De Sluipende Kronieken

Ooit, in een heel ver verleden, de jaren zeventig om precies te zijn, waren er vier jongens die Zweinsteins geschiedenis zijn ingegaan als grootste grappenmakers (alhoewel men zegt dat de Wemel-tweeling hun bijna evenaart in genialiteit en roem). Ze waren de beste vrienden hoewel zij verschillenden in verleden, familieachtergrond en nog het meest van al in karakter. Een ding hadden ze gemeen; ze hielden van grappen en grollen.

Doch weet haast niemand welke verwezenlijkingen zij tezamen hebben verbracht. Daar zullen de Sluipende Kronieken verandering in brengen.

Deel I: Jaar 1970

Jong en onbezonnen

Les, Bezweringen, professor Banning, 3 september 1970, 9u57

Aan Pothoofd,

heb je geen zin om een paar vervelende vloeken uit te proberen op die Zwadderaar die blijkbaar nog nooit van zeep heeft gegooid?

Oi, en wil je mijn veer eens teruggeven? Remus kijkt me steeds kwaad aan als ik de zijne neem.

Getekend,

de meest knapste en intelligenste eerstejaar die ooit voet heeft gezet op Zweinstein. Ze mogen me dankbaar zijn.

Les, Bezweringen, professor Banning, 3 september1970, 10u03

Aan de 'stinkende' jongen die een bank achter me zit,

ten eerste heb ik jouw veer niet, ten tweede kijkt proffie … al de ganse tijd naar mij, zoekend naar een kans om mij straf te geven en ten derde, ik heet niet Pothoofd, maar JAMES POTTER, en ik wens dus ook zo te worden aangesproken, zeker door stinkende jongens.

Getekend,

James potter

Brief, 3 september 1970, gevonden in een rommelige koffer

Sirius Zwarts,

We waren uitermate teleurgesteld toen we hoorden dat jouw nieuwe afdeling Griffoendor en niet Zwadderich was. Jouw vader en ik zijn ervan overtuigd dat er sprake is van een vergissing, daarom hebben we het schoolhoofd ook om een hersortering gevraagd. Tot nu toe hebben we tot onze spijt nog geen antwoord teruggehad, maar we hopen je zo spoedig mogelijk in Zwadderich, je echte thuis, terug te zien.

Verbroeder niet met de Griffoendors. Het zit er vol met modderbloedjes en modderbloedjesliefhebbers. We vertrouwen er ten volste op dat je je gedraagt en dat je tevens bij het schoolhoofd ook aandringt op een hersortering. Bellatrix en Andromeda hebben laten weten dat ze jou zo goed mogelijk zullen helpen. Bellatrix heeft me er tevens van verzekerd jou te beschermen tegen die walgelijke en gevaarlijke modderbloedjes. Ik druk er nogmaals op niet te verbroederen met hen. Ze zullen je enkel kwaad willen doen.

Je moeder en vader

Dagboekuittreksel, hoofd van Griffoendor, 18 september1970

Het nieuwe schooljaar is weer daar, met zijn gebruikelijke grote en kleine problemen. Dit jaar echter staan we voor een grote uitdaging, aangezien er nu hier op Zweinstein een jongetje rondloopt dat eens per maand in een bloeddorstig monster verandert. Sommige collega's zijn sceptisch en lijken niets anders dan problemen te verwachten, terwijl anderen zeer optimistisch zijn en er het beste van willen maken. Het grote probleem is dat wij niet exact weten wat het 'weerwolf zijn' inhoudt. Er zijn vele boeken over het onderwerp verschenen, maar de meesten ervan steunen op folklore. We kunnen het ook niet aan iemand anders vragen die de ziekte heeft, aangezien niemand er bepaald mee te koop loopt. Het meeste informatie zijn te weten gekomen van de ouders van het jongetje, Remus Lupos. Hij is in mijn afdeling geplaatst. Het is een fragiel klein jongetje, waardoor het moeilijk te geloven is dat hij bij volle maan in een levensgevaarlijk wezen verandert. Ik ben echter vol goede moed dat het wel zal loslopen met hem.

Sirius Zwarts en James Potter, ook allebei nieuwe leden van mijn afdeling, daarentegen zijn een ander paar mouwen. In hun eerste weken aan Zweinstein zijn deze twee er al in geslaagd detentie te krijgen. Ik verwacht dat we nog een paar turbulente jaren met die twee tegemoet zullen gaan.

De stafleden waaronder ook ik waren eigenlijk verbaasd dat Zwarts in Griffoendor ingedeeld werd. Zijn familie zit al generaties lang in Zwadderich, met een zeldzame Ravenklauwer als uitzondering. 'Zwarts behoren niet in Griffoendor; dat is een ongeschreven regel.' hoor ik ze wel eens fluisteren in de gangen. Zijn familie hebben Albus al reeds een brief, met vraag tot hersortering, gestuurd. Hij heeft ze persoonlijk uitgenodigd en uitgelegd dat dat onmogelijk zou zijn. 'De hoed plaatst je in de afdeling die het beste bij je past' zei hij tegen de Zwartsen. Ze waren er allerminst blij mee. Ik zag ze in de Grote Zaal met hun zoon praten - ik zou eerder schreeuwen moeten zeggen. Er zijn heel wat harde woorden in de richting van de jongen gekrijsd. Ik ben samen met enkele collega's uiteindelijk tussenbeide moeten komen toen de vader overging op lichamelijk geweld.

(Het rest van het document lijkt doorkrast te zijn.)

Document in archiefkast van Vilder, conciërge van Zweinstein

Delict(en): Beheksen van een standbeeld

Schuldigen: Sirius Zwarts, James Potter, Peter Pippeling

Datum: 23 september 1970

Straf: Trofeekamer op niet-magische manier schoonmaken + een week detentie bij professor Anderling

Nota van professor Anderling: Hoewel hun uiteindelijke doel totaal niet gelukt is, werden Remus Lupin en Severus Sneep wel lichtelijk verwond door hun 'grap'.


A/N: Sommige fouten zijn er opzettelijk in gezet. Je maakt me niet wijs dat vier jongens van elf jaar compleet foutloos schrijven. Denk je dat dat niet het geval is, maar gewoon een fout die er per ongeluk in geslopen is, laat je dan niet tegen houden om mij dat te zeggen. :)