Zoals veel mensen die in België of Nederland wonen, heb ik de Hongerspelentrilogie pas ontdekt toen er in de media reclame gemaakt werd naar aanleiding van de eerste film. Uiteindelijk heeft mijn nieuwsgierigheid het gewonnen, en heb ik toch maar boek 1 gekocht. Dat heb ik in één ruk uitgelezen, en de andere twee boeken volgden al snel. Later heb ik deze website met goede fanfictieverhalen ontdekt, en uiteindelijk ben ik zelf ook met een verhaal begonnen.
Omdat ik absoluut wilde vermijden dat dit verhaal ooit op langdurige hiatus zou gaan, heb ik een heel aantal hoofdstukken vooruit geschreven en ben ik pas daarna begonnen met publiceren. Dit systeem heeft goed gewerkt, want mijn verhaal is op dit moment volledig afgewerkt en telt in totaal twintig hoofdstukken. Deze zullen tijdens de volgende paar maanden één na één online verschijnen. Omdat ik graag nog wat dingen aanpas en soms ook rekening probeer te houden met opmerkingen van lezers, plaats ik meestal om de twee weken een hoofdstuk.
Zoals reeds vermeld in de samenvatting, speelt dit verhaal zich af in het Capitool. Wat ik persoonlijk een beetje mis in de oorspronkelijke boeken - en in de meeste fanfictie - is een discussie over de vraag waarom de meeste capitoolinwoners geen problemen lijken te hebben met de Spelen, en deze zelfs spannend lijken te vinden. In dit verhaal heb ik geprobeerd om daar toch iets dieper op in te gaan, hopelijk is dat gelukt. Daarnaast heb ik zo mijn eigen ideeën over hoe het Capitool er nu eigenlijk echt uitziet. Misschien zullen die ideeën in eerste instantie niet stroken met wat de meeste mensen in eerste instantie dachten, maar ik heb wel mijn best gedaan om alles voldoende uit te werken. Verder heb ik ook een verklaring bedacht voor het feit dat sommige van mijn ideeën nooit vermeld worden in de oorspronkelijke boeken (al komt de echt uitgebreide verklaring pas in hoofdstuk 16). Eigenlijk wou ik vooral een origineel verhaal schrijven, hopelijk ben ik daar min of meer in geslaagd.
Het verhaal is volledig in canon met de drie boeken, hoewel het op enkele punten lichtjes afwijkt t.o.v. de verfilmingen/merchandise. Zo heb ik bijvoorbeeld de bedrijfstak van district 9 veranderd (de functie van dit district wordt in de boeken immers nooit vermeld, later meer uitleg hierover). Ik heb echter besloten om de boeken te volgen en dus niet noodzakelijk de films. Dit verhaal is dus geen AU.
Daarnaast ben ik ook al begonnen aan een sequel op dit verhaal, die zich zal afspelen ten tijde van 'Vlammen'.
HOOFDSTUK 1: PROLOOG
De stem van Claudius Templesmith galmt over de Stadscirkel, die zwart ziet van het volk.
"Dames en heren, de winnares van de zeventigste Hongerspelen is bekend! Een applaus voor Annie Cresta!"
De menigte begint oorverdovend te juichen en in de handen te klappen. Op de grote schermen naast het presidentiële paleis is te zien hoe een hovercraft de jonge vrouw van district 4 uit de arena tilt. Niemand let op het kleine meisje dat zich een weg tussen de mensenmassa op het plein door probeert te banen.
"Mama, papa!" roept ze in paniek, "Waar zijn jullie!?"
Ze wringt zich langs twee chique dames, één van hen slaakt een gil wanneer de helft van haar ijskoude cocktail op haar jurk belandt. De andere vrouw kijkt boos achterom, maar het meisje merkt het niet.
Ik had nooit op eigen houtje een betere plek moeten zoeken, denkt ze. Nu ben ik mama en papa kwijt en hoe moet ik ze ooit terugvinden tussen zoveel mensen? Was ik maar thuis … thuis! Dat is het! Ik ga gewoon naar huis!
De eerste vuurpijlen van het overwinningsvuurwerk schieten omhoog en verlichten de nachthemel. Het meisje neemt niet de moeite om te blijven kijken, ze zoekt zich een weg naar de rand van de Stadscirkel en rent de eerste zijstraat in. Daar, amper vijftig meter verderop, is de ingang van een transferstation. De toegangsdeuren staan wijd open en de TL-lampen aan het plafond verlichten de grote, lege inkomhal.
De Transfer, het tunnelnetwerk dat parallel loopt met de bovengrondse straten van het Capitool, dient niet alleen voor goederenvervoer. Er rijdt ook een shuttledienst van bussen waarmee je tot in alle uithoeken van de stad kan geraken. Normaal gezien is de Transfer 's nachts dicht, maar bij bijzondere gelegenheden zoals de grote finale van de Hongerspelen blijft ze de hele nacht open.
Het is doodstil in het station, iedereen is nog op het plein. Het meisje daalt voorzichtig de marmeren trap af terwijl ze in haar broekzakken tast.
