Een listige brief

"Hoe gaan we nu verder mijn Heer?" klonk een hoge vrouwenstem. Ze keek de kamer door, op het eerste gezicht leek het net een dreuzelkamer. Er stond een bed langs het raam, een bureau tegen de muur met daarop een wereldbol en verschillende papieren en langs de andere muren grote boekenkasten.

Maar als je beter keek, zag je dat de papieren eigenlijk perkament waren, beschreven met magische aanvalsplannen. In de boekenkasten stonden geen boek van Lord of the Rings of Harry Potter, maar magische boeken:

Zelfverdedeging tegen de witte magie,

zwarte magie legaal of illegaal,

een beknopte beschrijving van Zweinstein

een inleiding in het ministerie van Toverkunst

en nog meer andere boeken.

Alleen het bed, was gewoon een bed.

Een lange, bleke man keek op uit een donkere hoek, waar hij uit het raam stond te staren. "Wat bedoel je Bellatrix, Perkamentus is dood, mijn grootste obstakel uit de weg geruimd."

"En 'de jongen' wat doen we daarmee."

"Harry Potter bedoel je, vrees niet zijn naam uit te spreken, hem laten we voorlopig rusten. Ik heb nu andere, grotere plannen. Bellatrix, ik heb een speciale taak voor jou."

"Ik zal uw dienen Heer, wat voor taak."

"Over een paar dagen vallen we Zweinstein aan, het zal weinig moeite kosten het te veroveren. Ik heb besloten het als school open te laten en jij wordt schoolhoofd. Het is een belangrijke taak, jij moet bepalen wie wel en niet toegelaten wordt. Je begrijpt natuurlijk wel dat dit plan absoluut geheim moet blijven, je mag er met niemand over praten," zo eindigde Voldemort zijn speech. "Je kunt nu gaan."

"U kunt op mij rekenen Heer," fluisterde Bellatrix, waarna ze spoedig de kamer verliet.

Nadat Bellatrix de kamer had verlaten, keek Voldemort om zich heen. Hij sloot de gordijnen.

Na zeker te weten dat niemand hem zag, activeerde hij een wereldbol. De wereldbol was groot in de lucht te zien,

"toon mij de locatie van Harry Potter,"

Zo, zo, dacht Voldemort, is die jongen nou nog steeds bij die Wemels. Nou ja, daar heb ik in ieder geval geen last van hem.

"Toon de gruzielementen," sprak hij. Verscheidenen puntjes lichten op. Voldemort keek rond of de gruzielementen nog steeds goed lagen. Woedend kwam hij tot de ontdekking dat het gruzielement uit de grot verdwenen was.

"Waar is het amulet van Zwadderich," de wereldbol draaide hard heen en weer, op zoek naar de locatie van het amulet. Plotseling stond de wereldbol stil, vlak bij een ander puntje. "Harry Potter," slisde hij.

Voldemort ging even zitten en dacht diep na, toen greep hij een stuk perkament, veer en inkt:

Geachtte Heer Potter,

Mag ik mijzelf voorstellen:

Robert Alfred Zuideling.

Mijn initialen komen u misschien bekend voor. Inderdaad ja, ik ben de R.A.Z. achterop de Z van Zwadderich. Om de zoveel jaar controleer ik of mijn nepamulet er nog ligt en gisteren kwam ik tot de ontdekking dat hij weg was. U weet het misschien niet, maar ik heb er een opspoorspreuk op geplaatst, zo wist ik dat de Z in uw bezit was. Mag ik uw feliciteren met het vinden van een gruzielement.Uit ervaring weet ik dat het een lastige klus is. Misschien kunnen we een keer afspreken, om de andere gruzielementen te vinden. Deze grote dreiging moet hoe dan ook gestopt worden. Ik wacht op uw antwoord.

Met vriendelijke groet,

Hertog Robert Alfred Zuideling

Snel riep hij Draco Malfidus op.

"U riep mij Heer."

"Inderdaad, ik heb hier een belangrijke brief, die ontmiddelijk verstuurd moet worden naar Harry Potter. Plaats een zegel van R.A.Z op deze brief en verstuur hem dan met jouw persoonlijke uil. Als je bericht terugkrijgt, wil ik dat onmiddellijk horen, onmiddellijk."

"Natuurlijk Heer," zei Draco. Hij pakte de brief aan en verliet de kamer.