Emma zat in de kleine kelder. Ze keek rond en zuchtte. Al twee maanden zat ze hier opgesloten, in een kooi. De kamer was helemaal donker, maar toch kon ze heel goed zien. Ze had haar gedachten opgesloten. Ze dacht nergens meer aan, alleen aan haar herinneringen van vroeger, niet over de toekomst. Ze dacht weer verder over De Nacht. Toen het gebeurde.

~*~*~

Emma liep naar huis van het schoolfeest. Ze was tien jaar, maar had niet het normaalste leven die je kon hebben. Ze was Het Rare Kind in de klas. Iedereen haatte haar. Zo voelde ze zich tenminste. Ze had geen vriendinnen of vrienden. Vaak wenste ze zich dood, maar ze hield vol. Haar ouders hielden van haar, dat dacht ze tenminste, maar ze lieten het nooit zien. Ze lieten haar alleen naar huis lopen om tien uur 's avonds, terwijl ze wisten dat er rare figuren rond liepen. Ze hadden het altijd te druk met hun werk. Haar ouders hadden een groot restaurant en ze moesten vaak daarheen om te werken en om dingen te regelen. Nu werkten ze ook.

Emma liep langs oude huizen. Dit was de kortste weg naar haar huis. Ze vond het niet leuk op het feest. Haar ouders hadden haar overgehaald om te gaan. Emma liep sneller. Ze had geen goed gevoel over deze plek. Deze buurt was niet goed.

Van stevig doorlopen rende ze nu. Iemand volgde haar en hoe hard ze ook rende, de zwarte schaduw achter haar volgde haar nog steeds.

Het had haar ingehaald. Sterke handen hielden haar vast. Een om haar midden en een over haar mond, zodat ze niet kon gillen. Ze stribbelde tegen, maar hij was te sterk. Ze werd in een van de huizen gedragen. Het was 'Het Spookhuis', zoals veel kinderen het noemden. Er woonde al jaren niemand. Niemand mocht erin.

Emma kon niet meer goed nadenken. Ze werd op de grond gegooid in de donkere kelder van het grote huis. Het enige licht dat er was, was van een kaars, die brandde op een oude kast. Het enige in de kamer was een bed. Wat ging er nou gebeuren?

Ze werd opgetild van de grond en op het bed gegooid. Ze wilde gillen, maar toen ze de jongen zag die haar naar binnen had gedragen schrok ze. Hij was rond de veertien en zijn huid was bleker dan ze ooit had gezien. Zijn ogen waren zwart en het leek alsof hij geen ziel had. Emma begon te rillen en voelde alsof ze bevroren was.

"Rustig maar," zei de jongen. Zijn stem klonk koud, waardoor Emma kippenvel kreeg. "Het doet alleen maar voor eventjes pijn. Ik kan er niet meer tegen. De eenzaamheid is verschrikkelijk. Daarom geef ik je iets wat vampiers maar zelden geven aan een mens." Hij knielde naast haar. "Het eeuwige leven."

Hij boog zich over haar heen en beet in Emma's nek, met tanden die langer waren dan een normaal mens. Emma gaf een gilletje toen zijn tanden haar vel en vlees doorboorden. Hij begon haar bloed op te drinken. Het deed zo'n pijn.

Na wat een eeuwigheid leek hield hij op. Emma voelde zich slap. Hij had alle levensenergie uit haar gezogen. Emma voelde dat haar leven wegvloeide. Dit was het dus… de dood.

Maar toen sneed de jongen in zijn arm. Bloed begon er uit te vloeien. Emma voelde zich te moe om zich te bewegen toen hij zijn arm in haar gezicht drukte en het bloed in haar mond.

Emma likte het bloed af. Met de eerste druppel voelde ze de energie terug komen. Ze kon niet ophouden. Ze pakte zijn arm vast en zoog zo hard als ze kon.

Na wat maar een seconden leek trok hij zijn arm weg.

"Maak je maar geen zorgen," zei hij. "Na de eerste mens die je dood verlies je je ziel. En dan leef je voor het eerst echt."

