De zon werpt zijn lichtrode gloed over de weilanden en stallen. Langzaam komt het district tot leven. Rook komt uit de schoorsteen van de bakkerij. De meelboer opent zijn deuren en ook de eigenaar van het diervoederbedrijf schuift de grote deuren voor de ingang opzij.
Dit zie ik allemaal terwijl ik de deuren van de smederij opensla. Ik knijp mijn ogen dicht voor de rode gloed van de zon. 'Nieuwe dag,' mompel ik. 'Dezelfde ellende.' In de smederij maak ik het vuur aan. Gisteren brak een wiel van één van de wagens die in de koeienstallen wordt gebruikt voor het voeren van de koeien. De wagen werd bij mij gebracht. Het is de bedoeling dat ik de houten wielen op de wagen vervang voor metalen wielen. Deze gaan immers langer mee. Ik heb gisteren al twee van de vier wielen vervangen. Ik hoop vandaag de twee andere wielen te kunnen vervangen want nu de werknemers in de koeienstallen één van hun wagens missen, maken zij langere dagen, omdat ze nog steeds alle koeien moeten voeren met minder wagens.
Tot het ontbijt ben ik druk met het bevestigen van de ijzeren spaken aan het middenstuk van het derde wiel dat ik aan het maken heb. De smederij is direct verbonden aan ons kleine houten huisje. Via een deur aan de achterkant van de smederij kom ik direct in de keuken terecht. De geur van gebakken ei komt me tegemoet. Mijn jongere broer Kay staat bij het vuur. 'Goeiemorgen, Marcus,' zegt hij vrolijk. 'Goeiemorgen,' groet ik terug. Ik werp een blik in de pan waar twee eieren worden gebakken. 'Dat ziet er goed uit,' zeg ik tevreden. 'Het zijn eendeneieren. Ik vond ze gisteren in het Wildbos toen ik samen met Shadow de strikken ging controleren.' Er komt wat gepiep uit de hoek van de kamer. Shadow heft zijn kop op bij het horen van zijn naam.
Ik loop naar hem toe en aai hem over zijn kop. De grote hond geeft wat likjes over mijn hand. Het is verbazend dat deze hond mij aardig vindt aangezien ik hem wilde verdrinken toen het nog een pup was. Toen mijn vader nog leefde had hij een mooie zwartbruine hond die Lexa heette. Met dit teefje fokte hij honden die hij aan de schaapsherders van ons District verkocht. Deze honden worden opgeleid om de schapen op de weilanden te beschermen tegen aanvallen van wolven. Zo verdiende mijn vader nog wat extra geld. De smederij bracht maar weinig geld op. Vredebewakers betaalden nooit voor de diensten van mijn vader, omdat hij wapens smeedde voor de rebellen tijdens de opstand. Klanten die wel betaalden hebben meestal, maar weinig geld en daarom verdiende mijn vader maar weinig met de smederij. Maar voor een gezonde hond die opgeleid kan worden om de schapen te beschermen en de herders en herderinnen kan helpen met het schapen drijven wil men goed geld betalen. Zo hield mijn vader het hoofd boven water. Totdat Lexa oud werd en mijn vader niet meer wilde fokken met deze hond, omdat dat schadelijk is voor een oudere hond.
Maar ondanks haar leeftijd werd Lexa nog steeds loops en op een dag was ze uit de smederij verdwenen. Het duurde twee dagen voor ze terugkwam. Na negen weken wierp ze twee pups. Er komt een frons op mijn gezicht. Die negen weken waarin Lexa drachtig was is de donkerste periode uit mijn leven.
