"Ik
heb je toch al gezegd dat het niks kan worden, Tops."
"Maar
Remus, ik ben verliefd op je."
Hij zuchtte. En ik heb al zo vaak
gezegd dat ik te oud voor je ben.
"Maar dat maakt me helemaal
niet uit," schreeuwde Nymphadora.
"Mij maakt het wel uit, ik
wil dat je met iemand trouwt waarmee je gelukkig kunt worden en een
toekomst hebt. Die heb je met mij niet, ik zal je nooit gelukkig
kunnen maken of je een goede toekomst geven."
"Dat kun je
wel!"
Nymphadora schreeuwde met tranen in haar ogen naar Remus,
die op een stoel in het Grimboudplein 12 zat.
"Ik zal je toch
nooit normale kinderen kunnen geven, wil je dan dat je kind een
weerwolf is?"
Ook Remus stond nu op en liep naar haar toe. Hij
pakte haar bij haar schouders vast en drukte een kus op haar
voorhoofd.
"Het spijt me, Nymphadora."
En met die laatste
woorden gezegd te hebben liep hij de deur uit.
Nymphadora keek hem
na. "Noem me geen Nymphadora…" fluisterde ze zacht.
Remus liep over straat en zocht een verlaten plek op om te verschijnselen. En met een plop verdwijnselde hij naar zijn huis. Daar zakte hij in een stoel en dacht diep na. Deed hij er goed aan om haar zo achter te laten? Had ze gelijk gehad? Hij was immer ook enorm verliefd op haar, maar hij mag er niet aan toegeven. Het kan gewoon niet. Remus begon te snikken en schreeuwde het uit van de pijn in zijn hart.
Nymphadora bleef nog even zitten en probeerde zich te vermannen. Ze stond op, veegde haar tranen uit haar ogen en pakte haar toverstok. Ze was vastberaden om Remus voor zich te winnen. Ze ging ook het huis uit en verdwijnselde naar Remus.
Er werd op
de deur geklopt en Remus' behuilde gezicht was goed zichtbaar maar
dat kon hem niet schelen.
"Remus ben je er?"
Het was de
stem van Nymphadora en Remus hield zich stil, hopend dat ze niet wist
dat hij daar was.
"Remus ik weet dat je er bent, doe alsjeblieft
open."
Hij keek naar het plafond en probeerde zijn tranen in te
slikken maar deze bleven maar komen.
Er werd nu harder
geklopt.
"Remus doe open, ik wil met je praten."
Hij hoorde
dat Nymphadora ook aan het huilen was en besloot de deur open te
doen.
Ze keken elkaar aan met roodbehuilde ogen en Nymphadora viel
in Remus' armen.
Na minutenlang geknuffeld te hebben met elkaar
keek Nymphadora hem in zijn ogen aan.
"Remus alsjeblieft luister
naar me. Het maakt me niets uit dat je ouder bent en een weerwolf
bent. Mijn liefde voor jou is groter dan de angst voor al deze
dingen. Ik wil mijn leven met je delen voor altijd."
Ze huilde
weer na het zeggen van deze woorden en Remus aaide haar over haar
hoofd.
"Ik weet het Nymphadora maar ik denk dat je er later
spijt van zult krijgen."
"Als dat zo is dan is dat zo, op dit
moment voel ik liefde voor jou en ik weet dat je het ook voor mij
voelt."
Remus zei niets en dat was een bevestiging voor
Nymphadora.
"Je hebt toch gezien dat Fleur nog steeds met Bill
wil trouwen nu hij een weerwolf is. Waarom zou ik dat dan niet
willen. Ik weet dat het tijd nodig heeft, maar denk er alsjeblieft
over na."
Ze keek hem aan in zijn lieve bruine ogen en kuste met
hem zoals ze nog nooit gekust had.
Dat was voor Remus de doorslag
en hij kuste haar liefdevol terug.
"Heb je het nu door lieve
Remus?" Glimlachte Nymphadora.
"Zeker weten, Nymphadora, hoe
heb ik ooit kunnen twijfelen aan jouw liefde."
Daarna kuste hij
haar weer en hij droeg haar naar zijn kamer waar hij haar op het bed
gooide.
Remus ijsbeerde door de gang van het St. Holisto's
en zijn blik ging steeds naar de deur.
"Remus, rustig maar het
komt allemaal goed."
"Rustig, rustig? Hoe kan ik nou rustig
zijn op het moment dat ik vader ga worden, Andromeda?"
Ze haalde
haar schouders op en keek uit het raam.
De deur ging open en de
heler stak zijn hoofd om de deur.
"Gefeliciteerd meneer Lupos, u
bent vader geworden van een zoon."
Hij sprong bijna een gat en
de lucht en liep razendsnel langs de heler naar zijn
vrouw.
Nymphadora lag uitgeput op bed met een klein wurmpje op
haar borst.
Het mannetje had bruin haar en huilde al
hard.
"Gefeliciteerd lieve Dora en Remus!"
Remus draaide
zich om om de knuffel van zijn schoonmoeder te ontvangen.
Hij
wilde naast Nymphadora gaan zitten en keek toen verschrikt op.
"Hij…
hij had toch zwart haar."
Verbaasd keek Nymphadora naar haar
zoon en toen begon Andromeda hard te lachen.
"Hij lijkt precies
op zijn moeder, die had ook al alle kleuren van de regenboog gehad
bij haar geboorte."
Ook Remus en Nymphadora moesten nu lachen en
ze keken elkaar vol geluk aan.
Dit zou het begin zijn van een
prachtige toekomst.
