DEEL 1: VAN HUIS WEG
Hier is het dan eindelijk: het derde en laatste deel van mijn fanfictieserie! De meeste van mijn vaste lezers zullen waarschijnlijk wel nieuwsgierig zijn, maar toch wil ik eerst nog een aantal dingen kort vermelden.
Ten eerste een belangrijke opmerking voor eventuele nieuwe lezers: dit verhaal is een sequel. Bij het schrijven heb ik geen rekening gehouden met mensen die de vorige delen niet gevolgd hebben. Je zal dit verhaal dus enkel kunnen lezen als je mijn eerste verhaal (De Keuze) en mijn tweede verhaal (Spionne) ook gelezen hebt. Beide verhalen zijn terug te vinden op mijn profiel. Hieronder volgt meteen de opheldering van de cliffhanger waarmee ik het vorige verhaal heb afgesloten. Wie de eerste twee delen van mijn verhalenserie nog moet inhalen en niet van verklapte spoilers houdt, stopt dus best nu met lezen ;-)
Daarnaast nog een opmerking over de updatefrequentie. Bij het publiceren van De Keuze en Spionne plaatste ik gewoonlijk om de twee weken een nieuw hoofdstuk. Door tijdsgebrek (het cohousingproject waar ik aan meedoe) zal dat nu helaas niet meer lukken. In de plaats daarvan zal ik vanaf nu proberen om één keer per maand te updaten, telkens ergens aan het einde van de maand. Concreet betekent dit dat hoofdstuk twee normaal gezien ergens eind juli zal verschijnen. Ik vind het zelf een beetje jammer dat het publicatietempo omlaag gaat, maar we moeten realistisch blijven. Mocht ik in de toekomst opnieuw meer tijd hebben, dan kan ik altijd nog beslissen om de updatefrequentie weer te verhogen.
Genoeg getreuzeld nu: hieronder het eerste hoofdstuk, met daarin de opheldering van de cliffhanger en een aanzet voor wat Aludra in de volgende paar hoofdstukken te wachten staat. Veel leesplezier!
HOOFDSTUK 1: ONTVOERD
Wanneer ik heel langzaam wakker word, voel ik me eerst nog doodmoe en duizelig. Ergens in de verte hoor ik stemmen. Eén ervan komt me vaag bekend voor, al kan ik niet zo snel zeggen waarom. Ik draai me met gesloten ogen op mijn zij terwijl ik probeer om mijn hoofd helder te krijgen. Is het nu al tijd om op te staan? En waarom is de matras van mijn bed zo hard? Het duurt een paar tellen voordat ik besef dat ik niet in mijn eigen slaapkamer lig, maar op een koude metalen vloer. Meteen ben ik helemaal wakker. Mijn ogen vliegen open en ik veer met een ruk overeind terwijl ik een dun deken van me af voel glijden. Ik ben niet thuis, in het appartement van mijn ouders. Ik lig op de vloer van een militaire transporthovercraft, gekleed in niets anders dan mijn nachtjapon.
Nog voordat ik iets kan doen - opspringen, schreeuwen of wat dan ook - voel ik hoe iemand een hand op mijn schouder legt. Het volgende moment hurkt Doran naast me neer. Ik hoor hem zeggen dat ik rustig moet blijven en dat ik veilig ben, maar het duurt even voordat zijn woorden echt tot me doordringen. Pas dan lukt het me om mijn oppervlakkige ademhaling weer een beetje onder controle te krijgen. Wat er ook aan de hand mag zijn, ik ben er zeker van dat Doran me nooit kwaad zou doen. Dus dwing ik mezelf om naar hem te luisteren.
"Het spijt me dat we je zo brutaal ontvoerd hebben," begint hij, "maar je moest zo snel mogelijk weg uit het Capitool. Ze hebben ontdekt dat je een spionne bent."
Ontvoerd? Ben ik ontvoerd? Dan weet ik het weer. Het noodkanaal van de tv ging op zwart nadat alle tributen uit de arena gehaald waren. Ik wou uit ons appartement wegrennen om naar Tigris te gaan. En toen werd ik ineens langs achteren aangevallen. Het laatste wat ik me nog kan herinneren is een hand over mijn mond en de steek van een scherpe naald in mijn zij.
Mijn keel is zo droog dat ik Doran niet eens een antwoord kan geven. Ik slik een paar keer moeizaam terwijl ik probeer om helemaal rechtop te gaan zitten. Achter mijn rug voel ik een voorwerp dat op een stoffen zak of iets dergelijks lijkt. Dan pas zie ik dat het mijn eigen oranje rugzak voor noodgevallen is, die daarnet blijkbaar als hoofdkussen gediend heeft. Mijn blik valt op de klok die tegenover mij aan de wand van de transportruimte hangt. Negentien minuten na middernacht. Ik ben hooguit een kwartier buiten westen geweest, maar het lijkt veel langer.
"Ik heb dorst," zeg ik uiteindelijk schor. Meteen besef ik dat het een domme reactie is. Maar ik ben te erg geschrokken en in de war om nu iets anders te kunnen bedenken.
"Dat verwachtte ik al," antwoordt Doran terwijl hij me een vol glas water aanreikt. "Volgens de dokter is dat één van de bijwerkingen van het verdovingsserum."
Ik zet het glas aan mijn lippen en kijk voor de eerste keer wat beter de ruimte rond. Een tiental meter verderop zie ik inderdaad een vrouw die een witte doktersjas draagt. Ze staat met haar rug naar ons toe en is druk in gesprek met drie mannen die een soort van legeruniform aanhebben. Maar dit zijn niet de witte pakken van onze vredebewakers. Zouden dit dan misschien soldaten van de rebellen in district 13 zijn? En hoe komt het dat ik nu in een hovercraft zit die aan het gedreun van de motoren te horen ergens hoog in de lucht hangt?
"Ik zal proberen om je uit te leggen wat er gebeurd is," gaat Doran verder. Even later zit ik zo goed als ik kan naar hem te luisteren terwijl ik met kleine slokjes van mijn glas water drink. Gelukkig vertelt hij alles gewoon in chronologische volgorde. Want deze hele situatie - ik weet niet eens waar we nu heen vliegen - maakt me zo bang dat ik moeite moet doen om me te blijven concentreren.
Het verhaal van Doran begint bijna twee uur geleden. Niemand had het tegen mij gezegd omdat ik met mijn huisarrest toch niet kon komen, maar de garagebox van Talitha zou voor deze ene keer pas 's avonds laat open zijn. We kiezen altijd voor een rustig moment van de dag omdat ons werk nog steeds niet erg populair is. Toen men gisterenochtend op tv aankondigde dat Beetee om middernacht het zoutwatermeer onder stroom zou proberen te zetten, kreeg Talitha het idee om iedereen rond half elf 's avonds in haar garage uit te nodigen. Het parkeerterrein zou dan vast en zeker volledig verlaten zijn.
Eerst twijfelden Doran en Leando eraan of ze wel zouden komen. Als verzetsleden moesten ze eigenlijk naar de Spelen kijken. Maar uiteindelijk besloten ze om toch te gaan. In de eerste plaats voor de warme maaltijd - de afvalcontainers in de stad zijn de laatste paar weken alleen maar leger geworden - maar ook omdat ze bang waren dat Talitha een beetje teleurgesteld zou zijn. Als ze rond elf uur weer vertrokken, konden ze nog op tijd bij het dichtstbijzijnde café geraken om op tv de finale van de Spelen te volgen.
"Toen Leandro en ik bij Talitha's box kwamen, was er verder nog niemand," vertelt Doran. "We waren met opzet een paar minuten te vroeg gekomen. Maar we zagen onmiddellijk dat er iets mis was."
"Hoezo?" wil ik weten terwijl ik mijn ongerustheid probeer te onderdrukken. Dit klinkt helemaal niet goed.
"De poort was verzegeld. Dichtgeplakt met de zelfklevende tape die de vredebewakers daarvoor gebruiken. En Talitha was nergens te zien."
Dat was wel het laatste wat ik wilde horen. Volgens de wet is ons werk in de Garage strikt genomen niet illegaal. Al hebben we altijd geweten dat de regering er niet erg blij mee zou zijn moesten ze het ooit ontdekken. Iets wat nu dus blijkbaar is gebeurd, misschien wel door mijn schuld. Waarom zou Doran het anders uitgerekend nu aan mij vertellen? Maar het enige wat ik op dit moment kan doen, is verder naar zijn verhaal luisteren.
Doran en Leandro stonden nog geen twee minuten voor de gesloten poort toen Dennis en Alcyone aankwamen. Die schrokken natuurlijk ook erg toen ze de tape zagen. Met zijn vieren hebben ze toen heel snel overlegd over de vraag wat ze het beste konden doen. Dennis stelde voor dat hij en Alcyone onmiddellijk naar de loketten in het hoofdkantoor van het vredebewakersleger zouden gaan, om te proberen of ze meer informatie konden krijgen. Dat moesten ze natuurlijk doen zonder te verraden dat ze zelf bij de zaak betrokken waren. Maar volgens Alcyone hadden ze tijdens de autorit toch genoeg tijd om een goede smoes te verzinnen. Doran en Leandro zouden intussen samen naar het appartement gaan waar Talitha woont.
"Eigenlijk vonden Leandro en ik het ook beter om alleen te gaan," geeft Doran toe. "We namen liever niemand mee die niet in het Verzet zit. Dat zoiets uitgerekend nu gebeurt, vonden we net iets te toevallig."
Daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Vandaag - of beter gezegd gisteren, want het is al na middernacht - wou Plutarch alle winnaars uit de arena halen. We hebben Talitha's box meer dan een jaar lang zonder problemen gebruikt. En net op de belangrijkste dag die het Capitoolverzet ooit heeft meegemaakt, wordt haar garage verzegeld.
Dennis en zijn vrouw trokken de stad in terwijl Doran en Leandro de snelste weg naar het appartementsblok van Talitha namen. Te voet doe je daar ongeveer een kwartier over als je flink doorstapt. Ze stonden op het punt om het gebouw binnen te gaan en beneden in de inkomhal aan te bellen toen er aan het einde van de straat een arrestatiewagen verscheen. Geen enkele dakloze houdt van vredebewakers, dus verstopten Doran en zijn vriend zich snel achter de struiken in de voortuin van het flatgebouw. Ze zagen hoe de auto vlak voor de ingang stopte en Talitha samen met een vredebewaker uitstapte. Die nam haar rechtstreeks mee naar binnen. Waarschijnlijk hadden ze haar eerder die avond opgepakt toen ze op het parkeerterrein aankwam om haar garagebox te openen.
"Eerst waren we opgelucht, omdat ze blijkbaar besloten hadden haar na een ondervraging gewoon weer vrij te laten. Ze had de wet toch niet echt overtreden. De begeleider was er natuurlijk alleen maar om nieuwsgierige buren op een afstand te houden," legt Doran uit. "Maar er zat nog een tweede vredebewaker in de auto, en die was via de boordradio met zijn commandant aan het praten. We zaten dichtbij genoeg om alles te kunnen verstaan."
Daarna vertelt Doran me in het kort hoe hij en Leandro dat gesprek woord voor woord mee volgden. De vredebewakers bleken al een paar dagen te weten dat ik een spionne van het Verzet ben. Ze hebben het ontdekt op de derde trainingsdag, toen ik met mijn ouders de publieksrondleiding door de tributentoren kreeg. Dat was de dag die Plutarch en Fulvia uitgekozen hadden om de laatste paar tributen op de hoogte te brengen van het rebellenplan. Een missie die uiteindelijk mislukt is omdat er 's avonds een zwaar onweer losbarstte. Ons verwittigingsteam zou ondergronds komen, maar ik wist als wachtpost heel goed dat de tunnels bij hevige regen snel kunnen overstromen. Daarom ben ik tijdens de storm zelf naar beneden afgedaald om hen te waarschuwen.
In de spionnenopleiding hebben we geleerd om bij voorkeur langs de riolen te gaan en de Transfer zelf zo weinig mogelijk te gebruiken. Daar hangen toch nog een aantal bewakingscamera's, al zijn het er lang niet zo veel als bovengronds. Jammer genoeg was treuzelen tijdens zo'n onweer geen optie. Een overstroming in de tunnels is levensgevaarlijk voor iedereen die op dat moment beneden is en niet op tijd bij een schuilplaats geraakt. Dus moest ik voor één keer gewoon de kortste weg nemen. En die liep door de Transfer.
"Ik weet zeker dat je geprobeerd hebt om niet betrapt te worden," benadrukt Doran, "maar blijkbaar ben je toch gefilmd door één van die bewakingscamera's. Ze hebben gezien hoe je door de Transfer sprintte en in een zijtunnel verdween."
Ik herinner me nog welke kleren ik die avond droeg. Natuurlijk hebben de mensen in het Centrale Bewakingscentrum onmiddellijk beseft dat een jong meisje in een dure jurk helemaal niet thuishoort in het ondergrondse tunnelnetwerk. Zeker niet als ze in paniek aan het rennen is en ook nog eens perfect weet hoe je de deurvergrendeling van de zijtunnels loskrijgt. Geen wonder dat ze er meteen een commandant van de vredebewakers bij gehaald hebben, zoals Doran me nu vertelt.
Toen die man de beelden bekeek - waarop mijn gezicht blijkbaar duidelijk te zien is - duurde het niet erg lang voordat hij zich mijn naam herinnerde. Als legerofficier had hij me al een paar keer eerder ontmoet op diners en feesten voor hooggeplaatste personen in het Capitool. Hij herkende me al snel als de dochter van de grote baas van de Minerva-winkelketen. Daarmee was ik dus ontmaskerd als spionne. Ook al wist ik het op dat moment zelf nog niet.
"Dan hadden ze me toch de volgende dag al kunnen arresteren?" vraag ik aan Doran.
"Dat hebben ze bewust niet gedaan," legt hij uit. "Je was duidelijk met iets illegaals bezig, maar ze wisten nog niet precies waarmee. Dus kwamen ze op het idee om je eerst nog een paar dagen te schaduwen. In de hoop dat ze zo nog meer zouden ontdekken."
Die techniek ken ik. Fulvia had me er tijdens onze opleiding al voor gewaarschuwd. Je wordt dan als een soort lokaas gebruikt, zei ze. Snel probeer ik me te herinneren waar ik de afgelopen paar dagen zoal naartoe ben gegaan. De interviews op de Stadscirkel, de Nocturna, en vlak daarvoor was ik ook nog bij …
"Hebben ze mij gevolgd naar de vergadering op de dag van het Bloedbad?" stamel ik. Het antwoord op die vraag maakt me doodsbang, maar ik moet het gewoon weten.
"Gelukkig niet," stelt Doran me gerust. "De vredebewakers hadden iemand in burgerkleren gestuurd om je te schaduwen. Maar die man is je onderweg kwijt geraakt toen je ergens een fitnesszaal binnen ging. Daar heeft hij achteraf een enorme uitbrander voor gekregen."
Voor het eerst sinds Doran zijn verhaal begonnen is, voel ik me iets minder gespannen. Ik vertel hem kort hoe ik naar de toiletruimte van het fitnesscentrum ging en daar door een klein raampje naar buiten ben gekropen. Die list heeft dus goed gewerkt. Doran antwoordt grinnikend dat het een prima idee was, maar het volgende moment wordt hij weer ernstig. Blijkbaar heeft mijn achtervolger wel gezien dat ik eerder die dag naar de garagebox van Talitha ben geweest. Vandaar dat die nu ontdekt en verzegeld is.
"Gelukkig zaten we allemaal binnen en hadden we geloof ik ook de poort dicht gedaan," zegt Doran. "Hij kan dus onmogelijk al onze namen kennen. En ik betwijfel sterk of hij onze gesprekken echt woord voor woord kon verstaan. Maar hij heeft toch genoeg gehoord om te snappen dat we daar regelmatig met een groep daklozen samenkomen."
Zelf had ik eerlijk gezegd helemaal niet het gevoel dat we toen in de gaten gehouden werden. Maar mijn achtervolger zal zich ongetwijfeld wel ergens op het parkeerterrein verstopt hebben totdat ik weer de stad in ging. Het zou me eigenlijk niet eens verbazen moest hij gewoon bovenop het platte dak van Talitha's box geklommen zijn. Nu is de Garage dus toch ontdekt door mijn schuld. Ik begin meteen tegen Doran te zeggen hoe erg het me spijt - ook al zijn dat misschien loze woorden - maar gelukkig lijkt hij niet boos te zijn. Niet op mij, in ieder geval.
"Jij kon niet weten dat ze je aan het schaduwen waren," zegt hij, "En we hebben er in de Garage altijd rekening mee gehouden dat de regering ons misschien ooit zou betrappen. Voor zo ver ik Talitha ken, zal ze zich vast wel aan de afspraak gehouden hebben."
Daarmee bedoelt Doran natuurlijk de ongeschreven regel dat we bij problemen in de Garage altijd zouden doen alsof we maar één box huren. Talitha heeft tijdens haar ondervraging waarschijnlijk volgehouden dat zij het brein achter onze daklozenopvang is, en dat haar garage de enige is die we daarvoor gebruiken. Als ze dat onmiddellijk zo gezegd heeft zonder de namen van Dennis en Alcyone te noemen, dan zal de regering met een beetje meeval nooit weten dat ook zij allebei een box hadden. Vredebewakers vragen zelden echt door als ze denken dat ze bij iemand een volledige bekentenis losgekregen hebben. En Talitha hoeft eigenlijk niet echt iets te vrezen als ze doet alsof de verantwoordelijkheid volledig bij haar ligt. Er bestaan geen echte voorschiften die het organiseren van zwerversbijeenkomsten expliciet verbieden. Strikt wettelijk gezien heeft ze dus niets illegaals gedaan. Daarom werd ze na haar verhoor gewoon weer vrij gelaten, zoals Doran daarstraks al zei. Al blijf ik me diep vanbinnen afvragen of ze er echt zomaar zonder problemen vanaf zal komen.
"Wat gaan Dennis en Alcyone nu doen, denk je?" vraag ik uiteindelijk.
"Geen idee. Misschien sluiten ze hun eigen boxen gewoon voor een paar weken. Dat zou eigenlijk nog de beste oplossing zijn. Vroeg of laat waait heel die heisa wel weer over."
Ik hoop maar dat hij gelijk heeft. Stel je voor dat ze door mijn schuld definitief moeten stoppen met de Garage. Dat zou ik echt heel erg vinden. Al besef ik goed genoeg dat ik nu niets meer aan de situatie kan veranderen.