3 jaar eerder
Slap zit ik in de stoel in het huis van mijn tante. Gehurkt zit ze bij me terwijl ze haar handen op mijn schouders heeft gelegd. 'Je moet sterk zijn, Marcus.' Kay zit huilend op de vloer. Lexa is tegen hem aangekropen en heeft hij kop op zijn schoot gelegd. 'We kunnen papa toch niet zomaar dood laten gaan!' schreeuwt hij. 'We moeten hem bevrijden!' Mijn tante loopt naar hem toe. 'We kunnen niets doen,' zegt ze. Ik kijk vanuit mijn ooghoek naar hen. Ik zie hoe er nu ook een traan over haar wang rolt. Hoe vertel je een elfjarige jongen dat zijn vader word vermoord? Tante Heda probeert Kay te omhelzen, maar hij slaat haar armen weg en staat boos op. 'We moeten het proberen!' zegt hij. 'Lexa kan ons helpen. Zij bijt alle bewakers dood en dan kunnen we papa uit de gevangenis halen!' Ik kijk naar mijn boze, huilende broertje en de oude hond.
Mijn tante blijft op hem inpraten totdat hij zich uiteindelijk huilend in haar armen werpt. Samen huilen ze totdat er geen tranen meer zijn. Ik zelf huil niet. Ik moet straks naar het gemeentehuis om mijn vader voor het laatst te spreken. Mijn vader mocht één iemand spreken voor zijn executie. Hij koos voor zijn oudste zoon.
Er wordt op de deur geklopt. Wanneer mijn tante de deur opent staat de burgemeester voor de deur. Zijn gezicht staat ernstig. 'Cornelus heeft mij toegestaan Marcus te begeleiden naar het gemeentehuis in plaats van de vredebewakers' zegt hij met neergeslagen ogen. Mijn tante wenkt en ik sta op uit de stoel. Ik omhels eerst mijn broertje en daarna omhels ik mijn tante. 'Let op Kay,' zeg ik zachtjes tegen haar. 'Hij mag het huis niet uit. Ik ben bang dat hij naar het plein wil om zijn vader te zien.' Mijn tante knikt en belooft hem thuis te houden.
Zwijgend loop ik naast de burgemeester richting het gemeentehuis. Mijn vader wordt vastgehouden in de gevangenis onder dit gebouw. 'Je vader wordt momenteel vastgehouden in één van de zitkamers, jongen,' zegt de burgemeester. 'Hoofdvredebewaker Cornelus geeft jullie vijf minuten samen.' De stem van de burgemeester trilt. Ik weet dat hij dit niet wilde. Maar de burgemeester maakt hier niet de dienst uit. Dat doet de hoofdvredebewaker. Toch wil ik niet met hem praten. Voor zover ik weet heeft hij niets voor mijn vader geprobeerd. Niet dat dat iets had uitgemaakt.
De burgemeester leidt mij naar de juiste kamer in het gemeentehuis. Voor de deur staan twee vredebewakers. De burgemeester legt zijn hand op mijn schouder, maar ik schud hem af. 'U kunt gaan,' zeg ik met een vaste stem. De burgemeester knikt droevig en vertrekt. Een van de vredebewakers opent de deur en gebaart dat ik naar binnen mag. In de deftige kamer zit mijn vader op de mooi beklede bank. Er zitten kettingen om zijn enkels, maar zijn handen zijn niet geboeid. Ik werp me in zijn armen. 'Het is al goed, Marcus,' zegt mijn vader rustig. 'Huil niet.' Ik zet mijn tanden op elkaar om de niet in huilen uit te barsten. Mijn vader duwt me iets van hem af en dwingt me hem aan te kijken. 'Marcus, jij bent nu de oudste thuis. Je moet voor je broertje zorgen. Je tante heeft, maar weinig geld en dus moet je proberen zelf wat te verdienen met de smederij als je die van de Hoofdvredebewaker mag houden.'
