A/N:
Hey y'all… niet te geloven dat er mensen zijn die dit verhaaltje lezen, maar goed ;-) Ben dol op iedereen die het aandurft, dat snappen jullie.Dit is feitelijk een HP/Buffy crossover, maar ook mensen die Harry Potter niet hebben gelezen, zullen het prima begrijpen… mensen die Buffy niet kennen, hebben er waarschijnlijk iets meer moeite mee. Het staat dus maar bij Buffy ;-)
Dit eerste hoofdstuk is opgedragen aan Terra, fellow Spike-lover, die me hielp met het idee.
Hoop dat jullie het leuk vinden, please review, etcetera…
Diclaimer:
Harry Potter is van J. K. Rowling, dat weet iedereen, maar ik heb geen idee van wie Buffy is. Niet van mij in ieder geval, en ook Spike en Dawn zijn niet van mij. Helaas, helaas… Dado, Selene, Sarah, Terra, Alyssa, Rhiannon, Gwen, Mary-Jane, Yenne, Eye Eye en Jeremy bestaan allemaal echt, en behoren dus aan henzelf… het idee is van mij, natuurlijk.Hoofdstuk 1: De ondode
Duisternis. Zwart. Nacht. Waar is ze? Wie is ze?
Het meisje zoekt wanhopig naar aanknopingspunten, en langzaam komen er enkele herinneringen terug. Misschien kunnen die haar helpen uit te vinden wie ze is en hoe ze hier is gekomen.
Een meisje, blond, met een vreemde blik in haar ogen. Een naam hoort bij haar, een naam met veel e's... Selene. Selene kijkt naar iets of iemand achter haar, met grote ogen van de angst. Pijn in haar nek, een klap, en verder niets meer. Wat gebeurde er?
Een andere herinnering. Beelden van verschillende meisjes, Selene is er ook bij, allemaal gekleed in groen. Nee, wacht, niet allemaal. Twee van de meisjes dragen rood, en ook de enige jongen van het groepje draagt rood. Wie zijn ze? Waarom zijn ze verdrietig? Want allen hebben tranen in hun ogen... en dan is er plotseling een houten plaat in plaats van de meisjes en de jongen, als een deur die dichtslaat. De anderen staan achter die deur. Zij is alleen.
Ze wacht, maar er komen niet meer herinneringen, alleen gefluister om haar heen. Gefluister over dood en doden, en steeds wordt er een bepaalde naam genoemd. Maar welke naam? Het is de naam van de dode, daar is ze zeker van, maar ze kan hem niet verstaan.
"Dado," sist plotseling iets of iemand vlak achter haar, en nu hoort ze de anderen het ook zeggen. Ze herkent de naam direct en weet ook wat er bij hoort.
"Dado Helia Vesta," mompelt ze. Haar naam.
Is zij de dode?
Dado probeert overeind te komen, maar stoot haar hoofd tegen het hout. Het hout is overal om haar heen. Ze ligt in een doodskist, maar is ze ook echt gestorven?
Ze hoort haar hart wild slaan, en weet het antwoord. Ze is niet dood, anders zou haar hart niet zo bonken en haar ademhaling niet zo snel gaan. Ze leeft. Maar waarom ligt ze in een doodskist? Waarom zeggen de stemmen dat ze dood is? En waarom weet ze niets meer van haar leven, behalve haar naam en die twee herinneringen?
Ze begrijpt de tweede herinnering nu, de huilende mensen, het hout dat dichtsloeg... het was haar eigen begrafenis, en de mensen die huilden, waren haar vrienden of misschien haar familie. In ieder geval, ze geven om haar en ze moet hen vinden, misschien weten zij wat er aan de hand is. Ze weten in ieder geval wie ze eigenlijk is.
Ze kenden haar, toch hebben ze niet gemerkt dat ze levend begraven werd... zijn ze wel te vertrouwen? Maar die tranen waren echt. Ze moeten het echt gedacht hebben.
Verward schudt Dado haar hoofd, en ze probeert te bedenken hoe ze bij die mensen moet komen. Ze moet eruit. Ja. Uit deze kist, waar het steeds bedompter wordt... verdomme, de zuurstof begint op te raken! Ze moet eruit, voor ze alsnog doodgaat!
Wanhopig klauwt ze in het hout van haar doodskist, zoekend naar steun voor haar vingers, naar een mogelijkheid om het hout uit elkaar te wrikken. Of gewoon om het deksel te openen. Als ze hier maar uit komt.