"Maar ik moet verder met mijn verhaal," zegt Doran. "Leandro en ik zaten dus achter de struiken voor Talitha's flatgebouw. Dankzij dat gesprek via de boordradio wisten we dat ze je een paar dagen geleden in de Transfer betrapt hadden. Het heeft vast niet lang geduurd voordat de vredebewakers daaruit hun conclusies hebben getrokken. En ze vonden dat ze je nu wel lang genoeg gevolgd hadden. Erger nog, ze waren van plan om je eindelijk echt te gaan arresteren. Vanavond om middernacht stipt, heb ik die commandant letterlijk door de boordradio horen zeggen."
Dat verkaart in ieder geval waarom ze zo lang gewacht hebben om de poort van Talitha's garage dicht te plakken. Anders zouden wij veel te vroeg argwaan gekregen hebben. Maar bij die gedachte schiet me meteen een andere, belangrijkere vraag te binnen.
"Waarom juist deze avond?" wil ik weten.
"Ze wisten waarschijnlijk al dat je huisarrest had gekregen," legt Doran uit. "Zo moeilijk is het niet om dat na te gaan. Stel een paar vragen aan de mensen die in jouw flatgebouw wonen en je weet genoeg. Dat je daarstraks als rebel ongetwijfeld voor de tv zou zitten met al je aandacht bij de Spelen, was natuurlijk ook logisch. Middernacht was dus het beste moment om je te verrassen."
"Hoe bedoel je? Hadden ze dan geraden dat Beetee's valstrik eigenlijk bij het rebellenplan hoorde?"
"Fulvia en ik denken van wel," geeft Doran toe. "We kennen geen echte details, maar blijkbaar heeft Snow op één of andere manier ontdekt dat Plutarch een verzetsleider is. De bemanning van deze hovercraft heeft me al verteld dat de president zelf naar de arena is gegaan."
"Dat heb ik op tv gezien," onderbreek ik hem. "Hij heeft Peeta gevangen genomen. Samen met Johanna en nog iemand anders, dacht ik."
"Enobaria," vult Doran aan. "Ik heb er ook van gehoord, en voor ons is dat natuurlijk heel slecht nieuws. We mogen van geluk spreken dat Katniss tenminste veilig is. Maar we wijken alweer af van wat ik wilde vertellen."
Dan legt Doran me uit hoe hij en Leandro achter de stuiken bleven zitten totdat de arrestatiewagen weer wegreed. Zodra de auto om de hoek van de straat verdwenen was, zijn ze samen naar binnen gegaan. Daarbij moesten ze nog voorzichtig zijn ook. Want in het kantoor van de syndicus op het gelijkvloers brandde nog licht. Blijkbaar was er nog een derde vredebewaker, die druk aan het overleggen was met de eigenaar van het gebouw. Maar Doran en Leandro hadden geen tijd om dat gesprek af te luisteren. Ze wisten dat ik in groot gevaar was, en dat ze zo snel mogelijk Fulvia moesten verwittigen.
Gelukkig heeft Talitha hen meteen in haar flat binnen gelaten. Ze was nog steeds wat van slag na haar ondervraging door de vredebewakers, maar ze had er geen enkel probleem mee dat Doran de telefoon even wou gebruiken. Hij heeft Fulvia gebeld met het speciale nummer dat we alleen in echte noodgevallen mochten gebruiken. Als persoonlijke assistente van de Hoofdspelmaker is zij één van de zeer weinige mensen in Panem die een mobiele telefoon mag dragen. Toch duurde het bijna een kwartier voordat Doran haar eindelijk aan de lijn kreeg. Als ze in de Controlekamer zit, tussen negentien Spelmakers die geen rebellen zijn, dan kan ze niet altijd onmiddellijk antwoorden als een lid van het Capitoolverzet naar haar belt. In zo'n geval moet je wachten totdat ze naar een andere kamer is gegaan waar niemand haar kan horen.
"Ik heb haar zo kort mogelijk uitgelegd hoe en wanneer ze jou ontmaskerd hebben. Toen zei ze dat ze snel even naar het hoofdkantoor van de vredebewakers zou bellen om een paar dingen na te gaan. Als Spelmakersassistente kan zij natuurlijk gemakkelijker informatie loskrijgen dan iemand anders."
"Maar ze wisten toch al dat Plutarch een rebellenleider is?" vraag ik een beetje verbaasd.
"Waarschijnlijk waren alleen de echte topmensen in het leger daarvan op de hoogte," legt Doran uit. "Volgens Fulvia was de kans vrij groot dat de persoon die bij de loketten de telefoon opneemt, op dat moment nog van niets zou weten. Vergeet niet dat het vredebewakersleger erg groot is en dat ze het verraad van Plutarch nog maar net ontdekt hadden."
Ik knik als teken dat ik het begrijp. Moesten ze eerder op de dag al geweten hebben dat Plutarch voor de rebellen werkt, dan zou hij allang uit de Controlekamer van de arena gehaald zijn. Natuurlijk nam Fulvia een risico door zelf naar het hoofdkantoor te bellen. Maar heeft ze niet altijd tegen ons gezegd dat je geen revolutie kan winnen als je helemaal niets durft?
"Ik moest inhaken en wachten totdat Fulvia via de nummerherkenning naar Talitha's toestel zou terugbellen," onderbreekt Doran mijn gedachten. "Dat kan hoogstens vijf of zes minuten geduurd hebben. Maar voor mij leek het een eeuwigheid."
Toen Fulvia uiteindelijk naar Doran terugbelde, had ze slecht nieuws. Ze vermoedde zelf dat Snow iets over Plutarch ontdekt had. Ook al was ze uiteraard slim genoeg geweest om dat niet rechtstreeks aan de loketbediende te vragen. En ze kon in ieder geval bevestigen dat ik inderdaad om middernacht opgepakt zou worden. Mijn arrestatieteam was op dat moment zelfs al vertrokken. Omdat het door al dat protest tegen de Kwartskwelling zo onrustig is in de stad, hadden ze er rekening mee gehouden dat de rit naar het appartementsgebouw van mijn ouders langer zou duren dan gewoonlijk.
"Dus de vredebewakers waren al op komst?" vraag ik ademloos.
"Ze waren onderweg," bevestigt Doran. "Fulvia zei dat er maar één oplossing was. De rebellen moesten jou thuis ontvoeren voordat je gearresteerd kon worden. Omdat jullie in een flat op de hoogste verdieping wonen, konden we dat het best met een hovercraft doen. Gelukkig hadden we die al."
Daarna vertelt Doran me dat ik niet de enige was die dringend weg moest uit het Capitool. De verzetsleden die vooraf toegezegd hadden om naar district 13 te gaan, zijn rond negen uur 's avonds al vertrokken. Om te vermijden dat ze ons allemaal tegelijk zouden arresteren moest er iets mislopen met het rebellenplan. Het zou niet de eerste keer zijn dat een spionnenorganisatie op die manier onthoofd wordt. Volgens Doran was dat misschien zelfs een extra reden waarom ze mijn arrestatie tot nu uitgesteld hebben. En dan is er ook nog het voorbereidingsteam van Katniss. Ik wist het zelf niet omdat ik de laatste vergadering van het Verzet gemist heb, maar blijkbaar was het de bedoeling dat ook zij vannacht alle drie ontvoerd zouden worden. Plutarch heeft hen nodig in district 13.
"Het enige wat onze hovercraft moest doen, was eerst nog een kleine omweg maken om jou ook mee te nemen," vertelt Doran. "Gelukkig waren er genoeg spuiten met verdovingsserum aan boord."
"Zijn Venia, Flavius en Octavia hier nu ook?" wil ik weten.
"Die liggen in de kamer hiernaast te slapen totdat de verdoving is uitgewerkt. Ze hebben een veel grotere dosis gekregen dan jij. Ik denk dat ze voorlopig nog niet wakker worden."
"Heeft Fulvia gezegd dat jij moest helpen met die ontvoeringen?" vraag ik.
"Ik heb zelf gevraagd om mee te mogen," zegt Doran ernstig. "Fulvia vertelde dat ze je naar je geheime onderduikadres buiten het Capitool zouden brengen. Toen ik dat hoorde, heb ik onmiddellijk geantwoord dat ik jou niet alleen zou laten gaan. Ik wilde absoluut me je mee. Misschien hoor je dit niet zo graag, maar jij bent te jong om helemaal in je eentje naar een plek te gaan waar je niemand kent en waar je nog nooit eerder bent geweest. Zelfs Leandro vond dat ik je niet alleen mocht laten vertrekken. Ik denk niet dat Fulvia verwacht had dat ik ooit letterlijk iets van haar zou eisen, want ze gaf al heel snel toe."
Daar word ik wel even stil van. Is Doran echt bereid om samen met mij uit het Capitool te vluchten, gewoon om mij te beschermen? Blijkbaar wel. Iedereen die lid wordt van het Verzet, krijgt een onderduikadres toegewezen. Voor het geval dat de regering je ooit ontmaskert. Maar om veiligheidsreden blijft dat adres altijd geheim tot op het moment dat je het effectief nodig hebt. Wanneer ik Doran vraag of Leandro ook met ons is meegekomen, schudt hij het hoofd.
"Dat mocht jammer genoeg niet van Fulvia. Het Verzet heeft hem hier nodig, in het Capitool. Eigenlijk was het eerst de bedoeling dat ik ook zou blijven. Maar dat heb ik dus geweigerd. Dat je nu zo zwaar in de problemen zit, ligt toch voor een groot deel aan mij."
