Hoofdstuk 1: Hojo belandt in de Sengoku periode… "Waarom lijkt het alsof er twee Kagome's zijn ?"
Nota van de schrijfster: Dit verhaal speelt zich af in een iets andere wereld, maar de personages zijn hetzelfde gebleven. M.u.v. het personage dat eigenlijk dood hoort te zijn. Moest ze maar zo leuk niet wezen! *duikt weg* Ook de koppels zijn een beetje anders maar dit is AU dan mag dat!
P.S.:Ik heb niets tegen Hojo, het is gewoon leuk om hem een beetje te plagen. Weet er iemand eigenlijk de voornaam van die knul?
Tijd: na het einde van de serie, als Naraku verslagen is en het Juweel verdwenen.
Disclaimer: Ik bezit helemaal niets.
Waarschuwing: Mijn eerste Inuyasha verhaal... Wees een beetje lief voor me! Omdat dit verhaal AU is, kunnen sommige dingen eigenlijk helemaal niet. Sommige mensen kunnen niet meer in leven zijn, of leven alleen ten koste van de dood van anderen, maar Naraku is gewoon dood en verslagen en iedereen leeft in vrede!
Vandaag was een belangrijke dag voor de achtienjarige Hojo. Vandaag had hij eindelijk de moed gevonden om zijn liefde te verklaren aan de vrouw van zijn leven! Kagome Higurashi was het mooiste meisje van de klas, neen van Japan, wat nou Japan de hele wereld natuurlijk! Zo mooi en zo lief en zo elegant… Niets kon fout gaan, de zon scheen, hij had vanochtend zijn kleine broer verslagen met videospelletjes en de hond had drie keer geblaft toen hij het huis verliet. Drie was zijn geluksgetal! Tot daar ging alles goed… Toen hij haar straat inwandelde, viel zijn hele plan echter in duigen.
"Help me, Hojo!" Sota, Kagome's kleine broer kwam aangelopen en was duidelijk in paniek.
"Help me! De kat is in de waterput gevallen en hij raakt er niet meer uit!"
"Goed, ik zal proberen hem eruit te krijgen"' alles om bij Kagome te scoren, goed bezig man! Videospelletjes spelen en winnen hadden me niet echt geholpen, maar haar geliefde poes redden zal zeker geen kwaad kunnen!'
Ze hadden intussen het schrijn bereikt.
"Goed, waar is de waterput? En waarom komt de kat naar hier?"
"Hij wacht op Kagome, die zit nog in de put."
"Kagome in de put? Waarom zit Kagome in de put? Ik kom je redden Kagome!" en zonder erbij na te denken sprong Hojo in de put
'Ik heb, geloof ik, iets verkeerd gezegd' was het laatste wat Sota dacht, voordat hij de grote flits uit de put zag komen. 'Hoe kan… het zal toch niet! Alleen Kagome en Inuyasha kunnen door die put naar de andere wereld!'
"Hojo, ben je daar nog?" maar het enige wat Sota hoorde was het klaaglijke gemiauw van Buyo die nu eindelijk uit die verdomde put wilde.
'Dit wordt nog leuk' bedacht hij zich met een duivels lachje.
Wat gebeurt er? Waarom draait de wereld! Help me! Kagome! Sota!" Hojo was danig in paniek aan het raken toen het opeens ophield. Hij zat weer op de bodem van de put, maar de opening was nu niet meer in het schrijn, maar in open lucht.
"Is daar iemand?"
"En wie mag jij wel wezen? Wat doe jij in de put?" Hojo zag, tot zijn grote blijdschap, een jongen staan aan de rand van de put. Een jongen met zilverwit haar en… hondenoren?
"Ik ben Hojo, help me uit de put! Wie ben jij eigenlijk?"
"En waarom zou ik je uit de put helpen? Je bent er zelf in geraakt, kom er maar zelf uit!"
'Wat een idioot!' "Help me liever in plaats van me wat uit te lachen!"
