Dit is mijn eerste nederlandse LotR fic. das eigenlijk alles wat ik zeggen wil :p ow, review alsjeblieft!


Hoofdstuk 1

De groep orks en uruk-hai versnelde hun pas. Legolas die al moeite had met het tempo kon het nu helemaal niet meer bij houden.
De nacht omklemde zijn hart. De touwen die om zijn polsen waren gebonden sneden in zijn vel.
Ineens stopte de groep.
"We rusten even." De ork sprak in de algemene taal en vervolgde ook iets in zijn eigen zwarte taal.

Legolas kroop ineen om de taal niet te hoeven horen. Zijn Elfen oren hadden het al te vaak en te lang aan gehoord. Hij keek op naar de hemel en zag dat de wassende maan over een paar dagen vol zou zijn, hij wist niet meer hoe lang hij bij de orks en uruk-hai was, ongeveer een maand vermoede hij.

Legolas keek weer naar het grond en zag iets glinsteren in het vertrapte gras. Zijn Elfen ogen hadden al snel door dat het een mes was. Hij kon er zijn touwen mee los snijden, langzaam begon hij er heen te kruipen, maar een hand trok hem omhoog aan zijn haar. Hij onderdrukte een kreet van pijn.
"Waar denk jij heen te gaan? Hebben onze zwepen je dan niets geleerd? Dit zal je nog berouwen! Je hebt geluk dat we nu eerst verder moeten gaan." Legolas was vergeten om te kijken of de bewakers op hem aan het letten waren en was zomaar gaan proberen te ontsnappen.

De groep werd weer in beweging gezet en de Elf verloor opnieuw alle hoop op een ontsnapping, nu hij weer moest lopen voelde hij de moeheid weer op hem in werken. De maan stond bijna in het zuidoosten en dat koesterde enigszins hoop, het zou niet zo lang meer duren voor de zon op zou komen en misschien zou de groep rusten, aangezien orks en uruk-hai liever niet in daglicht reizen.

Hij had geen idee waar hij heen gebracht werd, en wilde dat eigenlijk liever niet weten. Waar hij ook heen ging hij zal vast niet vriendelijk ontvangen worden.

Legolas keek om zich heen en zag iemand in de verte achter de groep ork aan komen, het was nog wel een aantal kilometers ver weg, maar de ogen van een Elf konden vele malen verder kijken dan die van een ork of zelfs mens. Hij spande zich in en keek nog eens goed, het was een mens, en er stonden een aantal mannen achter hem die moeilijker te zien waren. Hij wist zeker dat de groep mannen de orks en uruk-hai niet konden zien. Maar ze leken hen wel te volgen, Legolas bracht zijn handen naar zijn zak en pakte er een pijl uit, de pijl was gebroken en alleen de Fluflu en een stukje houd was nog over. (Fluflu veer van de pijl, er zijn ook pijlen die Fluflu's genoemd worden dit komt omdat de veer zo groot is dat de hele pijl er naar vernoemd is.) hij lied de Fluflu op de grond vallen, je kunt nooit weten wie hem vind.
Op dat moment voelde hij een zweep om zijn enkel slaan.
"Loop door Elf" zei de ork.

Legolas was blij toen de dageraad aangebroken was en de groep inderdaad ging rusten. Uitgeput viel Legolas op de grond neer. Maar lang rusten kon hij niet, de orks en uruk-hai hadden weer eens ruzie. Legolas verstond de taal niet, hij probeerde niet op de stemmen te letten.

De ruzie werd nu een gevecht, iedereen begon aan elkaar te trekken en te duwen. Legolas begon langzaam weg te kruipen weg van de duisternis, weg van de orks en uruk-hai, maar voelde een ijzeren voet op zijn rug.

"Hij probeerde te ontsnappen, alweer" riep zijn verader uit. Er kwamen een aantal orks aan. Een van de orks kwam heel dicht met zijn hoofd bij die van Legolas en zei:
"Ontsnappen hè?" Met een men sneed hij langs Legolas zijn schouder en arm. Bloed viel in het gras.

"Wat is dat?" riep een van de orks uit, wijzend naar iets in de verte.
"We moeten opschieten, ze mogen ons niet vinden." Zei een uruk-hai. Legolas werd omhoog getrokken.

"Lopen Elf!" riep zijn bewaker die achter hem liep. Alleen Legolas liep niet, te moe om om te kijken waarom de groep verder ging, en te moe om nog maar een stap te zetten. Hij voelde de zweep het vel om zijn enkels open scheuren en vervolgens ook het vel op zijn boven benen en rug.
"Lopen zei ik!" riep de ork opnieuw. Langzaam begon hij te lopen maar naar een paar stappen viel hij op de grond neer, te uitgeput en te alleen. Zelfs een Elf kan niet zo lang in duisternis leven.