"Hoezo?" vraag ik. Doran heeft zelf niet eens meegedaan aan de missie op de derde trainingsdag. Hoe kan het dan zijn fout zijn dat ik me heb laten betrappen?
"Je vond Kivo zielig omdat hij net als ik een manke voet had, en je hebt voor het eerst van het Capitoolverzet gehoord toen Leandro en ik erover aan het praten waren. Dus zonder mij zou je nooit lid geworden zijn."
"Daar hoef jij je niet schuldig over te voelen," werp ik meteen tegen. "Ik heb er zelf voor gekozen om rebel te worden."
"Dat mag dan wel zo zijn, het maakt me toch deels verantwoordelijk voor wat er gebeurd is. Dus vind ik dat ik met je mee moet gaan."
Ik wil opnieuw protesteren, maar slik mijn woorden weer in. Omdat ik weet dat het toch geen zin heeft. Als Doran er zo over denkt, kan ik daar weinig aan veranderen. En stiekem ben ik wel blij dat ik er nu niet helemaal alleen voor sta. Ik kan beter gewoon verder naar hem luisteren. Want zijn verhaal over mijn ontvoering is natuurlijk nog niet ten einde.
Zodra Doran duidelijk gemaakt had dat hij hoe dan ook samen met mij zou vluchten, vroeg Fulvia naar de straat en het huisnummer van Talitha's appartementsblok. Ze zou de hovercraft daarheen sturen. Doran moest naar het dak van het gebouw gaan en daar wachten totdat ze hem met de ladder zouden ophalen. Meteen nadat Fulvia had ingehaakt, zijn hij en Leandro samen naar boven gegaan. Het duurde bijna een kwartier voordat de hovercraft van de rebellen eindelijk daar was - blijkbaar was er nog één of ander oponthoud onderweg - en die tijd hebben Doran en Leandro gebruikt om afscheid van elkaar te nemen.
"Niet voorgoed natuurlijk," zegt Doran, "en we hebben allebei beloofd dat we zo snel mogelijk weer samen zullen komen als alles voorbij is. Maar ik vrees dat die rebellenopstand wel eens erg lang zou kunnen duren. Ik denk niet dat ik hem nog voor het einde van dit jaar terugzie."
Ik kan voelen dat dit voor Doran een moeilijk onderwerp is - hij en Leandro kennen elkaar nu toch al vrij lang - dus dring ik niet verder aan. Plotseling vraag ik me af hoe lang ik zelf zal moeten wachten voordat ik weer bij mijn familie en vrienden kan zijn. Als wij de oorlog verliezen, zal ik misschien zelfs nooit meer terug naar het Capitool kunnen zonder opgepakt te worden. Dat idee is zo angstaanjagend dat ik het onmiddellijk uit mijn gedachten verban. In de plaats daarvan luister ik verder naar het verhaal dat Doran mij nu vertelt.
Zodra hij aan boord gehesen was, gaf Doran mijn adres door aan de bemanning zodat ze wisten waar ze moesten zijn. Tijdens de vlucht verzonnen ze snel de beste manier om mij te ontvoeren. Doran wist natuurlijk al dat ik huisarrest had. Via Tigris had hij gehoord dat mijn ouders vrijwel zeker tot een eind na middernacht weg zouden blijven, en dat ons huispersoneel vakantie had gekregen. Pas nu herinner ik me hoe ze mij vanochtend kwam opzoeken om mijn jurk terug te brengen. Blijkbaar heeft ze daar een paar uur later tijdens de verzetsvergadering iets over gezegd. Daarom wist Doran dat ik alleen thuis zat, wat alles een stuk gemakkelijker maakte.
Toch werd mijn ontvoering uiteindelijk nog een race tegen de klok. Doran vroeg aan de bemanning om zo snel mogelijk te vliegen, maar hij kreeg als antwoord dat ze rekening moesten houden met de hovercrafts van de vredebewakers. Die waren immers volop aan het patrouilleren boven het Centrum omdat er sinds de snatergaaienaanval zo veel protest tegen de Kwartskwelling is. Uiteraard heeft elk militair toestel een onzichtbaarheidsschild. Toch kunnen hovercrafts altijd en overal via de radar elkaars positie bepalen, zelfs als dat schild actief is. Anders zou je onmogelijk in formatie kunnen vliegen. Om het flatgebouw waar ik woon te bereiken zonder ontdekt te worden, moesten ze dus erg voorzichtig zijn. En juist daardoor konden ze niet zo snel vliegen als normaal. De bemanning schatte dat ze rond twaalf uur 's nachts ter plekke zouden zijn. Net op tijd dus om mij te redden. Of net iets te laat.
"We wisten dat we niet veel tijd hadden," gaat Doran verder. "Dus besloten we om er een echte ontvoering van te maken. De hovercraft zou pal boven jullie flat blijven hangen. Eén van ons moest naar binnen gaan en jou verdoven."
Terwijl Doran het vertelt, herinner ik het me weer. Ze zijn gewoon langs het dakterras gekomen, want ik hoorde het gordijn bewegen in de wind terwijl ik zeker wist dat ik de deur gesloten had. En toen werd ik langs achteren aangevallen. Onwillekeurig voel ik aan de plek waar de injectienaald me geraakt heeft. Dan wordt alles me ineens duidelijk.
"Jij hebt dat zelf gedaan," onderbreek ik Doran. "Omdat je wist dat ik van jou minder hard zou schrikken dan van iemand anders."
"Dat klopt," geeft Doran verbaasd toe. "We hadden niet gedacht dat je met je rug naar de terrasdeur zou staan. Eigenlijk was dat een onverwachte meevaller. En ook al ben ik kreupel, ik kan stiller lopen dan je zou denken. Maar uiteindelijk heb je me toch helemaal niet gezien?"
"Ik had je inderdaad niet herkend toen je mij aanviel," antwoord ik. "En toch weet ik nu dat jij het was."
Daarna leg ik hem kort uit waar ik dat idee vandaan haal. Mijn ontvoerder heeft zijn linkerhand gebruikt om dat serum in te spuiten. Ik weet zeker dat het die hand was, want ik werd eerst helemaal tegen de deur van de eetkamer geduwd en daarna heb ik in mijn linkerzij de naald gevoeld. Van Timothy weet ik dat een injectie geven al bij al toch een vrij precies werkje is. Iets dat je eigenlijk alleen met je goede hand kan, zeker als je zelf geen dokter bent.
Zo veel linkshandigen zijn er nu ook weer niet. Eén van mijn biologieleraren zei ooit dat het om tien procent van alle mensen zou gaan. Maar ik had altijd het gevoel dat ze in Panem nog sterker in de minderheid zijn. Eigenlijk heb ik er in heel mijn leven zelf maar twee gekend. Kivo - die nu dood is - en Doran. De kans is dus klein dat er aan boord van deze hovercraft toevallig nog een tweede linkshandige rondloopt.
Zodra ik uitgepraat ben, geeft Doran toe dat mijn redenering helemaal juist is. Al had hij nooit verwacht dat ik hier zo ver over zou doordenken. Misschien komt het omdat ik bijna een jaar lang voor het Capitoolverzet heb gewerkt. Dan leer je vanzelf om altijd op dit soort details te letten. Hoe dan ook, Doran is inderdaad degene die onze flat binnen ging om mij te ontvoeren.
"We wisten dat we hoogstens twee of drie minuten hadden," zegt hij. "En we waren bang dat je misschien eerst nog wat kleren of andere spullen zou willen verzamelen als ik gewoon rechtstreeks aan jou zou vragen om mee te gaan. Ik had hoe dan ook geen tijd om het aan je uit te leggen. Vandaar dat ik je zo brutaal aanviel en meteen verdoofd heb."
"Waren de vredebewakers al zo dichtbij?" vraag ik.
"Ze zouden je om middernacht oppakken. Dus ja, we wisten dat ze er echt elk moment konden zijn. De boordcommandant van de hovercraft had mij uitdrukkelijk gezegd dat iedere seconde telde."
Daarna vertelt Doran me nog in het kort hoe hij me naar ons buitenterras gebracht heeft nadat ik bewusteloos was geraakt. Ook al is hij redelijk sterk - hij was vroeger bouwvakker - met zijn manke voet kan hij geen zware lasten meer dragen. Daarom moest hij me onder mijn oksels vastnemen en me over de vloer voortslepen. Pas als hij dat zegt, merk ik dat mijn hielen allebei geschaafd zijn. Ik wuif zijn verontschuldigingen weg en vraag hem hoe hij me uiteindelijk in de hovercraft heeft gekregen.
"Je weet toch dat de ladder je met een elektrische stroom verlamt? Ik moest er gewoon op letten dat ik je in een stevige houdgreep had voordat ik dat ding aanraakte. Toevallig keek ik net naar beneden toen ze ons aan boord hesen en ik heb op straat een arrestatiewagen zien stoppen. Vlak voor de ingang van jullie flatgebouw. Er stapten minstens vier vredebewakers uit die meteen naar binnen renden. We zijn dus maar juist op tijd weggeraakt."
