Hallo Allemaal. Hier is dan mijn eerste hoofdstuk! Ik heb deze zomer helaas niet zoveel kunnen schrijven als ik gehoopt had. Toch zal ik proberen om één keer in de 2 weken een hoofdstuk te plaatsen.
Beschrijving hoofdstuk: Peeta probeert na de hongerspelen zijn leven in District 12 weer op te pakken en alles wat gebeurd is te vergeten. De aankomende Zegentoer maakt dit echter onmogelijk.
Zuchtend schuif ik de laatste 2 bakvormen met deeg in de oven. Buiten is het nog donker. Ik kijk in mijn rugzak en de grote jutezak die op het aanrecht staan om te kijken of er inderdaad genoeg broden inzitten. Al gauw zie ik dat ik, samen met de twee broden die nu in de oven liggen, genoeg broden heb. Ik ben vandaag wat eerder opgestaan om extra broden te bakken. Niet dat ik nog sliep toen het tijd was om op te staan. Ik kan tegenwoordig maar slecht slapen. Wanneer ik in bed lig beginnen de gebeurtenissen zich weer af te spelen in mijn hoofd waardoor ik maar slecht in slaap kan komen. En wanneer ik slaap, herbeleef ik de vreselijke gebeurtenissen van afgelopen zomer in mijn hoofd. En vannacht heb ik bijna niet geslapen, omdat ik erg tegen deze dag opzie.
Vandaag begint de Zegentoer. Deze toer is om te vieren dat Katniss en ik de vierenzeventigste Hongerspelen hebben gewonnen. Samen moeten we alle districten langs om toespraken te houden over hoe blij we zijn dat we samen hebben gewonnen en hoe dapper de tributen van de andere districten wel niet waren. Ik walg hiervan. Voor mij zijn de Hongerspelen een aaneenrijging van verschrikkingen die ik het liefst vergeet. Deze Zegentoer helpt hier niet bij.
Ik pak de kookwekker van het aanrecht en zet hem op 20 minuten zodat ik niet zal vergeten de broden uit de oven te halen. Hierna loop ik naar de kamer die ik "De Schilderkamer" heb gedoopt. Hier bewaar ik al mijn schilderijen en schilder ik er ook nieuwe bij. Iedere winnaar hoort een talent te hebben en tekenen en schilderen is iets wat ik altijd al goed kon. En nu ik als winnaar genoeg geld heb kan ik alle verf, kwasten en verfdoeken betalen die je nodig hebt voor het schilderen. Vaak wanneer ik een nachtmerrie heb over de Spelen ga ik hiernaartoe om die herinneringen te schilderen. Vaak komen die herinneringen dan niet zo heftig meer terug. Het is gebruikelijk om je talent te tonen in het Capitool, waar we ook naartoe zullen gaan, en daarom heb ik een aantal schilderijen verzameld om mee te nemen in de trein waar ik en Katniss vanmiddag in zullen stappen.
Terwijl ik nog wat schilderijen selecteer om mee te nemen in de trein denk ik aan alle dingen die veranderd zijn sinds mijn terugkomst. Katniss is met haar moeder en zusje in de Winnaarswijk gaan wonen en woont nu een paar huizen verderop. Mijn ouders wonen nog steeds in de bakkerij dichtbij het centrum van District 12. Ik mocht hen meenemen naar mijn huis, maar dat wilden ze allebei niet. Begrijpelijk. Een bakker hoort in zijn bakkerij te wonen. Mitchell is met zijn vriendin Lyana uit De Laag getrouwd. Mijn moeder was het niet eens met de keuze van zijn vriendin. Hierop is Mitchell het huis uitgegaan en nu woont hij in De Laag en werkt hij in de mijnen. Ik ril bij de gedachte. Mitchell is niet zo breed en gespierd als Karl en ik. Het werk in de mijnen zal extra zwaar zijn voor hem. Ik ga elke dag bij Lyana langs om brood te brengen. Zij en Mitchell kunnen amper rondkomen en het brood dat ik breng verlicht hun lasten wat. Lyana verzamelt stiekem hout uit het bos om haar eigen kachel mee te kunnen stoken. Zo spaart ze de kosten voor het kopen van steenkool uit. Op deze manier kunnen zij en Mitchell net rondkomen. Vandaag zal ik wat extra broden bij hun achterlaten, omdat ik er de komende weken niet zal zijn.
