Hoofdstuk 1
Pijnlijk wreef ik over mijn blauwe plek op mijn boven arm. Dit was al de vierde keer vandaag dat ze me sloeg. Ze zei dat ik aan pijn moest wennen en dat ik nooit iets goed deed. We hadden een groot huis, een villa. Ik had alles wat ik wilde behalve zorgzame ouders. De enige persoon die aardig tegen me deed buiten school om, was Draco. Hij woonde niet ver van ons en verschilde niet veel van persoon. Mijn vader was ook een dooddoener, net als zijn vader en mijn moeder vond het goed. Alleen werd ik zowat mishandeld en hij vast niet. Zijn moeder hield van hem en ik was best jaloers, mijn moeder kende geen liefde voor kinderen, alleen voor mijn vader. Eng was het soms, mijn moeder sloeg er op los en ze dronk ook nog eens die dreuzeldrank… Whisky. Mijn vader vond het niet goed dat mijn moeder iets dronk dat door dreuzels geliefd werd, maar mijn moeder was er aan verslaafd. Ik haatte dreuzels, door de drank die ZIJ hebben uitgevonden is mijn hele jeugd naar de knoppen. Ze sloeg nog harden als ze die drank op had, dan was ze zichzelf al helemaal niet meer. Mijn vader sloeg me ook, nog erger, vervloekte me. Ik zat meestal alleen op mijn kamer of buiten in het bos. Ik had een hippogrief als huisdier, meer wilde ik niet. Mariël zo noemde ik hem en hij was de enige die me gezelschap gaf.
Ik zat in mijn zevende jaar samen met Draco, maar trok in school niet veel met hem op. Ik vond het niet echt gezellig om tussen die 'bodyguards' te lopen met een Patty Park aan mijn zijde. Ik haatte haar niet maar ik was ook niet echt goede vriendinnen met haar. Misschien komt dat dit jaar nog. Ik vond het wel leuk als Draco die Potter weer eens belachelijk maakte. Ik had een hekel aan die arrogante kwal met zijn vriendinnetje Griffel. Ze had geen tovenaarsbloed en was vreselijk irritant. Dan had je ook nog die Wemel samen met zijn zusje, echt een lafaard. Het is een schande dat hij puurbloed heeft.
Ik ging op mijn bed zitten wachtend tot onze huiself het eten zou brengen. Ik mocht nooit mee eten, omdat mijn moeder en vader alleen wilden zijn met het eten. 's Avonds mocht ik het huis niet meer uit, maar omdat mijn ouders nooit boven kwamen deed ik dat vaak wel. Dan klom ik over het balkon of Mariël bracht me naar beneden.
Tegen zevenen kwam mijn eten en zodra ik het op had ging ik via mijn balkon en de boom naar beneden. Snel vluchtte ik het bos in en wilde naar de plek gaan waar Draco en ik altijd afspraken. Ik keek achterom, dat had ik niet moeten doen want ik liep tegen iemand op. Verwoed probeerde ik diegene nog vast te houden terwijl in naar achteren viel maar dat lukte niet. Ik viel met een harde klap achterover op mijn rug en kwam kreunend weer overeind.
"Gaat het?" vroeg de stem die ik altijd herkende.
"Kon je niet uit kijken?"
"Jij liep tegen mij op, maar ja."
"Ja ja, het zal wel. Kom vlug weg hier… ik wil niet dat ze me ontdekken."
"Waarom vraag je niet gewoon of je weg mag?"
"Nee, dat mag toch niet."
"Hé hoe kom je nou weer aan deze blauwe plek?"
"Eeuhm… ik ben gevallen, eeuh… van mijn bed. Ik kwam toen met mijn arm tegen het nachtkasje aan."
"Je hebt geen nachtkasje." Hij keek me vreemd aan.
"Maar nu wel!" zei ik resoluut, waarom deed hij alsof hij bezorgd was? Hij was en is nooit bezorgd om iemand! "Doe niet alsof je bezorgd bent wat dat ben je nooit."
"Wie zegt dat? En mag ik het misschien raar vinden dat jij altijd met blauwe plekken rond loopt?"
"Ik zeg dat, en ja hoor… dat mag best."
"Oké, en als ik nou zeg dat ik wel bezorgd ben?" Ik was even stil. Hij maakte zeker weten een geintje.
"Ik ken jouw langer dan vandaag."