Het blijft even stil terwijl ik mijn best doe om het verhaal van Doran te verwerken. Als het waar is wat hij zegt - en daar twijfel ik niet aan - dan hebben we inderdaad enorm veel geluk gehad. Was Doran één minuut later gekomen, dan zou het met ons allebei slecht afgelopen zijn. Spionage wordt beschouwd als hoogverraad tegenover de regering. In onze wetgeving is dat nog altijd de misdaad waar de zwaarste straffen op staan. Mij zullen ze niet zo snel ter dood veroordelen omdat ik nog minderjarig ben, dus heel waarschijnlijk hadden ze na de verhoren gewoon een avox van me gemaakt. Zelfs de hoge positie van mijn vader had daar niets aan kunnen veranderen. Maar voor Doran zou het nog veel erger geweest zijn. Het maakt weinig uit of hij probeerde mij te ontvoeren, dan wel gewoon bij ons thuis op bezoek was. Daklozen die tijdens het Hongerspelenseizoen in het gebied binnen de Ringweg komen, worden hoe dan ook geëxecuteerd. Pas nu besef ik dat hij zijn leven gewaagd heeft om mij te redden.
Ik begin hem uitgebreid te bedanken, maar Doran antwoordt dat het voor hem niet echt hoeft. Hij zou zelf nooit gewild hebben dat ik als avox eindigde. We weten allebei dat avoxen weinig of geen rechten hebben. Ze kunnen niet praten en moeten doorgaans het zwaarste en vuilste werk doen zonder ervoor betaald te worden. Als je geluk hebt, selecteert de regering je voor bediendenwerk in de tributentoren. Maar wie in de riolen aan de slag moet, ziet soms jarenlang geen daglicht. Eigenlijk zijn avoxen gewoon moderne slaven. Zonder Doran zou dat vast en zeker ook mijn lot geweest zijn.
"Ik ben blij dat ik op tijd was, en dat we er allebei heelhuids vanaf gekomen zijn," besluit Doran. "Nu ja, bijna dan," voegt hij er aan toe terwijl hij kort over zijn rechterpols wrijft. Dan zie ik voor het eerst de vuurrode krassen die mijn vingernagels hebben achtergelaten toen ik probeerde om me uit zijn houdgreep los te trekken. Ik wil me alweer verontschuldigen, maar weet nu al wat Doran zou antwoorden. Dat het helemaal niet nodig is. Dus maak ik een snel gebaar naar mijn geschaafde hielen en zeg ik dat we quitte staan. Gelukkig kan Doran daar best om lachen. Maar enkele ogenblikken later wordt hij weer ernstig.
"Er is toch nog iets dat ik je wil vragen," begint hij. "Ik had geen tijd om je rugzak af te doen en heb die dus ook gewoon meegenomen. De bemanning van de hovercraft heeft erin gekeken toen jij nog sliep en ik via de radio met Fulvia aan het praten was. Had je die spullen verzameld om te vluchten?"
"Ik wou weglopen, ja," bevestig ik. Daarna leg ik hem uit dat mijn oranje rugzak al een paar maanden volledig ingepakt onder mijn bed lag. Fulvia heeft ooit een verhaal verteld over drie spionnen die ontmaskerd waren en onmiddellijk weg moesten uit het Capitool. Zonder dat ze de kans kregen om iets mee te nemen. Daar had ik zelf echt geen zin in, en zo kwam ik op het idee om een speciale zak voor noodgevallen te maken. Eigenlijk ben ik blij dat die mee in de hovercraft is gegaan. Anders zou ik nu letterlijk niets meer hebben, behalve mijn nachtjapon.
"Mijn spullen hebben ze ook gecontroleerd," voegt Doran er nog aan toe. "De bemanning wou zeker weten dat we geen gevaarlijke dingen bij ons hadden."
Ik had al gezien dat Doran zijn eigen rugzak gewoon om heeft hangen, maar zo bijzonder is dat niet. Hij heeft die altijd en overal bij zich. Daklozen laten hun zak nooit ergens achter, omdat het alles is wat ze bezitten. Eigenlijk heb ik Doran zelfs nog geen enkele keer zonder rugzak gezien, nu ik er zo over nadenk. Hoe dan ook had de bemanning zich hier geen zorgen over moeten maken. In de versleten bruine tas die om Dorans schouders hangt, zitten voor zo ver ik weet enkel zijn deken, een paar reservekleren en wat toiletgrief zoals zeep en een tandenborstel. Misschien ook nog een aansteker om vuur te maken, maar echt gevaarlijk kan je zo'n ding niet noemen.
"Ik stond op het punt om naar Tigris te gaan toen jij me aanviel," leg ik verder uit. "Ik dacht echt dat alles ontdekt was toen Snow met zijn gezicht op tv kwam en over Plutarch begon."
"Hij weet nu inderdaad dat Plutarch en Fulvia rebellenleiders zijn," bevestigt Doran. "De bemanning van dit toestel heeft het daarstraks letterlijk zo tegen mij gezegd. Maar voor hen maakt het niet zo veel meer uit. Ze zitten allebei in de hovercraft die Katniss, Beetee en Finnick heeft opgehaald. En die is intussen al op weg naar district 13."
"Gaan wij daar ook naartoe?" vraag ik. Om één of andere reden denk ik al de hele tijd dat mijn geheime onderduikadres in 13 ligt. Dan zie ik hoe Doran het hoofd schudt.
"Het voorbereidingsteam van Katniss wel, maar wij tweeën niet. Plutarch heeft de volledige lijst met onderduikadressen van alle capitoolrebellen lang geleden al aan district 13 doorgegeven. De piloot van deze hovercraft heeft het jouwe daarstraks te horen gekregen via het beveiligde kanaal van zijn boordradio. Hij zal onderweg een korte tussenlanding maken om ons samen af te zetten."
"En waar gaan we dan heen?"
"Naar district 10," zegt Doran.
Dat antwoord had ik niet zien aankomen. Ik weet dat we ook in de twaalf 'gewone' districten rebellen nodig zullen hebben, maar ik had nooit gedacht dat ze mij daarvoor zouden uitkiezen. Per slot van rekening was het eerst de bedoeling dat ik in het Capitool zou blijven. Eigenlijk kan ik maar één reden bedenken waarom het Capitoolverzet nu besloten heeft om me uitgerekend naar het veeteeltdistrict te sturen.
"Je krijgt onderdak bij de familie Morrison," bevestigt Doran mijn vermoedens.
De volgende paar minuten legt hij me uit waar Plutarch en Fulvia dat idee vandaan gehaald hebben. Kivo Morrison is de tribuut die me deed inzien wat de Hongerspelen eigenlijk echt zijn. Zonder zijn deelname aan de vierenzeventigste Spelen zou ik me nooit bij de rebellen aangemeld hebben. Toen ik pas lid was van het Capitoolverzet en er dus een geheim onderduikadres voor mij geregeld moest worden, dachten Plutarch en Fulvia al snel aan de familie van Kivo. Daar hadden ze ook een paar goede redenen voor.
Om veiligheidsredenen wil Plutarch niet dat alle ontmaskerde capitoolrebellen zich samen op dezelfde plaats verstoppen. Volgens hem is het verstandiger om ons over zo veel mogelijk districten te verspreiden, ook al omdat we dan de plaatselijke rebellen zouden kunnen steunen. Maar in de praktijk bleek het niet zo eenvoudig om geschikte onderduikadressen te vinden. De meeste mensen in de districten willen helemaal niets te maken hebben met het Capitool en zijn inwoners. Wanneer ik protesterend zeg dat het de regering van Snow is die het volk onderdrukt en niet wijzelf, antwoordt Doran dat ze daar in de districten doorgaans niet echt op die manier over nadenken. Voor hen zijn wij, de bewoners van het Capitool, degenen die in weelde leven en voor de lol naar de spelen kijken terwijl de rest van Panem honger lijdt en aan de Boete moet meedoen. Daarom zijn er in de districten - zeker in de armere - maar heel weinig mensen die gevluchte capitoolburgers willen opvangen. Zelfs als die lid zijn van Plutarchs verzetgroep.
Plutarch en Fulvia wisten dat ik op veel plaatsen eigenlijk niet echt welkom zou zijn. Dat mijn vader een rijke zakenman is, was zelfs eerder een nadeel van een voordeel. Maar toen dachten ze aan de familie van Kivo. Als ze zijn ouders ervan konden overtuigen dat ik vanwege hun zoon rebel geworden ben, dan zou het misschien kunnen lukken.
"Dus ik moet daarheen omdat andere mensen waarschijnlijk geen rijk tienermeisje uit het gehate Capitool in huis willen nemen?" vraag ik.
"Het klinkt nogal cru, maar daar komt het inderdaad op neer," geeft Doran toe. "En omgekeerd geldt eigenlijk hetzelfde. Jij bent waarschijnlijk de enige capitoolinwoner die Kivo's ouders zullen aanvaarden. Gewoon omdat ze denken dat alle anderen in onze stad toch nooit iets om hun zoon hebben gegeven. Jij bent in hun ogen een uitzondering."
"Weten ze dat dan al?" vraag ik. "Dat ik Kivo zielig vond omdat hij mank was, en dat ik het erg vond toen hij doodging?"
"Fulvia heeft het hele verhaal aan hen verteld. Ze is vorige herfst zelfs speciaal een dag of twee naar district 10 gegaan om Kivo's ouders een deel van jouw toelatingsinterview te tonen. Het stuk waarin je voor de camera uitlegt waarom je lid van het Verzet wou worden."
"En geloofden ze alles wat ik in dat interview heb gezegd?"
