Hoofdstuk 1

Het was tijd om naar huis te gaan. Ik was moe, maar met het geld dat ik verdien als hulp bij de bakker kon ik mijn broertje en zusje eten geven, dus ik was ook wel weer blij.

Morgen wordt de Kwartskwelling van de 100ste Hongerspelen bekend gemaakt. Ik ben benieuwd wat voor Kwartskwelling het wordt. Ik hoop dat de Kwartskwelling me in mijn voordeel werkt, net zoals dat bij mijn moeder is gebeurt toen ze jong was. Als ik mijn jongere broertje en zusje achter zou moeten laten, zouden ze omkomen van de honger. Ik zal de bakker van de week nog vragen dat, als er iets met mij gebeurt tijdens de boete, hij op Jelle en Sabrina zou willen letten. Mijn moeder is namelijk dood en mijn vader is sindsdien zo goed als altijd dronken. Hij is bijna nooit tijd.

Voor ik naar huis ga, loop ik nog even langs Sarahs soepkraam om een pan soep te kopen, die als avondeten zal dienen.

Thuis aangekomen eten Jelle, Sabrina en ik met zijn drietjes aan tafel. Jelle is 9 en gaat elke ochtend samen met ons 6 jarige zusje Sabrina naar school. Ik ben van school getrapt omdat ik een leraar en de directeur heb uitgescholden nadat mijn moeder overleden was. Sindsdien werk ik bij de bakker, daar waren ze op zoek naar een keuken hulp, dus dat kwam goed van pas. Hier in district 12 zijn niet zo heel veel mensen die het brood van de bakker kunnen betalen, maar het betaald evengoed wel redelijk.

Na het eten stop ik eerst Sabrina in bed. "Jij blijft toch voor altijd bij ons Joy?" zegt ze tegen me. Ik voel pijn omdat ze me Joy noemt. Zo noemde mijn moeder mij ook altijd. Mijn echte naam is Joyanna. Ik weet niet wat ik moet antwoorden op haar vraag, vanwege het onheil dat ons elk jaar weer boven het hoofd hangt, dus ik slik en zeg met een dichtgeknepen keel "zolang mogelijk lieverd, ga maar lekker slapen". Ik stop haar nog eens in en ze vliegt weg op de vleugels van haar dromen.

Ik roep Jelle en ga dan zelf ook maar slapen, samen met buikpijn van de zenuwen voor morgen.