Inuyasha grinnikte toen hij een touw naar beneden gooide. 'Wie hij ook mag wezen, hij komt duidelijk uit Kagome's wereld. Hier ga ik nog plezier aan beleven!'
"Goed, nu je uit de put bent gekomen, vertel eens. Wie ben je en wat kom je hier doen? Ken je Kagome?"
"Ik ben Hojo, een vroegere klasgenoot van Kagome, ik was in de put op zoek naar de kat toen ik opeens in een draaikolk terecht kwam. Wat ik hier kom doen weet ik dus niet… Ben ik nog in men eigen wereld?"
"Neen, vanuit jouw standpunt ben je in het verleden terechtgekomen. Mijn naam is Inuyasha trouwens."
"Aangenaam. Waarom heb je zo'n gekke oren?"
"Wie noem jij hier gek? Heb je jezelf al eens goed bekeken? Met je rare kleren?" sprak een stem achter hem. Het bleek een meisje te zijn met hetzelfde zilverwitte haar en dezelfde hondenoren als de jongen, Inuyasha of zoiets.
"Hoi, Aya! We hebben bezoek! Een vriend van Kagome komt onze saaie wereld even opvrolijken!" Op het gezicht van de jongen verscheen een gelukzalige glimlach. Het meisje lachte lief terug. 'die twee zijn duidelijk meer dan goede vrienden, wat heerlijk. Ik wou dat Kagome ook zo naar me lachte als ze me zag.' Dacht Hojo weemoedig. Het was dan pas dat het meisje, hij geloofde dat ze Aya heette, naar hem keek. Het lieve gezichtje had plaats gemaakt voor ongeloof en het keek hem onderzoekend aan.
"Een vriend van Kagome, uit haar wereld? Dat verklaart veel. Nou, ik ga maar eens, ik heb de priesteres beloofd haar te helpen met haar kruiden en je weet hoe boos ze kan worden als ik te laat ben!."
"Goed, Hojo, laten we Kagome gaan opzoeken."
"Klinkt als een enge priesteres."
"Dat hangt van haar humeur vanaf… Kijk daar is Kagome."
"Mijn god… Hojo wat doe jij hier!" Kagome staarde vol ongeloof naar haar vroegere klasgenoot.
"Ik heb geen idee. Ken jij die gekken?"
"Gekken? Ik zal je…"
"Inuyasha zit!"
Tot Hojo's grote verbazing viel de jongen met een doffe plof op de grond.
"Auw..."
"Blijf hier nog maar wat liggen. Kom Hojo, ik zal je thee schenken."
Ze kwamen bij een volgens Hojo traditioneel Japans huis. Het viel hem nu pas op dat Kagome een mooie kimono droeg.
"Kan je me vertellen wat hier aan de hand is? En waarom heeft die jongen zo'n gekke oren?"
"Deze wereld en onze wereld zijn verbonden via de waterput in ons familieschrijn. Normaal kunnen alleen Inuyasha en ik langs de put naar de twee werelden reizen, dus het is me een raadsel waarom jij hier ook bent. Over Inuyasha nog, hij is een halfdemon."
"Een half-demon? Leven er dan ook volle demonen in deze wereld?"
"Ja zeker, de meeste zijn slecht maar sommige zijn goedaardig. Zo ook Inuyasha's vader. Hij werd verliefd op een menselijke vrouw en het resultaat ligt buiten bij te komen."
"En dat meisje, dat op hem leek, is dat zijn zus?" hoewel Hojo het antwoord al kon raden. De manier waarop ze keken was niet waarop hij naar zijn kleine zusje keek.
"Aya bedoel je, neen dat is zijn liefje… Eveneens een halfdemon. Halfdemonen zijn niet geliefd, niet bij mensen en niet bij demonen. Dit dorpje is een uitzondering, hier gaan we met demonen om net zoals we met mensen omgaan. Mijn vriendje is ook een demon trouwens."