"Eerst waren ze nogal kritisch. Eigenlijk normaal, want ze waren nog geen half jaar eerder hun zoon verloren in de Spelen. Maar Fulvia heeft een paar goede gesprekken met die mensen gehad. Overdag, terwijl hun dochter op school zat, hebben ze tijd vrijgemaakt om naar Fulvia te luisteren. En uiteindelijk is het haar toch gelukt om hen te overtuigen van jouw goede bedoelingen."
Dat is waar ook. Kivo had een zus die twee jaar jonger is dan hij. Hoe dat meisje heet, herinner ik me niet meer. Kivo zat niet bij de laatste acht dus zijn familie is nooit geïnterviewd. Maar Caesar Flickerman heeft haar naam een paar dagen na de dood van Kivo ooit eens vermeld in één van zijn nabeschouwingen. De meeste mensen in het Capitool zijn dat vast en zeker allang vergeten. Kivo had geen enkele kans om te winnen, dus niemand vond hem interessant.
"Is het niet te gevaarlijk om ons uitgerekend naar de familie Morrison te sturen?" wil ik weten. "Ik ben rebel geworden vanwege Kivo. Dus misschien is dat wel de eerste plaats waar de regering mij zal gaan zoeken.
"Daar hoef je volgens mij niet bang voor te zijn," onderbreekt Doran mij. "Fulvia heeft beloofd om zo snel mogelijk het gerucht te verspreiden dat je in district 13 zit. En denk erom dat de vredebewakers het verhaal van jou en Kivo helemaal niet kennen. Dat heb je toch alleen maar aan de Garage en het Verzet verteld?"
"Zelfs mijn ouders en vriendinnen weten er niets van," geef ik eerlijk toe. "Ik heb er altijd over gezwegen. Ze zouden het toch nooit echt begrepen hebben. En Fulvia zei dat het beter was om het niet overal te gaan rondbazuinen."
Eigenlijk ben ik er wel honderd procent zeker van dat mam en pap nooit iets over mijn sympathie voor Kivo geweten hebben. Voor hen heb ik dat al die tijd heel zorgvuldig verborgen gehouden. Natuurlijk heb ik de tv-beelden van zijn dood zelf altijd vermeden, maar gelukkig krijgen we die slechts heel af en toe te zien. De vierenzeventigste Hongerspelen waren de Spelen van Katniss en Peeta. De lotgevallen van andere tributen die niets met die twee te maken hadden, tonen ze bijna nooit meer. Voor de zeer weinige keren dat Kivo's dood nog eens werd heruitgezonden - tijdens de arenavakantie bijvoorbeeld - heb ik altijd een goed excuus kunnen verzinnen om er zelf niet bij te hoeven zijn.
"De regering mag dan misschien wel ontdekt hebben dat je een spionne bent, maar daarmee weten ze nog niet waarom je dat bent," gaat Doran verder. "Uit zichzelf zullen ze het zeker nooit raden. En volgens mij zullen zij zelfs eerder denken dat familieleden van slachtoffers uit de Spelen helemaal geen capitoolinwoners in huis willen."
Alweer moet ik Doran gelijk geven. Het idee dat een volkomen onbelangrijke tribuut als Kivo iets te maken heeft met mijn keuze om bij het Verzet te gaan, klinkt zo onlogisch dat de vredebewakers er zelfs in hun dromen niet op zullen komen. Toen de mannelijke winnaar uit district 10 tijdens zijn interview iets over zijn manke voorganger zei, heb ik wel op mijn vingers gefloten. Maar dat is ook niet echt een heel sterk bewijs. De rest van het publiek was op dat moment ook al erg onrustig. En na Peeta's woorden over de zwangerschap van Katniss heb ik zelf nog veel meer lawaai gemaakt dat bij de gesprekken met de tributen uit 10.
"Dus ook je vriendinnen weten er niets van?" vraagt Doran nog een keer.
"Nee," bevestig ik. "Eigenlijk had ik het graag tegen Merope en Sirrah verteld, maar ik vond het beter om toch te zwijgen."
"Heel verstandig," antwoordt Doran. "Tussen haakjes, Fulvia heeft erg goed nagedacht over de beslissing om jou naar de familie Morrison te sturen. Ik denk niet dat je echt heel ongerust moet zijn."
Zolang de vredebewakers niet weten dat ik medelijden had met Kivo, ben ik inderdaad vrij veilig. En daar zullen ze ook nooit achter komen. Zelfs niet als ze de mensen van de Garage en het Verzet - de enige die het verhaal kennen - zouden ondervragen. Die houden hun mond wel, of ze zouden beweren dat ik vast en zeker naar 13 ben gebracht. Ze zijn slim genoeg om te snappen dat zoiets gewoon logisch klinkt en dus waarschijnlijk al snel geloofd zal worden. Hoe dan ook kunnen de vredebewakers toch geen rechtstreekse vragen stellen over dingen waar ze zelf geen flauw vermoeden van hebben. Bovendien weten ze waarschijnlijk niet eens dat ik me vlak na het einde van de vierenzeventigste Spelen heb aangemeld. In theorie zou ik even goed pas later lid geworden kunnen zijn, maanden nadat Kivo gestorven was. Dat komt dus in orde.
Toch blijf ik nog even nadenken of er echt nergens dingen zijn waarmee ze een verband tussen mij en Kivo kunnen leggen. Volgens mij niet, behalve dan het geld dat ik vorig jaar op de tributenrekening van district 10 heb gestort. Hun meisjestribuut was toen al dood. Ze kunnen dus bewijzen dat ik Kivo gesponsord heb.
Wanneer ik tegen Doran zeg dat ik me daar nu wel ongerust over maak, krijg ik te horen dat er eigenlijk geen gevaar is. Er zijn in het Capitool massa's mensen die gewonde tributen sponsoren. Als die allemaal rebel zouden worden, dan zou de regering tientallen jaren geleden al gevallen zijn. Die geldstorting bewijst dus helemaal niets. Vooral niet als je bedenkt dat ik twee jaar geleden - tijdens de drieënzeventigste Spelen - al eens twee gekwetste deelnemers uit districten 8 en 11 gesponsord had.
"Er zijn zelfs mensen die doelbewust een zwakke tribuut steunen," herinnert Doran mij eraan. "Niet omdat ze echt medelijden hebben, maar omdat ze van plan zijn om op hem of haar te wedden."
Ook dat klopt inderdaad. Zo ongebruikelijk is die gokstrategie nu ook weer niet. Je zet in op een tribuut met een hele lage rating. Heel waarschijnlijk ben je dat geld dan kwijt. Maar geraakt de tribuut in kwestie uiteindelijk toch veel verder dan verwacht, dan krijg je een groot veelvoud van je ingezette bedrag terug. Als het lukt - wat natuurlijk helemaal niet vaak gebeurt - kan je in één klap een massa geld verdienen. Dat zou een heel geloofwaardige reden zijn geweest om Kivo te sponsoren.
"Ik was nog geen zestien," werp ik tegen. "Ik mocht dus niet eens gokken."
"Je hebt die sponsorgift welgeteld twee dagen voor je zestiende verjaardag gegeven," antwoordt Doran. "Zo lijkt het wel alsof je op je verjaardag meteen al naar het gokkantoor had willen gaan. Maar omdat Kivo net die ochtend stierf, had dat natuurlijk geen zin meer. Dat is in ieder geval de manier waarop de vredebewakers zullen redeneren als ze jouw geldstorting zouden zien. Ik denk trouwens niet dat ze zoiets onbelangrijks gaan nakijken. Geloof mij maar, niemand zal denken dat je nu bij de familie Morrison zit omdat je twaalf maanden geleden toevallig Kivo gesponsord hebt."
"Dus gaan nu we samen naar district 10," antwoord ik uiteindelijk vlak. Protesteren heeft toch geen zin. Blijkbaar hebben Plutarch en Fulvia lang geleden al besloten dat dit mijn onderduikadres zou zijn als ik ooit ontmaskerd werd. Misschien is het nog niet eens zo'n slechte keuze. Ik verberg me liever bij de familie van Kivo dan op een plek die echt helemaal vreemd voor me is. Hoe dan ook, het enige alternatief is in de gevangenis van het Capitool belanden waar ze na een reeks keiharde verhoren uiteindelijk mijn tong eraf zullen snijden. En Doran heeft beloofd om bij mij te blijven.
"Heeft iemand al tegen de ouders van Kivo gezegd dat we met twee zullen komen?"
"Nee. Fulvia kan hen onmogelijk vannacht nog contacteren. De piloot wist me net te vertellen dat de communicatieverbinding met district 10 voorlopig platligt. We zullen het zelf moeten uitleggen wanneer we er zijn. Maar ik kan wel op de grond slapen als dat nodig is. In district 10 kan ik net zo goed op straat leven als in het Capitool. Al denk ik niet dat Kivo's ouders mij aan de deur zullen zetten omdat ik per se met jou mee wilde."
"Weten die mensen eigenlijk dat er ook bij ons in de stad zwervers zijn?" vraag ik.
"De vader en moeder van Kivo wel," antwoordt Doran. "Fulvia heeft er kort iets over gezegd toen ze vorige herfst met hen heeft gesproken. Ik denk dat ze zelfs mijn naam heeft genoemd. Maar ze heeft toen ook meteen duidelijk gemaakt dat het beter is om dat niet overal in 10 te gaan rondvertellen. Zoiets kan gevaarlijk zijn, want de vredebewakers willen het vast niet."
