Operatie Zoete Slaap
'Verdomme,' vloekte ze. 'Die blaadjes zijn veel te klein.'
'Hoe bedoel je?' vroeg Ernst niet-begrijpend. 'Die plant zou er zelfs in slagen om de Beukwilg te wurgen.'
'Heb je die arrogante, dikke nek van Sneep al eens goed bekeken? Daar hebben we een heel bos Langdradige Weekbladen voor nodig.'
Ginny grinnikte en ook Ernst Marsman moest er even om glimlachen.
'Maar we gaan hem toch niet echt wurgen?'
'Als we nou maar eens zoveel geluk hadden … Maar als hij er enkele uren door in slaap valt, ben ik ook al tevreden.'
'En dan maar hopen dat we dat zwaard van Griffoendor makkelijk uit zijn opbergplaats kunnen halen.'
'Dat lukt wel. Help eens even.'
Samen hesen ze de plant in een pot en ontweken zorgvuldig de tentakels die hevig reageerden op de nabijheid van menselijke warmte.
'Ik weet het niet, Ginny. Denk je echt dat dit een goed plan is? Als we betrapt worden, durf ik er niet aan te denken wat ze met ons gaan doen.'
'Hoor eens, ik ben je gezeur meer dan beu. Als je het in je broek doet voor de Kragges, dan kan je beter ophoepelen. Ik laat me in elk geval niet tegenhouden door een stelletje Dooddoeners.'
Ernst zuchtte, maar hielp uiteindelijk toch om het Langdradig Weekblad de Kruidenkas te laten uit zweven.
'Ah, de anderen zijn er al,' merkte Ginny op. 'Laat hem hier maar neervallen, Ernst.'
'Mooi exemplaar,' keurde Marcel. 'Die zou wel stevig genoeg moeten zijn om Sneep aan te pakken.'
'Goed, laten we dan maar gaan. Heb jij het wachtwoord van zijn kantoor kunnen bemachtigen, Loena?'
'Ja, het wachtwoord is bloedzuiver.'
Ze had het woord nog maar uitgesproken of de stenen waterspuwer kwam al in beweging. Ze haalden allemaal gelijktijdig diep adem, tot Ginny de spanning doorbrak: 'Komaan, vijf minuutjes moed tonen en het is voorbij.'
Ze stapte op de eerste trede van de trap achter de waterspuwer onder de zeurderige melodie van een luide 'euh'.
'Ik denk dat ik toch maar niet mee ga,' sputterde Ernst. 'Ik heb nog veel huiswerk te doen en ik kan het als Klassenoudste niet maken om betrapt te worden bij zulke praktijken.'
Ginny draaide met haar ogen, terwijl Ernst er haastig vandoor ging en Loena en Marcel Ginny's voorbeeld volgden.
'Jammer dat het mislukt is.'
Ernst was schoorvoetend op het drietal afgelopen en liet zijn blik over het meer gaan als hij sprak.
'Wat heb jij hier nog te zoeken?' beet Ginny hem toe. 'Kom je er wat mee lachen?'
'Nee.'
'Het spijt me dat ik niet ben meegegaan. Alleen –'
'– ben ik een ongelooflijke angsthaas die voortdurend gaat uithuilen bij de mama,' maakte Ginny zijn zin af.
Ernst liet die opmerking aan zich voorbijgaan en probeerde het gesprek in een andere richting te sturen.
'Viel de straf een beetje mee?'
'Het kon altijd erger. Opgesloten worden met een laffe Huffelpuf bijvoorbeeld.'
'Ach, laat hem toch, Ginny,' moeide Marcel zich. 'Niet iedereen kan even moedig zijn. En hij heeft tenminste nog geholpen. Dat kan niet van alle Strijders gezegd worden.'
'Mmm, ik verwacht je bij de volgende bijeenkomst van de SvP.'
'Ik zal er zijn,' antwoordde Ernst. Hij had zich voorgenomen om te bewijzen dat hij geen lafaard was, dat er ook dappere Huffelpufs waren.
