Hoofdstuk 1: Terug naar Zweinstein

"James! Sirius!" Vrolijk zwaaiend huppelde Peter naar de twee jongens toe en groette hij James zijn ouders. "Zijn jullie ook klaar voor het vijfde jaar! Dit jaar hebben we UILen, dus we zullen het dit jaar ook wel heel druk krijgen met veel huiswerk en moeilijkere lesstof enzo. Ik heb Waarzeggerij maar laten vallen, want dat wordt-" "Wow, Wormstaat. Niet te enthousiast over schoolwerk beginnen, he." Onderbrak James hem grijnzend. "We zitten nog niet eens in de trein." Vulde Sirius hem aan. "Oh, oh ja, sorry." Piepte Peter zachtjes. Hij wiebelde zenuwachtig op en neer. Hij had het geluk dat Sirius en James zijn vrienden en Remus natuurlijk ook! Peter stootte met zijn elleboog tegen James zijn arm en die deed vervolgens hetzelfde bij Sirius. "Kijk eens wie we daar hebben." Zei Peter gniffelend. "Mam, pap, wij gaan nu in de trein zitten. Ik schrijf als we zijn aangekomen." Zei James snel en met zijn drieën stapten ze de trein in. Ze zouden Remus dadelijk wel tegen komen.

"Daar heb je hem weer." Spoorde Peter de andere twee aan, wijzend op een jongen met zwarte, vettige haren die vlak voor hen liep. In zijn ene arm had hij een stapel boeken vast. Sirius trok er een saai uitziend boek tussenuit, waardoor alle boeken op de grond donderden. "Wat voor boeken heb je bij Secreetje. Vertelsels van Baker de Bard?" zei hij spottend. "Oh! Laat mij eens zien!" zei James lachend. Er waren ondertussen mensen uit hun coupé's gekomen om te kijken wat er aan de hand was. "Ik lees je wel voor Secreetje, kun jij ondertussen je andere kinderboeken oprapen." Zei James spottend. "De Tovenaar en de Hinkelpan-" begon James, "Er was eens een vriendelijke oude tovenaar, gul en wijs, die zijn toverkracht gebruikte om zijn buren te helpen. Oh Secreetje, wat zullen je Zwaddervriendjes er niet van vinden dat je dit soort boeken leest. Maar omdat hij de bron van zijn krachten-" "Geef terug Potter!" In een poging het boek uit de handen van James te grissen, liet Severus al zijn boeken opnieuw op de grond vallen. Hij kreeg het voor elkaar om het boek te pakken te krijgen en raapte snel zijn boeken bij elkaar. Toen hij door wilde lopen, zag hij door de stapel boeken niet dat Sirius zijn voet had uitgestoken, waardoor hij voor de derde keer achter elkaar al zijn boeken op de grond liet vallen. Dit keer viel hij er zelf mee bovenop en stootte zijn lip open aan een van de boeken. Severus wist niet hoe snel hij moest maken dat hij weg kwam, terwijl de drie jongens en het publiek hem uitlachten.

"Ah, daar zijn jullie." De drie jongens waren nog aan het nakletsen over de stuntelige 'Secretus', toen Remus binnen kwam en rustig op zijn plek ging zitten. "Remus! Remus! Je gelooft nooit hoe dom Secretus nu weer is geweest! Hij was ook zo ongelofelijk bang! Tot drie keer toe liet hij zijn boeken vallen! En iedereen zag hoe dom en bang hij was, en-" "WORMSTAART!" riepen de drie andere jongens tegelijk. "Je kunt ook nooit eens op een rustige manier praten he, of gewoon je mond houden." Bekte Sirius hem af. Peter trok een pruillipje en keek Remus aan voor hulp. Die haalde simpelweg zijn schouders op en nam plaats. "Leuke vakantie gehad jongens?" vroeg Remus, waarna hij een boek tevoorschijn haalde en die opende.

