"Mam? Mama?" Ik loop door het hele huis op zoek naar mijn moeder. "Mama! Mam? Waar ben je?" Ze is weer nergens te vinden. Ik klop op de wc deur. "Mam? Ben je daar?" Geen antwoord. Ik begin toch een beetje bang te worden. Mijn moeder heeft me nog nooit alleen gelaten. Tja, als vijfjarige wordt je nou eenmaal niet alleen gelaten. Ik ren weer terug naar boven, zo goed en zo kwaad als het kan met mijn kleine beentjes en klop op de slaapkamerdeur. "Mama?" Ik maak de deur open en zie dat de raam open staat. Maar er is geen spoor van mijn moeder. Ik ga onder maar op de bank zitten en kijk tv. Mam zal vast wel buiten zijn, denk ik. En ze is vergeten het me te vertellen. Na wat voor mij een eeuwigheid lijkt komt mijn vader binnen. "Pap, waar is mama? Is ze buiten?" Mijn vader kijkt me raar aan. "Is ze niet hier bij jou?" Ik schud mijn hoofd. "Vreemd. Ik zal eens bellen." Hij pakt zijn telefoon en belt naar het nummer van mijn moeder. In de tas in de hoek van de kamer speelt het melodietje. "Vreemd" mompelt mijn vader weer.
Dat is het laatste wat ik nog weet van de dag dat mijn moeder verdween. Ze hebben haar toen opgegeven als vermist bij de politie. Maar als vijfjarige weet je natuurlijk niet wat er gebeurt. Ik dacht dat mijn moeder de kamer weer in zou komen lopen en doen alsof er niets aan de hand was. Maar toen ze na een paar weken me nog steeds niet het beloofde verhaaltje had voorgelezen, begon ik toch te snappen dat ze niet meer thuis zou komen. Nu weet ik waarom. Maar ik had het veel liever niet geweten.