"Dat is te hopen." Ik draaide met mijn ogen en liep verder het bos in. Door zijn gepraat was ik al veel te lang aan de rand van het bos gebleven. Het was pas echt goed mis als mijn ouders me hadden gezien, of de buren. Mijn vader was berucht in ons dorpje, iedereen wist wat er met hen kon gebeuren als ze informatie achter hielden over mij. Ze zeiden ook nooit wat als ze weer eens mijn moeders gekrijs hoorde of mijn gegil. Ze waren te bang om aangifte te doen en hielden hun mond. Draco wist niets van mijn ouders, hij woonde aan de andere kan van het dorp en er zat een half bos tussen. Er woonde alleen nog wel andere kinderen van Zweinstijn vlak bij mij, zij waren ook goed bevriend met Draco en ik was bang dat zij het eens zouden door vertellen. Ik zou en wil ook niet weten wat er dan gaat gebeuren.
"Hé ik praat tegen je! Waarom doe je altijd zo raar!"
"Huh! Ik raar!"
"Nee, de boom. Ja jij natuurlijk wie anders!"
"Ik doe helemaal niet raar, jij doet raar!" Nu was het zijn beurt om te zuchten. Zo ging het altijd, maar toch bleven we elkaar 's avonds altijd ontmoeten. Een avond zonder met Draco gepraat te hebben is als een dag niet geleefd te hebben, ach een beetje overdreven dan hé.
Als we alleen waren deed hij zo anders dan zoals hij zich voordeed bij Patty, ik ook trouwens. Ik was vergeleken bij Patty een saai, verlegen meisje. Wat was daar eigenlijk verkeerd aan?
"Draco?"
"Hmm.." Hij keek voor zich uit en ik keek naar hem.
"Waarom ben je nu eigenlijk zo anders dan als je met je vrienden bent? Ik bedoel…." Hij keek me aan, de heldere blauwe ogen keken me vreemd aan.
"Hoe bedoel je?"
"Nou, bij mij, nu, ben je zo zacht…. Als je begrijpt wat ik bedoel. En bij je vrienden zo hard." Hij haarde zijn schouders op.
"Niet goed dan?"
"Jawel, jawel," zei ik snel "maar waarom?"
"Omdat ik bij jou ben… en dan hoef ik niet zo hard te doen. Jij begrijpt mij ook als ik zacht doe." Hij glimlachte en ik ook. Precies Draco zoals ik hem kende.
"Overmorgen begint de school weer, wat ga je dan doen? Wat wil je eigenlijk worden?" vroeg ik nieuwsgierig.
"Ik weet het niet. Ik heb echt geen idee, ik heb vorig jaar het vakkenpakket gekozen wat met het handigst leek om te kunnen. Dit jaar ga ik daar gewoon mee door, ook al betekent dat, dat ik bij de freak van een reus in de les moet."
"Ja, hij is inderdaad eng. Ik voel me nooit op mijn gemak bij hem. Ik weet niet wat ik ga doen, misschien een schouwers opleiding." Hij keek me onzeker aan.
"Weet je dat wel zeker? Je vader zou het een schande vinden voor de familie."
"Dat ben ik al, ik ben niets waard in de familie." Hij keek me geschrokken aan. Ik liet mijn schouders hangen. "Ik wilde dat ik iets kon doen voor mijn familie, maar als het zo door gaat ga ik me uiteindelijk afzonderen en ergens stil eenzaam overleven, of niet."
"Het komt heus goed. Ze zijn vast trots op je als je, je school hebt afgemaakt."
"Dacht het niet!" zei ik bits, wat niet mijn bedoeling was.
"Ja, natuurlijk."
"Ow, ik ga maar weer terug. Straks merken ze nog dat ik weg ben." Snel liep ik terug en begon in de klimop plant te klimmen. Ik deed het nu al zo vaak dat ik er erg handig in was geworden. Ik sprong over het hekje van mijn balkon en kwam zacht neer, net als een kat. Stil opende ik de deur en wilde naar binnen glippen. Tot mijn grote schrik stond mijn moeder midden in de kamer en ik keek haar met grote ogen aan.
"En waar ben jij heen geweest? Nachtelijk uitstapje? Denk maar niet dat je dat ongestraft kan doen! Naar wie was je!" Ze gaf me een harde klap in mijn gezicht, maar dat was nog niets. Stijf hield ik mijn lippen op elkaar, ik kon niet zeggen dat ik met Draco was, vader zou me vermoorden of juist niet.
"Zeg op! Of ik haal je vader erbij!" schreeuwde ze maar dat was al genoeg voor mijn vader om het te horen en ik hoorden hem de marmeren trappen al op komen. Ik werd bang maar zei nog steeds niets. Ze stompte me in mijn buik zodat ik dubbel klapte en trapte me zo hard als ze kon. Ik kon het niet helpen maar er kwamen harde schreeuwen over mijn lippen. Hoeveel ik het ook wilde inhouden, het lukte niet. Mijn vader kwam binnen en keek naar het tafereel.
