Ik lag op mijn handdoek op het strand van Barcelona. Het was 40 graden, en daarbovenop gaf het zand nog eens extra hitte af. Ik zweette ontzettend. Een boek lezen had ik al lang geleden opgegeven, ik kon me toch niet concentreren.
Het helblauwe water van de zee zag er erg aanlokkelijk uit. Een beslissing nemend sprong ik recht en rende rechtstreeks het koele water in. Meteen was ik de hete zon vergeten, en dook ik van golf tot golf, terwijl ik alle gedachten uit mijn hoofd bande. Pas na anderhalf uur liet ik me doodmoe weer op mijn handdoek vallen. Mijn ouders zouden ondertussen wel op me aan het wachten zijn. Maar terwijl ik dat aan het bedenken was, dwaalden mijn gedachten af, en een paar seconden later viel ik op mijn handdoek in slaap.

Toen ik weer wakker werd, verdween de zon net achter de horizon, en ik keek verdwaasd om me heen. Had ik echt zo lang geslapen? Wat me nog het meest verbaasde, was dat mijn ouders me niet waren komen zoeken. Ze wisten toch waar ik was? Ik stond op en rilde. Tijdens de dag had de zon voor warmte gezorgd, maar nu die was verdwenen was het kil.
Ik had eerst gedacht dat het strand verlaten was, maar nu zag ik een zwarte schaduw op het strand, enkele meters van me verwijdert. De schaduw leek dichterbij te komen, en toen hij een meter van me verwijdert was, zag ik dat het een jongen was. Hij leek rond mijn leeftijd te zijn, en had lang zwart haar dat me op de een of andere manier aan Severus Sneep uit Harry Potter deed denken. Eigenlijk deed zijn hele voorkomen me aan hem denken. Het was bijna lachwekkend, als ik niet in mijn bikini

's avonds laat op een verlaten strand had gestaan met als gezelschap een jongen die ik niet kende. Bij nader inzien, het was totaal niet lachwekkend. De jongen staarde me ondertussen aan alsof ik een geest was, en ik zag zijn ogen afdwalen.

"Eh…" Hij keek op.

"Sorry, maar… wie ben je eigenlijk?" Hij leek te beseffen dat vijf minuten in stilte staan zonder iets te zeggen nogal redelijk lang was, en deed een stap naar voren.

"Severus Sneep. Zonder onbeleefd te zijn, maar wat doe je ingodsnaam -"

Ik kon het niet helpen. Bij die naam barste ik in lachen uit. Ondertussen keek de jongen me met opgetrokken wenkbrauwen aan, terwijl hij ongeduldig wachtte tot ik was bekomen.

"Oké…" Ik veegde nog wat tranen uit mijn ooghoeken. "Wat is nu je naam?" Hij keek me beledigd aan.

"Heb je me niet gehoord of zo? Ik zei dat ik Severus Sneep heette." Hij zei dit op een geïrriteerd toontje. Ik begon zo ondertussen ook mijn geduld te verliezen.

"Jij bent zeker ook de grappigste thuis? Ik vroeg je echt naam, niet die van Harry Potter."

"Potter? Wat heeft hij hiermee te maken?" Hij keek me onbegrijpend aan en ik zuchtte gefrustreerd.

"Doe niet zo moeilijk! Ik weet wel dat je op Sneep lijkt, maar ik vroeg je echt naam."

"Dat is mijn echte naam. Ben je altijd zo traag van begrip of zo? En hoe heet jij dan wel?" Ik keek hem kwaad aan.

"Oh ja, straks ga je me nog vertellen dat je verliefd bent op Lily Evers. En ik ben Jasmine Fonteyn trouwens." Terwijl ik dit zei, kleurden zijn wangen dieprood, en hij keek me verwijtend aan.

"Ken je haar misschien?" Het duurde even tot dit tot me doordrong.

"Oké, stop je toneeltje nu maar, ik heb genoeg gehoord. Het is 11 uur 's nachts, ik heb het koud en mijn ouders zijn waarschijnlijk doodongerust. Dus als je me nu zou willen excuseren…" Hij stopte me met een hand. Blijkbaar was hij toch net iets sterker dan hij eruit zag.

"Welk toneeltje? Waar heb je het toch ingodsnaam over?! Ik heet Severus Sneep, ik heb nog nooit van Harry Potter gehoord, maar spijtig genoeg wel van James Potter, en Lily -" Hij zweeg. En ik staarde hem aan. Wat als hij dat nu eens meende? Als hij me niet voor de gek hield…

"Wacht even. Ken je misschien een zeker Alan Rickman?" Die vraag verraste hem, en hij keek me aan alsof ik gek was geworden.

"Wie is dat nu weer?", vroeg hij gefrustreerd, zijn geduld nu duidelijk op.

"Mijn… eh… vader. Heb je ooit al eens van JK Rowling gehoord? Joanne Rowling?"

"Je moeder zeker?" Hij keek me kwaad aan.

"Nee. Mijn.. zus. Denk ik..." Ik keek hem met open mond aan. O God. Mijn hersenen konden dit echt niet verwerken. Volgens mij kreeg ik geen adem meer. Hoe moest je ook al weer ademhalen? O God, o God, o God…

Alles werd zwart voor mijn ogen. Het laatste dat ik voelde waren twee armen die me opvingen.