Nu Mitchell in de mijnen werkt en ik een winnaar van de Hongerspelen ben, zal Karl uiteindelijk de bakkerij overnemen. Karl heeft de afgelopen tijd flink ruzie gehad met mijn moeder. Ook hij heeft verkering gekregen met een meisje uit De Laag. Haar naam is Sindra en zij is een van de mooiste meisjes van District 12. Dat ze voor Karl is gevallen verbaast mij niet. Hij is lang, blond en gespierd. En Al een aantal jaren de worstelkampioen op onze school. De meisjes wierpen zich praktisch voor zijn voeten. Het gezin van Sindra is erg arm. Bijna alle gezinnen in De Laag kunnen amper rondkomen. Toen Karl haar leerde kennen wilde hij haar gratis brood van de bakkerij geven. Mijn moeder was het hier niet mee eens. Maar van de kinderen was Karl altijd al de opstandigste en de ruzie tussen hem en mijn moeder liep hoog op. Toen ik hoorde dat er ruzie was en wat de reden was, heb ik Karl beloofd dat ik brood zou bakken voor Sindra en haar gezin. Hierna werd het weer wat rustiger in de bakkerij.
Ik ben blij dat ik brood kan bakken voor de mensen in mijn omgeving. Het geeft me wat te doen. Anders denk ik steeds weer aan de teleurstelling toen ik merkte dat de zogenaamde liefde van Katniss in de Arena helemaal geen liefde was. Het was een tactiek om de Spelen te winnen. Het is al een half jaar geleden dat ik hierachter kwam, maar het doet nog steeds pijn.
Het rinkelende geluid van de kookwekker laat mij opschrikken uit mijn gedachten. Ik leg nog snel het laatste schilderij op de stapel en loop dan naar de keuken. Ik kan door het raampje van de oven zien dat de broden inderdaad klaar zijn. Ik trek mijn ovenwanten aan en haal de twee bakblikken uit de oven. Met een mes maak ik de broden los van de bakblikken en stop de broden in mijn grote rugzak. Meestal passen alle broden die ik dagelijks aflever in de rugzak, maar omdat ik vandaag extra broden aflever, heb ik ook een jutezak gevuld met broden. Nadat ik de rugzak op mijn schouders heb, sla ik ook de jutezak over mijn rechterschouder en verlaat mijn huis. Buiten begint het al licht te worden. Ik ga eerst na De Laag. Dan weet ik zeker dat de mensen waar ik het brood aflever al wakker zijn.
Terwijl ik over de straat loop, probeer ik niet uit te glijden. Het heeft vannacht zachtjes gesneeuwd en daardoor is het glad. Vroeger zou ik niet zo voorzichtig lopen, maar sinds ik het onderste deel van mijn linkerbeen ben kwijtgeraakt, kan ik niet meer met mijn linkervoet voelen of ik een goede grip heb. Allereerst ging het lopen met mijn kunstbeen erg lastig en liep ik alleen maar met mijn wandelstok. Later kon ik makkelijk lopen en uiteindelijk ging het rennen ook zonder problemen. Alleen op dagen zoals deze, wanneer het erg glad is, moet ik extra voorzichtig doen.
Op weg naar de Laag kom kom ik Darius tegen. Hij zwaait vrolijk naar me en ik knik stijfjes terug. Darius is één van de vredebewakers in District 12. Velen zeggen dat Darius de aardigste vredebewaker is die in Panem rondloopt. Ik ken zelfs enkele meisjes die verliefd zijn op de jonge vredebewaker. Ik moet toegeven dat Darius nooit geweld heeft gebruikt in District 12, maar hij blijft een vredebewaker en dus begroet ik hem niet al te enthousiast.