"Marsja, kom maar… wind je niet zo op. Dat stomme kind leert het nooit. Ik neem het wel over," zei hij. Dat was het teken dat me vader zich zou uitleven op mij. Me vervloeken, slaan, trappen, schoppen. Mijn moeder stopte en ik kon op adem komen.
"Kom je zo als je klaar bent naar beneden, Marcus?" Met een kort knikje nam ze genoeg en ging mijn kamer uit. De deur sloot en de voetstappen stierven weg. Even was het muisstil, je hoorde alleen mijn jachtige adem. Het begon. Mijn vader schopte me hard, sloeg me en stompte me. Door de ene spreuk lag ik tegen de muur van de kamer en door de andere spreuk weer aan de andere. De crusiatus vloek kwam heel veel aan bot en ik gilde en schreeuwde het uit. Ik verkrampte me en kon nog maar net mijn hoofd erbij houden. Uiteindelijk ging mijn vader weg en ik lag roerloos op de grond. Het enigste wat ik hoopte was dat Draco maar ver genoeg uit de buurt was om dit niet te horen.
"Mar…" kreunde ik naar mijn hippogrief. Ik had haar geleerd dat hij niets mocht doen in dit soort gevallen, hij was ook bang voor mijn vader en moeder en stond altijd bang toe te kijken. Hij liep naar me toe en knielde naast me neer. Alles deed pijn, vreselijk pijn. Tranen begonnen te lopen en ik hield ze niet tegen. Huilend bracht ik mezelf in slaap op de koude vloer.
De volgende morgen werd ik wakker. Alles deed nog steeds vreselijk pijn maar toch kon ik mezelf op bed hijsen. Vandaag was de laatste dag thuis en daar was ik blij om. Ik wilde dat de dag zo snel mogelijk voorbij ging. Helaas was dat niet zo, leek het want mijn vader en moeder kwamen binnen.
"Mellanie, wij gaan vanavond naar een hotel. Je bent vandaag en vannacht alleen en ik heb aan Lucius en Narsissa Malfidus gevraagd of ze je morgen naar het station willen brengen," zei mijn vader en ik kon het wel uitschreeuwen van blijdschap.
"Bedankt Marcus, bedankt Marsja," zei ik beleefd en zonder nog enig woordje gingen ze weg. Ik bleef nog zeker 2 uur liggen voordat ik de moeite nam om een huiself te vragen of ze ontbijt wilde brengen.
Na het ontbijt, 1 uur, liep ik mank naar de douche, ik had gister avond mijn enkel verstuikt. Ik kleedde me om en ging naar buiten. Omdat ik niet zo goed kon lopen had ik maar besloten om op krukken te gaan. Ik kon ook bij Mar achterop zitten maar dan zouden de dreuzels wel heel raar opkijken. Het lukt alleen niet om de trappen af te komen met de krukken dus halverwege heb ik ze ergens neer gegooid en ben strompelend verder gegaan.
"Hé kijk Draco, daar heb je Mel!" zei een van de jongens die bij Draco op het plein stonden, Nick. Ze kende me allemaal als Mel en niet als Mellanie, ik had een hekel aan die naam.
"Zo te zien is ze aardig toegetakeld, wat is er toch steeds met haar?" vroeg een andere, Jack. Draco keek om, hij had een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht toen hij mij aan zag strompelen.
"Ik heb gehoord dat haar-"
"NOG EEN WOORD LUCAS EN JE BENT D'R AAN!" schreeuwde ik over het plein en hij grinnikte.
"Moet ik soms bang worden?"
"Ja, hé help me eens! Ik heb steun nodig! Ik ben net door me enkel gegaan en kan er amper op staan!" Draco en Nick kwamen aanlopen en ik sloeg een arm om hun nek en hinkte verder naar het bankje.
"Zeg eeuh… Lucas, schuif eens op," zei ik en maakte met mijn hand een gebaar dat hij op moest schuiven. Nick, Jack en Lucas zaten in het zevende jaar van Zwadderich in hetzelfde jaar als ik en Draco. Ze waren allemaal wel knap, maar dat komt ook omat ze zichzelf behoorlijk wat vonden, net als Draco. Ze waren goede vrienden van Draco en ook wel een beetje van mij. Als ik met iemand was dan was het altijd wel een van hun, of een van hun kwam altijd wel bij me zitten. Draco had Korzel en Kwast een beetje aan de kant geschoven en had plaats gemaakt voor nieuwe vrienden.
"Zo Mel, je gaat morgen met ons mee hé," zei Draco en ik knikte.
