William Revenus 10 - Het Vervolg
Hoi allemaal,
Ik heb al een heel verhaal geschreven voordat dit deeltje klaar was, maar ik zal in het kort even samenvatten waar mijn verhaal tot nu toe over ging.
De hoofdpersoon van dit verhaal is William Revenus. Een jongen die eigenlijk niet zo wilt opvallen, en daardoor nogal veel problemen aan trekt.
Het verhaal begint in zijn vijfde jaar, in de Harry Potter boeken is dat deel 3.
Hij zit in Huffelpuf en hij heeft nogal veel problemen met Hork van Zwadderich. Samen met Carlo Kannewasser heeft hij veel beleefd op Zweinstein.
Zo heeft hij onder andere de meeste basilisks afgemaakt voordat ze bij Harry konden komen en hebben ze samen ervoor gezorgd dat de feniks
de sorteerhoed kwam brengen naar Harry terwijl hij in gevecht was met Voldemort (in harry potter deel 2 gebeurde dit). Verder heeft William een gave.
Een hele gevaarlijke. Zijn incendio vloeken (het schieten van vuurballen met zijn toverstaf) zijn krachtiger dan normaal en het zorgt er zelfs voor dat
wanneer hij een vuurvloek gebruikt, zijn toverstok ontploft. Carlo had hetzelfde probleem, alleen dan met schildspreuken. Samen zijn ze naar Olivander
gegaan om een oplossing te zoeken voor het probleem. Olivander heeft hen eerst getest of ze nieuwe toverstokken wel waard waren en vertelde hen
dat ze om een nieuwe stok te maken de staartveer van een feniks nodig hebben.
Helaas maakt dit verhaal nu een hele andere wending. Carlo leeft namelijk niet meer, en William heeft in de laatste twee jaar heel veel problemen op zich
gezadeld en is nu op de vlucht. Maar voor wie? En waarom?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
'Crucio', wordt er achter mij geroepen. Ik voel iets heets langs mijn oor schieten.
Ontwijkend ren ik door de Verdonkeremaansteeg. Ik hoor de voetstappen nog steeds
achter mij aan komen. Ik schiet een steeg rechts van mij in. Snel ren ik door en ik zie
links van me een deur. Ik beuk hem in en ik ren naar binnen. Even kijk ik om me heen.
Opeens zie ik een ton staan. Gered! Ik pak wat poeder uit de ton en ik gooi het op
de grond. In de deuropening verschijnt de persoon in het parelmoere gewaad. Voordat ze iets kon
roepen of haar toverstaf op me kon richten wordt het groen voor mijn ogen.
Gelukt, ik ben weer veilig voor nu. De vlammen om me heen schroeien mijn gewaden
die al kapot zijn door de afgelopen tijd. Ik houd mijn handen tegen mijn zij gedrukt, maar ik
ben eigenlijk te moe om het vol te houden. Nog even, nog heel even en dan ben ik veilig.
Ik val neer in het gras. Het is donker, stil, vredig.
Ik ga op mijn rug liggen en ik kijk naar de sterrenhemel. Zoveel gebeurd de laatste tijd.
Alsmaar op de vlucht...
Het begon allemaal twee jaar geleden. Carlo was vermoord. Volgens Perkamentus door Voldemort.
Ik kon het bijna niet geloven, maar ik moest wel, hij kon door niemand anders afgemaakt worden,
al helemaal niet eervoller. Hij is uit mijn leven. Voorgoed. Ik was boos, nee, woedend, eigenlijk
is dat nog een de zwak woord. Furieus, alsof ik bijna vlammen uit sloeg. Het zou me niet verbazen
hebben als dat ook het geval was geweest. Ik wist dat ik wat met vuur had. Ik was aardig op weg
om het onder de knie te krijgen, soms zelfs zonder toverstaf. Ik was machteloos. Ik had hem gewaarschuwd dat het gevaarlijk zou zijn,
er was iets mis. Ik heb gesmeekt, geholpen met zijn voorbereidingen op alles wat er zou kunnen
gebeuren in het doolhof van het toverschool toernooi. Ik kan alleen maar hopen dat het een eervol gevecht
geweest is. Ik heb nooit het complete verhaal gehoord. Maar dat is niet nodig. Ik wil het niet
eens weten. Twee jaar geleden, na zijn dood ben ik af en toe naar het verboden bos gegaan en
heb ik daar alles om mij heen zitten verbranden. Soms kwamen er spinnen. Soms tientallen,
soms meer. Het maakte me niet uit, niks kon in de buurt van me komen zonder in vlammen op te gaan.
