Mimi keek naar buiten. Het beloofde een mooie dag te worden. Eindelijk weet eens een mooie dag. Het had dagen geregend en dat haatte ze, want dat paste niet echt bij haar werk. Ze had haar ontbijt verder op en ging naar buiten. Ze liep een stuk door de straat sloeg toen een steegje in en stopte aan het einde. A daar had je hem al. Hij liep rustig naar zijn werk. Wat was hij toch dom. Hij had zijn toverstok niet eens in de aanslag. Ze kon hem nu overmeesteren, en meenemen, maar dat was haar taak niet. Ze moest hem bespieden, en er een rapport over maken. Wat had ze eigenlijk saai werk, maar ja het verdiende wel. O, nu was ze hem uit het oog verloren. Ze rende naar de hoek van de straat. Daar was hij al weer. Nou liep hij een stuk sneller. Mimi keek op haar horloge. Klopt hij was wat aan de late kant.
"Mevrouw?" vroeg een man aan haar "Weet u misschien ook hoe laat het is?"
"Ja, het is 1 voor 10." zei Mimi.
"Dank u wel." zei de man, en hij was weg.
Wat een gek persoon. Dat hij... Shit ze was hem kwijt. Daar hoorde ze de kerk klok slaan. 10 uur.
Nee hé. Ze was te laat. Nu was het al voor bij. Die man, hij had ook wel op de kerk klok kunnen kijken, hij zat in het complot. Mimi ging er van door. Ze rende naar het park, waar de overdracht zo plaats vinden, maar ze was te laat. Nou kon ze weer helemaal over nieuw beginnen. Dit zal haar baas niet leuk vinden.
"Wat?" vroeg de Marcus. "Je hebt ze laten gaan?"' hij stond te trillen van woedde. "Hoe durf je."
"Ik had het bijna baas." zei Mimi met een piepstem. Ze was helemaal rood geworden.
"Dat maakt het alleen maar erger." zei hij woedend. Het was en tijdje stil. Toen zij Marcus met de hese stem van hem: "Ik heb er zolang naar verlangt zo lang. Als kind droomde ik er al van, en jij je was er bijna. Ik kon het al voelen. Iedere avond stelde ik me voor dat ik hier niet meer in dit krot zou zitten, maar dat de hele wereld voor mij boog, maar nee. Ze zijn me altijd te slim af."
"Ik kon het toch niet weten?" vroeg Mimi.
"Nee, nooit is het jou schuld altijd verzeker je me er weer van dat het je lukt, maar nee het gaat altijd mis, en dit Mimi was de laatste kans het in handen te krijgen voordat iemand anders het had, en jij,jij verpest het weer voor me, Mimi." Stilte. "Ga, maar naar huis. We praten morgen wel verder."
"Dag baas."
"Dag Mimi."