Dat is ongetwijfeld helemaal waar. Finnick moest van Fulvia ook zijn mond houden, herinner ik me nu. Al hoop ik stiekem dat de districtsinwoners op een dag toch zullen ontdekken dat zelfs bij ons niet iedereen even rijk is. Ze hebben het recht om dat te weten, vind ik zelf. Maar misschien kunnen we het inderdaad beter verzwijgen totdat de regering van Snow gevallen is.
"Ben je er zeker van dat we in district 10 welkom zullen zijn?" dring ik nog eens aan. "Daarnet zei je toch dat ze daar alles haten wat met het Capitool te maken heeft?"
"De ouders van Kivo hebben tegen Fulvia gezegd dat ze je zouden opvangen als dat nodig was," herhaalt Doran nog eens. "Maar het zal inderdaad niet zo gemakkelijk worden, vrees ik. Je zal daar veel eenvoudiger en zuiniger moeten leven dan je gewend bent. En ook al staan Kivo's ouders erachter, de andere mensen in hun dorp denken daar misschien anders over. Probeer er dus wat rekening mee te houden dat niet iedereen even blij zal zijn met jouw komst. Dat was trouwens ook één van de redenen waarom Leandro en ik vonden dat je niet alleen mocht gaan. Maar vergeleken met de meeste Capitoolinwoners heb jij gelukkig wel een voorsprong."
Dus ik zou een voorsprong hebben? Om één of andere reden besef ik dat Doran het nu niet over mijn persoonlijke band met Kivo heeft. Jammer genoeg krijg ik niet de kans om rechtstreeks te vragen wat hij bedoelt, want net op dat moment komt één van de bemanningsleden van de hovercraft naar ons toe. Een beetje verbaasd zie ik dat hij mijn fototoestel in de hand houdt. De kleine holo die in mijn oranje rugzak zat.
"Voor zo ver we kunnen zien, is alles in orde," zegt de man tegen Doran. "We hebben alleen maar onschuldige foto's gevonden. Al is er wel één beveiligd bestand waar we niet in kunnen."
"De bemanning moest je fototoestel ook controleren," legt Doran een beetje verontschuldigend aan mij uit. "Ze dachten dat er misschien geheime documenten van het Verzet op zouden staan."
"Ik heb nooit zelf iets bewaard, zoals Fulvia aan mij gevraagd had," antwoord ik verdedigend.
"Kan je ons de inhoud van die afgesloten map tonen?" vraagt de man naast Doran nu rechtstreeks aan mij. "We willen zekerheid."
"Geen probleem," zeg ik terwijl ik de holo opnieuw aanzet. Ik zal hoe dan ook moeten gehoorzamen en ik heb toch niets te verbergen. Niet voor deze mensen in ieder geval. Het waren mijn ouders die deze paar foto's nooit te zien mochten krijgen. Daarom heb ik ze met een irisscan van mijn eigen ogen beveiligd, zodat ik de enige persoon ben die dit bestand kan openen.
Even later blader ik doorheen de inhoud van de map terwijl Doran en de andere man zorgvuldig over mijn schouder meekijken. De meeste foto's heb ik in één van onze drie garageboxen gemaakt. Dan hebben we ook nog de afbeelding van de bloemen die ik tijdens mijn vakantie in de vierenzeventigste arena heb neergelegd op de plaats waar Kivo stierf. Om mezelf niet te verraden, moest ik het boeket natuurlijk weer opruimen toen ik vertrok. Maar op deze manier kon ik Kivo's bloemen toch een klein beetje bewaren. In een paar zinnen leg ik uit hoe ik aan die foto gekomen ben.
"Is dat winterkruid?" vraag Doran.
"Klopt," bevestig ik. "Het was nog te vroeg in het jaar voor andere planten. Maar ik wou niet weggaan zonder iets gedaan te hebben. Al vind ik het nog altijd moeilijk om uit te leggen waarom het voor mij zo belangrijk was."
"Als jij je daar beter bij voelde, dan was er geen enkele reden om het niet te doen," krijg ik als antwoord. Misschien komt die foto ooit nog wel van pas."
"Ik heb het voor mezelf gedaan," zeg ik. "Er was thuis toch niemand aan wie ik het kon tonen."
"Dat geloof ik wel," antwoord Doran. "Maar je kan nooit weten."
Om van onderwerp te veranderen, klik ik snel door naar de laatste afbeelding. Een foto waarop Merope en ik samen poseren terwijl we midden in een café staan dat ergens helemaal aan de rand van het Capitool ligt. We hebben er met opzet voor gezorgd dat het interieur in de achtergrond duidelijk te herkennen zou zijn, want daar was het ons eigenlijk om te doen. Dit café is al een paar keer negatief in het nieuws gekomen - met illegale morflinghandel bijvoorbeeld - en de vredebewakers hebben er al meer dan één keer mee gedreigd om het definitief te laten sluiten. Op school waarschuwen de leraren ons dan ook altijd dat we er beter wegblijven. Juist daarom zijn een paar van mijn klasgenoten op het idee gekomen om elkaar tot een bezoekje uit te dagen. Als bewijs moest je jezelf laten fotograferen. Wie niet durfde, werd er nog dagen lang mee uitgelachen. Natuurlijk waren Merope en ik niet van plan om ons op die manier belachelijk te maken. Dus deden we het.
Ook al zal ik het nooit luidop toegeven, toch was ik stiekem wel blij dat Merope bij me was en ik dus niet alleen naar binnen hoefde. Ik weet trouwens ook helemaal zeker dat ze me daar nooit meer terug zullen zien. De sigarettenrook hing er zo dik dat je nauwelijks behoorlijk adem kon halen. Thuis moest ik meteen al mijn kleren in de wasmachine steken om die stank kwijt te geraken. En aan de toog zat dan ook nog eens een zwerver waarvan zowat alle klanten in de Garage beweren dat hij niet te vertrouwen is. Van hen krijg ik altijd de raad om zo ver mogelijk bij die man uit de buurt te blijven.
Een beetje beschaamd vertel ik waar ik deze foto gemaakt heb en waarom hij in mijn beveiligde map zit. Doran trekt een bedenkelijk gezicht - hij heeft vast het interieur herkend - maar gelukkig houdt hij zijn mond. Hij snapt natuurlijk zelf ook wel dat het in deze situatie nogal raar zou zijn om hier moeilijk over te doen. Als leden van het Capitoolverzet hebben wij allebei meer dan genoeg dingen gedaan die nog veel illegaler en gevaarlijker waren dan dit. En als zwerver komt Doran bijna dagelijks in stadsrandcafés met een bedenkelijke reputatie. Niet omdat hij zelf een louche figuur is, maar om de eenvoudige reden dat daklozen nergens anders welkom zijn. Het is nog altijd beter dan 's winters uren lang buiten in de kou rond te lopen.
"Je hebt Merope toch niet onder druk gezet om met jou mee te gaan?" vraagt hij opeens.
"Helemaal niet!" antwoord ik meteen op een toon die zo verontwaardigd is dat Doran mij onmiddellijk gelooft. "Ze kwam zelf met het idee om het samen te doen."
"Ik denk eigenlijk ook niet dat jij je vriendinnen tot zoiets zou dwingen," geeft Doran toe. "Maar ik wou het toch zeker weten."
Daarmee lijkt de zaak voor Doran gelukkig afgedaan. Heel even vraag ik me af hoe hij Merope zo snel herkend heeft - ze hebben elkaar nooit ontmoet en ik heb haar daarnet niet bij naam genoemd - maar dan besef ik dat het natuurlijk door haar gezichtstatoeages komt. De zilveren en paarse krullen die haar wangen en voorhoofd bedekken. Ik weet zeker dat er in heel Panem geen twee mensen met deze tatoeage rondlopen. En dankzij een andere foto van mij en Merope die ik op mijn favoriete handtas liet printen, heeft Doran het gezicht van mijn beste vriendin al vaak genoeg gezien.
Opeens krijg ik een raar, strak gevoel in mijn maag. Ik heb Merope voor de laatste keer gesproken toen ze in paniek naar mij belde om te vertellen dat Evi McGregor, de winnares uit district 5 waar zij fan van was, vastzat in de arena. Bedolven onder een grondverschuiving. We hebben allebei live op tv moeten toekijken hoe Evi uiteindelijk verdronk in de tienuursgolf. Eén blik op het kleine schermpje in ons telefoontoestel was voor mij genoeg om te zien dat Merope totaal overstuur was. Hoe zou het nu met haar gaan? Zeker nu ze helemaal niemand heeft om mee te praten, omdat de enige persoon die haar probleem echt begrepen zou hebben - ikzelf - weggevlucht is uit het Capitool?
Ik schakel de holo uit en rits mijn rugzak open om hem er weer in te steken. Heel even vraag ik me af waarom de zak minder vol lijkt dan ik me kan herinneren, maar dan snap ik dat mijn isolerende dekentje natuurlijk vrij veel plaats innam. En dat dekentje hebben ze daarstraks over mij heen gelegd toen ik nog verdoofd was.
Snel controleer ik of alles wat ik thuis verzameld had nog in de rugzak zit. Een leren enkelband die Doran ooit heeft gevonden en aan mij gegeven. Een paar platte ballerina's. De roze jurk en bijpassende riem die ik op mijn vorige verjaardag van mijn vriendinnen heb gekregen. Een setje ondergoed van bont. Crackers, een klein flesje cola en vijf briefjes van vijftig Pan. Wanneer ik als laatste een grote gouden halsketting tevoorschijn haal die aan de randen met diamanten versierd is, hoor ik Doran naast mij even naar adem happen.
