Vragen zonder Antwoord

.

Stipt om half zes de volgende morgen steeg de Nomad op van het vliegveld van Coopers Crossing. Aan boord waren Debbie de pilote, David de arts, en verpleegster Kate.

David zat naast Debbie in de cockpit, met de kaart uitgevouwen op zijn knieën. "Ik heb geen flauw benul waar we eigenlijk heen gaan," grinnikte hij tegen haar.

"Naar Yara Yara," was het droge antwoord.

"Ja, zoveel weet ik ook nog. Maar waar dat ligt? Ik ben er nog nooit geweest."

"Een dertig mijl ten zuiden van Glendorah," gaf Debbie aan.

"Glendorah?" David vouwde de kaart om. "Zó ver weg? Ik wist niet eens dat dat bij ons rayon hoorde!"

Debbie haalde haar schouders op. "We gaan maar waarheen ze ons sturen."

Kate kwam op het opstapje naar de cockpit zitten. "Het is je eerste keer daar, hè David?"

Hij knikte. "Hoezo?"

"Heb je je nog een beetje kunnen voorbereiden?"

Hij keek haar minzaam aan. "Wanneer had ik dat moeten doen dan?"

Kate zuchtte.

"Wat is er dan in Yara Yara? Nou maken jullie me nieuwsgierig! En een beetje achterdochtig! Vertel eens!"

"Hoe red jij je met gebarentaal?"

"Gebarentaal?" David wilde er een grapje van maken, maar Kates ernstige gezicht weerhield hem daarvan. "Waarom? Is dat een dovenkolonie of zo?"

Kate zuchtte opnieuw. "Nee. Een opvangkamp voor asielzoekers."

Het bleef even stil. David keek fronsend voor zich uit. Wat wist hij van asielzoekers? Weinig. Dat ze met horden tegelijk naar Australië kwamen. Dat de overheid ze in een soort kampen opving. Dat ze soms jaren moesten wachten op een beslissing over al dan niet mogen blijven. En dat het volgens de publieke opinie een verzameling bedelaars, misdadigers en gelukzoekers was. Maar verder? Hij had nog nooit met asielzoekers te maken gehad; ze waren hem bijna even ver als marsmannetjes. En nu zou hij dus vandaag als hun dokter dienst doen.

Hij draaide zich naar Kate om. "Asielzoekers zijn toch ook mensen van vlees en bloed? Wat is daar dan voor speciaals aan dat je daar zo over zucht?"

Kate wisselde een blik met Debbie. "Goed. Beter om je voor te bereiden. Wat je te wachten staat vandaag zijn honderden verhalen; het één nog schrijnender dan het ander. Oorlog, bommen, verkrachtingen, honger, angst, moordende onzekerheid, haat, wanhoop, fatalisme, woede, marteling, vervolging..." Ze stopte om het goed tot hem door te laten dringen. "Het is een heel druk spreekuur. Behalve gewone klachten ook veel stressgerelateerde problemen. Niet alleen van de asielzoekers zelf, maar ook van de mensen die er werken. De meesten hebben hart voor die vluchtelingen, en zouden ze het liefst allemaal een permanente verblijfsvergunning geven. Maar dat is slechts voor een uitzondering weggelegd. Het merendeel wordt na een paar martelende jaren van onzekerheid teruggestuurd naar de hel die ze ontvlucht zijn."

Het bleef stil. David knikte langzaam.

"Verder zijn er altijd een stel met namaakklachten. Die proberen op die manier het streng bewaakte kamp uit te komen om dan onder te duiken in de bush. Door de taalbarrière zijn zulk soort dingen heel moeilijk te onderkennen."

"Ze kunnen toch wel een béétje Engels, hoop ik?" schrok David. "Of moeten we alles met handen en voeten doen?"

"Bij sommigen wel, ja," bevestigde Kate.

David zonk weg in gepeins. En Kate vervolgde zacht: "Wij zijn voor die mensen het enige betrouwbare contact met de buitenwereld, David, want voor de Immigratiedienst moeten ze heel erg op hun tellen passen. Op eieren lopen, zeg maar. Een staatsgevangenis is een vakantieoord vergeleken met de situatie in dat kamp."

Kate trok zich terug achterin het vliegtuig, en liet David de gelegenheid deze gegevens te verwerken voor ze in Yara Yara zouden komen. Er stond hem nog wat te wachten vandaag...