Hoi!

Wauw, dit is één van de eerste fanfics die ik ooit heb geschreven, maar nu volledig vernieuwd.

Jaja, de vorige versie was écht slecht, maar nu is het véél beter!

Lees, en review!

xxx
Trien

Proloog

Pijn

Pijn. Verschrikkelijk pijn leek zijn lichaam wel in twee te splijten.

Hij woelde niet alleen hoe er grote happen vlees van zijn botten verdwenen, hij voelde ook hoe de vlijmscherpe tanden hun gif verspreidden.

Het leek wel alsof zijn aders in brand stonden, of nee, zijn hele lichaam.

Hij wou dat het voorbij was. Hij wou dat hij dood was.

Nooit had hij dat meer gewenst dan nu.

Hij moest denken aan die film. Die stomme dreuzelfilm die hij van Lily moest bekijken.

Peter Pan, of zoiets.

Wie heet er nu Peter Pan?!

Dat ene zinnetje bleef maar in zijn hoofd spoken:

To die would be an awfully big adventure.

Een avontuur is het zeker, maar dat het zo pijnlijk zou zijn?!

Plots zag hij die ogen opnieuw.

Die groene ogen die zo hard in zijn geheugen gegrift stonden.

"Ben ik eindelijk dood?" was de eerste gedachte die bij hem opkwam.

Maar de pijn herinnerde hem er al snel aan dat dat niet zo was.

Een zwarte haarlok viel plots voor de ogen.

Harry! Hij moet het weten!

De man raakte in paniek.

Hoe zou hij kunnen sterven zonder aan die ogen duidelijk te maken dat hij van ze hield?

Dat hij zo veel van die ogen hield, maar het gezicht, het haar, het lichaam haatte?

Dat hij Harry nooit wilde haten, maar dat hij niet anders kon, omdat hij de levende herinnering was aan het feit dat ze voor James gekozen had, en niet voor hem.

En dat hij zich toch over die haat zette, dat hij hem toch probeerde te helpen.

Hij mocht niet sterven, hij kón niet sterven voor de jongen het wist.

Hij probeerde te praten, maar bracht alleen wat gereutel voort.

Hoe kon hij het uitleggen zonder woorden?

Gedachten.

Harry moest zijn herinneringen te pakken krijgen.

Verwijderde hij zijn gedachten uit zijn hoofd, alleen gingen ze dit keer niet vast aan een toverstok.

Deze gedachten wou hij nooit eerder kwijt. Zelfs nu had hij moeite om er afstand van te nemen.

Zelfs als al zijn herinneringen vervaagden, dan nog zouden deze met vlijmscherpe messen in zijn geheugen gegrift staan.

Hij voelde de witte stof uit zijn hoofd vloeien, geen gas en geen vloeistof.

Hij voelde hoe de herinneringen vervaagden in zijn hoofd, maar op één of andere manier verdwenen ze toch niet helemaal.

Toen wist hij dat zijn taak erop zat.

Hij had gedaan wat hij moest doen, en kon sterven.

Hij wierp nog een laatste blik in die prachtige groene ogen, en stierf.