"Die ziet er wel heel erg duur uit. Hoeveel heb je ervoor betaald?"
"Ikzelf helemaal niets," zeg ik eerlijk. "Mijn vader heeft dit voor mij gekocht toen ik vijftien jaar werd. Hij vond toen dat ik oud genoeg was om een echt kostbaar juweel te dragen. Ik heb hem eigenlijk ook niet voor de waarde meegenomen," voeg ik er nog aan toe. "Het was een geschenk waar ik heel erg blij mee was, en dus ben ik er nogal aan gehecht."
"Ik snap wel dat je het cadeau van je vader niet wil verliezen," antwoordt Doran, "maar vertel aan niemand dat je die ketting bij je hebt. Je weet hoe snel dure dingen gestolen worden. En je zou er in district 10 ook echt niet de juiste indruk mee maken."
"Hoezo?" vraag ik.
"Omdat de meeste mensen daar zo weinig verdienen dat ze zelfs na een heel leven sparen niet genoeg geld zouden hebben voor een halssnoer als dit. Terwijl jij het op je vijftiende gewoon cadeau gekregen hebt. Volgens mij zou je hier in district 10 zelfs een huis mee kunnen kopen. Misschien geen grote villa in de Winnaarswijk, maar wel iets dat beter is dan het soort huis waar de familie Morrison in woont."
Is mijn halssnoer echt zo veel waard? Of zijn de inwoners van district 10 gewoon zo arm? Het maakt niet echt uit hoe je het bekijkt, waarschijnlijk is het allebei juist. Opnieuw vraag ik me af of ik in Kivo's dorp wel welkom zal zijn.
"Ik zal hem goed verstoppen," antwoord ik uiteindelijk terwijl ik de gouden ketting zo diep mogelijk in mijn rugzak steek. Helemaal op de bodem, onder een loszittend stuk voering. Mijn fototoestel leg ik ergens bovenaan. Daarna doe ik de rugzak snel weer dicht, want het zien van die holo doet me op dit moment veel te veel aan Merope denken. Nu ik moet onderduiken, zal ik haar niet eens kunnen bellen of schrijven. Hoe lang zou het duren voordat ik haar stem nog eens hoor? En zal ik het Capitool eigenlijk ooit nog wel terugzien?
"Gaat het wel?" vraagt Doran bezorgd terwijl hij me recht aankijkt. Blijkbaar staat de angst en de twijfel op mijn gezicht te lezen.
"Het is alleen…" Ik aarzel, slik even en ga dan moeizaam verder. "Jij hebt me ontvoerd omdat de vredebewakers me willen arresteren. Dan betekent toch dat ik niet zomaar weer naar huis kan? Wanneer zie ik mijn ouders en mijn vriendinnen nog eens terug, nu Fulvia wil dat ik naar district 10 ga?"
"Dat weet ik niet," geeft Doran eerlijk toe. "En daarstraks, toen jij nog sliep, heeft de bemanning van onze hovercraft me al verteld dat de rebellenopstand nu echt wel begonnen is. Het is alleen maar de vraag wanneer die zal eindigen, en of we ook echt gaan winnen," zegt hij met een frons. "Dus nee, ik kan je niet zeggen wanneer we terug naar het Capitool kunnen gaan. Maar ik had geen andere keuze als ik je wilde redden. Het spijt me."
Ik weet dat Doran die drie laatste woorden meent. Hij heeft vandaag zelf ook zijn vriend Leandro moeten achterlaten, dus hij snapt nu goed genoeg hoe ik me voel. Maar voor hem is het minder erg dan voor mij. Leandro hoort zelf bij het Verzet. Zij zullen vast wel een manier vinden om elkaar tijdens of na de oorlog op te zoeken. Maar ik ben nu een voortvluchtige landverraadster. Als de rebellen van Plutarch de strijd verliezen, dan zal ik nooit meer naar het Capitool kunnen gaan zonder gearresteerd te worden. Dan zal ik mijn familie en vrienden - ook die van de Garage - waarschijnlijk nooit meer terugzien. Net als de garageboxen waar ik vrijwilligerswerk gedaan heb en al mijn persoonlijke spullen die nu nog in mijn slaapkamer liggen. Misschien moet ik dan wel voorgoed in de wildernis verdwijnen omdat er in heel Panem nergens nog een echt veilige plek voor mij zal zijn. Die gedachte geeft me zo'n zwaar, drukkend gevoel op mijn borstkas dat het lijkt alsof ik nauwelijks kan ademhalen. Ik trek mijn benen op en ga met mijn hoofd in mijn handen zitten.
"Probeer nog wat te slapen," hoor ik Doran zeggen terwijl hij zijn hand op mijn schouder legt. "Het zal nog wel even duren voordat die dosis verdovingsserum echt helemaal uitgewerkt is."
Misschien heeft hij wel gelijk. Aan de klok te zien is het intussen al half twee 's nachts geworden. Een uur waarop ik normaal gezien al lang in bed had moeten liggen. En ook al heeft het verhaal over mijn ontmaskering, de ontvoering en onze vlucht naar district 10 voor genoeg spanning gezorgd om mij een hele tijd klaarwakker te houden, toch voel ik nu dat het serum inderdaad nog niet helemaal uit mijn lichaam verdwenen is. Ik ben doodmoe en duizelig. En ik heb nog steeds dorst. Ik neem het bijgevulde glas water aan dat iemand mij aanreikt - de dokter die ik daarstraks gezien heb, denk ik - en ga dan weer op de vloer liggen met mijn rugzak als kussen onder mijn hoofd. Gelukkig ben ik die niet kwijt geraakt, denk ik nog vaagjes. Het laatste wat ik voel voor ik weer in slaap val, is hoe Doran het dekentje dat in de zak zat weer over me heen legt.
Geen korte proloog deze keer, maar meteen een hoofdstuk van ruim 10.000 woorden! Ik hoop dat jullie het een goed begin van dit verhaal vonden. De cliffhanger is eindelijk opgelost en we weten ook wat er nu verder zal gebeuren: Aludra en Doran gaan allebei naar de familie van Kivo in district 10.
Het heeft mij wel wat moeite gekost om het hele verhaal achter Aludra's ontvoering te beschrijven, want dit was een ingewikkeld stuk en ik wou zeker vermijden dat er per ongeluk continuïteitsfouten in zouden sluipen. Maar al bij al ben ik er toch vrij tevreden mee. Zelf denk ik dat de vredebewakers hier en daar een paar tactische foutjes gemaakt hebben, wat natuurlijk de reden is waarom Aludra en Doran nog net op tijd ontsnapt zijn. Al heeft het natuurlijk niet veel gescheeld!
In dit hoofdstuk heb ik ook de hint uitgelegd die ik in de laatste scène van 'Spionne' had gegeven. Toen ik destijds de ontvoeringsscène schreef, heb ik er voor gezorgd dat de dader alleen maar linkshandig kan zijn. Ik moet toegeven dat het niet zo'n gemakkelijke tip was. De linkshandigheid van Doran werd voor het laatst vermeld in hoofdstuk 14 en de ontvoering gebeurt pas in hoofdstuk 25. Vinden jullie het een geslaagde hint nu jullie de oplossing kennen?
Wat betreft de hint is er nog één detail dat ik graag wil verduidelijken. Ik heb met opzet geschreven dat Aludra met haar gezicht en bovenlichaam tegen de deur geduwd werd omdat mijn theorie anders misschien niet zou kloppen. Maar als je iemand op zo'n manier tegen een deur duwt, dan kan je als linkshandige de naald van een injectiespuit volgens mij alleen maar in de linkerzij steken. Om met je rechterhand in de linkerzij te prikken, zou je ofwel je rechterarm achter de rug van het slachtoffer door moeten leggen, of je zou je arm tussen haar buik en de deur in moeten wringen. Dat zijn twee dingen waarvan ik denk dat geen enkele ontvoerder het zou doen. Nu maar hopen dat ik me nergens vergist heb…
Dan is er ook nog het tweede deel van dit hoofdstuk, waarin verteld wordt dat Aludra (en dus ook Doran) naar Kivo's familie zullen gaan. Na al jullie reviews en PM-berichten gelezen te hebben, vermoed ik dat niemand dit had zien aankomen. Hopelijk vinden jullie het alsnog een geslaagde wending!
Ik heb er nog even aan getwijfeld of ik dit wel moest doen, omdat ik niet helemaal zeker wist of het huis van Kivo's ouders echt een goed onderduikadres zou zijn. Maar eerlijk gezegd vind ik het hele idee gewoon te interessant om het niet te gebruiken. En als schrijver geef ik er de voorkeur aan dat Aludra die mensen ontmoet op de plek waar ze wonen (dus niet op een neutraal terrein zoals district 13). Verder denk ik dat Suzanne Collins al meer dan genoeg over 13 heeft geschreven, terwijl we over district 10 eigenlijk heel weinig weten. Ook daarom vind ik 10 persoonlijk interessanter. In dit hoofdstuk heb ik geprobeerd om een aantal redenen te geven waarom het huis van Kivo's ouders al bij al een redelijk veilig onderduikadres is. Hopelijk vonden jullie die uitleg geloofwaardig genoeg, want ook hier was het niet zo gemakkelijk om alles goed en duidelijk te beschrijven.
Normaal gezien komt het volgende hoofdstuk over één maand online (dus ergens eind juli). Tot dan!
