Deze one-shot heb ik zelf niet geschreven. Mijn zus is ook een grote fan van Harry Potter en is lid van een forum waarop zij verhaaltjes post, maar ik heb gevraagd aan haar of ik ze niet op mijn profiel mag zetten om te kijken of het hier ook goede reacties krijgt. En o ja, niets van wat hier in staat van personages en zo voort behoort mij toe, het is allemaal van die wonderlijke dame, J.K. Rowling.


Onbekend personage.

Tast

Haar lange haren lagen wild rond haar hoofd verspreid, ontembaar en als blonde stralen rond een lijkbleke kern die haar gezicht was. Over haar wangen vloeiden de tranen zonder te stoppen, al het vuil op haar gelaat wegwassend. Het waren flarden die haar gedachten bezet hadden. Flarden in de vorm van beelden maar ook in de gedaante van emoties, kleuren, geluidsfragmenten en zelfs geuren. Ze wisselden elkaar af in een hoog tempo terwijl zij enkel rust wou. Haar ogen had ze gesloten in de hoop dat ze de bloedrode indruk van haar netvlies kon halen. Maar het was tevergeefs.
Ze kreunde. Haar tanden op elkaar geklemd. De pijn vlamde, al wist ze niet meer wat er juist pijn deed. Al diverse malen had ze haar tenen willen bewegen, haar vingers willen strekken, haar hoofd willen schudden. Maar ze kon het niet meer. Niet in staat om te bewegen, ondergedompeld in een bad van verlammende angst.
Een aanraking, zo zacht en zo liefdevol, bracht een plotse pauze in haar gedachtestroom. De storm die zo verwoestend tekeerging in haar hoofd ging abrupt liggen en de kalmte kwam bovendrijven. Ze haalde diep adem. De pijn verdween even naar de achtergrond en hoewel ze haar lichaam nog altijd niet kon bewegen, voelde ze die harde angst niet meer zo dominant zijn.
Een mannenstem, even zacht en liefdevol als de aanraking, klonk maar ze kon de woorden niet verstaan, de zinnen niet ontcijferen. Het was alsof ze zich mijlen ver bevond. Ze voelde zich ook zo. Alsof ze niet meer echt in haar lichaam zat maar ergens op een onbewoond eiland van het bewustzijn.
Ze wist het. Iets wat ze nooit had durven denken toen ze aan de strijd begon. Ze was zo naïef geweest om te denken dat dit niet bij haar kon gebeuren als ze zich bij de strijd van de volwassen zou vervoegen. Ze was zo'n slimme studente, uitmuntend in Bezweringen. Maar haar schoolachtige spreukjes waren niet geweest tegen de Zwarte Kunsten, tegen de strijdmiddelen van de echte wereld.
Ze voelde hoe de wereld wegviel en begon afscheid te nemen. Ze wou niet weg, haar jeugdige leven wou ze nu nog niet verlaten. Maar ze voelde het einde.
Wat een geluk dat er nog iemand haar had opgemerkt, haar stervend lichaam niet had voorbij gelopen. Wat een geluk dat er die geruststellende aanraking was.
Ze hoopte dat hij het overleefde.
Ze hoopte dat hij haar aan het vertellen was dat ze dit allemaal maar droomde.