Als eerste ga ik naar het huis waar Sindra met haar ouders en broertjes woont. Wanneer ik aanklop doet haar moeder, Qura, open. 'Peeta,' zegt ze. 'Kom binnen. Je bent vroeg vandaag.' 'Ik moet wel,' zeg ik wrang terwijl ik naar binnen loop. 'Ik moet vanmiddag klaar zijn voor de camera's.' Qura knikt begrijpelijk. Ze pakt de bezem die tegen de muur aanstaat op en begint te vegen. Aan de vloer is te zien dat ze daar mee bezig moet zijn geweest toen ik aanklopte. Aan de simpele tafel zit Sindra. Op de tafel liggen twee schoenen. Sindra is met lijm bezig om de zool weer aan de schoen wast te maken. Sindra repareert schoenen om wat te verdienen. We hebben wel een echte schoenenmaker in District 12, maar veel mensen kunnen deze niet betalen. Sindra repareert de schoenen wat primitiever, maar daardoor is de prijs ook lager. Veel mensen uit De Laag komen bij haar om hun schoenen te laten repareren. Wanneer Sindra mij ziet legt ze de schoen weer op de tafel. Ze staat op en geeft me een kus op de wang. Ik kijk haar een beetje verbaasd aan. 'Waar was dat voor?' vraag ik grinnikend. 'Voor het brood dat je elke dag brengt,' zegt ze met een glimlach. 'En omdat je vandaag weggaat,' zegt ze iets serieuzer. Toen Karl mij aan zijn vriendin voorstelde klikte het gelijk. Ik mag Sindra graag en dat is wederzijds. 'Ach wees niet getreurd. Voor je het weet ben ik weer terug en kom ik jullie weer elke dag lastig vallen met mijn broden die ik maar niet op krijg,' antwoord ik. 'En…..,' zeg ik terwijl ik drie broden uit de jutezak pak. 'Ik heb vannacht wat extra broden gebakken zodat jullie geen honger lijden terwijl ik weg ben.' De dankbaarheid is duidelijk van haar gezicht af te lezen. 'Ik weet niet hoe ik je moet bedanken, Peeta,' zegt ze zacht. 'Als je me wil bedanken moet je Karl, maar niet vertellen dat je me een kus gaf. Hij is een jaloers type,' zeg ik plagerig. 'Kan ik in ieder geval nog een kop thee voor je zetten?' vraagt Sindra. 'Het is immers zo koud buiten.' 'Nee bedankt,' zeg ik. 'Als ik alle broden nog wil afleveren, moet ik wel opschieten.' Hierna slinger ik de jutezak weer over mijn schouder, neem afscheid van Sindra en Qura en loop naar buiten.
Ik loop verder de Laag in. De huizen lijken steeds armzaliger te worden wanneer je verder De Laag inloopt. Ik ben op weg naar Lyana. Ik ga graag op bezoek bij Mitchell en Lyana. Mitchell is altijd al erg zachtaardig geweest en Lyana heeft precies hetzelfde karakter als mijn oudste broer. Het is altijd erg gezellig bij hen. Mitchell zal ik deze ochtend niet zien, want hij is nu al aan het werk in de mijnen. Wanneer ik bij het huis van Mitchell aankom, klop ik op de deur. Er wordt niet opengedaan. Ik hoor geluiden van achter het huisje vandaan komen. Ik loop daarom om het huisje heen om te kijken waar Lyana is. Wanneer ik achter het huisje ben zie ik Lyana op het hakblok zitten. Ik zie aan de bijl die naast het hakblok ligt dat ze bezig is geweest met het hout in mootjes te hakken. Wanneer Lyana naar me kijkt zie ik aan haar ogen dat ze gehuild heeft.
'Wat is er gebeurd, Lyana?' vraag ik. Ze kijkt me een beetje verward aan. 'Ik… Ik was hout aan het hakken,' zegt ze. Ik kijk eens goed naar haar. Haar jas zit vol gaten en ze heeft geen handschoenen aan waardoor haar handen helemaal rood zijn. Ik kijk ook naar het gespleten hout naast het hakblok. Het is niet netjes gesleten zoals dat hoort bij het hakken met een bijl. Ik pak de bijl op die naast het hakblok ligt, doe één handschoen uit en voel met mijn duim aan het gedeelte van het bijlblad dat scherp zou moeten zijn. De bijl is zo bot dat je het hout bijna net zo goed met een hamer in mootjes zou kunnen proberen te hakken. 'Deze bijl is helemaal niet scherp meer,' zeg ik verontwaardigt. 'Lyana, het is veel te koud hier. Je kunt beter naar binnen gaan,' ga ik verder. Lyana lijkt weer een beetje bij haar positieven te komen en staat op. 'Oké. Ik maak wel wat thee voor je,' zegt ze terwijl ze naar de deur loopt. 'Dankje,' zeg ik. 'Ik kan er wel één gebruiken.' Eigenlijk wil ik mijn ronde zo snel mogelijk doen, maar Lyana zal zich beter voelen wanneer ze iets voor mij kan doen. Ze maakt zich graag nuttig. Waarom zou ze anders al zo vroeg hout aan het hakken zijn? Wanneer Lyana binnen is zet ik nog een blok hout op het hakblok en gebruik de bijl om deze te splijten. Het kost inderdaad flink wat moeite, maar ik ben dan ook wat sterker dan Lyana.
