"Bad news isn't wine. It doesn't improve with age." (Colin Powell)
De Ligusterlaan lag er bij zoals hij er altijd al had bijgelegen. In de laatste 21 jaar was er nauwelijks iets veranderd. De voortuintjes van de huizen lagen er, zoals steeds, onberispelijk bij. De warme julizon gaf al stevig van katoen, toen meneer Duffeling in zijn auto stapte, onderweg naar zijn werk.
Meneer Duffeling werkte bij Drillings, waar hij zijn vader was opgevolgd. Na het binnen halen van een gigantisch contract waren zijn vader en moeder verhuisd, naar een huis dichter bij meneer Duffelings tante Margot, de zus van zijn vader. Ze brachten daar hun oude dag door met zagen en klagen over de moderne tijd en de ondergang van de jeugd.
Dirk Duffeling wist niet dat zijn tot nu toe rustige leven vandaag ingrijpend zou veranderen. Er waren in het verleden dingen gebeurd die moeilijk te begrijpen waren en die nooit helemaal waren uitgesproken. Tegen zijn ouders zweeg Dirk erover. Zij probeerden te vergeten. Hij vond dat moeilijker. Hij praatte er ook niet over, toch niet over de details, maar hij deed ook niet alsof er nooit iets was gebeurd. Zijn vader en moeder zouden Harry's spullen hebben weggegooid, hij niet. Hij had de kamer op slot gedaan, met alle spullen erin en geweigerd om er nog over te spreken. Elk jaar stuurde hij Harry met kerst een kaartje.
Na een lange en saaie dag op zijn bureau kwam Dirk thuis. Bij het binnenkomen zag hij dat iemand de post achteloos aan de kant had gelegd. Onwillekeurig moest hij grinniken. Vroeger, toen zijn moeder hier nog woonde zou het geen waar zijn geweest. Zijn moeder was allergisch aan rommel. Io, zijn vrouw, was dat duidelijk niet. Niet dat hun hele huis vol rommel lag, maar op sommige plaatsen heerste er een gezonde wanorde. Als zijn moeder op bezoek kwam gingen er altijd twee stressvolle dagen van opruimen aan vooraf en moest er voor worden gezorgd dat ze vooral niet de verkeerde schuif opentrok. Hij was veranderd, door Io: minder strikt dan zijn ouders en minder gesteld op wat andere mensen van hem dachten.
Terwijl hij naar de keuken liep nam hij de post door: rekening, rekening, infobrochure over een school voor Elisabeth, hun dochter, die met elf geworden was, en - Dirk bevroor - een perkamenten enveloppe geadresseerd aan Elisabeth Duffeling, kinderkamer, Ligusterlaan 4, Klein Zanikem. Angstig draaide Dirk hem om: de enveloppe was verzegeld met was. In het was stond een Z gedrukt. Dirk kreunde. Hij had altijd de bedoeling gehad om op een dag, als hij er klaar voor was, de kleinste slaapkamer, Harry's kamer terug te openen. Maar de tijd had hem ingehaald en nu voelde het alsof de kamer in zijn gezicht was ontploft. Hij stak de brief in zijn binnenzak. Nu niet, nog niet vanavond. Hij moest eerst nog wennen aan het idee.
De volgende morgen oversliep Dirk zich, dus vergat hij het. Hij dacht pas terug aan de brief terwijl hij in de file stond. Hij nam zich voor om op zijn werk de brief te lezen. Aangekomen op zijn werk, snauwde hij naar zijn secretaresse dat hij niet gestoord wilde worden (in tegenstelling tot zijn vader was hij normaal wel vriendelijk, wat hij had geleerd van Io).
Hij zette zich in zijn stoel en opende met trillende handen de enveloppe. De brieven zagen er net hetzelfde uit als die die Harry zoveel jaren gelden had gekregen. Alleen stond er deze keer bij dat ze moesten schrijven als ze iemand van de school op bezoek wilden om uitleg te geven. Ze dachten dat het waarschijnlijk niet nodig was omdat Dirk tenslotte was opgegroeid met een tovenaar in huis.
Na lang wikken en wegen kwam Dirk tot een besluit. Het was de enige optie. Hij trok zijn jas aan, zei tegen zijn secretaresse dat hij de rest van de dag niet beschikbaar was en stapte in zijn auto. Hij moest naar Londen.
Verdere hoofdstukken liggen klaar en zullen worden gepubliceerd als ik merk dat er aandacht is.
Al ben ik met weinig aandacht ook al tevreden.
