"The letter" is de proloog op deze fanon. Deze fanon begint ongeveer twee jaar voor Lionels dood. Hierin zijn Aurora en Kayley allebei vier jaar oud.
Veel leesplezier!
Het was al wat later op de avond. Kinderen renden vrolijk rond tussen de schragentafels in de ridderzaal, terwijl hun ouders nog zaten na te tafelen. Arthur keek berustend naar zijn ridders en hun echtgenotes. Het was lang geleden dat Camelot wat leven in de brouwerij had gehad. Arthurs eigen dochter zat echter naast hem in haar stoel te mokken.
'Waarom speel jij niet mee, Aurora?' vroeg Arthur alhoewel hij het antwoord wel kon raden.
'Mag niet van mama,' zei de prinses. Arthur keek naar zijn vrouw Guinevere. Ze was druk in gesprek met vrouwe Juliana.
'Ik heb niets gezien,' zei de koning. Hij tilde het tafelkleed een stukje omhoog. Aurora giechelde, kroop onder de tafel door, sloop naar het einde van de ridderzaal toe en nam direct wat andere kinderen mee op sleeptouw om het kasteel te gaan verkennen.
'Was dat zojuist Aurora die ik weg zag lopen?' vroeg Lionel. Hij kwam naast de koning zitten.
'Niet zo hard!' siste Arthur zijn vriend toe. 'Guinevere hoeft het niet te weten.'
Lionel haalde zuchtend zijn schouders op. Als zijn beste vriend zich de woede van de koningin op de hals wilde halen moest hij dat zelf weten. Dat huwelijk was toch nooit iets geweest. Alleen politiek correct.
Gelukkig voor Arthur bleef het alleen bij een dodelijke blik toen Guinevere er achter kwam dat Aurora weer eens spoorloos vermist was. Ze riep de kindermeid Oda op om de prinses te gaan zoeken en in bed te leggen. De koningin zou zelf wel prins Constantijn in bed leggen.
'Waar is jouw dochter eigenlijk gebleven, Lionel?' vroeg Arthur.
'Daar bij de zonen van Walewijn en Bors,' antwoordde de ridder. 'En aan Juliana's blik te zien in mijn wijnglas moet ze ook naar bed toe.'
'Hebben wij tenminste de rust om te vergaderen,' zei Arthur.
'Zware kost vanavond?'
'Nee, alleen wat geneuzel over de buitenlandse banden die hier en daar mogen worden aangescherpt,' zuchtte Arthur. Uiteindelijk zou hij zelf toch wel de saaiste klusjes moeten opknappen.
'Dus ik zou nog best een wijntje kunnen nemen?' vroeg Lionel onschuldig. Arthur zuchtte glimlachend.
Uiteindelijk waren de kinderen in bed gelegd en hadden de ridder zich verzameld om de Ronde Tafel. Na het gebruikelijke welkomstwoord van Arthur en Ruperts geklaag waren afgehandeld, gingen ze over tot zaken. Terwijl het doorgeven van documenten onverminderd doorging, luisterde Arthur naar heer Walewijn die wel wat goede ideeën had. Plotseling werd de koning aan zijn mouw getrokken.
'Jij hoort allang in je bed te liggen, jongedame,' fluisterde Arthur zonder op te kijken. Hij hintte naar Walewijn even met zijn relaas te wachten.
'Ik had een nachtmerrie,' zei de vierjarige prinses. 'Mag ik hier even zitten luisteren? Ik weet dat ik je niet mag storen als je met hele belangrijke zaken bezig bent, maar dit is niet zo'n hele belangrijke vergadering.'
'En hoe weet jij dat dit niet heel belangrijk is?' vroeg heer Tristan op plagende toon.
'Omdat er wijn op tafel staat en als het echt heel belangrijk is, wil papa geen wijn op tafel,' zei Aurora. De ridders bulderde van het lachen. Arthur trok zijn dochter lachend op schoot. Het was niet de eerste keer dat er zo een vergadering werd gehouden en het zou zeker ook niet de laatste keer zijn. De ridders waren er inmiddels wel aan gewend dat er een kind aanwezig was en Aurora zou vanzelf in slaap vallen, ondanks de stampij die soms gemaakt werd.
Aurora nestelde zich behaaglijk tegen haar vader aan en luisterde met interesse naar de politieke boodschappen. Zoals verwacht besteedden de ridders verder geen aandacht aan haar.
Het was erg laat geworden door een gesprek met heer Walewijn en heer Bors dat Arthur niet had kunnen uitstellen. Eer hij naar boven was gelopen met Aurora in zijn armen had de klok al één uur geslagen. Het meisje sliep echter heerlijk door zelfs toen Arthur haar in bed stopte.
'Je bent al net zo naïef als dat kind, Arthur,' fluisterde Guinevere achter hem.
'Hoezo?'
'Ze heeft helemaal geen nachtmerries. Ze wil gewoon niet naar bed,' zei Guinevere. Arthur haalde zijn schouders op.
'Ze slaapt anders prima,' zei Arthur luchtig. Hij liep naar het bedje waarin de tweejarige Constantijn lag te slapen en keek vertederd op het kind neer. Als Constantijn dezelfde interesse voor het koningschap zou hebben als Aurora nu al had zou dat een mooie toekomst voor Camelot betekenen, maar het kind was nog jong en zou zich nog lang geen zorgen hoeven te maken over politieke zaken. Daar zou Arthur wel voor zorgen.
'Ik weet zeker dat hij later een geweldige koning zal worden,' zei Guinevere.
'Misschien,' zei Arthur.
'Misschien? Arthur, hij is je enige zoon. Natuurlijk wordt hij koning en hij zal een geweldige leider zijn.'
'Aurora is er ook nog,' mompelde Arthur. Guinevere liep naar de Koninklijke slaapkamer toe. Arthur volgde haar en deed de deur achter zich dicht.
'Dit zijn mijn kinderen. Ik voed ze op en niet jij,' zei Guinevere op een toon die geen tegenspraak duldde. 'Ik zal er voor zorgen dat Constantijn een koning wordt die wat voorstelt in tegenstelling tot de huidige vorst.'
Arthur wist uit ervaring dat zwijgen het beste was dat hij kon doen. Guinevere was twee jaar ouder dan haar echtgenoot, een schitterende vrouw, maar vals van karakter. Ze waren getrouwd toen Arthur vijftien was en nog geen jaar koning. Er was geen moment in het huwelijk dat hij geen ramp kon noemen.
Elk gesprek eindigde met hoezeer ze hem haatte of een toespeling daarop en dat al vijf jaar lang. Behalve heer Lionel had niemand een vermoeden hoeveel schade dit Arthur persoonlijk had toegebracht. Niet voor niets werkte de koning zo veel. Het was beter dan zijn vrije tijd met zijn vrouw doorbrengen die hem vertelde hoe waardeloos hij was in zwaard vechten, in paardrijden, in jagen, in regeren, in bed en het ergste: in vader zijn.
Arthur twijfelde er sterk aan of hij wel een goede vader was, maar Aurora bleef nog altijd eerder naar hem toekomen dan naar Guinevere en haar kinderlijke liefde gaf hem kracht om de buien van zijn vrouw nog even te doorstaan.
