Hallow allemaal, dit is een nieuw verhaal. Geschreven door Do (hermelien2706) en ikkuh (Annetje) We hopen dat jullie het leuk vinden. Om de beurt zullen we een hoofdstuk schrijven, veel plezier met het eerste hoofstuk!
x Anne
Het afscheid
Ik zat rustig aan mijn avondeten toen opeens Arwen bij me kwam: "Namari, de hoofdmeesteres wil je spreken."
Met een zucht stond ik op, ik wist al wat er ging komen. Ze waren erachter gekomen wat ik had gedaan.
"Bedankt Arwen, ik zal je missen." Ze knikte en ik liep de eetzaal uit terwijl ik de blik van de andere leerlingen in mijn rug voelde prikken. Zij wisten ook wat er ging gebeuren, en volgens mij vonden ze het zelfs prettig.
Langzaam liep ik de prachtig versierde trappen op, dit zou waarschijnlijk de laatste keer zijn.
Ik stond stil voor een gigantische houten deur, haalde diep adem en deed ze open.
De hoofdmeesteres zat achter haar bureau, haar grijze haar stijf achterover in een knot. Zoals altijd, maar zij wist net zo goed als ik dat dit niet zoals altijd was.
Ze gebaarde me te gaan zitten in de stoel voor haar bureau, ik nam plaats.
"Namari Melon, je weet waarvoor ik je hier heb gebracht?"
Ik knikte, dit ging niet leuk worden.
"Ik heb het met de leraren raad overlegd en wij zijn het er allemaal over eens dat het niet langer zo kan. Het moet hier eindigen. We hebben je al teveel tweede kansen gegeven en die heb je allemaal verpest. We moeten je wegsturen van Nenya school voor elven."
"Ma-Maar me-"
Ze onderbrak me: "Het spijt me Namari, je weet dat ik je het liefste hier wil houden. Maar het is gewoon niet mogelijk, je bent maar half elf. En zoals wij het hier zien is je tovenaarskant sterker. Zoals je gisteren maar weer eens hebt laten zien." Ze zuchtte.
"Maar mevrouw, u weet dat ik er niets aan kon doen. Het zit in mijn bloed."
Treurig knikte ze haar hoofd: "Ik weet het meisje, maar er is niets meer wat ik voor je kan doen. Op een laatste ding na, we gaan kijken of het tovenaarsbloed echt sterker is. We gaan je naar een school voor tovenaars sturen."
Ik hapte naar adem, een tovenaarsschool? Hoe moest ik daar ooit overleven? "Mevrouw alstublieft, geef me nog een allerlaatste kans. Ik beloof dat ik u niet teleur zal stellen."
Nogmaals zuchtte ze: "Het is te laat Namari, en dat weet je zelf ook. Maar wees niet ongerust, ik stuur je naar de school van een dierbare vriend. Hij heeft me beloofd dat ze daar goed voor je zullen zorgen."
Ik wist wel dat ik hier niet op mijn plek was maar om nou naar een andere school te gaan, maar ik hield me sterk: "Wanneer zal ik daar heen gaan hoofdmeesteres?"
Ze glimlachte: "Zo ken ik je weer, je zult 31 augustus met de trein vanuit Londen vertrekken. En je zult daar op 1 september in het vijfde schooljaar startten. We zullen kijken hoe het gaat, aan de leerlingen zal verteld worden dat je een uitwisselingsstudente bent. Er zal geen woord gerept worden over je elvenhelft. Als het daar net zo gaat als hier zullen professor Perkamentus en ik de verdere opties bespreken. Akkoord?"
Ik had geen andere keus dan knikken dus dat was wat ik deed.
"Morgen zal je vertrekken naar Londen waar je je nieuwe schoolspullen kunt halen en daar zul je dan blijven, in 'De lekke ketel' tot je vertrekt naar Zweinstein hogeschool voor hekserij en hokus pokus. Ik neem aan dat je eerst nog even afscheid wil nemen van je vriendinnen?"
Ik knikte, stond op en vertrok naar de slaapvertrekken. Daar stonden ze, mijn vriendinnen. Ze keken me hoopvol aan, maar ik keek naar de grond en schudde mijn hoofd.
Voor ik weer omhoog kon kijken waren ze me al om de nek gevlogen, en in een snikkende bundel ledematen zakten we samen op de grond. Ik begon te vertellen over dat ik morgen naar Londen moest en vanuit daar naar Zweinstein moest en dat ik daar minstens een jaar moest blijven om te kijken hoe het ging. En voor de laatste keek huilden we samen tot middernacht, herinneringen ophalend en knuffelend. En rond twee uur vielen we samen in mijn bed in slaap.
De volgende ochtend werd ik om zes uur wakker. Ik wist dat het nu zou gaan moeten gebeuren, voorzichtig klom ik over de kluwen meisjes op mijn bed. Als ik ze wakker zou maken zouden we toch allemaal weer gaan huilen, en ik wou eerst alles ingepakt hebben. Langzaam pakte ik mijn spullen in mijn koffer terwijl de krop die in mijn keel zat groter en groter werd.
Na een half uur hield ik het niet meer, ik liet mijn sokken vallen, viel voor de koffer op de grond en barstte in huilen uit. Als snel werden de meiden wakker en we begonnen samen weer te huilen. We waren alle vijf zo slecht in afscheid nemen.
Maar tegen zeven uur haalden we allemaal onze neus op en beloofden we er het beste van te maken.