"Ja, mijn ouders zijn vandaag en vannacht weg, ze zeiden dat ze naar een hotel gingen maar ik weet wel beter!" Jack grinnikte.
"Mijn ouders zeiden precies hetzelfde. Zeg Waarom houd je geen slaapfeestje bij jou of bij mij thuis!"
"Leuk idee! Kussengevecht!" zei Nick en iedereen moest lachen.
"Ben je daar niet een beetje te oud voor?" vroeg ik plagerig.
"17? Te oud voor een kussengevecht? Dat nooit!" zei Nick en opnieuw moest iedereen lachen.
"Oké, ik vind het goed. Alleen moet ik hopen dat mijn ouders niet stiekem thuis komen, komen jullie allemaal?"
"Ja, ik wel!" zei Nick, Jack en Lucas stemde ook in. Verwachtingsvol keek ik naar Draco hij moest komen! Het is niet hetzelfde als hij er niet is!
"Jij komt toch ook wel hé Draco? Please?" vroeg ik smekend en Draco twijfelde.
"Ik weet niet of het mag. Moest nog even iets doen. Nog even overleggen met mijn ouders, ik wil wel graag komen maar anders zie ik jullie morgen oké?" Ik knikte teleurgesteld.
We gingen naar het huis van Jack en Lucas en Nick gingen hun ouders inlichten dat ze die avond niet thuis aten en slapen. Draco ging even naar huis, hij had zijn moeder iets beloofd.
Ik zat op de bank bij Jack en hij haalde een verbanddoos uit zijn keuken voor mijn enkel. Ik was er niet echt bij met mijn gedachten en vond het goed dat hij mijn voet behandelde. Toen hij mijn broek een beetje opstroopte zag hij mijn blauw/paarse plekken en schrok.
"Mel! Hoe kom je hier aan? Wat is er gebeurd?" vroeg hij geschrokken en ik schrok ook. Ik had niet gekeken hoe erg mijn wonden waren en sommige waren zelfs open.
"Ik zei toch dat ik was gevallen," mompelde ik. Ik kon me wel voor mijn kop slaan! Waarom dacht ik daar niet aan!
"Nou kom op, niet ieder stofdeeltje hoeft mijn blauwe plek te zien!"
"Plekken, je hele onderbeen zit onder! En je hebt allemaal littekens!" Hij wreef met zijn hand over mijn been, ik draaide mijn hoofd. Er kwamen tranen opzetten maar ik hield ze tegen. Het deed al pijn als mijn broek op mijn been lag, laat staan als iemand er over heen ging met zijn hand! Maar dat was niet het enige wat voor tranen zorgde, de liefde, warmte die van zijn hand afstraalde. Ik voelde me raar, ik had dit nooit gevoeld. Opslag werd de pijn minder en ik liet het toen dat hij met zijn hand er over ging. Hij verbond het, net op tijd want de bel ging en de huiself liet Lucas en Nick binnen. Jack gaf me nog een bezorgde blik, maar die negeerde ik.
"Hé daar zijn jullie, wat hebben jullie voor iets lekkers meegenomen?" vroeg ik vrolijk.
"Eeuh… smekkies in alle smaken, chocokikkers," begon Lucas.
"Boterbier!" vulde Nick aan.
"Oké, ik hoor het al… lekker. Maar ik moet straks wel even weg want ik moet Mar nog eten geven enzo."
"Wie is Mar?" vroeg Nick verbaasd. "Je poes? Ik wist niet dat je er een had."
"Nee, haar hippogrief," zei Draco die net binnenkwam en Nick keek stom verbaasd.
"Heb jij een hippogrief!"
"Ja, ik kan hem meenemen. Hij gaat toch mee naar Zweinstijn alleen laat ik hem daar in de bossen en hij gaat er zelf heen, heb je ooit wel eens een hippogrief in de trein gezien?"
"Nee, oow ik snap het al. Hoe laat moet je naar hem toe?"
"Rond zessen."
"Ow nu dus, weet je, ik wil hem wel eens zien. Ik ga wel even met je mee… en aangezien je toch niet kan lopen zonder steun." Ik keek even naar Draco, verbeeldde ik het me nou of zag ik echt even een jaloerse blik in zijn ogen?
"Draco, mag je blijven of niet?" vroeg ik snel terwijl ik een knik gaf naar Nick.
"Van mijn vader niet, maar mijn moeder vond dat ik de laatste nacht wel hier mocht doorbrengen." Ik glimlachte en stond op.
"Nou Nick ga je me nog helpen of hoe zit dat? We komen zo terug." Hij stond vlug op en met een arm om zijn nek hinkte ik weg.
