopende pijn. En voor hij het wist liet hij zich weer achterover op het matras vallen om de pijn te verzachten. Nu wist hij het weer. Hij was bij de dokter geweest. Peter had hem hierheen gebracht. Ze hadden hem vast iets gegeven voor de pijn. Hij moest hier in slaap gevallen zijn. Met een hand wreef hij het zweet van zijn wenkbrauwen en zuchtte geërgerd toen hij merkte dat zijn hand trilde. Hij haatte het om ziek te zijn. Maar dat terzijde vond hij het vooral vervelend voor Peter en zijn vrouw. Hij wilde ze niet tot last zijn.

Toen werd er zacht op de deur geklopt. En Neal kwam weer van zijn hoofdkussen.

'Neal, ben je wakker?' vroeg Elisabeth zacht en teder. En de deur ging zachtjes open. Ze rechte haar rug omdat ze verast om hem rechtop in bed te zien zitten. In haar handen droeg ze een dienblad met een kommetje soep en een glas water. Onder haar arm droeg ze een kruik.

'Oh, dank je mevrouw Burke. Maar echt, u hoeft zich niet zo'n zorgen te maken om mij.' Na dat gezegd te hebben kneep Neal zijn ogen stijf dicht. Hij wilde het niet toegeven, maar praten en rechtop zitten was op dit moment te veel voor hem. Een hevige kramp in zijn buik drukte alle lucht uit zijn longen en knipperend met zijn ogen sloeg Neal beide armen om zijn maag.

'Lieverd!'

Haastig legde El het dienblad op de grond en gooide de kruik op het voeteneind om de jongen vast te kunnen grijpen. Met een gepaste druk duwde ze de jongen weer terug op het matras en streek sussend door zijn warrige donkere haren. 'Luister, Neal. Je moet rustig blijven liggen. Ik heb een warme kruik voor je meegenomen. En ik wil dat je die netjes op je maag houd. Tot de pijn minder word. En dan gaan we eens kijken of we wat soep in je kunnen krijgen. Is dat een goed plan?'

Neal zijn wangen kleurde rood en dat kwam niet door de koorts. Hij schaamde zich voor mevrouw Burke. Hoe dan ook was hij ontzettend blij toen ze de dikke dekens omlaag trok en de kruik zorgvuldig op zijn platte buik legde. De warmte voelde eerst niet fijn en Neal kreunde door het gewicht van het hete water. Maar al snel voelde hij hoe zijn kramp milder werd. Een hand pakte de zijne en Elisabeth legde hem op de kruik.

'Houd de kruik goed vast. Als je denkt dat het genoeg is, geef een gil. Ik ben beneden. Peter komt boven zitten met zijn werk.' Neal keek mevrouw Burke aan. Hij wist niet hoe hij haar moest danken. De pijn werd al veel minder, nu.

'Bedankt,' fluisterde Neal toen Elisabeth de deur weer stilletjes uitliep en hem nog een glimlach gaf.

'Rust maar. Je hebt nog een hele weg te gaan.'

XXX

Tijdens het avondeten was Neal op de bank geïnstalleerd en keek met een halve interesse naar de televisie terwijl Peter en zijn vrouw aan de keukentafel zaten. Ze praatten zacht met elkaar zodat Neal hen niet kon horen. Hij had zijn soep laten staan vanmiddag. En het water dat hij gedronken had was er niet in blijven zitten. De antibioticatabletten had hij ermee uitgegooid.

Peter had Neal deze avond beloofd dat hij bij hun beneden mocht komen zitten als hij nog eens wat soep probeerde te eten. En Goddank probeerde hij dat. Maar Peter had deze keer uit voorzorg een emmer naast de bank gezet.

Peter at stil en afwezig zijn groenteschotel op, toen El plotseling een hand op zijn hand liet rusten. Ze keek hem liefdevol aan.

'Je bent een goede vriend voor Neal, schat.' Ze glimlachte en Peter legde zijn vork neer om haar hand vast te pakken. 'Oh ja? Waarom zeg je dat?' El haalde haar schouders op terwijl ze haar hoofd op haar hand liet rusten.

'Je weet wel waarom. Hij vertrouwd je.' Peter staarde in de ogen van zijn vrouw en voelde zich warm worden van binnen. 'Ow, nou. Ik ben ook een van de betrouwbaarste man op aarde.' Met een schuine glimlach speelde de agent even met haar bruine lange zijdeachtige haarlok en gaf haar een kus.