Ik kan niet helder nadenken en de vele woorden en de zakelijke toon van mijn vader brengen me in de war. 'Ik kan toch niet in mijn eentje een smederij draaiende houden?' stamel ik. 'Niemand brengt zijn kapotte spullen naar iemand van veertien jaar oud,' zeg ik ongelovig. 'Mijn vader schud me ruw door elkaar. 'Je moet het proberen! Voor je broertje. Hij mag niet verhongeren.' Ik knik gedwee. 'Maak niet dezelfde fout die mij hier heeft laten belanden,' zegt mijn vader. Luister naar de orders van de vredebewakers. Weer knik ik. Mijn vader is gevangengezet, omdat hij weigerde de geweren van de vredebewakers schoon te maken en te repareren. Het leek even alsof hij al gauw weer vrij zou komen. District 10 heeft immers een smid nodig. Maar Jed Larson, de zoon van de kleermaker, zag zijn kans schoon en opende met het geld van zijn vader een eigen smederij. Toen mijn vader niet meer onmisbaar was, werd hij door Cornelus ter dood veroordeeld. Vast om te laten zien wat er gebeurd wanneer je niet naar de vredebewakers luistert. Mijn vader vertelt me nog belangrijke dingen over het smeden van ijzerwaar en waar alle belangrijke voorwerpen liggen. Wanneer de vijf minuten voorbij zijn omhelst mijn vader me stevig. 'Ik ben zo trots op jou en Kay, Marcus. Jullie zijn het mooiste wat jou en je moeder zijn overkomen,' zegt hij met een trillende stem. 'Zij zou ook trots op je zijn geweest.' Mijn vader staart naar het tapijt en zucht diep. 'Ik zal haar nu heel gauw weer zien zegt hij met een droevige glimlach.
De deur van de kamer vliegt open. 'De tijd is om,' zegt de vredebewaker. Wanneer ik de kamer wordt uitgeleid zie ik Cornelus. Ik verzet me tegen de verleiding om op hem in te slaan. Ik denk aan mijn belofte aan mijn vader. Niet dezelfde fouten maken. Mijn broertje zal me nodig hebben. 'Maak meneer Long klaar voor de executie,' hoor ik hem tegen één van de vredebewakers. Deze haalt zijn boeien tevoorschijn en loopt de kamer in. Ik wordt door de andere vredebewaker naar het plein naast het gemeentehuis geleid. Ik moet vooraan staan bij de executie. Dit moet ervoor zorgen dat ik niet zo opstandig wordt als mijn vader. Mijn tante heeft de hoofdvredebewaker gesmeekt mij toe te staan thuis te blijven tijdens de executie, maar het heeft niets geholpen. Mijn broertje hoefde er gelukkig niet bij te zijn.
Het plein is volgelopen. Hoewel een executie iets is wat de mensen vreselijk vinden is er toch iets wat maakt dat mensen ernaar kijken. Ik snap het niet. Ik wil helemaal niet zien wat er gaat gebeuren. Er wordt plaatsgemaakt voor mij en de vredebewaker zodat ik vooraan sta in de menigte. Er is een soort podium gemaakt van planken. Hierop zal mijn vader worden doodgeschoten. De vredebewaker blijft bij me staan. Waarschijnlijk om te voorkomen dat ik iets raars doe zoals het podium opstormen wanneer mijn vader wordt doodgeschoten. Maar ik ga niets doen. Dat heb ik mijn vader belooft.
Klokslag twee uur gaan de deuren van het gemeentehuis open en loopt hoofdvredebewaker Cornelus van het gemeentehuis naar het podium. Mijn vader loopt achter hem aan terwijl er aan beide kanten zijn geboeide armen worden vastgehouden door vredebewakers. Wanneer mijn vader op het podium staat wordt hij op zijn knieën gedwongen. De stem van Cornelus galmt over het plein. 'Michael Long. Door de macht die mij is toegekend door president Thelonieus Wells, veroordeel ik je ter dood voor het verzuimen van de werkplicht. Heb je nog laatste woorden?' even is het stil. Mijn vader richt zijn hoofd op en kijkt de hoofdvredebewaker recht in de ogen. 'Jij bent mijn woorden niet waard,' zegt hij langzaam en fel. Heel even lijkt Cornelus in de war te zijn door de rust waarmee mijn vader de woorden uitspreekt, maar hierna pakt hij zijn pistool uit zijn holster. En richt het op mijn vaders hoofd. Ik kijk naar de lucht waar ik vogels zie cirkelen. Ik wil niet zien wat er gaat gebeuren. De vogels lijken wel uren in de lucht rond te cirkelen voor ik het schot hoor waarmee het leven van mijn vader wordt beëindigt. Daarna is er alleen nog de nagalm en de doffe klap wanneer het lichaam van mijn vader op het podium valt.