Emma stond op. Ze voelde zich sterker dan ooit.

Plotseling schoot de deur open en verschenen er drie mensen. Ze hadden in hun handen hout en in de andere een kruis. Emma keek naar het kruis en haatte het. Ze voelde haar ogen branden al ze er naar keek.

De mensen renden naar de jongen toe en begonnen te vechten. Hij vocht terug en sloeg twee van hen buiten westen. Emma liep verward naar de deur toe. De derde hief zijn houten staak op en stak hem door zijn borst. Hij was er geweest.

Emma rende de trappen op. Ze wilde hier weg. Die mensen gingen haar dood maken.

Zo snel mogelijk rende ze de straten door naar haar huis. Ze wilde alleen nog maar naar huis.

~*~*~

Emma zuchtte. Sinds toen bleef ze alleen maar binnen. Ze haatte het zonlicht. Ze had nog wel een ziel. Ze had nog geen mens gedood. Alleen maar dieren, om zich te voedden.

Het was nu rond middernacht. Emma keek achter haar, waar er een klein raampje was, waar ze niet door heen kon. Ze deed hem open. Ze had frisse lucht nodig.

Ze rook het verse bloed in de lucht. Menselijk bloed. Een hond blafte aan de overkant van de straat. Sinds Het was gebeurd kon ze veel beter ruiken, zien en horen. Het was in het begin allemaal eng, maar nu begon ze eraan gewend te raken.

Emma was vegetariër, ook al waren haar ouders het niet. Ze had nog nooit een dier gedood. Niet eens een vlieg of een mier. In ieder geval niet expres. Nu moest ze iedere dag een konijn eten om niet in de verleiding te komen om door haar kooi te komen en een mens te doden.

Er klonk geklop op de deur en Emma's vader kwam binnen.

"Hallo, Emma," zei hij koeltje. Hij had het dagelijkse konijn in een doos, die hij voor de kooi eruit haalde en door de tralies schoof. De kooi was best groot. Emma kon er in staan en er in lopen. Het was net zo groot al een kleine kamer.

"Dank U wel," zei Emma. Ze pakte het doodsbange konijn vast, zodat hij niet kon vluchten. Haar vader liep weer naar de deur. "Papa? Is mama nog boos omdat ik haar heb geprobeerd te bijten?"

Haar vader draaide zich om en keek zijn dochter aan met een blik die Emma niet kon lezen. "Nee," zei hij. "Ze voelt zich alleen een beetje schuldig omdat ze je alleen heeft laten lopen in de nacht. Ik moet nu weg. Ik moet nog wat regelen in de zaak."

Zonder nog iets te zeggen liep hij de kamer uit.

Emma trok het konijn naar zich toe en zette haar tanden in het dier.

~*~*~

Emma was net thuis nadat ze was gebeten. Snel nam ze een douche en deed haar pyjama aan. Dit was niet echt gebeurd. Het was allemaal haar fantasie geweest. Het was niet echt gebeurd. Snel ging ze haar bed in een sloot haar ogen.

Ze kon niet slapen. Ze kon alles horen wat er buiten gebeurde. Ze rook de liefde in de lucht. De angst. De blijdschap.

Ten slotte viel ze om vier uur 's nachts in slaap.

*

"Word wakker. Het is al elf uur geweest."

Emma opende haar ogen en keek in die van haar moeder. Haar moeder was een mooie vrouw. Ze had lang blond haar en mooie ogen. Blauw met stippeltjes erin die wel goud leken. Haar huid had een mooie bruinachtige tint. Haar huid was zacht en glad.

Ze stond op en liep naar de badkamer. Rare droom had ze gehad.

Ze keek in de spiegel. Haar gezicht werd bleek toen ze twee wondjes in haar nek zag. Ze gaf een harde gil.

"Wat is er?" Haar moeder kwam binnenrennen en draaide haar om.

"Ik ben een vampier!" Gilde ze.