Toen ik net de Arena uitkwam, was ik heel wat van mijn spieren kwijtgeraakt. Ik ben al gauw weer aangekomen door goed te eten en weer te beginnen met worstelen. Karl was zo dankbaar dat ik brood bij Sindra en haar gezin bracht dat hij elke avond een tijdje met me trainde in de achtertuin van de bakkerij. Eerst hield ik het nog geen kwartier vol, maar al gauw ging het al beter en op een keer wist ik het van Karl te winnen. 'Kijk,' zei hij lachend in mijn houdgreep. 'Je bent weer een beetje op niveau.'
Wanneer ik zeker weet dat ik genoeg hout heb gehakt voor een paar dagen stapel ik de blokjes op in mijn armen en neem ze mee naar binnen. Naast de kachel staat een bak waar de blokjes in moeten. Wanneer alles in de bak is geplaatst ga ik aan tafel zitten waar Lyana net twee kopjes thee neer zet. Ik kan ook zien dat ze haar gezicht heeft gewassen, want je kunt niet meer zien dat ze gehuild heeft. Hoewel ik vaart moet maken met mijn ronde ben ik blij dat ik even wat thee kan drinken met Lyana, want ik moet met haar praten. 'Ik heb nog wat extra hout gehakt, Lyana. Het ligt in de bak naast de haard.' 'Dankjewel , Peeta,' antwoord ze. 'Ik redde het gewoon niet meer met die bijl.' 'Ik weet het. Maar je had dat gewoon tegen mij kunnen zeggen. Ik had de bijl voor jou kunnen slijpen als ik had geweten dat hij zo bot was. En kijk hoe je rood je handen zijn!', zeg ik verontwaardigt. 'En toen je buiten was rilde je helemaal. Die jas met al die gaten houdt geen warmte vast. Waarom heb je niks tegen mij gezegd?' Lyana kijkt strak naar haar thee. Het duurt minstens tien seconden voor ze antwoord geeft. 'Ik had het erover met Mitchell,' zegt ze, maar hij wilde het liever niet. Je doet al zo veel voor ons door elke dag met vers brood langs te komen. We wilden niet om meer vragen.' Ik zucht zacht. Typisch Mitchell. Hoewel hij zachtaardig is, heeft hij ook zo zijn trots. Hij lost het liefst zelf problemen op. 'Ik snap dat Mitchell graag zelf een nieuwe jas voor jou zou kopen, maar het is nu eenmaal geen vetpot hier. Zeker niet in de winter. Het is niet goed voor jou om zo buiten te lopen. Je kunt een kou oplopen of nog iets ergers.' Ik kijk door het kleine raampje naar buiten waar het nu volop licht is. Ik moet nu echt gaan.
'Ik help jullie graag, zeg ik. 'En als winnaar heb ik meer dan genoeg geld. Ik ga straks naar James om ook wat broden te brengen. Ik zal dan gelijk zijn vader vragen om een jas en handschoenen voor jou te maken.' Hierna grabbel ik in mijn jutezak en leg drie broden op tafel. Ik was eigenlijk van plan er twee te geven, maar hier zijn ze gewoon het hardst nodig. Uit mijn rugzak haal ik een potlood en papier. Deze heb ik altijd mee voor wanneer iemand me vraagt iets extra's of speciaals te bakken. Wanneer ik het opschrijf, vergeet ik het niet. 'Schrijf hier je maat, maar op,' zeg ik terwijl ik het schrijfgerei voor haar neer leg. Lyana krabbelt wat op het papier terwijl ze me uitvoerig bedankt. Ik zeg nog eens dat ik het graag doe. Hierna pak doe ik de rugzak weer om en sla ik de jutezak weer over mijn schouder. 'Ik neem de bijl mee,' zeg ik terwijl ik naar de deur loop. 'Ik heb zelf geen tijd meer om hem te slijpen, maar ik ga straks nog langs de bakkerij. Daar hebben ze ook een slijpsteen. Ik zal Karl vragen om de bijl te slijpen en hem vanavond weer langs te brengen. 'Ow ja!' zegt Lyana. 'De Zegentoer begint vandaag.' 'Ja,' zeg ik. Aan mij toon is te horen dat ik er geen zin in heb. 'Je slaat je er wel doorheen Peeta,' zegt Lyana. 'Je hebt de Spelen gewonnen. Dit is daarbij vergeleken een peulenschil.' Ik glimlach. 'Je hebt gelijk,' antwoord ik. 'Tot ziens.' 'Tot ziens, Peeta,' antwoord ze. 'En nogmaals bedankt.' Hierna sluit ze deur achter me.