"Bij Merlijns ongewassen onderbroeken! Remus!" riep James opeens uit, waarna de andere drie van schrik bijna van de banken af schoven. Peter schrok zo erg dat hij drinken gemorst had. "Wat?" vroeg Remus verward. "DAT!" riep Sirius uit, die het nu ook gezien had en op een glimmende badge op de borst van Remus wees. "Oh, dat." Zei Remus, terwijl hij zijn schouders ophaalde. "Wat? Wat? Wat? Ik zie niks?" zei Peter, die naar Remus staarde alsof hij het meest interessante leerobject was. "Ooh! Klassenoudste! Waarom heb je niks gezegd?" vroeg Peter enthousiast, terwijl hij op en neer stuiterde. "Dat is waar ook. Klassenoudste zijn dit jaar aangewezen. Oooooh! Wie zal de andere hebben?" Piepte Peter, terwijl hij niet kon stoppen met wiebelen van opwinding. "Lily Evers." Zei James. "Zeg, alleen maar omdat jij Lily de meest geweldige heks van ons jaar vind, betekent niet dat zij het wordt." Zei Sirius. "Nee, ik weet zeker dat Lily Evers het is." Zei James en wees op de coupédeur.

"Potter! Zwarts!" Lily maakte de deur open. De badge op haar borst zag eruit alsof die iedere vijf minuten schoon gemaakt werd. "Ik heb gehoord dat jullie tot drie keer toe Severus met boeken en al op de grond hebben laten vallen." Zei ze boos. Severus verscheen achter haar in de opening van de deur. "Ja, dat klopt. Maar Lily, waarom ga je met hem om? Kijk maar uit dat hij dadelijk geen sprookjes voor gaat lezen-" James stond op, liep naar Lily toe en streek een pluk haar die voor haar gezicht hing weg. "-waarom blijf je niet bij ons? AU!" Lily had James hand weg geslagen, die vervolgens tegen de coupedeur was gekomen en nu bonsde als een gek. "De kleuter hier ben jij Potter. Als je een normaal gesprek met Severus had gevoerd, dan had je geweten dat ik om dat boek had gevraagd en hij die voor mij mee had genomen. Kom Remus, we gaan rondes lopen. Severus, jij kunt beter terug gaan naar je coupé." Zei ze bazig.

James, Sirius en Peter bleven met zijn drieën stomverbaasd achter. James zijn hand was gaan bloeden, er was een snee in gekomen van de coupé deur. "Is dat nou net echt gebeurd?" vroeg James verward. Het was niet vaak dat hij met zijn mond vol tanden stond waar Lily Evers bij stond. Meestal had hij juist wat te zeggen. Het was de eerste keer dat Lily op zo'n manier op hem gereageerd had. James ging zitten, pakte een van zijn schoolboeken uit zijn koffer en zocht een goede spreuk om de snee dicht te maken. "Sirius, aan jou de eer." Zei hij tegen zijn beste vriend, die vervolgens zijn best deed om de snee te helen, maar er gebeurde niks. "Oh, oh, hier James, dan kun je het verbinden tot we op school zijn!" zei Peter snel, terwijl hij opgewonden zijn sjaal aan James gaf. James zuchtte een keer. Nou, dat moest dan maar. "Dankjewel Peter." Zei hij. Met moeite verbond James zijn eigen hand. Ach, zo lang het maar dicht bleef zitten was het prima. "Dit jaar is het laatste jaar dat Erik Chang hier nog op school zit. Wie zal er volgend jaar Aanvoerder worden van het zwerkbalteam? Vast en zeker ik!" zei James, om het onderwerp naar iets anders toe te brengen dan zijn afgang tegenover Lily.

