A/N Alle rechten naar John Flanagan, dit is slechts mijn fanfiction op zijn geweldige creatie.

En het is mijn eerste echte fanfiction. Wees genadig. Maar tips en tops zijn altijd welkom. Dus lees en review!

Het was op een heldere, warme zomeravond. Er was geen wolkje aan de lucht, en de zon zonk langzaam weg achter de bomen. Een heldere streep van licht dat langzaam rood kleurde. Een zacht koel briesje kondigde de nacht aan. De bladeren ritselden zachtjes en brachten een zekere kalmte over degene heen die nog op was.

Will zat op de veranda met zijn mandola op schoot. Zijn vingers tokkelden zachtjes op de snaren zodat er een zachte melodie ontstond. Hij sloot zijn ogen en liet zich helemaal opgaan in de muziek.

Het was iets dat totaal onverwacht was gekomen. Hij had werkeloos op de stoel gezeten met zijn mandola, maar zijn handen hadden stil gelegen. Tot hij opeens zijn ogen halfdicht had gedaan en zijn vingers op de snaren had gezet. De melodie die ontstond was eentje die Will zomaar verzon, maar het bracht de rust naar hem toe die hij nodig had. De rust die als een warme deken om hem heen was gedrapeerd en Will speelde verder.

Met zijn ogen dicht, totaal verdronken in de heldere, zuivere tonen van zijn mandola verloor Will al de interesse voor de dingen om zich heen. Het geritsel van de bladeren vervaagde, het koele briesje was er niet meer en zelfs de warmte van de ondergaande zon kon zijn roes niet doorbreken.

Toen hij uiteindelijk zijn ogen open deed, en de melodie liet verstommen, was de zon al onder. Het duister leek op Will in sluiten, en abrupt stond hij op. Hij legde de mandola weer in de koffer en bracht die naar zijn veilige plaatsje in het huis.

Will ging echter nogmaals naar buiten. Hij had Trek laten grazen en het werd tijd dat hij zijn paardje naar de stal bracht.

Nog steeds een beetje in de roes van net liep hij over het paadje naar zijn paard. Trek stond al bij het hek op hem te wachten.

Aha, ben je daar eindelijk? Leek het paardje te zeggen. De zon is al lang onder hoor.

Will lachte zachtjes en zei: 'Jaja, ik weet het. Ik was aan het spelen en ik verloor de tijd uit het oog.'

Trek leek zijn wenkbrauw op te trekken. En je wou mij zo lang laten wachten?

Will aaide Trek over zijn neus en zei: 'Zeur niet, ik ben er nu toch? Wees blij dat ik je niet ben vergeten.'

Trek liet een snorkend geluid horen en schudde zijn manen. Hij weigerde te antwoorden en dartelde onder Wills hand weg. Zie me dan maar te pakken te krijgen.

Will ging daar echter niet op in en haalde een appel uit zijn zak. Trek stond gelijk stil. Hij had wel zin in een appel. Maar dat betekende dat hij het spelletje op moest geven.

Will bracht de appel naar zijn mond en wou een hap nemen, vanuit zijn ooghoeken keek hij hoe Trek reageerde. Het paardje liet zijn hoofd hangen en kwam stapvoets aanzetten. Will grinnikte en stak zijn hand uit. Trek keek Will met een oog aan en begon toen langzaam zijn appel op te eten.

Plots schoten zijn oren omhoog en was hij de appel vergeten. Hij had iets gehoord. Was het een vijand? Hij moest zijn baasje beschermen.

Will zag Trek verstijven en wist dat het paardje onraad rook. Hij bleef echter bij Trek staan en liet niks merken. 'Eet je appel op Trek, ik weet dat er iemand is. Laat niks merken.'

Met tegenzin kauwde Trek door, ondertussen goed luisterend of er iets zou gebeuren.

Een plof deed hem opkijken.

Ook Will had het gehoord en al leek het alsof hij naar Trek aan het kijken was, zijn ogen schoten langs de bomen en zochten naar de afkomst van het geluid.

Zijn ogen bleven hangen bij een donkere vlek aan de overkant van het veld. Trek stootte hem aan en liet hem weten dat daar inderdaad het geluid vandaan was gekomen. Tegelijk ook dat het, wat het ook was, niet vijandig was, maar eerder in nood.

Will liet zijn waakzame houding niet varen. Hij was er zeker van dat wat daar op de grond lag niet gevaarlijk was, maar er kon nog altijd iets gevaarlijks achter de bomen zijn verscholen.

Will liep met Trek op zijn hielen naar de vlek toe. Met elke stap die hij zette werden de omtrekken duidelijker. Hij was er zeker van dat daar iemand lag. Waarschijnlijk gewond. Misschien wel dood.

Bij die gedachte versnelde hij zijn pas. Hij knielde naast de gedaante neer. In het donker kon hij moeilijk zien, maar op de tast vond hij naar de pols van degene die daar voor dood lag. Hij liet van opluchting een zucht horen toen hij een puls voelde. Wie het ook was, het leefde nog.

Trek stootte hem aan en Will besloot de gedaante mee te nemen op trek. Hij was te klein om diegene de hele weg naar het huisje te tillen. Al was het op-Trek-krijgen proces ook niet bepaald een eitje.

Zodra ze bij het huisje aangekomen waren bracht Will de onbekende naar binnen en zette vervolgens Trek snel in de stal. Met een kleine verontschuldiging liet hij Trek daar achter en snelde hij terug naar binnen.

Daar aangekomen kon hij rustig zijn gast behandelen.

A/N Dat was het! Het eerste hoofdstuk van mijn fanfiction. Het zal wel lang worden en ik zal mijn best doen regelmatig te schrijven, maar ik zit vaak zonder inspiratie en ik heb het druk met school. Thanks for reading! En schrijf asjeblieft een kleine review zodat ik kan verbeteren!