***
Zijn zintuigen, verscherpt in de lange tijd dat hij al hier op aarde is, voelen, horen en zien de grond bewegen. Het zal nu niet lang meer duren voor ze vrij is, en hij verwacht dat alles goed zal gaan. Hij zal... haar... eindelijk kunnen vergeten, nu hij iemand heeft die op hem lijkt, en niet op haar.
Tevreden ziet hij toe hoe een eenzame, bleke vinger afsteekt tegen de zwarte aarde. Haar middelvinger. Een voorteken? Maar nu ziet hij ook hoe de andere vingers bovenkomen, bebloed van het hout, zoals hij al vaker heeft gezien en zelf heeft meegemaakt... en toen haar handen en armen...
Hij ziet hoe Dado zich een weg naar boven worstelt.
***
Ze weet niet hoe ze het voor elkaar heeft gekregen, maar haar doodskist is open gegaan en nu zoekt ze haar weg door koele, zwarte adem. Het zal niet lang meer duren voor ze op zoek kan gaan naar zichzelf, naar wie ze is. Het duurt niet lang meer voor ze vrij kan ademen.
Eindelijk komt ze boven, en ze haalt diep adem, hijgend van inspanning en angst. De lucht is fris en bovenal vol van leven, en Dado geniet er ten volle van, tot ze zich eindelijk omdraait en voor het eerst de man zag die haar verbaasd en woedend aankijkt.
Ze heeft de kans om hem goed te bekijken voor hij uitbarst, en benut die kans ook. Hij is lang, met haar dat zo geblondeerd is dat het bijna wit is, en ijsblauwe ogen. Ze schat hem op een jaar of vijfentwintig. Zijn broek is donker en ook de lange, leren jas die hij draagt is donker. Dan gaan haar ogen weer terug nar de zijne, en ze staart in die poelen van haat, die haar gevangen houden. Ze wil niet wegkijken, ze wil iets anders in die ogen zien, iets waarvan ze voelt dat het daar beneden ligt... maar dan schreeuwt hij.
"Verdomme, je ademt! Hoe? Ik beet je en deed alles wat er gedaan moest worden om je tot een vampier te maken, en je ademt! Je leeft, verdomme! Net als... net als zij!" Ze ziet dat zijn blik op haar vingers gericht is, die bloeden van het geklauw in het hout. "Je bent als zij, en niet als ik. Een méns die zich naar boven heeft geworsteld, damn. Damn!"
Hij wendt zijn ogen van Dado af en roept naar boven: "Kan ik niet van je verlost worden, verdoemde Doder? Wees er maar gelukkig mee, Buffy, ze is net als jij. Maar ik laat het niet opnieuw gebeuren!"
Dado beseft nog maar nauwelijks wat hij zegt, als hij zich plotseling weer naar haar omdraait en met één katachtige sprong bij haar is en naast haar neerknielt. Hij heft haar kin op met zijn rechterhand en ze staart weer in die vreemde, haatvolle ogen. Ze is zich heel bewust van die ijskoude hand onder haar kin, en dat verbaast haar. Maar wie is hij? Wat heeft hij met haar te maken? Waarom is hij zo boos op haar? En wie is Buffy? Ze heeft het idee dat die laatste vraag de sleutel tot alle andere vragen is.
"Net als zij," mompelt hij, met een onrustige blik in zijn ogen, "Zij is er niet, maar het moet weer net zo gaan... de geschiedenis moet zich herhalen... nee, deze keer gaat het niet zo! Ik kan dat niet nog een keer aan..."
Ze ziet een bijna dierlijke honger in zijn ogen, en het lijkt wel alsof zijn gezicht verandert in iets anders, iets duivels. Angstig sluitt ze haar ogen, en weer komt de herinnering aan Selene en vervolgens die pijn in haar nek terug... Heeft het hier iets mee te maken?
Maar even later hoort ze een woedende schreeuw, en als Dado haar ogen opent, ziet ze de blonde man naar zijn hoofd grijpen.
"Vervloekt die chip, vervloekt ben jij, Buffy..."
Al mompelend staat hij op en schuifelt achteruit, de duisternis in. Even later ziet Dado hem niet meer, en ze haalt diep adem. Is de wereld waarin zij leefde altijd zo geweest? Met vampieren overal? En waar had hij het in vredesnaam de hele tijd over? Nog steeds spookt die ene naam door haar hoofd. Buffy. Het komt haar bekend voor, maar ze weet niet waarvan, en ze kan ook niet meer nadenken. Ze is moe...