"Je vriendje?" 'daar heeft ze me nooit iets van gezegd!'
"Inuyasha was mijn eerste vriendje, maar na een jaar werkte het niet goed meer. Pas op, we zijn nog steeds de beste vrienden! Maar onze liefde was niet sterk genoeg."
"En je huidige vriendje?" vroeg Hojo met een klein hartje. 'een half demon, daarna een volle demon, ik kan niet op tegen zoveel kracht! Topprioriteit bij thuiskomst: afspraak in het fitnesscenter!' (AN: alsof dat zal helpen…)
"Ik ken hem bijna net zolang als ik Inuyasha ken. Hij is een wolfdemon, Koga genaamd. Hij is zo lief en sterk en dapper! Straks zal je hem ontmoeten! Je blijft hier toch nog een beetje? Ik wil je al men vrienden laten zien!"
"Dat zijn er een hele hoop" klonk de stem van Inuyasha achter hem.
"Ga jij ze maar uitnodigen voor het diner. Het is feest vandaag!"
"Aya weghalen zal de moeilijkste klus worden… Maar goed, Miroku, Sango, Kaede, Shippo, Kohaku, Rin, mis ik iemand?"
"Mijn Koga ben je vergeten! Als je nog iemand weet haal hem of haar maar. Je broer misschien?"
Hojo kreeg rillingen bij de ijskoude dodelijke blik die Inuyasha afvuurde. En met een snelheid groter dan die van het licht was de halfdemon vertrokken.
"Waar ging dat over?"
"De relatie tussen de twee broers is, op zijn minst gezegd, nogal rampzalig. Oh ik hoop zo dat Koga komt! Ik mis hem! Ik heb hem al 2 uur niet meer gezien!"
'Na twee uur mist ze hem al, mij belt ze amper op. Ik heb even frisse lucht nodig.'
"Ik zal je rustig laten koken, ik wil even dit dorpje verkennen."
"Doe maar hoor, wees wel op tijd voor het diner! En ga het dorp niet uit, de demonen in de bossen kunnen gevaarlijk zijn!"
"Waarom toch?' dacht hij toen hij buiten ging. 'Ik ben altijd zo lief geweest voor haar!' Hij was zo diep in liefdesverdriet verzonken dat hij niet merkte dat hij sneller gaan lopen was. Dat had hij pas door toen hij op iemand botste.
"Hey, kijk uit!" Kagome stond voor hem met een mand vol kruiden die nu op de grond lag.
"Oh wat spijt met dat! Ik zal je even helpen! He maar…" Kagome was net in huis en nu liep ze hier in een andere kimono met een grote mand in haar armen. 'zie ik dat nu fout? Neen, ze is het echt!'
"Wat is er?" Zo koud had Kagome hem nog nooit aangekeken.
"Hoe doe je dat?"
"Hoe doe ik wat? Wie ben jij eigenlijk?"
"He maar… Net was je nog in huis en nu loop je hier! Je haar is ook anders! Mooie truck! Die moet je me ook leren."
"Ik heb geen idee waar u het over heeft. Ik heb u nog nooit gezien en ik kan u verzekeren dat ik al de hele dag op het veld bezig ben. Prettige dag nog"
"Maar… Kagome?"
"Sorry hoor! De priesteres kan soms een beetje humeurig zijn!" Aya kwam voorbij gestormd.
"Wacht nou even, verdorie! Ik kan niet volgen met de manden!" schreeuwde ze in de richting waar Kagome naartoe was.
"Dan moet je maar sneller lopen!" lachte Kagome terug.
'Wat is hier aan de hand. Waarom kent ze me niet meer?'
Wordt vervolgd...
Ja, ik weet het, de echte kenners hebben natuurlijk al lang door wat hier aan de hand is, maar bekijk het even vanuit Hojo's standpunt, wil je. De arme knul belandt in een voor hem compleet onbekende wereld.
Bedankt voor het lezen! En dan nu? *smekende oogjes* loven aub?