'Hij droomde daarstraks. Hij noemde jou naam.' Peter trok een wenkbrauw op en keek achterom naar het zielig hoopje in de bank. 'Werkelijk. Hm. Wat zei hij dan?' vroeg hij weer aan zijn vrouw.

'Hij noemde je held.'

Peter glimlachte en leunde verbaasd achterover in zijn stoel.

Neal zuchtte luid en legde de kom soep op het bijzettafeltje en begroef zich dieper in de dikke deken die hij om zich heen had geslagen. Zijn hoofd leunde plotseling tegen de bankleuning en was zichtbaar uitgeput.

Elisabeth en Peter hadden het gehoord en gezien. De jongen was al bijna in slaap gevallen toen zijn beste vriend van tafel ging om de televisie uit te zetten. Even checkte hij hoeveel soep Neal had gegeten. De kleine soepkom was half leeg. En dat betekende dat hij zich al een stukje beter voelde. Het was nu nog de vraag of hij het binnen hield, ja of nee.

XXX

Later die avond zat Peter naast Neal op een keukenstoel en keek een rugby wedstrijd, weliswaar zonder geluid. Ineens schoot de jongen recht omhoog van de bank en keek angstig om zich heen.

'Neal? Rustig aan. Het is oké. Je bent oké. Oké?'

Neal keek nog een paar keer om zich heen en liet toen zijn blik rusten op het kalme gezicht van de agent.

'O-oké.' De jongen zuchtte en wreef toen iets kalmer door zijn glazige ogen. 'Hoelang heb ik hier gelegen?' vroeg de jongen schor maar helderder sinds hij hier in huis was.

'Je hebt twee uurtjes geslapen, Neal. En raad eens. Geen een keer over gegeven. Je wordt beter, jongen.' Neal knikte en een kleine glimlach verscheen op zijn bleke gezicht.

Er viel een stilte. Peter wilde vertellen hoe geraakt hij was dat hij hem een held noemde in zijn slaap. En Neal wilde zijn beste vriend vertellen hoe dankbaar hij was voor zijn goede zorgen. Maar beiden zeiden dit niet. Niet hardop althans.

Toen Peter zich ongemakkelijk begon te voelen door die twee grote blauwe doordringende ogen richtte Peter zich weer op de televisie en zette het geluid nu weer aan. Maar dan heel zachtjes. Neal tuurde met Peter mee naar het grote veld waar mannetjes overheen liepen met een vervormde bal. Het interesseerde hun niet veel wie er won. Maar het was een vorm van ontspanning. Bovendien scheen je iets te missen als je de wedstrijd niet had gezien en je collega's erover gingen praten.

Een kwartier ging ongemerkt aan hen voorbij en toen het reclameblok aangebroken was begon Neal onrustig te worden. Er klonk geschuifel en geritsel, gevolgd door een zachte jammering. Peter had het luid en duidelijk gehoord en keek voorzichtig langs zijn zijde. Neal zat ineens rechtop in de bank en had zijn voeten op de grond gezet en de dekens van zich afgegooid. Peter keek het een tijdje aan tot hij zag dat Neal probeerde om van de bank af te komen.

'Wat is er Neal? Wil je naar boven?' vroeg Peter alarmerend toen hij de jongen zag wankelen terwijl hij de evenwicht zocht op zijn blote voeten. Hij stond op eigen kracht naast de bank en wilde naar de trap lopen. Neal schudde zijn hoofd en wees zijn hulp af met een zwaaiende hand.

'Het lukt wel. Ik wil even gebruik maken van jullie toilet.' Peter fronste even terwijl hij nadacht of het wel een goed idee was om hem alleen naar boven te laten lopen. De jongen zag er zo fragiel uit zonder zijn gewoonlijke uitgedoste pakken en hoeden. Het was zelfs moeilijk te geloven dat deze jongen hem jaren werk heeft bezorgd om hem achter de tralies te krijgen. En hoeveel moeite het tegenwoordig koste om hem er nu uit te houden.

De jongen was halverwege de trap toen hij met twee handen de leuning vastklemde en ineenkroop van de pijn. Peter was binnen een paar seconde bij zijn zijde en tilde hem weer op zijn benen.