Op een avond was er iemand van het ministerie van toverkunst op bezoek op school en die zag
licht in het verboden bos. Hij heeft gezien wat ik kon en.. zoals Olivander voorspeld had, ze wilden
mij rekruteren. Sindsdien ben ik bekend bij het ministerie van toverkunst. Eerst waren ze vriendelijk, ze kwamen
op school om het me netjes te vragen of ik ze wilde helpen. Ze werden steeds onvriendelijker.
Tot op een dag vorig jaar, toen professor Omber de macht kreeg over Zwijnstein. Toen kwamen
er schouwers in Huffelpuf binnen om mij op te halen. Ik ben door het raam gesprongen.
Het prachtige glas in loodraam van Helga Huffelpuf zelf geweest. Ze vloog nog achter mij aan.
'Laat je niet kennen jongen. Probeer alleen een verschil te maken en vertrouw niemand. Iedereen
is op zoek naar macht, niet alleen Voldemort. Als de schouwers je te pakken krijgen zal je gedwongen
worden mensen uit de weg te ruimen. Je bent geen moordenaar. Hopelijk tot ziens'
Met deze woorden vloog Helga weer terug, terwijl ik over de daken van Zweinstein rende. Ik hoorde
geschreeuw achter mij, maar geen voetstappen. Ze volgden mij niet. Ik zag klimop aan de muur van een vleugel
hangen en ik ging via de klimop naar beneden. Natuurlijk had ik er niet bij stil gestaan
dat ze magisch waren, maar ze waren gelukkig vriendelijk en ze zorgden ervoor dat ik ongedeerd op
de grond kwam. Daarna klommen ze weer naar boven en zwaaiden ze me zelfs uit. Ik ben toen van het
terrein afgerend en ik verdwijnselde weg van school. Geen P.U.I.S.T.E.N dit jaar dus.
Ik heb niks meer gehoord. Van niemand niet. Ik weet niet eens of mijn ouders weten wat er met me gebeurd is, wat er nu gaande is. Hoe de complete tovenaarswereld in angst leeft omdat niemand elkaar meer kan vertrouwen. Ik heb ondergedoken bij Olivander. Ik heb zijn toverstokken getest om wat galjoenen bij elkaar te scharrelen. Later kwamen Fred en George met hun fopshop op de Wegisweg en toen ging ik daar ook af en toe langs. Zij waren steeds heel erg druk om het moraal van de tovenaarswereld hoog te houden en ze hadden amper tijd voor mij. Ik was natuurlijk niet goed bevriend met ze, en ze konden ook niks voor mij doen verder.
Ik ben helemaal alleen en nu Carlo er niet meer is voel ik me niet zo sterk als dat ik mij eerder
voelde. Olivander heeft me proberen over te halen iets te gaan doen, maar ik kan niks zonder
opgemerkt te worden door het ministerie of erger.. Mijn doel is nog steeds het zoeken naar een feniks.
Als ik gevonden wordt voordat ik een fatsoenlijke staf heb, zal ik in de handen
van Voldemort of het ministerie vallen. Anders word ik een wapen, een dodelijk wapen.
Fred en George hebben het te druk gehad om me te bezoeken in die tijd en ik kon niet
meer buiten komen omdat mensen naar mij op zoek waren. Alle schouwers kennen mijn naam, al ben ik niet de
belangrijkste persoon die zij zoeken. Ik sta op een soort zwarte lijst ofzo.
Een paar honderd galjoenen staan er op mijn hoofd, maar niet genoeg om groot nieuws te zijn.
Op een dag vielen er handlangers van Voldemort binnen en namen Olivander mee. Ze hebben me toen gelukkig niet ontdekt.
