Oké, iedereen weet het natuurlijk allang, maar voor de zekerheid zeg ik het nog wel een keer: De personages in dit verhaal zijn niet van mezelf. Ik own niks, of hoe je dat ook zegt. Dit is mijn eerste fanfiction en ik snap niet hoe dit allemaal werkt . Als iemand een vervolg wil of wil zeggen wat je ervan vindt, review ;).


"Oké, Dooddoeners." Voldemort keek streng naar het zielige zootje voor hem. "Ik heb gemerkt dat jullie prestaties nogal wat eh… te wensen overlaten. En we moeten toch Harry Potter verslaan, dus krijgen jullie extra training."
De Dooddoeners leken niet echt blij met deze mededeling. "Bah," mopperde Sneep.
"Koppen dicht! Vandaag gaan jullie oefenen met de Cruciatusvloek…"
"YES!" gilde Bellatrix. Ze richtte haar toverstok op Lucius. "CRUCIO!"
"Nee!" bulde Voldemort, terwijl Lucius kermde van de pijn en Narcissa hysterisch begon te gillen. "We gaan NIET oefenen op elkaar, dat is niet handig namelijk. In plaats daarvan…" Voldemort deed een stap naar achteren en gebaarde naar een enorme berg slapende Dreuzels. Er zaten ook hele kleine kinderen bij. Onmiddellijk barstte er geroezemoes los.
"Ik neem dat kleine jongetje!" riep Bellatrix. Ze wees naar een lief peutertje met een engelachtig gezicht en blonde krulletjes. Narcissa barstte in huilen uit. "Meester, waarom leer je ons van die gemene spreuken?! En dan ook nog op kleine, onschuldige kinderen! Ik wil niet dat mijn Dracootje later gemeen wordt!" Ze sloeg haar armen om Draco heen en kneep hem bijna fijn. Draco probeerde wanhopig weg te komen.
Voldemort liep langzaam op Narcissa af. Ze liet Draco meteen los en verschool zich angstig achter Lucius. "Als je niet wilt dat Draco later gemeen wordt," zei Voldemort met ijskoude, dreigende stem. "dan had je geen Dooddoener moeten worden. Oké, ik doe het even voor."
"Niet dat kleine jongetje, alsjebliefd," zei Bellatrix. "Hij is voor mij." Ze grijnsde gemeen.
Voldemort richtte zijn toverstok op een lange, slapende man. "Crucio." De dreuzel schrok wakker en begon te krijsen.
Lucius stak zijn vinger op. Onmiddellijk wisselde Voldemort van slachtoffer en Lucius lag voor de tweede keer schreeuwend van de pijn op de grond. "Papa!" riep Draco geschokt. Narcissa krijste en huilde tegelijk, ze was zo hysterisch dat ze geen samenhangend woord meer kon produceren. Bellatrix kwam niet meer bij van het lachen.
"Steek je vinger niet op, leeghoofdige baardaap!" snauwde Voldemort woedend. "Je zit hier niet op school, ja?!"
"Maar anders word je ook boos, omdat we voor onze beurt praten!" kermde Lucius.
"Inderdaad! STILTE!" brulde Voldemort. Geschrokken hielden alle Dooddoeners hun mond. Narcissa hield luidruchtig haar neus op.
"Maar we weten toch al hoe we moeten Crucio'en?" vroeg Lucius voorzichtig.
"Dat zou je wel verwachten, ja," gromde Voldemort. "Hoelang zijn jullie nu al Dooddoeners? Maar helaas valt het bij de meesten van jullie heel erg tegen…"
"Daar bedoel je mij toch niet mee, hé meester?" zei Bellatrix op een slijmerig toontje.
"Nee, jou niet. Maar ánderen wel." Voldemort keek tien seconden lang strak naar Peter, maar die begreep de boodschap niet.
"Welke anderen zijn dat dan, meester?"
"Genoeg geluld nu! Beginnen!" Voldemort begon echt kwaad te worden. Aarzelend schuifelden de meeste Dooddoeners naar de hoop Dreuzels toe.