Het meisje dat op haar af komt rennen, is net te laat om haar nog wakker te zien.
***
"Zoals Willow zou zeggen: De godin zij gedankt," mompelt het meisje terwijl ze Dado's handen verbindt, denkend aan de vorige keer dat ze dit deed. Nee, niet daaraan denken. Dat is voorbij, maar voor haar is Buffy alleen een rustige, gelukkige herinnering. Waarom kan hij het niet net zo ervaren? Hij was geobsedeerd geweest door haar en had iemand gezocht die zo anders was... hoe was hij in staat geweest om iemand te bijten?
Ze ziet toe hoe het meisje, dat een paar jaar ouder is dan zijzelf, wakker wordt, en ze bereidt zich alvast voor op de vragen die zullen komen zodra dit meisje zich weer herinnert wat er is gebeurd. Lieve godin, het arme kind heeft heel wat meegemaakt...
"Waar ben ik? Wat is er gebeurd?"
***
Dado kijkt in het gezicht van een meisje van een jaar of zestien, zeventien, met lang, steil bruin haar. De kleur van haar ogen is niet te zien in het donker van... waar ze ook zijn... maar ze weet vrij zeker dat de ogen bezorgd staan. Ze zit in kleermakerszit naast haar, Dado. Dan herinnert ze zich alles weer wat ze ook wist voor ze in slaap viel, oftewel niet veel. Twee oudere herinneringen en de herinnering aan het naar boven komen en aan de blonde man die zich zo vreemd gedroeg.
"Je bent hier in een tombe," beantwoordt het meisje alleen haar eerste vraag.
"Wie ben jij? En wie was die blonde man?" vraagt Dado dan.
"Mijn naam is Dawn en die blonde man, als je hem een man kunt noemen, is Spike."
"Dawn en Spike," zegt Dado peinzend. Dan weet ze weer wat ze zich de hele tijd afvroeg.
"Wie is Buffy?"
Dawn zucht en vraagt: "Wil je dit echt horen?" Als Dado knikt, wijst Dawn naar achteren en zegt: "We kunnen beter daar gaan zitten, want het is een lang verhaal. Maar eerst moet je nog helemaal hieruit komen... je zit nog half in de aarde."
Dado huivert, kruipt uit de grond en schudt vlug de grafaarde van zich af. Dan loopt ze achter Dawn aan door de duisternis. Ze stoot zich een keer bijna tegen en steen, maar dan ziet ze een lichtpuntje in het duister. Als ze dichterbij komen, ziet ze dat het een vuur is. Binnen de lichtkring van het vuur is het een stuk lichterder dan in het behoorlijk duistere deel van de tombe waar ze zich bevonden, en Dado kijkt eens goed om zich heen. De blonde man, Spike, is nergens te zien, maar er hangt een leren jas over een van de banken die waarschijnlijk de zijne is.
Dawn gebaart dat ze moet gaan zitten, en Dado gehoorzaamt haar.
"Wel, hoe zit het met die Buffy?" vraagt ze als Dawn stil blijft.
"Buffy is mijn zus. Was mijn zus. Is eigenlijk nooit mijn zus geweest, maar het voelde altijd wel zo, tot ze doodging."
"Wacht. Ik snap het nu al niet meer. Is ze nou je zus of niet?" vraagt Dado verward.
"Hmm, moeilijk uit te leggen," zegt Dawn terwijl ze haar knieen optrekt tot ze haar kin erop kan laten rusten. "Laten we zeggen dat ik niet werkelijk haar zus ben, maar dat ik werd opgenomen in hun gezin en dat iedereen me beschouwde als haar zus. Maar nu niet meer, want ze is een paar maanden geleden gestorven."
"Sorry. Dat moet vreselijk zijn, om je zus te verliezen," zegt Dado een beetje ongemakkelijk.
"Wel, het zat erin. Je moet weten, Buffy was niet zomaar iemand. Ze was de Doder."
Dado staart haar blanco aan, en vlug gaat Dawn door: "In elke generatie wordt er een meisje gekozen om vampiers, demonen en ander duister gedoe te bestrijden. Zij is de Doder en ze heeft bovenmenselijke kracht, maar zelfs dat helpt niet altijd. Doders sterven altijd vroeg, en het was eigenlijk nog een wonder dat Buffy het zolang heeft volgehouden."