'Kom op stoere jongen. Ik help je wel naar de deur.'

Neal knikte dankbaar en zette zich schrap voor die laatste paar passen. Hij huilde bijna toen hij boven was en liep nu met snellere pas naar de badkamer. De deur ging dicht voor Peter kon vragen of hij nog iets nodig had.

Op de gang kwam Elisabeth hem tegenmoed gelopen. Ze had haar prachtige paarse nachtjapon aan en Peter kon niets anders doen als haar met open mond bewonderen. Maar El's blik was bezorgd en ze keek haar man vragend aan.

'Gaat hij naar bed? Heb je hem zijn laatste medicijnen gegeven?' Peter haalde hoofdschuddend zijn schouders op en wenkte naar de gesloten deur van de badkamer. En Elisabeth knikte begripvol. Ze begreep dat het voor Neal niet prettig was als zij hem zou horen. En ze liep terug naar de slaapkamer.

Peter liep terug naar beneden voor Neal's medicijnen. En hij vond zijn hond Satchmo op de bank en op de plek waar de zieke jongen had gelegen en snuffelde bedachtzaam aan de deken. Een tel staarde hij naar zijn beestje. En grijnsde. De hond keek plotseling schuldig op en dook ineen nadat hij van de bank af kroop. Peter schudde zijn hoofd en aaide het beest over zijn bol. 'Ja, jongen. Onze gast stal vanavond zo'n beetje jou show.' Hij liep rond het bijzettafeltje en hield het halfvolle soepkommetje voor zijn snuit. Zonder erover na te denken slurpte Satchmo de koude soep op. En Peter grijnsde opnieuw. 'Niets tegen het vrouwtje zeggen.' De hond was nu tevreden en liep nu ook de trap op naar boven. Hij had een eigen plekje in hun slaapkamer, op de grond. Het was nooit de bedoeling geweest om de hond binnen in de slaapkamer te laten. Maar regelmatig werd Peter opgeroepen voor een zaak en was Elisabeth 's nachts alleen. En een hond in de slaapkamer voelde op de een of andere manier een stuk veiliger. En daar kon Peter niets tegenin brengen.

Toen Peter de deken om zijn arm had gehangen en met een flesje water en een medicijnpotje naar boven liep ging de toiletdeur langzaam open. Peter schrok van het grijswitte gezicht en het zwetende voorhoofd. Neal leunde in de deurstijl terwijl hij met zijn handen naar Peter zocht. Of iemand die hem kon helpen. En Peter snelde zijn pas.

'Neal. Je ziet er slecht uit, jongen.' Hij liet de deken en de pillen en de waterfles uit zijn handen vallen om de jongen staande te kunnen houden.

Neal schudde verward zijn hoofd en hing in Peter's armen. Zijn voorhoofd drukte tegen zijn schouder en Peter kon de warmte voelen die de jongen uitstraalde. 'I-ik was op zoek naar Kate. Ze … ze is hier niet, Peter. Ik heb al gekeken.' Peter fronste toen de jongen zich uit zijn grip wilde wringen. Twee grote donkere ogen keken hem nu fel aan. 'Je w-was toch mee zoeken? O-of… niet… Ik weet het niet meer.' Neal keek terug naar de badkamer en wilde met een hand door zijn ogen wrijven maar stootte lomp tegen Peters arm aan. Peter verstevigde zijn grip en keek de jongen ernstig aan.

'Ja, jongen. Je bent in de war. Ik weet het. Niet echt charmant. Maar ik zal het tegen niemand vertellen.' Neal keek Peter weer vragend aan en wankelde even op zijn benen terwijl hij zijn evenwicht weer zocht op zijn knikkende benen. De arme jongen rilde en beefde van de plotselinge koortsvlaag. Zijn zwakke lichaam kon dit amper verwerken. Uiteindelijk schudde Neal zijn hoofd en liet zich weer uitgeput in Peter's sterke armen vallen. Dit was dus zo'n koortsvlaag waar de dokter hem al voor gewaarschuwd had.

Hij besloot om de jongen rechtstreeks naar bed te brengen en hem daar onder te stoppen met een dunnere laken. De jongen was kletsnat van zijn zweetaanval en ademde hoog en oppervlakkig. Peter maakte zijn medicijnen klaar door ze met een lepel op een ander lepel te verpulveren en het met een druppel siroop te doordrenken.