Voldemort keek de groep rond. Hij vloekte toen hij Dolochov zag. Met grote stappen beende Voldemort op hem af, rukte de spelcomputer uit zijn handen en smeet het ding dertig meter verderop neer. Het viel kapot.
"Hé!" riep Dolochov woedend. "Ik had bijna een nieuwe high score!"
"KAN ME NIKS SCHELEN! WE MOETEN NU GAAN OEFENEN!" schreeuwde Voldemort.
"Hè? Oefenen, waarmee?"
Voldemort keek radeloos naar zijn andere Dooddoeners. Bellatrix had een grote grijns op haar gezicht terwijl het kleine jongetje huilend, schreeuwend en onder het bloed lag te stuiptrekken. Narcissa probeerde wanhopig om Draco's zicht ervoor af te schermen. Sneep zat op de grond te mokken met een gezicht als een oorwurm. De meeste andere Dooddoeners zaten maar een beetje te praten of naar Voldemort en Dolochov te kijken.
"Kruuzi-hoooooow! Kruzi-hoooooooooooooow!" riep Peter. Er zweefde een klein gouden sterretje uit zijn toverstok en hij slaakte een gilletje. "Wauw! Kijk! Ik ben magisch!"
"Bellatrix, alléén Crucio! Geen Sectumsempra of andere zooi!"
"Huh? Wat, meester?"
"Fenrir! Je moet die kinderen niet…" Fenrir keek op van de berg dreuzels, zijn mond vol met bloed.
Voldemort sloeg zijn handen voor zijn gezicht en barstte in huilen uit. Meteen waren de Dooddoeners stil. Met grote ogen keken ze naar hun meester. Dolochov haalde onopvallend zijn mobiel uit zijn zak en zocht 'Flappy Bird' op. Fenrir boog zich grommend weer over de dreuzels.
Bellatrix rende meteen naar hem toe. "Ooh, Voldy! Wat is er?" Ze sloeg haar armen om hem heen.
Voldemort verstijfde door de warmte die plotseling door zijn lichaam trok. Hij keek opgelaten over haar schouder naar de andere Dooddoeners. Hun monden vormden een grote 'o'. Na een paar seconden liet Bellatrix hem weer los, maar het voelde als veel langer.
"Wilden ze niet luisteren?" Ze keek om naar de Dooddoeners. "Jullie daar, stelletje nietsnutten!" schreeuwde ze. "Doe wat hij zegt, nu! Als iemand hem nog één keer verdrietig maakt, wordt diegene mijn nieuwe Crucio-assistent." Ze keek zo dreigend dat de Dooddoeners achteruitdeinsden. Mompelend draaiden ze zich snel om naar de berg met Dreuzels.
Of eigenlijk naar de plaats waar éérst de berg dreuzels lag. Nu was er alleen nog Fenrir, die een luide boer liet en langs zijn bebloede mond likte.
Voldemort veegde zijn tranen weg en haalde een paar keer diep adem. "Oké… Nou ja, dan zit er niks anders op. Jullie zullen toch maar op elkaar moeten oefenen."
"Fantastisch, meester! Sevy, wij gaan samen!" riep Bellatrix meteen. Sneep deed zijn mond open om te protesteren, maar het volgende moment lag hij al kronkelend en gillend op de grond. Voldemort slaakte een beverige zucht en keek naar zijn Dooddoeners.
Lucius en Narcissa oefenden op elkaar, maar het schoot niet zo op omdat ze elkaar allebei geen pijn wilden doen. Peter probeerde wanhopig om nog 'zo'n mooi gouden sterretje' uit zijn toverstok te krijgen, maar het lukte niet meer. Dolochov had alweer een score van honderddertig met Flappy Bird. Fenrir ging luid liggen snurken na zijn uitstekende maaltijd. Draco liep nieuwsgierig naar de resten van Dolochov's spelcomputer, toen hij dacht dat zijn moeder niet keek. Amycus en Alecto oefenden op elkaar, maar omdat ze allebei hun toverstokken verkeerd om vasthielden, raakten ze alleen zichzelf. En ze hadden het niet eens door.
En met dit zootje moeten we straks Harry Potter gaan verslaan?, dacht Voldemort verbitterd.
Maar hij voelde zich vreemd genoeg al een stuk beter dan net.