Dado doet haar best om alle informatie te verwerken, en beseft dan dat Spike het woord 'Doder' ook heeft gebruikt. Dus daarmee bedoelde hij ook Buffy. Buffy, een meisje met bovenmenselijke krachten... maar die had zij helemaal niet. Waarom had hij haar dan 'Net als zij' genoemd? Sloeg dat wel op Buffy?
"Goed. Het is dus het doel van de Doder, van Buffy, om vampiers te doden. Het was haar doel om Spike te doden, want hij was een moordenaar, maar er gebeurde iets vreemd. Hij kreeg een soort van chip in zijn hoofd, en elke keer als hij een mens aanvalt, krijgt hij vreselijke hoofdpijn."
Tijdens Dawns verhaal begint Dado er steeds meer van te begrijpen. Spike had geprobeerd om haar aan te vallen, om haar te doden, maar hij had hoofdpijn gekregen. Ja, ze is nog steeds een mens, dat is nu nogmaals bewezen.
"Hij was dus niet meer gevaarlijk voor ons, en we werkten zelfs af en toe met hem samen. En toen werd Spike dus verliefd op Buffy. Heel erg verliefd, en hoewel zij in het begin niets van hem wilde weten, kregen ze toch een soort van relatie. Het duurde echter niet lang... Buffy werd vermoord, door een vreemd soort demon. Spike was er kapot van, maar hij begon Buffy te haten omdat hij haar niet kon vergeten en omdat ze hem had verlaten. Hij wilde niemand meer in zijn buurt, omdat iedereen hem aan Buffy deed denken, en hij verhuisde terug naar Engeland, waar hij vandaan kwam. En hoewel ik hem natuurlijk ook aan Buffy doe denken, nam hij mij toch mee. Hij denkt niet dat het mijn schuld is dat hij haar maar niet kan vergeten, gelukkig niet, want ik zou niet weten wat ik zou moeten doen als hij me niet meer in zijn buurt zou willen hebben. Hij zorgt voor me... ik ben de enige waar hij om geeft. Maar hij wilde meer, hij wilde Buffy vergeten. Hij wilde een nieuwe vriendin, een vampier, en hij koos jou. Ik weet niet waar hij je gevonden heeft, maar hij heeft het op de een of andere manier voor elkaar gekregen om je te bijten, zelfs met die chip in zijn hoofd. Je stierf, je werd begraven, hij bracht je hier, en toen pas kwam ik erachter. Maar er is iets misgegaan, of vanuit jouw oogpunt, goedgegaan, en je leefde nog. En nu is hij woedend op jou, Buffy, de wereld, en waarschijnlijk ook op mij omdat ik je help."
Dado staart het vreemde meisje aan, en probeert te begrijpen wat dit allemaal betekent. Een Doder en een vampier, ze zou hem hebben moeten vermoorden maar deed het niet, een relatie... en zij als vervangster, als iemand om die Buffy te vergeten? Ze voelt de woede in haar opkomen. Hij heeft haar haar herinneringen, haar wereld afgenomen, ze weet niet meer wie ze is, allemaal door die klote-vampier die met haar leven moest spelen.
"Ik haat hem. Ik wil weten wie ik ben!" roept ze uit, maar Dawn kijkt haar kalm aan.
"Daar komen we wel achter, als hij terug is. Weet je helemaal niets meer over wie je bent? Enig idee wat er is gebeurd? Ik weet het ook allemaal niet, ik weet niet eens wat er met je gebeurd is en waarom je in leven bent maar wel je geheugen kwijt."
Dado twijfelt, maar besluit om Dawn alles te vertellen over haar naam en de herinneringen.
"Dus je voelde pijn in je nek... mag ik even kijken?"
Ze springt overeind en komt naast Dado op de bank zitten, duwt vervolgens Dado's bruine haar opzij en kijkt naar haar nek, op de plaats waar het pijn deed in haar herinnering.
"Alleen een oppervlakkige wond... het deed pijn, maar hij heeft je bloed niet gedronken, waarschijnlijk omdat hij toen al een schok kreeg van die chip in zijn hoofd. Dat is al duidelijk, voor antwoorden op andere vragen moeten we op Spike letten."
Dado zucht en bereidt zich voor op een wachttijd, maar dan horen beiden iemand lawaai maken in een andere hoek van de tombe. Misschien duurt het wachten toch niet zo lang.
