Noot van de schrijver: Moet ik dit echt nog opschrijven? Zucht, hier gaat-ie dan: de wereld van Harry Potter is niet door mij verzonnen, maar door JK Rowling. Niet dat er ook maar een spoortje van Harry Potter in dit verhaal is terug te vinden *grijns*
De personages Justin en nicht Ernestine zijn wél door mij verzonnen.
Ingrediënten van dit verhaal: Sneep, een kleine jongen en een prachtige vrouw. O, en een restaurant, maar dat komt pas in latere hoofdstukken. Dit is het eerste humoristische verhaal over Sneep dat ik heb geschreven. Tenminste, het is grappig bedoeld…
Bedankt voor het lezen en je reactie!
Sla je armen om me heen
Hoofdstuk een; over onverwacht bezoek
Severus Sneep zat aan zijn tafel. De les was al over, maar hij was nog niet alleen. In een hoekje van het leslokaal zat een jongen op z'n knieën de plakkerige troep op te ruimen die was ontstaan doordat zijn ketel was geëxplodeerd. Ieder jaar opnieuw waarschuwde hij die kinderen om de inktvisogen niet te snel toe te voegen, maar het leek wel alsof er altijd één jongen of meisje in iedere klas zat die toch even wilde zien wat er zou gebeuren. Terwijl het joch schaapachtig naar hem keek, was de toverdrank overal; op de tafel van de jongen, het drupte op de vloer, en gelukkig was het joch zelf ook geraakt door een grote golf toverdrank. Sneep had zijn toverstaf al in zijn hand om de troep snel op te ruimen, toen hij besloot om de jongen het zelf op te laten ruimen; zonder toverstaf.
Een zacht gekraak; de jongen was naar hem toegekomen zonder dat Sneep het in de gaten had, en stond nu verlegen bij zijn tafel. "Professor Sneep?"
"Wat is er," gromde hij.
De jongen trilde een beetje, zag hij. Dat was mooi. Dat was heel mooi.
"Meneer, ehm… kan ik misschien gaan alstublieft? Want de Zweinstein Express gaat al over een uur, en ik moet nog inpakken, ziet u?"
"Is dat zo?" antwoordde Sneep. "Nou, dan lijkt het er op dat je een andere manier van vervoer zult moeten zoeken naar je gezellige huisje voor Kerstmis, nietwaar?"
Hij trommelde met zijn vingers op de tafel en keek naar de jongen, die nu nog meer stond te trillen. Toen zag hij de ogen van het joch zich vullen met tranen, en hoorde een ingehouden snikken.
Hij kreunde inwendig. O, nee. Geen huilende kinderen vlak voordat zijn vakantie zou beginnen. Hij had er nu echt genoeg van. Vemoeid woof hij met zijn hand naar de deur. "Ga maar, jongen. Vertrek. Pak je spullen en ga naar huis."
Een kort moment stond de jongen doodstil voor zijn bureau, alsof hij niet kon geloven hoeveel geluk hij hier had. Toen, alsof hij bang was dat de leraar Toverdranken zich zou bedenken, draaide hij zich snel om en haastte hij zich naar de deur. "Bedankt, professor!" zei hij.
"Ja, ja…" zuchtte Sneep.
Eindelijk was hij alleen. Hij dacht dat hij het geen dag langer met deze minkukels kon volhouden. Vooral de laatste weken voor Kerstmis waren ze allemaal zo vol van de aankomende vakantie, alsmaar kletsen over cadeautjes en snoep, dat het bijna onmogelijk was om die kleine hersenpannen nog met iets zinnigs te vullen.
Maar nu, eindelijk, zou zijn vakantie beginnen. Hij had een aantal interessante recepten voor toverdranken gezien die hij wilde uitproberen. Maar eerst had hij behoefte aan slaap. Heel veel slaap.
Hij pakte zijn toverstok en met een snelle beweging was de rest van de troep opgeruimd. Toen ging hij op weg naar zijn privévertrekken.
Toen hij daar binnenstapte, wilde hij naar zijn bed lopen, maar hij stond plotseling stil, middenin een stap. Er lag iets op het kleed voor de open haard. Iets of… iemand? Langzaam liep hij af op het pakketje, dat leek op een bundeltje kleren. Toen hij zich er overheen boog, zag hij dat het een kind was, in een deken gewikkeld. Drie, vier jaar oud was het, nog maar een kleuter. En het sliep alsof het altijd op andermans haardkleedjes sliep.
Wat in hemelsnaam—
Toen zag hij de envelop op de schoorsteenmantel. Het zoemde een beetje, alsof hij geladen was met electriciteit. Voorzichtig pakte hij de envelop, en draaide hem om. Hij zag geen spoor van een afzender. Toen hij de envelop opende, kwam een bliksemschicht uit de envelop. Het zocht zijn weg door de kamer, nam de kortste weg naar de haard en verdween door de schoorsteen. Het ging zo snel dat Sneep het niet eens met zijn ogen kon volgen. Hij knipperde even, en keek weer naar de envelop, waar nu een zacht gerommel uit kwam, als onweer in de verte.
Dat moest wel een brief zijn van zijn nicht Ernestine. Zij had dit handelsmerk sinds ze was afgestudeerd in Bliksemkunst. Nicht Ernestine, de grote trots van zijn familie. Ze studeerden samen aan de Magische Universiteit; hij Toverdranken en zij Bliksemkunst. Iedereen in de familie was verrukt toen ze liet zien wat ze had geleerd; toen ze na een week van haar studie al kleine bliksemflitsen kon laten verschijnen. Hij verafschuwde haar studie. Volgens hem ging het alleen maar om een paar snelle en goedkope effecten. Zij vond zijn studie saai. Wat begreep zij nou van het maken van toverdranken!
Hij pakte de brief uit de envelop en las:
Beste neef Severus,
Lang geleden dat je van je nicht Ernestine hebt gehoord, nietwaar? Sorry dat ik zomaar je kamer ben binnengestormd, maar dat moest even. Dit is Justin, mijn zoon, zoals je je vast NIET zult herinneren…
Ik moet hem bij jou laten deze week, want we hebben eindelijk de kans om onze nieuwe bliksemformule uit te proberen. Er komt een geweldige onweersbui richting Schotland, en we moeten daar echt naar toe. Het is natuurlijk een tikkie gevaarlijk, en we zouden niet willen dat Justin iets overkomt. Helaas wil iedereen die op hem zou kunnen passen, zelf naar Schotland om de formule in werking te zien, dus blijft alleen jij over om voor Justin te zorgen.
Hij houdt van koekjes, en kijk wel uit, want hij is al een echte kleine tovenaar. Houd je toverstok dus uit zijn buurt, want hij gebruikt hem vaak als speelgoed.
Veel plezier met Justin; tot volgende week!
Liefs, Ernestine.
Nee. Neeneenee, dit kon niet waar zijn. Liet ze haar kind zomaar bij hem achter? Een hele week? Zonder van te voren iets te laten horen? Was ze soms gek geworden?
"Dit zegt weer veel over je moederinstinct, Ernestine," mompelde hij in zichzelf. "Je zoon bij mij brengen, uitgerekend bij mij."
Terwijl hij de brief weer opvouwde, hoorde hij wat geritsel van het bundeltje kleren komen, en toen een zucht. Het kind, Justin, werd blijkbaar wakker. Slaperig ging hij rechtopzitten, gaapte, wreef in zijn ogen, keek om zich heen, zag Severus. En begon vreselijk te huilen.
