Shai deed zijn ogen open.
Hij voelde mensen, drie in totaal. 'Shai ?' Kwam de stem van Seishin. 'Ik weet het Sei' antwoordde hij. Shai sprong uit de boom waar hij in verscholen zat. Dit was al de tweede keer dat er mensen naar zijn gebied kwamen, en dit keer waren ze op zoek naar hem. Hij wist dat vluchten geen zin had. Sei had hem verteld dat er een ninja met de Byakugan bij was dus ze zouden hem toch wel vinden. Hij rende naar de open plek. 'Als ze me dan toch vinden dan er maar voor zorgen dat ze me niet verassen' dacht Shai. De open plek was daar ideaal voor. Er stond een grote steen in het midden en er was meer dan genoeg ruimte om aanvallers aan te zien komen.
Op de open plek aangekomen floot hij twee keer op zijn vingers. Eerst een hoge en toen een lage toon. Een paar seconde later kwam er een valk over de boomtoppen aan scheren en landde op zijn schouder. Op hetzelfde moment kwam er een klein rood wezentje onder de bomen vandaan rennen. Het kefte vrolijk naar Shai en sprong tegen zijn benen op. 'Braaf Honoo' zei Shai. Hij pakte het kleine rode wezentje op, aaide het en gaf het aan de valk die op zijn schouder zat. 'Breng hem naar een veilige plek Soyo'. De valk kraste als antwoord en nadat Shai het vosje op zijn rug had gezet vloog hij snel weg. Honoo kefte nog verontwaardigd maar hielt zich toch stevig vast aan de veren van zijn grote vliegende vriend. Het zou tenslotte geen prettige ervaring zijn om van een valk te vallen die op zijn minst tien meter hoog vliegt. Zeker niet voor zo'n klein vosje als hij.
Nadat het duo over de boomtoppen was verdwenen keerde Shai zich naar het bos. Hij voelde dat de mensen nu nog maar een kleine kilometer van hem verwijdert waren. Het zou nu niet lang meer duren voordat ze bij hem kwamen. Hij schatte dat hij nog maar een kleine vijf minuten had voordat het zo ver was dus begon hij voorbereidingen te treffen. Hij ging met zijn rug tegen de grote steen aan zitten die midden op het weiland stond. Deze steen leek misschien op het eerste gezicht een normale steen maar als je wat dichter bij zou kijken zou je aan aantel vreemde dingen opmerken. Zo was de steen niet gewoon rond maar had hij de vorm van een waterdruppel. Dit was wel moeilijk de zien want na al die jaren was de vorm nog al veranderd en er waren hier en daar stukken afgebroken. Verscholen onder het mos stonden een aantal vreemde tekens op de steen. Zo op het eerste gezicht leken deze tekens op barsten die je in een oude steen zou verwachte maar daar waren het er te veel voor. In werkelijkheid was het een oude taal die vele honderden jaren geleden werd gebruikt. De enige die deze tekens konden lezen waren de mensen die de mysterieuze "Sage Mode" hadden geleerd. De tekens vertelden het verhaal van een eeuwenoud wezen dat in dit bos zou leven. Een wezen dat ooit mens was geweest maar door zijn lange leven in het bos was hij verenigd met de dieren en planten die er leven. Zo zelfs dat hij hun taal kon spreken en ze deden wat hij van hen vroeg. Hij was langzaam oud geworden en het leven in een bos begon hem zwaar te vallen maar hij was zo veel aan het bos gehecht geraakt dat hij het niet meer wou verlaten. Toen hij op een dag stierf is zijn geest daarom terug gekomen om het bos en al zijn bewoners te beschermen.
Shai kende dit verhaal wel. Hij leerde het als eerste kennen toen hij heel lang geleden een keer per ongeluk op de open plek was aangekomen. Hij wist toen nog niet wat het geheim van de steen was. Hij was langzaam dichterbij geslopen, nog stiller dan een kat. Toen hij er zeker van was dat er niemand anders was, was hij voorzichtig naar de steen toe gelopen en had hem aangeraakt. Dat was het moment dat Sei het eerst met hem gesproken had. Eerst was hij nogal geschrokken maar later was hij er aan gewend geraakt en vond hij het zelfs fijn dat Sei er was. Hij had heel erg veel van hem geleerd. Hij had hem zelfs verteld over alles wat er buiten het dos was want daar was Shai nog nooit geweest. Het enige wat Sei hem nog nooit over had verteld was zijn ouders. Hij had hen nooit gekend en elke kaar als hij Sei erover vroeg zweeg deze of begon hij over iets anders te praten.