"Doe normaal, Emma!" Schreeuwde haar moeder.

"Nee!" Zei Emma in paniek. "Dit kan niet waar zijn!"

Haar moeder hief haar hand en gaf een klap in haar gezicht. "Hou je mond! Doe niet hysterisch! Wat zullen de buren wel denken?"

Emma keek geschokt naar haar moeder en deed haar hand op haar wang.

Emma's ogen gleden naar haar moeders nek. Ze had haar badjas aan en haar nek was bloot. Emma had zo'n honger. Ze rook bloed. Emma voelde haar tanden groeien en ze likte haar lippen.

"Wat is er aan de hand?"

Emma's vader kwam binnen. Emma greep haar moeder bij de schouders en was klaar om haar te bijten. Haar vader gooide haar van zijn vrouw af en op de grond. Emma voelde het rare gevoel verdwijnen.

"Mijn god!"

~*~*~

Emma liet het levenloze konijn los. Haar honger was gestild. Ze dacht aan haar vader. Emma leek heel veel op haar moeder. Het enige wat ze van haar vader had geërfd was zijn pikzwarte golvend haar. Emma had haar moeders mooi gezicht en haar blauwe ogen.

Emma voelde haar hart nog steeds kloppen. Ze was niet dood. Dat wist ze. Dat hoopte ze.

Plotseling vloog er iets door het raam, en in haar kooi. Het was een witte uil. Emma's ogen werden groter. Het was een mooi dier. Ze had nog nooit een uil gezien.

Tot haar verbazing liet de uil aan brief voor haar voeten vallen. Emma stond op en keek hoe de uil aan de andere kant van de kamer bleef staan wachten. Wat was dit?

Emma raapte de brief op. Er haar adres op.

Snel opende ze de brief en las de inhoud.

"Ik? Een heks?"

*

Emma moest goed nadenken. Ze keek nog eens naar de brief en las wat die 'Anderling' te zeggen had. Er stond dat ze een brief terug moest sturen met de uil. Ze werd dan over een week opgehaald om de 'schoolspullen' op te halen.

Emma keek rond in de kelder. Erin zat een bank, waarop ze sliep, en een tafel en een stoel met wat spullen om te doen. Goed nadenkend over dat ze een heks zou kunnen zijn, besefte ze dat deze brief echt was. Ze kon zich nog goed al die rare dingen herinneren die er waren gebeurd in haar leven. Al die bovennatuurlijke dingen. Daardoor had ze nooit vrienden gehad.

Snel schreef Emma een brief naar die school. Hoe heette het ook alweer? Zweinstein?

'Beste Mevrouw Anderling,

Ik geloof wel in jullie school, maar ik moet helaas zeggen dat ik niet zal kunnen komen op 1 september. Ik ben twee maanden geleden gebeten door een vampier en ik ben er nu ook een. Ik zal de rest van mijn leven in het duister leven in de kelder. Ik zal niet kunnen leren toveren op jullie school. Het spijt me.

Gegroet,

Emma Groot

Emma gaf het briefje aan de uil, die weer uit het open raam vloog. Ze zuchtte en ging op haar bank liggen, denkend over wat voor leven ze op Zweinstein ze had kunnen hebben als ze nooit een vampier was geworden.

~*~*~

Dit was het eerste hoofdstuk. Ik ben niet echt de beste in mijn klas met Nederland, dus het is wel moeilijk. Ik hoop dat ik wel reviews krijg. Hopelijk was het niet verwarrend dat ik steeds opeens 2 maanden terug in de tijd ging.

Ik heb de laatste tijd alleen verhalen in het Engels geschreven, dus in het Nederlands is het niet meer zo goed. Vertel wat je er van vind!

Ik weet het, nu is het een beetje dramatisch en alles, maar als ze later op Zweinstein zit (oeps, ik vertel een beetje te veel) word het misschien wel leuker.

Ik ben echt heeeeel blij dat er nu ook Nederlandse verhalen bij zitten! Hopelijk komen er binnenkort meer bij. Ik hoop het.