Maar vanaf dat moment was ik helemaal alleen. Ik wilde niemand in gevaar brengen verder, dus ik heb heel veel stokken
van Olivander meegenomen en opgeslagen in een bos ergens in Nederland. Als ik dat niet had gedaan, dan hadden ze
helemaal geen nut meer gehad, want ik had gelezen in de Ochtendprofeet dat er geen stokken meer verkocht werden
omdat het ministerie bang was dat deze in verkeerde handen zouden vallen.
Een tijd later hoorde ik dat Perkamentus dood was. Dit was een grote schok voor de goedwillige mensen in de tovenaarswereld. Toen ik dit hoorde was ik ook geschrokken. Als zelfs Perkamentus niet op kan tegen Voldemort en zijn handlangers, wie dan wel? De enige persoon waar iedereen nog hoop in heeft is Harry Potter. Ik geloof nog steeds niet dat hij ons kan redden van de ondergang. In ieder geval niet alleen, of hij moet een hoop bijgeleerd hebben in de tussentijd. Maar ik denk dat hij nog steeds heel veel geluk gehad heeft. Maar toch, als hij zoveel mensen hoop kan geven, dan is dat wel heel mooi, dan blijven tovenaars tenminste nog ergens hoop in krijgen. En toen ik het artikel verder las, zag ik iets staan wat door elk ander niet belangrijk was geweest: 'De begravenis van Perkamentus was heel droevig en je kon zien hoeveel hij voor de school betekend heeft. Aan het einde van de ceremonie zweefde zijn feniks op een hele sierlijke manier hoog boven zijn graf en de bezoekers waarna hij wegvloog. Perkamentus zal nooit worden vergeten.'
Toen wist ik wat ik moest doen. Olivander was er niet in geslaagd een feniks te vinden waar Carlo en ik achterna zouden gaan voor onze toverstokken. Want feniksen zijn echt zeldzaam. Maar hij heeft mij wel dingen geleerd over feniksen. Ze hebben het eeuwige leven en ze zijn heel erg trouw aan de persoon die hen 'gevangen' hebben. Het is namelijk geen kwestie van vangen, maar de feniks zal je testen of je het waard bent om een deel van zijn eeuwige leven uit te maken, al is dat maar een paar jaar van zijn totale leven. Alleen waar moest ik beginnen? Olivander had me verteld dat de feniks terug gaat naar de plek waar hij oorspronkelijk gevonden is door de laatste eigenaar. Maar het was bij niemand voor zover ik weet bekend waar dat had kunnen zijn. Dus ik besloot om de biebisweg op de wegisweg te bezoeken om meer te weten te komen over Perkamentus. De biebisweg bevindt zich op een onopvallende plek ver achter in de wegisweg, in de buurt van de Verdonkeremaansteeg. Ik liep onopvallend naar de bieb. Het was donker en koud. Dat mag ook wel in de herfst. Iedereen keek somber om mij heen. Iedereen wist dat voldemort terug was, en dat er mensen vermist worden. Weinig reden om iets te vieren. Ik liep de bieb in. Het lijkt niet zo groot, ongeveer even groot als de zaak van Olivander. Alleen is het binnen zo groot dat je je afvroeg of ze tien boeken hadden over elk onderwerp ofzo. Ik liep naar de receptioniste en ik vroeg haar waar ik naar toe moest voor informatie over Perkamentus. Ze verwees me naar gang 73, plank 34, boek 2345 tot en met 2999 op die plank. Ze raadde me ook boek 3000 aan, als ik wat meer zou willen weten over perkamentustoffees. Maar ik zei dat ik niet zo van toffees hield. Het duurde ongeveer een kwartier voordat ik bij de boeken aan ben gekomen. Er is nooit een autobiografie van hem geschreven en de meeste boeken die ik gevonden heb gingen over kleine pietluttige dingetjes die alleen maar interessant is voor tovenaars die niks te doen hebben ofzo. Op een gegeven moment kwam ik een boek tegen dat ging over wat er over zijn reizen bekend waren. Helaas was dat niet zoveel en het kwam erop neer dat de enige die wat wist van zijn reizen was Nicolaas Flamel. Jammergenoeg is hij enkele jaren overleden en kon ik daar dus niks mee. Ik zag de honderden boeken en ik had geen idee in welk boek ik zou kunnen beginnen. Ik sluit mijn ogen en ik pak willekeurig een boek van de plank. Snel lees ik hem een beetje door en ik had met geluk het juiste boek! Vlak voor die tijd was er bekend dat Perkamentus regelmatig op vakantie naar noorwegen ging. Om precies te zijn in de buurt van de stad Bergen. Het tovenaarsdorpje heet v?elfier. Hij vertelde in een interview het volgende: 'In de donkere tijden hebben deze mensen het wel eens over een hartverwarmend lichtpunt in de duisternis. Ik weet niet precies wat ze bedoelden, maar toen ik daar kwam heeft het mijn hart meer verwarmd dan ik me voor mogelijk had gehouden, sindsdien ben ik verlieft geworden op het dorpje. Ook kom ik hier vaak terug omdat hier de origin is van de kakkerlak crunchies die mijn hart al vele jaren geleden gestolen hebben', aldus Albus Perkamentus.
