The Beginning

Hard stampte ik met mijn vuist op bed 'AUW' schreeuwde ik. Ik keek naar mijn bloedende hand. Ik keek hoe het kwam ik merkte dat het kwam door de gebroken spiegel. Jammer dat de spiegel kapot ging het was van mijn oma geweest. Maar het is niet mijn schuld. Nee! Het is de schuld van mijn moeder. Kon ik hier maar weg dacht ik woedend.

Om het verhaal te begrijpen gaan we even een paar jaar terug in de tijd toen Hermelien nog zes was.

Op een dag ging ze op vakantie met haar ouders. Ze zag een man. Je zou denken een man ja en wat dan nog. Nou deze man droeg hele rare kleren een lange rok in plaats van een broek en een heel vreemd T-shirt. Hermelien vroeg terwijl ze wees naar de man aan haar ouders waarom die man er zo raar uitzag. Maar ze kreeg als antwoord 'Niet wijzen schat dat is onbeleefd!'. Daar was ze niet

blij mee want ze wou altijd alles weten dus ging ze op onderzoek uit. Ze merkte dat uit de man z'n tent rook kwam. Verder merkte ze niks vreemds. Zo gingen er een paar dagen voorbij totdat ze nog maar drie dagen zou blijven. Hermelien had geluk want een van deze dagen zag ze dat de man met een houten stok het vuur aanstak. Ze was bang maar toch ook wel weer nieuwsgierig. Ze had niet in de

gaten dat de man haar zag en voordat ze het wist liep de man op haar af. Ze wou gillen maar de man richten de houten stok op haar en mompelde iets onverstaanbaar. Ze kon niet meer praten dus toen ze dat merkte wou ze weg rennen maar de man nam haar mee in zijn tent. Ze merkte onmiddellijk dat de tent van binnen veel groter was dan je aan de buitenkant zag. Dus nu won de nieuwsgierigheid

van haar angst. De man merkte dat ze rustiger werd en richten weer dat houten ding op haar hij mompelde iets en ze kon weer praten. Meteen begon ze vragen te stellen. De man lachte en zei 'rustig aan ik zal je wel wat dingen vertellen maar je moet beloven dat je niks tegen iemand anders zegt ok?'. Hermelien knikte meteen en hij begon te vertellen dat hij een tovenaar was en het houten

ding was zijn toverstok. Ze luisterde aandachtig en geloofde meteen wat hij zei. Ook vertelde hij over de wegisweg en de demonters die in azkaban zaten. Ze vond het erg jammer dat ze naar huis moest. Hermelien nam afscheid van de man die trouwens Bert Honing heten. Hij zei 'Ik zal jou ook missen het was net zo gezellig maar misschien zien we elkaar nog eens doei'. 'doei' mompelde ik en

rende naar mijn ouders. Na een paar weken kwam er een grijze uil langs hij gaf haar een pakje waar Hermelien opstond. Het had mooie sierlijke letters. Ze maakte het pakje open er zat een boek in. Ook zat er een briefje bij daar stond op:

Hoi Hermelien Griffel

Je was zo geïnteresseerd in de verhalen over de toververhalen die ik je vertelde dus ik besloot

Om je een boek te sturen over de geschiedenis van tovenaars. Ik hoop dat je er veel aan hebt

Groeten van Bert Honing

'wow' gilde ze. Hermelien deed het boek open en bestudeerde het. Ze zat heel vaak in het boek aan het lezen haar ouders merkte het ook ze vroegen wel eens wat ze aan het lezen was maar ze kregen als antwoord owh niks. En als ze bleven zeuren snauwde Hermelien dat ze weg moesten gaan omdat ze druk bezig was. Op Hermeliens twaalfde verjaardag kwam er weer een grijze uil voor

haar. Die uil gaf haar een brief. Het was een brief van Zweinstein. Dat is een school voor kinderen die kunnen toveren. Zij was zo opgewonden dus ze kon inderdaad toveren net als de man op de kampeerplek alleen zij gebruikte geen toverstok.. Flashback: Een jaar geleden merkte ze dat ze dingen kon laten zweven als ze dat wou. En toen ze een keer boos was op haar ouders brak het raam. Einde flashback.

Er stond ook bij dat er over een week iemand zou komen om met haar ouders te praten en met haar naar de wegisweg te gaan. Haar ouders wisten niet wat de wegisweg was maar zij wist het wel. Dat had ze van Bert honing gehoord. Vroeg in de ochtend de zon was nog niet op . En niemand was wakker. Of misschien toch wel in een huisje brandde er licht en werd er druk gesproken. 'Zie je nou

wel dat het een grap was, niemand kan toveren dat gebeurt alleen is sprookjes' zei Hermeliens vader boos. Hermeliens moeder begon zich er ook mee te bemoeien 'Ja, je vader heeft helemaal gelijk er bestaan echt geen to….'' Verder kwam ze niet doordat plotseling de deur openging. In de deur opening stond een reusachtige man. Hij paste bijna niet meer door de deur. Zo groot was hij.

