Daar was ik dan, Naples, Florida, US. Eerlijk gezegd had ik nooit van Naples gehoord, maar ik was er achter gekomen dat hier gemiddeld 361 dagen de zon scheen en na een paar jaar in Rusland en Nederland te hebben gewoond vond ik het wel eens tijd worden voor flink wat zon en dit was precies de juiste plek!

Ik keek om me heen. Ik stond in een kleine woonkamer met aan de linkerkant een keukenblok tegen de muur aan. Jee, het was wel erg klein!
De vorige bewoners hadden wat meubels laten staan. Niet helemaal mijn smaak, maar het zag er nog wel goed uit. Ik besloot ze nog even laten staan, misschien moet ik er gewoon aan wennen. Ik draaide me om op mijn hakken om de rest van het appartement te bekijken.

Ik had opeens zin om naar het strand te gaan. Ik schopte mijn gympen uit en trok mijn slippers uit de weekend tas. Ik had het meest van mijn kleren en spullen achter gelaten in Nederland. Ik kocht hier wel wat verder nodig had. Opeens merkte ik hoe warm het was en ik besloot ook maar een jurkje aan te trekken in plaats van de spijkerbroek en het T-shirt wat ik nu aan had. Toen ik me omgekleed had pakte ik een klein tasje dat ik over mijn schouder kon dragen en stopte daar wat geld in. Ik pakte de sleutels en trok de deur achter me dicht en sloot af. Fluitend liep ik naar beneden, ik woonde op de tweede verdieping, en trok de voordeur open. Fel zonlicht scheen me tegemoet. Als ik zo langs winkels zou lopen zou ik eerst even een zonnebril kopen, dacht ik bij mezelf.
Ik stond even stil nadat ik de deur achter me had dicht getrokken en snoof diep in. Ik rook de zoute lucht van het zeewater en liep links de straat uit. Het was druk op straat en genoot van alle mensen om me heen. Ik was soms nog steeds verbaasd over mezelf hoe ik hier zo goed mee om kon gaan. Met de mensen bedoel ik dan hè. Dat ik bij ze in de buurt kan zijn zonder… Ik had geen zin om hier verder aan te denken. Het had al zo vaak mijn leven bedorven. Niet altijd natuurlijk er zaten ook wel leuke dingen aan, maar soms wou ik dat het anders was. Zoals met vriendjes, sowieso kon ik niet te close met mensen worden. Ze zouden merken dat ik anders was. Dus na een paar jaar verhuisde ik weer ergens anders heen.

Toen het donkerder werd besloot ik naar huis te gaan. Ik vroeg aan een voorbijganger de weg naar de supermarkt. Daar aangekomen pakte ik alles wat ik nodig had voor het avondeten en voor het ontbijt morgen. De grote boodschappen zou ik morgen wel doen, ik had daar nu geen zin in. Ik rekende af bij de kassa en liep langzaam naar huis.
Mijn huis, ook al was ik er niet tevreden mee, zolang ik er zou wonen zou ik het mijn huis noemen. Ik duwde de voordeur open en bleef stokstijf staan. Een heerlijk geur drong mijn neus binnen en direct was ik op m'n hoede.
Er was hier iemand geweest en met iemand bedoelde ik niet mijn buurmensen uit de andere appartementen. Met iemand bedoelde ik iemand zoals mij. Ik liep behoedzaam via de trap naar boven. Voor de deur luisterde ik gespannen of ik iets hoorde in het appartement. Er kwam geen geluid uit mijn appartement. Behoedzaam stak ik de sleutel in het slot en draaide de sleutel om. Gespannen wachtte ik even, maar er gebeurde niks. Ik liep naar binnen en sloot zorgvuldig de deur. Er was duidelijk iemand in mijn appartement geweest. De geur was al een uur oud, gokte ik. Ik zette mijn boodschappen neer. En leunde tegen de keuken aan. Ik moest er achter komen wie hier geweest was en waarom. Ik draaide me zuchtend om en maakte mijn eten klaar. Toen ik klaar met eten was ruimde ik alles op.

Het water van de douche kalmeerde me een beetje. Als degene die hier was geweest kwade bedoelingen had, was hij of zij wel gebleven. Waarschijnlijk was het gewoon nieuwsgierigheid geweest wat de bezoeker hierheen dreef. Ik rook niet zoals een mens, maar ook niet zo als zij. Ik was anders en dat wekte soms nieuwsgierigheid op bij andere vampieren. Ik was wel vaker bezocht door hen doordat ze mijn geur niet kende.
Het bed zag er uitnodigend uit en ik besloot maar te gaan slapen ook al was het nog vroeg. Snel verschoonde ik het beddengoed en dook tussen de dekens.
Mijn hoofd zat nog vol van alle indrukken van de afgelopen paar dagen en daardoor bleef ik nog een tijd woelend in mijn bed liggen. Ik probeerde mijn ledematen één voor één te ontspannen en mijn hoofd leeg te maken. Toen dat gelukt was duurde het niet lang meer voordat ik in een comateuze toestand viel.

De volgende dagen gebeurde er niks bijzonders. Ik liep veel door de stad en ik rook de geur vaak, maar geen enkele keer was het vers en als ik het volgde, vervaagde het totdat ik het uiteindelijk moest opgeven.