Op dat moment wist ik precies wat me te wachten stond. Ik liep de bibliotheek uit en ik zag links van mij een paar mensen staan in gewaden van parelmoer. Prachtig gewoon. Vooral in deze donkere tijden. Ik keek even naar ze, maar ze keken niet terug. Ik ben blij dat er teminste nog mensen zijn die zich niks aan trekken van Voldemort en de depressiviteit om me heen. Rustig en onopvallend loop ik terug naar de winkel van Olivander. Ongemerkt glip ik naar binnen en begin ik met mijn spullen te pakken. In de bied had ik ook even vlug gelezen over de feniks. Er was heel weinig over ze bekend. Perkamentus noemde in een van zijn andere boeken vaag dat ze aangetrokken worden door de geur van koffie. In ieder geval, dat dacht hij, maar hij werd door de Ochtendprofeer voor gek verklaard. Ik pak mijn dreuzelrugzakje die ik vorig jaar omgetoverd had zodat er makkelijk een kofferbak vol aan spullen in konden. Ik heb in de tijd dat Olivander ontvoerd werd overnacht in het bed van Olivander als het veilig was, en als ik dacht dat ik problemen zou krijgen schuilde ik in de onmetelijk grote geheime ruimte, waar ik altijd kon genieten van koffie. Ik lust het nog steeds niet, maar het was goedkoop en ik hoefde in ieder geval minder naar de wegismarkt om drinken te kopen. Toen ik alles gepakt had in mijn dreuzelrugzakje (kleding, koffie, toverstokken, koffie, toverstokken, koffie en de overige ruimte bewaarde ik voor eventueel meer toverstokken, koffie en spullen die ik misschien van Fred en George mee kon krijgen), liep ik naar de zaak van Fred en George. Ik zag opnieuw iemand in een Parelmoer gewaad. Het leek bijna elfachtig. En dan bedoel ik frans elfachtig en niet huiselfachtig. Toen ik van Olivander vertrok liep deze persoon achter mij aan leek het wel, maar dat kan ook gewoon angst zijn dat ik ontdekt ben. Ik ging wat sneller lopen en ik kwam al snel bij de zaak van Fred en George.
'Goeiemiddag Will. Wat brengt jou hier op deze fantastische middag?', zei George die me meteen herkende, al voordat ik binnen kwam want
hij kwam al naar me toegelopen.
'Ik ga weg voor een tijdje. Het heeft even geduurt maar ik denk dat ik gevonden heb waar ik naar zocht. Ik heb alleen nog wat
extra dingetjes nodig voor noodgevallen. Zullen we even langsgaan wat ik allemaal nodig kan hebben'
George vond dat een goed idee en al snel was mijn tas vol gepakt met de benodigde dingen. Het belangrijkste waar ik naar vroeg was
vuurvaste drakenhandschoenen. Ik zei dat ik het nog wel eens moeilijk zou kunnen krijgen met vuur maken en ik wil mijn handen niet
verbranden in de wildernis. George vroeg verder niet waar ik naar toe ging, al kon hij het misschien wel raden.