' Ik ben Hagrid van Zweinstein' zei de man. Al betwijfelde ik of het wel een man was. 'En ik kom Hermelien halen om naar de wegisweg te gaan. Ik zag dat mijn ouders erg verbaasd waren ze konden geen woord uitbrengen. Hagrid wachtte waarschijnlijk niet op antwoord. Want hij draaide zich om en vroeg aan mij 'Kom je mee anders komen we veels te laat'. Ik liet me dat niet nog een

keer zeggen en rende naar Hagrid en zei doei tegen me ouders. Mijn vader mompelde doei en me moeder zei kijk je wel uit. Ik knikte en ging met Hagrid mee. Toen we op de wegisweg waren zag ik allemaal mannen in jurken. Ik dacht meteen aan die keer op camping. ' Hmm zou ik de man, hoe heet hij ook al weer ehm… owhja Bert Honing ook zien?'dacht ik. Ondertussen zag ik een

winkel met toverstokken. 'Maar Hagrid' Schreeuwde ik bijna toen ik besefte dat ik geen geld had. Hagrid keek om en vroeg 'Wat is er?'. 'Ik heb helemaal geen geld' mompelde ik. Owh dat maakt niet uit je krijgt geld van de school omdat je dreuzel ouders hebt. Daarom gaan we naar de bank. 'Owh oke… maar wacht eens even wat zijn dreuzels?'. 'Huh' zei Hagrid. Je zei net dat ik dreuzel

ouders heb wat zijn dreuzels?. 'Owh dat zijn niet magische mensen. Snappie?'Oké begrijp het'. Ondertussen dacht ik dreuzels…. Hmm….. Daar heeft Bert Honing het niet over gehad vreemd. We liepen een soort boeken winkel binnen daar kochten we de boeken die op een lijstje stonden. Daarna gingen we naar de toverstokken winkel die ik had gezien. Daar moest ik met een toverstok

heen en weer zwaaien. In het begin schrok ik erg. Maar al gauw snapte ik dat het de bedoeling was. Toen we klaar waren bracht hij me naar huis en ging nog even praten met mijn ouders. Die blij waren dat ik terug was. 'Tring Tring' irritante wekker. Hmm ik had net zo een leuke droom het ging over dat ik zat te toveren en dingen liet zweven. En deze keer word de droom werkelijk. Ik verheug me

al om naar Zweinstein te gaan. Toen ik beneden keken mijn ouders niet echt blij. Ze hadden zo'n gezicht 'We moeten me je praten over iets belangrijks'. En het leek nog wel zo'n een leuke dag te worden. Nu is alles verpest en dat doordat ze over iets 'belangrijks'

willen praten. 'Schat we moeten met je praten over iets belangrijks' zei mijn moeder. Dacht ik het niet ik ken ze zo goed dat ik weet waneer ze over iets belangrijks gaan praten. 'Over dat toveren' vervolgde me vader'. Meteen kreeg ik een brok in me keel. Nee hé

ze gaan toch niet daar over praten. Ik had me er net zo op verheugd. 'We denken dat het niet zo'n goed idee is om je naar die school te sturen'. Wat had ik dat nou goed begrepen of niet. 'Schat je moet het begrijpen je bent slim en zo maar je kan je kennis beter ergens anders gebruiken in plaats van bij die 'toverschool'. 'Maar mam dit is de kans om tovenaar nou eigenlijk heks maar je begrijpt

wat ik bedoel te worden. EN NU GAAN JULIE ALLES VERPESTEN Ik schreeuwde het laatste stukje zo boos was ik. Mijn vader zei 'En we gaan verhuizen naar Spanje zodat die tovenaars ons niet meer kunnen vinden'. Hij zei het op een toon zodat ik wist dat je beter je mond kan houden en naar hem luisteren. Ik was heel boos maar kon er niks aan doen hij is de baas. "YOU'RE THE

LEADER!!' Schreeuwde ik. En rende meteen naar mijn bed. Ik ging er op liggen en begon te huilen. Het is niet eerlijk ouders verpesten altijd alles. Net als de andere keer toen ik niet naar de speeltuin mocht en alle andere keren wel. Ze zeiden dat het daar echt niet leuk was en ook nog eens gevaarlijk. Maar dat is helemaal niet zo. En nu verbieden ze ook nog dat ik tovenaar word. Ze

verpesten mijn hele leven. Alsof een muur in mij plotseling instort doordat je een steentje eronder uit trekt. Ik hoorde dat mijn deur open ging en de stem van mijn moeder 'schat ik begrijp dat je boos bent maar het is niet anders later zal je ons dankbaar zijn'. Ze ging op het bed zitten wat is dit ze stond op en trok de lakens opzij daar lag een gebroken spiegel 'GA WEG!' schreeuwde ik

woedend. Ik keek niet op maar hoorde wel dat mijn moeder wegging. Ik bleef nog een tijdje liggen. En dacht nog eens ik mag echt helemaal niks. Hard stampte ik met mijn vuist op bed 'AUW' schreeuwde ik. Ik keek naar mijn bloedende hand. Ik keek hoe het

kwam ik merkte dat het kwam door de gebroken spiegel. Jammer dat de spiegel kapot ging het was van mijn oma geweest. Maar het is niet mijn schuld. Nee! Het is de schuld van mijn moeder. Kon ik hier maar weg dacht ik woedend. Plotseling had ik een idee. Ik

dacht verder. Ja dit idee moet lukken dacht ik opgewonden. Maar als het nou eens mislukt dacht ik somber. Nee het gaat niet mislukken het plan was gewoon te perfect.