Ik pak nog gauw even de bijl van achter het huisje en ik vertrek snel. Het dragen van wapens is strikt verboden in District 12. Daarom loopt Katniss nooit met haar pijl en boog rond. Die verstopt ze ergens in het bos. Het is ook verboden om met een mes in je riem door het district te lopen en daarom zal deze botte bijl ook wel verboden zijn. Ookal is het een werktuig. Maar ik weet een sluipweggetje richting de bakkerij. Als mensen mij met een bijl bij de bakkerij zien is dat geen probleem. Je mag wel een bijl in en rond je huis bij je hebben. Ik been met grote stappen tussen wat struiken en onbewoonde krotten aan de rand van De Laag. Ik kom uit bij de straat waar de bakkerij staat. Deze straat is wel iets drukker. Ik kijk eerst goed naar de straat. Afgezien van de smid, die zijn deuren opent, is er niemand te zien. Ik ken de smid wel. Hij zal niet gelijk naar de vredebewakers rennen wanneer hij me met een bijl door de straat ziet lopen. Ik loop snel richting de bakkerij die in het midden van de straat staat. Wanneer ik er bijna ben, komt Darius om de hoek van het huis naast de bakkerij. Ik liep strak langs dat huis waardoor ik hem te laat zie en tegen hem opbots. Ik stoot hierbij een kom en lepel uit zijn handen. 'Peeta!' zegt Darius een beetje verontwaardigt terwijl hij de kom en lepel uit de sneeuw pakt. 'Dat was mijn ontbijt!' Ik kijk naar de grond en zie dat het inderdaad soep was dat in de kom zat ookal was het meeste al op gegeten. Darius legt de lepel weer in de kom en kijkt nog eens naar de inhoud die nu in de sneeuw ligt. 'Nouja,' zegt hij. 'Zo blijf ik dun.' Op zijn gezicht staat al weer een glimlach. Hierna kijkt hij naar mij en ziet hij de bijl in mijn linkerhand. 'Wat is dat?' vraagt hij. Ontkennen heeft geen zin. 'Een bijl,' zeg ik daarom maar. 'Ik heb hem meegenomen bij mijn schoonzus, omdat hij bot is en zij geen slijpsteen heeft.' Darius knikt. 'Maar je weet toch dat het verboden is om een wapen te dragen, Peeta? Zegt hij serieus. Ik kijk hem boos aan. Maar dan schiet Darius in de lach. 'Kom op Peeta,' zegt hij tussen het lachen door. 'Ik ga je echt niet arresteren omdat je een botte bijl bij je draagt. Als ik je al zou arresteren zou dat zijn voor de kom die je uit mijn handen stootte.' Ik glimlach ook. 'Nou. Ik moet nog een ronde lopen dus ik ga verder,' zegt Darius. Hij geeft me een klap op mijn schouder en loopt door. Verbaast blijf ik nog even staan. Dan loop ik verder. Terwijl ik de bakkerij inloop, bedenk ik me dat Darius eigenlijk best meevalt.
Hier stopt het eerste hoofdstuk. Ik was eerst van plan om dit hoofdstuk met mijn tweede hoofdstuk te combineren, maar dat maakte het hoofdstuk toch wel erg lang. In dit hoofdstuk heb ik vooral Peeta's leven in District 12 wat verder uitgewerkt.
Denken jullie dat Peeta's leven zoals weergegeven is in dit hoofdstuk, past bij de Peeta uit het boek "Vlammen"? Laat het weten in een review.