"Misschien als ik...' dacht Shai maar zijn gedachtegang werd plotseling onderbroken toen er drie zwarte gedaantes de open plek op sprongen.
"Heb je hem nu al gevonden" vroeg Mika geïrriteerd. Ze had er vandaag absoluut de pest in. Het was allemaal begonnen deze morgen toen ze wakker was geworden. Het was zo'n miezerige grijze dag waarop het de hele tijd zou regenen. Normale mensen zouden thuis gebleven zijn en lekker voor de open haard of de kachel zijn gaan zitten, een goed boek pakken en de rest van de dag de wereld negeren. Maar natuurlijk was Mika geen gewoon mens maar een getrainde ninja en daarom was ze 's ochtends toen ze opgestaan was naar het kantoor van de Hokage gegaan. Daar had ze haar gebruikelijke team ontmoet. Dat was dan gelukkig wel weer een meevaller want ze vond zelf dat ze in het leukste team van heel het dorp zat. Hun meester was Keiken en dat was een jonge ninja van rond de 24 jaar. In het begin had ze een tijdje gedacht dat ze verlieft op hem was maar nu hadden ze meer een broer zus relatie. Tenminste als ze niet op missies waren want dan was hij eigenlijk haar mentor/leraar en meester en daar kon je dan niet al te vriendschappelijk mee gaan doen.
Haar teamgenoten waren Hana en Kassai. Hana's hele naam was Hyuga Hana en ze was een lid van de Hyuga clan. Dit betekende dat ze de Byakugan bezat. Ze was een beetje verlegen maar Hana kon het goed met haar vinden en ze waren dikke vrienden. Ze had zwart/blauw haar en witte ogen zonder pupillen.
Kassai had geen bloodline limit maar hij had erg veel chakra en was een erg goede ninja. Hij was meestal serieus maar je kon veel met hem lachen en hij was altijd wel in voor een grapje. Hij had halflang oranje bruin haar en bruin groene ogen. Ze wist dat Hana verliefd op hem was maar ze had het nooit durven vragen.
Mika zelf was van de senju clan en ze was de dochter van de Hokage (wat alles nog erger maakte). Ze was niet echt een goede ninja vond ze zelf maar als je het aan anderen had gevraagd hadden die gezegd dat ze nu al beter was dan de meeste die vijf jaar ouder waren dan zij. Ze was het best met genjutsu maar kon ook al aardig overweg met ninjutsu en alleen taijutsu (hand to hand combat) wou nog niet echt lukken. Net als Hana en Kassai was ze 15 jaar oud.
Zoals gezegd was ze dus op weg gegaan naar het kantoor van haar moeder. Daar aangekomen klopte ze op de deur en tot haar blije verrassing stond har team daar op haar te wachten. "He he, dat duurde een eeuwigheid" zuchtte Kassai. Ze wierp hem een boze blik toe en ging naast Hana staan.
"Nu jullie ar allemaal zijn kunnen we beginnen" zei haar moeder. Ze pakten een paar papieren van haar bureau en begon te vertellen. "Een paar dagen geleden is er een groepje verkenners het Verboden woud gaan verkennen en zijn daar iets bijzonders tegen gekomen. Volgens hen was het een jongen van ongeveer 15 jaar die er uit zag alsof hij zijn hele leven al in het bos woonden. Jullie moeten moeten uitvinden wat hij daar doet en hem mee terug brengen, nog vragen?" Ze zij het met een uitdrukking die geen vragen dulden en daarom zei niemand ook iets. "Mooi, hier is een envelop met alle informatie die jullie nodig hebben. En nu ingerukt!" Ze verlieten de kamer en liepen richting het Verboden woud.