Gelukkig heb ik nog een deel van het geld dat ik vorige week voor mijn twaalfde verjaardag heb gekregen, zegt ze bij zichzelf. Dat moet genoeg zijn om thuis te geraken. Mama en papa vinden mij nog te jong om in mijn eentje de Shuttle te nemen, maar wat moet ik anders?
Beneden holt ze de hoek om en botst ze ruw tegen een man aan die bij een rijtje vuilnisbakken staat.
"Sorry meneer," mompelt ze haastig, "ik had u echt niet gezien."
"Het is niet zo erg hoor. Je bent trouwens de eerste sinds lang die mij meneer noemt."
Het meisje kijkt hem onzeker aan. Hoe komt hij daar nu bij?
"Ik was gewoon op weg naar huis," legt ze uit. "U ook?"
"Naar huis? Ik heb geen huis, kind."
Het meisje doet een stap achteruit.
"Hoe bedoelt u? Iedereen heeft toch een huis?"
"Ik niet meer. Ik ben eruit gezet omdat ik de huur niet meer kon betalen en nu slaap ik op straat."
Daar weet het meisje geen antwoord op. Waren er in het Capitool echt mensen die buiten sliepen omdat ze geen geld hadden voor een huis? En als dat echt zo was, waarom hadden haar ouders en de school daar dan nooit iets over verteld?
"Je hoeft niet bang te zijn voor mij. Ik heb nog nooit kinderen kwaad gedaan en ik ben niet van plan om daar nu mee te beginnen. Maar vertel aan niemand dat je mij gezien hebt, want eigenlijk mag ik hier helemaal niet komen. Nu ja, als je goed oplet kan je de bewakingscamera's wel omzeilen, en deze kans kon ik moeilijk laten liggen."
Hij tilt het deksel van een vuilnisbak op. De feestvierders hebben vanalles weggegooid: hamburgers die half opgegeten in hun verpakking zitten, appels waar maar een paar happen uit genomen zijn, halfvolle zakken chips.
"Het meeste hiervan is nog perfect eetbaar hoor," merkt de man op en hij begint een banaan te pellen waar alleen maar enkele bruine vlekjes op zitten.
Het meisje weet niet wat ze moet zeggen. Eten uiteen vuilbak halen, wie deed nu zoiets? Had die man misschien niet eens genoeg geld om zelf iets te kopen?
Plotseling weerklinken er harde voetstappen op de trap. Het meisje duikt in een reflex weg achter de rij vuilnisbakken. De man probeert zich nog uit de voeten te maken, maar het is te laat.
"Staan blijven!" roept één van de vredebewakers. "We hebben je wel gezien!"
Het groepje bewakers komt dichterbij. Eén van hen begint de man te fouilleren, een andere doorzoekt de inhoud van zijn rugzak.
"Identiteitsbewijs, alstublieft."
"Ik ben mijn portefeuille thuis vergeten, maar ik woon in-"
"Geen smoesjes, kerel! Je kleren en de inhoud van deze rugzak doen mij sterk vermoeden dat je een zwerver bent. En waar komen die banaan en dat aangebroken pak koekjes vandaan? Uit de vuilbak zeker?"
"Hij is wel degelijk dakloos, hoor," antwoordt de derde vredebewaker. "Ik herken hem, ik heb hem al een aantal keren zien rondhangen in de buitenwijken. We hoeven niet te twijfelen."
"Je weet goed genoeg dat daklozen onder geen enkele voorwaarde in het stadscentrum binnen de Ringweg mogen komen! Zeker niet wanneer de Hongerspelen op tv zijn! En je weet ook wat er gebeurt met degenen die dit verbod overtreden!"
De vredebewakers kijken om zich heen terwijl ze de man stevig vasthouden. Het meisje durft zich niet te verroeren, ook al kan niemand haar zien nu ze op haar knieën achter de vuilbakken zit.
"We kunnen deze zaak net zo goed meteen afhandelen. Zijn schuld is bewezen en we weten allemaal wat er nu volgens de wet gedaan moet worden. We hoeven hem niet eens mee te nemen naar de kazerne, er is hier toch geen mens te zien. Iedereen is nog op de Stadscirkel en de eerstvolgende shuttle komt pas over een half uur."
"Inderdaad," zegt de leider van het groepje. "We kunnen het net zo goed nu meteen doen. Strikt genomen moet het in een kazerne gebeuren, maar eigenlijk maakt het mij niet veel uit waar we het doen. Zoals jij al zei, er is hier toch geen mens te zien. En op sommige plaatsen doen ze het zelfs waar de bevolking bij is. Trouwens, dit is al de derde die we deze week betrappen! Ik ben het nu wel meer dan beu!"
Vanuit haar schuilplaats achter de vuilnisbakken kan het meisje niet zien hoe het pistool getrokken wordt. Maar ze hoort wel het schot.
Oef, dat laatste stukje was echt niet leuk om te schrijven! Maar het speelt natuurlijk wel een rol in de rest van dit verhaal (pas later, veel later, zullen we te weten komen waarom hij dood moest). Ik weet dat dit hoofdstuk aan de korte kant is, het is dan ook een proloog. Hopelijk vonden jullie het redelijk goed en zijn er toch een aantal mensen die het verhaal verder willen volgen. De eerste die een review post, zal mij alvast heel blij maken.
