De
trein reed hard en de boerderijen vlogen voorbij.
Hier en daar
brandde licht, maar over het algemeen was het donker in de huizen.
In
de verte stond de zon laag, ze dreigde onder te gaan.
Peter zal
alleen in een coupe in de Zweinstein Expres en dacht aan zijn
zomer.
Hij had hem ontmoet, wat een machtige man is het ook.
Hij
zou het niet graag tegen hem opnemen.
Niet alleen was zijn
magische kennis veel verder maar hij was ook veel meer
ontwikkeld.
"Ha, als jij die Pippeling niet bent."
Peter
schrok op en keek naar de jongen in de deuropening.
"Sn.. sn..
Sneep?"
Sneep sloot de deur en ging naast Peter zitten.
Haastig
en op zijn hoede schoof Peter wat dichter naar het raam.
"Jij
was toch ook bij de Heer van het Duister afgelopen zomer?"
Sneep
keek hem doordringend aan en zijn zwarte ogen priemden haast door
Peters ziel heen.
"Dat klopt ja," stamelde Peter.
"Het
was best wel leuk," zei hij vlug.
"Best wel leuk? Waarom was
je er dan?"
Sneep nam Peter eens op van boven naar onder en weer
terug.
"Ik.. ik keek alleen wat rond."
"Laat de Heer van
het Duister het maar niet horen, hij neemt alleen mensen in dienst
die hem trouw zijn. Als je de Heer van het Duister mag dienen dan mag
je je gelukkig prijzen."
Sneep keek trots naar de schichtige
Peter.
"Alsof ik dat niet weet," snoof Peter.
"Ik zou
maar oppassen met wat je zegt, de Heer van het Duister hoort
alles.
Sneep stond op.
"Ik zie je nog wel, Peter."
Peter
knikte en Sneep verliet de coupe.
"Jij kunt een waardevolle
aanwinst zijn." Had Voldemort gezegd.
"Hé Peter, zit je
hier, we hebben je overal gezocht. Klaar voor ons laatste jaar
Zweinstein?"
Sirius stapte de coupe in gevolgd door Remus en het
verliefde stelletje James en Lily.
Peter keek op naar zijn
vrienden.
"Hoi allemaal, ik denk het wel, Sirius."
"Lekker
zomer gehad Peter?" Vroeg Lily.
"Ja best," zei hij
ongeïnteresseerd.
Peter keek haar niet aan maar keek uit het
raam.
Lily had het niet eens door, die was innig verstrengeld in
een kus met James.
Sirius porde Peter en Remus.
"Die groeien
nog een keer aan elkaar vast joh."
Remus en Peter begonnen te
lachen.
"Ik meen het hoor!"
Sirius' ogen begonnen te
stralen.
"Als je het maar laat, Sirius," zei Remus
lachend.
"Ik ben blij dat we allemaal weer bij elkaar zijn,"
glimlachte Peter.
Sirius klopte Peter op zijn schouder.
"Ja,
vriendschap is geweldig," zei James die zich toch los kon maken van
Lily.
Peter glimlachte en keek daarna stil uit het raam.
Hij
moest een keuze maken, maar welke?