'Nou Neal. Kun je even je mond openen?' Neal zat tegen het hoofd einde en keek de man vervreemd aan en Peter wist dat hij nog altijd in de war was van de koortsaanval. Gelukkig deed Neal braaf wat er van hem gevraagd werd en slikte de zoete siroop met de medicijnen snel weg.

'Peter… blijf hier,' jammerde de jongen zacht en gebroken toen hij zag dat Peter een stap achteruit nam. En de agent was even perplext door die smeekende blik. Conman of niet. Hij was goed. Peter kon niets anders dan weer terug bij hem op het voeteneind te gaan zitten. Hij zag de angst in de jongen zijn ogen opdoemen en hij voelde zich rot voor hem.

'Neal, verdomme jongen. Je maakt mij nog bang met die blik.' Neal boog zich naar voren en wilde hem vastgrijpen en keek vluchtig links en rechts.

'Hoorde je dat?' vroeg de opgejaagde jongen. Zijn wangen kleurde nu rozig en zijn ogen waren bijna zwart van de wijde pupillen. Peter zuchtte.

'Ik hoorde niets, Neal.' Neal schudde zijn hoofd plotseling afkeurend en ging rechterop in bed zitten om het beter te horen.

'Er zijn inbrekers in huis. Ik hoor ze praten. Bel de anderen. We sluiten ze in.' En Neal wilde uit bed komen. Sloeg zijn benen over de rand van zijn bed en botste lomp op tegen Peter's lichaam. Hij hielt Neal vast bij zijn armen en duwde hem weer zacht maar krachtig terug op het bed. Neal keek hem vragend aan en wilde weer omhoog komen maar weer hielt Peter hem tegen.

'Nee,' zei Peter streng en Neal zuchtte gefrustreerd.

'Hou op, Peter. Laat me mijn werk doen. Ik weet wat ik doe.' Toen hij zich weer omhoog wilde werken duwde Peter hem helemaal om en hield hem plat op het bed met een stevige grip.

'En nu ga je even diep in en uit ademen, Caffrey en kijk je eens goed rond. Want je bent op dit moment een beetje eng aan het doen van de koorts, jongen.'

'Schat? Wat is hier aan de hand?'

Elisabeth kwam binnen en zag hoe haar man de zieke jongen met zijn armen krachtig tegen het matras drukte. Ze schrok zich rot toen ze de jongen wild heen en weer zag kijken met een vreemde blik in zijn ogen. Alsof hij er wel was. Maar niet helemaal.

'Koortsaanval. Ik vond hem zo in de deuropening van de badkamer. Maar geen zorgen. Ik heb het onder controle, schat. Hij moet gewoon even bij zinnen komen.'

'Mooi niet, Peter. Zo doe je dat niet. Je maakt hem alleen maar meer van slag. Laat hem los. En geef de lieverd wat ruimte.' Peter fronste maar reageerde meteen op zijn vrouw's request. Hij liet de rillerige jongen aarzelend los en Neal ging meteen weer rechtop zitten.

'Goed, mevrouw Burke. U bent er. Eindelijk.' De zieke jongen liet zijn schouders hangen en zuchtte opgelucht door haar aanwezigheid. Elisabeth wilde glimlachen en hem iets zeggen. Maar ze werd abrupt onderbroken.

'Mevrouw Burke. W-we moeten praten over uw slecht geïnstalleerde beveiligingscensor. Ze zijn binnen en het alarm gaat maar niet af. Peter, hier, hoorde niets.' Neal's vreemde blik ging van El naar Peter en weer terug naar El. Toen viel de jongen ineens stil en knipperde afwezig met zijn ogen.

'Ik haal de thermometer, schat,' mompelde Elisabeth en snelde naar het medicijnenkastje in de badkamer. Peter stak bezorgd een hand naar de jongen uit voordat hij voorover dreigde te gaan vallen. Hij begon al gevaarlijk te knikkenbollen. 'Sorry…Sss…sorry…' ijlde Neal zacht en knipperde langzaam met zijn ogen.

Peter was opgelucht dat de jongen kalmer werd en gaf hem een zachte schouderklop.

'Geeft niets, Caffrey. Het hoort er allemaal bij.'

XXX

AN: Chapter 2 is er soon! Geduld is een schone zaak.

X

Josi