Erhm! Nieuw verhaal ;D *Allemaal in koor: Yaaaaaaaaaaaay*
Zie (A) wist wel dat jullie blij zouden zijn *kuch eigendunk kuch*
Wel het wordt een beetje standaard bij mij, maar opnieuw een Sirius x Oc verhaal 8D Dit keer niet op Zweinstein meer daarna ^^ Hopelijk genieten jullie ervan en reviewen jullie ook even!
Summary: Dit was het, ik had mijn beslissing gemaakt. Het stond bekend dat lid worden van de Orde van de Feniks, de nummer een organisatie op de "ongewenste" Voldemort lijst, werd gezien als zelfmoord actie. Vooral voor die gene die nog niet al te ervaren waren. Zoals… ik.

-_-_-

Proloog

Dit was het, ik had mijn beslissing gemaakt. Het stond bekend dat lid worden van de Orde van de Feniks, de nummer een organisatie op de "ongewenste" Voldemort lijst, werd gezien als zelfmoord actie. Vooral voor die gene die nog niet al te ervaren waren. Zoals… ik.
Maar er was nu geen terugweg. Ik had mijn beslissing gemaakt, en als ik weg zou lopen zou ik het mezelf nooit vergeven. Ik wilde vechten voor de mensen waarvan ik hield, en ik wilde ervoor zorgen dat Voldemort werd gestopt.

De man die met hinkende snelle passen voor me liep, was moeilijk bij te houden. Zijn blauwe oog tolde rond in zijn oogkas, en ik had zowat nog geen woord met hem gesproken.

'We zijn er bijna.' Hoorde ik hem brommen, en ik zette een nog snellere pas in en probeerde hem bij te houden. We sloegen een paar hoeken om en kwamen daarna in een grauwe straat met grote grijze gebouwen die dreigend op me neer keken.

De bliksem in de lucht maakte de panden alleen nog maar meer angstaanjagender, en voor een seconde twijfelde ik of ik wel bij de goede club was beland.

De man die voor me liep, Dwaaloog Dolleman, stopte bruusk en keek me even aan en gaf me een rare grijns.

'Er is geen terugweg nu…' Ik slikte en volgde hem naar de zwarte deur. Hij klopte op de gouden klopper sprak een paar vreemde woorden uit, waarna hij de deur krakend open deed.

De hal was met veel kaarsen verlicht terwijl het zwart/grijze behang er grauwig bij hing. De planken kraakte onder het gestommel van Dolleman zijn manke been. Hij gaf een ruw gebaar en ik volgde hem tippelend terwijl ik mijn Zwarte lange jas van mijn schouders liet zakken.

Als Dolleman zelf niet was gestopt en naar de trap had gekeken was de man die nonchalant tegen de muur aan leunde me niet eens opgevallen. Zijn glimlach was warm en zijn haar zwart er warrig. De bril die hij verder op zijn neus duwde zag er breekbaar uit, maar de man zelf zag eruit als iemand die je niet snel neer kon halen.

'Potter…' Zei Dolleman stijf en liep daarna weer door. De man, Potter dus, glimlachte naar me en liep de laatste treden van de trap naar beneden.

'Jij moet onze nieuwe aanwinst zijn. James Potter, zeg maar gewoon James' Hij stak zijn hand uit die ik glimlachend schudde. Ik kende hem eigenlijk al. De Marauders zaten vroeger 2 jaar hoger dan mij op school en iedereen kende ze. Sirius Zwarts de rokkenjager, Remus Lupos de stille boekenwurm die meisjes toch wel heel leuk vonden, James Potter die gek was op… erhm… Lily of zo. En Peter Pippeling, die vond iedereen eigenlijk maar een beetje raar.

'Charlotte Rainier, zeg maar Lotte.' Hij grijnsde en liep voor me uit naar een deur toe. Hij deed hem open en 20 paar hoofden draaide zich om naar ons en staarde me aan. Ik wist zeker dat mijn wangen rood werden en ik gaf ze een glimlachje die de meeste terug gaven.

'Wees maar niet bang. Ze bijten niet… wel Remus misschien wel.' Remus gaf hem een boze blik terwijl ik er niks kon doen en zachtjes lachte. Ik was vorige week al ingewijd voor de Orde, en het was me gelijk verteld over Remus zijn… Probleempje.

'Wel eigenlijk is hij maar een puppy, een echte wolf zou ik hem niet noemen…' James ging naast een rood harige jonge vrouw zitten die hem ietwat streng aankeek, en natuurlijk trok James me mee naar beneden zodat ik naast hem zat.

'Nog een opmerking en ik zou mijn bijt kunsten even oefenen… op jouw.' Merkte Remus op en James keek hem onschuldig aan waarna Dolleman kuchte en ze boos aankeek.

'Als de kleuters klaar zijn…?' De zaken gingen gelijk op serieus en de vergadering duurde korter dan verwacht. Perkamentus had het ook nog even over mij en verschillende mensen stelde zich voor. Je had Lily Evers, die verloofd was aan James die niet blijer kon kijken. Dan had je Romeo Wolkenveldt, Sirius Zwarts, Peter Pippeling, Marlene McKinnon Frank Lubbermans en zijn vrouw Lies en nog een paar mensen.

Na de vergadering verliet iedereen het pand of bleef nog even praten maar Perkamentus liep gelijk naar mij toe en nam me aan de kant. Zijn blauwe ogen leken wel door me heen te boren en ik werd er zowat nerveus van.