"Vriendinnen voor altijd!" Ik stak mijn hand voor mij uit, de meiden legden ook een voor een hun hand erop en herhaalden de zin. Toen alle vijf de handen op elkaar lagen keken we elkaar in de ogen. Ik wist dat ik nu wat moest zeggen, maar de krop in mijn keel was zo groot dat ik geen woord over mijn lippen kon krijgen. Dus met een glimlach van mij haalden we de handen van elkaar af en pakten we met z'n vijven in totale stilte mijn koffer in.
Toen we klaar waren gingen we samen, met mijn koffer naar de aankomsthal. We zetten hem in de gang neer en liepen gezamenlijk naar ons vaste stekkie aan de tafels voor wat ons laatste ontbijt samen zou zijn. Tussendoor kwamen er steeds vrienden en kennissen, eigenlijk alle leerlingen die me nog niet haatten, afscheid nemen. Een paar, waaronder Arwen hadden een kleinigheidje voor mij zodat ik me hun altijd zou herinneren.
Na een half uur en iets van twintig cadeau's aan tafel te hebben gezeten zonder dat een van ons ook maar een hap had genomen kwam de hoofdmeesteres naar ons toe: "Namari, het is tijd."
Ik slikte en stond op, omhelsde de meiden en liep achter de hoofdmeesteres aan de zaal uit. Met tranen in mijn ogen zwaaide ik nog een laatste keer naar mijn vriendinnen voordat ik de hoek om liep en ze uit het zicht verdwenen.
Voor mijn koffer hield ik halt, ik moest moeite doen om mijn tranen tegen te houden.
"Gaat het meisje?" vroeg de hoofdmeesteres bezorgd.
Ik knikte maar voor ik het wist stroomden de tranen weer over mijn wangen, mijn schouders schokten en de hoofdmeesteres drukte me tegen zich aan: "Rustig maar meisje, het komt allemaal wel goed. Als je zin hebt kom je gewoon in de kerstvakantie langs om je vriendinnen te zien."
Langzaam haalde ik mijn betraande gezicht uit haar gewaad: "E-echt w-w-waar?"
Ze knikte met een bemoedigende glimlach: "Natuurlijk, ik denk dat we tegen die tijd allemaal wel willen weten hoe het daar is en wat je er van vind. Ik verban je niet van de school hoor."
Ondanks mijn verdriet moest ik toch even glimlachen. Toen knikte ik vastbesloten: "Nu is zo goed als ooit."
De hoofdmeesteres knikte, pakte mijn koffer op en gebaarde me mee naar buiten te gaan, daar stond een jonge man. Hij was duidelijk een tovenaar. De hoofdmeesteres liep naar hem toe en voorzichtig liep ik achter haar aan, niet goed wetend wat te verwachten van de man.
Eenmaal bij hem aangekomen stak hij zijn hand uit: "Aangenaam, ik ben Tom. Ik kom van de lekke ketel."
De hoofdmeesteres pakte zijn hand en schudde hem: "Aangenaam. Ik heb gepraat met je vader, Simon Ketel, geloof ik?"
De tovenaar knikte: "Ik ben hier om de nieuwe vijfdejaars voor Zweinstein op te halen."
Hij grijnsde naar me en stak zijn hand uit. Voorzichtig glimlachte ik terug en nam zijn hand aan: "Namari Melon, meneer."
Met een lach in zijn stem antwoordde hij: "Tom Ketel, en alsjelieft noem me gewoon Tom en absoluut geen meneer. Dat is mijn vader."
Ik knikte: "Goed Tom. Mag ik vragen hoe we naar 'De lekke ketel' gaan?"
"Maar natuurlijk juffrouw Melon, wij gaan verschijnselen."
Mijn mond viel open: "V-verschijnselen?" Dit kon NIET gebeuren. "Maar ik heb nog nooit verschijnseld, hoe moet ik dat nou doen? Ik betrijfel of ik dat zo kan leren, en dan zo'n eind!"
Tom maande me tot stilte: "Rustig, rustig. Jij hoeft ook niet te verschijnselen, ik doe al het werk en jij hoeft je alleen maar stevig vast te houden, oké?"
Onzeker knikte ik. Toen keek Tom naar de hoofdmeesteres: "Dat is de bagage?" Ze knikte. Hij gebaarde: "Zet maar neer." En met een zwiepje van zijn toverstok was mijn koffer zo klein dat hij in mijn mond had gepast, als ik dat zou willen. Voorzichtig pakte hij de koffer op en stopte hem in zijn jaszak.
"Zo, allemaal klaar?"
De hoofdmeesteres drukte me nog een keer tegen zich aan en knikte. Toen stapte ze een eindje achteruit. Ik had geen idee wat er ging gebeuren, laat staan wat ik moest doen.
"Euhm... Tom?"
Hij was druk bezig geweest met het strak dichtknopen van zijn jaszak, geschrokken keek hij op: "Wat?... Oh, natuurlijk. Kom maar hier, ik wil dat je je stevig aan me vasthoud. Het zal niet erg comfortabel zijn maar binnen een paar seconden zijn we in Londen."
Ik knikte en ging dicht tegen hem aanstaan: "Zo goed?" Vroeg ik met een klein stemmetje, bang voor wat er zou gaan gebeuren.
"Prima." Knikte hij. "Nu houd je goed vast."
Ik zwaaide nog een keer naar de hoofdmeesteres, en klampte me daarna aan Tom vast. Wat maar goed ook was, want vanuit het niets begon alles om me heen te draaien. Ik voelde een vacuem gevoel en een druk op mijn longen. Net zo plotseling als het gekomen was was het rare gevoel ook weer verdwenen. En ik voelde mijn voeten op een vloer neerkomen, de vloer van 'De lekke ketel'.
Nou, dit was hoofdstuk 1, we hopen dat jullie hem goed vinden. Aub review...