Maar hij hield zijn mond en toen Fred kwam zei hij ook niks. Ik hoefde maar de helft van alles te betalen omdat ze vonden dat
ik genoeg had geleden door Carlo. Ik bedankte ze en ik beloofde mezelf hen af en toe een feniksveer te geven als het me lukt
om Felix te vangen. Na twee passen gezet te hebben besefte ik dat ik het belangrijkste vergeten ben! Verschijnselpoeder! Wat
stom van me. Ik draai me om en op dat moment vang ik een glimp op van een parelmoer gewaad. Van die richting werd mijn naam geroepen.
'William wacht even!'
Ik raak in paniek. Snel ren ik hard weg, de andere kant op. Ik ben ontdekt! Vlug en ontwijkend loop ik naar de verdonkeremaansteeg. 'Will wacht!', hoor ik achter me roepen. Ik weet niit wie zij is, maar niemand is nu te vertrouwen. Al helemaal niet iemand die mijn naam weet en nogal opvallend gekleed is. Ik ren door en achter mij hoor ik spreuken. Vloeken die op mij gericht zijn. Vast een volgeling van Voldemort, ik moet hier weg! Ik weet gelukkig de spreuken te ontwijken. Snel ren ik de steeg door. Ik zie een deur links van me. Ik ram hem in en ik sta in een winkeltje. Ik kijk om me heen en ik zie een ton met verschijnselpoeder. Ik doe mijn rugzakje af en ik laat hem een snoekduik maken in de ton. Ik pak ook een galjoen uit mijn zak en laat hem op de grond vallen terwijl ik mijn rugzak weer om doe en een graai in het verschijnselpoeder doe. Ik gooi het op de grond terwijl ik 'Bergen' roep. Op hetzelfde moment Roept het meisje waarschijnlijk iets om mij te verlammen. Ze hoorde dus niet waar ik heen ging en de spreuk miste omdat ik al verdwijnselde. Ik kwam met een plof neer in de buurt van Bergen. Ik hoop het in ieder geval want ik ben vlak voordat ik er zou zijn uit gestapt. Gewoon ergens in het niets. Volgens de wetten van het ministerie is dit verboden en mogen eigenlijk alleen mensen van het ministerie dit. Maar door de chaos wordt er denk ik niet op gelet nu. Ik lig met mijn rug naar de sterren toe. Ik heb weer een doel. Hopelijk vind Felix mij waardig genoeg. Ik zet mijn tentje op die ik in een kast van Olivander heb gevonden en de volgende dag loop ik in de richting van het stadje die ik aan de ochtendzon zie liggen. Met een glimlach kijk ik naar de horizon. Ik leef weer.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het is alweer een hele lange tijd geleden onderhand dat ik een deel heb geschreven van dit verhaal. Een schrijver gebruikt soms of vaak mensen om zich heen om personen in het verhaal te zetten. Zo was mijn beste vriend van bijna een jaar geleden de Carlo figuur. Helaas ben ik niet meer bevriend met hem en kon ik niet meer over hem schrijven, en omdat hij een deel uit maakt van mijn hele verhaal, zag ik niet hoe ik verder kon gaan met het schrijven. Maar ik kan het nu toch weer oppikken en ik zal zo snel mogelijk weer een deel schrijven met het vervolg hierop. Ik waarschuw jullie wel dat ik langzamerhand meer in deel 7 van de boeken van J.K. Rowling ga komen, dus als je de boeken nog niet gelezen hebt, is het misschien niet verstandig om mijn verhaal eerst te lezen vanaf hier.
Ik hoop dat jullie het nog steeds leuk vinden om mijn verhaal te lezen en ik hoor graag wat jullie hiervan vonden :)
belangrijk+++++
De persoon die mij achtervolgd heeft een grotere rol dan je zou denken. Zij beleefd een eigen avontuur
en misschien komt ze zelfs vaker voor in mijn verhaal... wie weet.
het wordt geschreven door TMLM. Zij staat ook tussen de reviews. Ze schrijft haar eigen verhaal over
het meisje die hier even genoemd wordt. Ik hoop dat je die ook gaat lezen.
Veel leesplezier :D