'Nu Lotte, ik wilde het even met je over hebben waar je gaat verblijven nu je lid bent van de orde.'

'Sorry Meneer?' Ik keek hem verbaast aan, dit had ik zeker niet verwacht.

'Sinds je nieuwe bent en nog maar 18 bent hebben we afgesproken dat we je eerst ergens willen laten blijven, zodat we zeker zijn van je veiligheid. We hebben een paar plekken voor je… je kunt bij Molly en Arthur Wemel gaan wonen, die hebben een oppasser nodig of-'

'Wij zijn meer dan blij om haar bij ons in huis te nemen!' Onderbrak niemand minder dan James Potter hem en ik wist zeker dat Perkamentus zijn blauwe ogen meer gingen twinkelen.

'Ah ja! Meneer Potter hier en zijn twee andere vrienden Sirius Zwarts en Remus Lupos verblijven in dit pand.' Ik zelf wist niet of het zo'n slim idee was om bij hun in te trekken. Aangezien een daarvan een bekende vrouwen jager was. James Potter zelf last had van een hyperactiviteit en ik wist wel zeker dat Remus me niet wilde in dit huis.

'Maak je maar geen zorgen, Remus vind het vast niet erg…' Zei James als of hij mijn gedachten kon lezen.

'Geweldig! Juffrouw Rainier uw spullen staan al in de bijkamer.' Zei Perkamentus en mijn geluk leek echt op te gaan toen ik de stem van Remus hoorde.

'Waarvoor?'

'Remus! Ik zocht je juist!' Zei James, veels te blij… ' Juffrouw Rainier hier komt bij ons wonen voor een tijdje… je weet wel, nieuwe regel en zo…' Remus gelaat betrok even en zijn ogen flitste voor een seconden naar mij toe. Stomme James… zo wilde ik het ijs niet breken tegenover Remus…

'Maar wa-'

'Er gebeurt echt niks, dat weet ik wel zeker. Stel je niet zo aan! Ze kan vast heel goed voor zichzelf zorgen…' Zei James grinnikend en Remus rolde met zijn ogen waarna hij me een warme glimlach gaf.

'Wel… welkom bij de club dan.' hij schudde mijn hand en hierna kwam Sirius er ook bij staan.

'Wat? Welke club? Mag ik ook lid worden…?' James en Remus zuchtte waarna Remus hem een klap op zijn achterhoofd gaf en hem dringend aankeek.

'Soms vraag ik me echt af waar jouw hersens zijn Sluipvoet…'

'Juffrouw Rainier komt bij ons wonen. Als nieuw kamer genoot!' Zei James over enthousiast en glimlachte van oor tot oor terwijl er een grijns op Sirius zijn gezicht kwam.

'Ah… wel als je nog geen bed hebt, je bent alt-' Past… weer een klap van James en Remus voor Sirius die hun boos aankeek.

'Waar was dat voor nodig?'

'Wat denk je zelf.'

'Ze is hier nog geen minuut…'

'En jij moet alweer wat gaan flikken…'

'Soms vraag ik me echt af…'

Sirius bromde en deed zijn armen over elkaar terwijl James en Remus me even schuldig aankeken. 'Let maar niet op hem,' Begon Remus, ' Hij moet soms… wat energie kwijt…' Ik grinnikte alleen en keek ze vrolijk aan wat hun als teken zagen dat ik niet boos was.

'Ik help je wel met je koffers. Je mag namelijk in mijn kamer intrekken. Ik ben hier toch overmorgen weg. Dan ga ik bij mijn Lilykins intrekken!' Zei James over enthousiast en ik hoorde Lily aan de andere kant nog naar hem schreeuwen.

'Als je die naam nog een keer gebruikt James, slaap je voor de rest van je leven op de bank!' James grijnsde schaapachtig naar der draaide zich daarna naar mij om en gaf me een snelle glimlach.

'Dat meent ze nie-'

'Dat meen ik wel Potter!' Ik lachte bij het zien van James zijn gezicht en Sirius en Remus hadden het kennelijk ook moeilijk om hun lach in te houden.

James sleepte me mee naar de bijkamer, volgens mij om nog meer nederlagen te vermeiden en ik zag inderdaad 3 koffers staan en een rieten mand.

'Mowi!' Zei ik blij en pakte het kleine witte katje op terwijl zijn knal groene ogen me verbaasd aankeken. Ze leken net te zeggen; Hoe durft ze me uit mijn slaap te halen?!

Ik grinnikte en James aaide Mowi ook over zijn hoofdje heen die vrolijk spinde.

'Hoe heet hij?' Vroeg hij dan ook en ik bloosde licht toen ik er aan dacht hoe ik op die naam was gekomen.

'Mowi.'

'Mowi?' Herhaalde hij, kennelijk stom verbaasd.

'Is een mengeling van Momo en Kiwi. Momo betekend Perzik en Kiwi… ach dat spreekt voor zich. Dat zijn mijn twee lievelings fruitsoorten…' James keek me even aan waarna hij in de lach schoot en een koffer pakte.

'Weet je, ik denk dat je hier eerder past dan je denkt…' Ik keek hem vragend aan maar James grijnsde alleen en nam daarna 2 koffers mee en ik pakte de andere en Mowi waarna ik snel achter hem aanliep naar mijn nieuwe kamer.