***
"En toch... ik geloof er niet helemaal in," zegt Selene hardop, maar de anderen luisteren niet naar haar. Alleen Terra knikt. Terra is de enige die het met haar eens is, de anderen blijven maar zeggen dat iemand een vampierbeet niet kan overleven, wat zij ook zegt. Dado is dood. Volgens de anderen moet ze het accepteren, maar ze kan het niet omdat ze het niet geloofd. Het is een gevoel, maar een heel sterk gevoel dat ze niet meer kan negeren, en ze weet nu zeker dat ze terug moet naar de begraafplaats om het te onderzoeken. Het kan verschil maken.
"Af en toe word ik gek van je, Sel," zucht Mary-Jane terwijl ze door haar boek bladert. Iedereen weet dat ze alleen maar doet alsof ze leest, maar de samenhang tussen de letters niet eens ziet, laat staan tussen de woorden. Mary-Jane is misschien wel het ongelukkigst van hen allemaal... het is zo moeilijk te begrijpen. Dado was getraind en krachtig, net als zij allemaal. Hoe had een vampier haar zo makkelijk kunnen doden? En als een vampier haar kon doden, zou hij dan ook de anderen zo kunnen doden?
"Best. Maar ik ga terug. Wie gaat er mee?"
Terra en Eye Eye staan als enigen op, Terra omdat ze Selene gelooft, Eye Eye waarschijnlijk alleen omdat ze afleiding nodig heeft. Het maakt niet uit. Ze heeft in ieder geval gezelschap op weg naar de tombe waar Dado nu ligt... of niet meer ligt.
***
"Spike?" roept Dawn. "Ben je daar? Kom hier!"
"Laat me met rust, Dawnie," gromt een stem achter hen. Veel te dicht achter hen, naar Dado's mening, en bang voor de vampier draait ze zich vlug om. Hij staat ongeveer vijf meter voor haar en ze ziet nu dat hij een zwart T-shirt onder die lange, leren jas droeg. Ze wil weer naar het vuur kijken, om te laten zien dat ze weet dat hij haar niet aan zal vallen, maar ze kan het niet. Haar ogen blijven op hem rusten.
"Spike, doe niet zo kinderachtig. Dado wil weten waar ze vandaan komt."
"Dus ze heet Dado, he?" zegt Spike, terwijl hij met grote passen dichterbij komt. "Vervloekt, Buffy de Tweede was een betere naam geweest. Maar laat haar maar vlug teruggaan, inderdaad. Ik hoef het allemaal niet nog eens mee te maken."
Hij is nu vlakbij en ploft neer op de bank waar Dawn eerst zat. Ze kan zijn ogen niet zien, het lijkt wel alsof ze in de schaduw liggen, maar ze voelt zijn blik op haar en ze krijgt het warm. Spanning, natuurlijk. Ze zal te horen krijgen wie ze is. Maar ergens vraagt ze zich ook af waarom hij denkt dat 'het' allemaal opnieuw zal gebeuren als zij hier blijft. En, vreemd genoeg, wat zij ervan zou vinden. Weg met die gedachten.
"Het enige wat ik weet, is dat ze in een huis woont met een stel vriendinnen van haar. Heksen, allemaal. En nee, niet zoals Willow."
Verbaasd staart Dado hem aan, maar het klinkt allemaal zo bekend, zo juist. Vriendinnen. De meisjes op haar begrafenis. Heksen. Ze voelt plotseling de kracht in haar, die als electriciteit door haar aderen gaat, die haar macht geeft, al herinnert ze zich niet wat ze ermee kan doen. Wie Willow is, weet ze niet, maar dat geeft niet.
"Je bedoelt... zwarte magie?" Dawns stem trilt een beetje, en Dado merkt verstoord op dat Dawn een beetje van haar wegschuift. Maar zwarte magie klinkt goed.
Spike knikt alleen. "Maar ze zal je nu weinig doen. Kan niets, als ik het zo zie."
Ze wil hem laten zien dat ze wel iets kan, maar weet dat het niet zal lukken, want hij heeft gelijk. Ze weet dat de magie er is, maar ze kan er niets mee doen.
"Breng haar terug, Dawnie. We moeten haar kwijt."
Dado wil net iets zeggen, om te laten merken dat ze er ook nog is, als ze alle drie stemmen horen. Twee meisjesstemmen, nee, stemmen van jonge vrouwen. Van Dado's leeftijd. Wie komt er in de tombe? Zou het... haar hart springt op als ze denkt aan de mogelijkheid dat dit vriendinnen van haar zijn. Eindelijk iemand die precies weet wie ze is en wat ze kan.
Ze wil hun namen roepen, maar kent er maar één... dus roept ze die ene.
"Selene? Selene?"
***
A/N
: Please review… en lees het volgende hoofdstuk ;-)