Het was rustig in de trein. Remus en Lily waren bijna klaar met het rondje maken. Sterker nog, de coupé waar Remus zijn vrienden zaten, kwam alweer in het zicht. Er was niet veel gezegd. Ze kenden elkaar wel. Natuurlijk, zelfde jaar, zelfde afdeling, zelfde klassen. En ze werkten vaak genoeg samen tijdens de lessen, maar dat was allemaal voor school. Trouwens, hij zou James te jaloers maken als hij vaak met Lily rond zou lopen. Hij vond haar hartstikke aardig en zo, als klassenoudste zijnde, had hij ten minste een reden om Lily beter te leren kennen. "De Vertelsel van Baker de Bard zijn welk leuke verhalen, maar ze zijn op een hele kinderlijke manier geschreven." Zei hij tegen Lily. Die knikte. "Remus, ik weet je geheim." Zei ze, toen ze weer bij de coupé aan waren gekomen. "En maak je geen zorgen, niemand komt het te weten. Je geheim is veilig bij mij." Remus stond verstijfd. Hoe kon ze dat nou weten? Hij had er helemaal niks van laten merken, toch? "Ik zie je vanavond Remus! Vergeet niet dat we de eerstejaars de goede kant op moeten wijzen!" En na die worden voegde Lily zich weer vrolijk bij haar vriendinnen.

De coupédeur schoof open en ineens stond James voor Remus zijn neus. "Wat was dat allemaal? Wat heeft ze gezegd? Wat hebben jullie gedaan?" vroeg James, die Remus de coupé mee in sleurde. Nou was het een mooi moment om James voor de gek te houden. "Nou, ze kuste me opeens." Zei hij. "WAT!" James zag ineens lijkwit. "Ja, ik schrok en kuste terug." Zei hij bloedserieus. Remus keek Sirius aan. Sirius had het gelijk in de gaten, maar James werd helemaal panisch. Hij stampte op de grond en vloekte van Merlijns grijze baard tot aan zijn stinkende sokken aan toe. "James, James!" probeerde Sirius hem lachend te kalmeren. "Denk je serieus dat Remus achter jou rug om met jou grote liefde zou gaan staan zoenen?" zei Sirius grijnzend. Sirius en Remus schoten in de lach bij het zien van James verwarrend gezicht. Maar uiteindelijk lachte James toch even mee. "Nou Reem, als je maar weet dat je zo'n geintjes niet meer uit moet halen. Ik had je nog bijna vervloekt." Zei hij.

Lily moest lachen bij het verhaal dat Remus vertelde. "Echt? Je hebt het jezelf daar wel moeilijk gemaakt." Zei ze grijnzend tegen Remus. "Eerstejaars! Uitkijken! De trappen verschuiven en sommige treden moet je overslaan!" Zei Lily middenin hun gesprek. Remus grijnsde. "Nou ja, James is niet de enige die geintjes uit mag halen met anderen." Zei hij. Remus keek achterom. Die eerstejaars werden ook steeds kleiner. "Waarom zouden ze mij Klassenoudste hebben gemaakt?" vroeg hij zich hardop af. Lily haalde haar schouders op. "Misschien in de hoop dat Potter en Zwarts wat rustiger worden?" zei ze. "Hmm." Zei Remus bedenkelijk. "Dat zou me toch nooit lukken. Die twee doen altijd wat ze zelf willen." Remus en Lily gingen de eerstejaars voor naar het portretgat en lieten ze de leerlingenkamer binnen. Lily gaf een korte uitleg van waar ze wat zouden vinden en wat er de volgende ochtend zou gebeuren. "Ik zie je morgen Remus. Er is een speciaal ontbijt voor klassenoudsten." Zei ze en glimlachte. "Tot morgen." Zei Remus, waarna hij naar de slaapzaal ging die hij met zijn vrienden deelde. Hij keek naar zijn vrienden die lachend over Secretus zich aan het omkleden waren om te gaan slapen. Morgen. Morgen zou hij het hen vertellen. Het was hoog tijd. Als ze ook maar een beetje zo slim waren als Lily, hadden ze het waarschijnlijk toch wel al door.