Het Nest

Derde persoon

'LIZZIE' schreeuwt een roodharige, slungelige jongen. 'Gooi de Slurk naar mij!'
Elizabeth kijk om, maar vliegt door naar het doel aan de andere kant van de tuin van het Nest. Een klein roodharig meisje komt doelbewust op haar af, maar Elizabeth duikt op tijd weg. De enige die nog tussen haar en het doel vliegt, is een jongen met zwart, warrig haar en een rond brilletje die op zijn neus balanceert. Hij grijnst zelfverzekerd naar haar en maakt een ´kom-dan'-gebaartje. Elizabeth begint te lachen, terwijl ze haar pikzwarte haar over haar schouder gooit en de Slurk richting de linker hoepel gooit.
'GOAAAAL!' schreeuwt één van de rode tweeling, hij vliegt richting Elizabeth en geeft haar een speelse tik op haar schouders. 'Goed bezig, Griffel.'
Wanneer Elizabeth op de grond landt, rent een rode jongen juichend op haar af. Alleen de eerste jongen, Ron, loopt mokkend van het veld af, schoppend tegen de Slurk.
'Ron!' roept Charlie, nog met een arm om Elizabeth heen, richting zijn kleinste broertje. 'Stel je niet zo aan!'
Ron werpt zijn armen de lucht in. 'Ik was helemaal vrij en ze…' terwijl hij verder richting het huis loopt, werd hij steeds minder verstaanbaar
De rest van de Wemels beginnen te lachen Ginny loopt naar Elizabeth toe en geeft haar grijnzend een high five, de tweeling deed om de beurt Ron na, beide gierend van het lachen. Hermelien komt uit het huis lopen, 'Ik weet niet wat jullie hem hebben aangedaan, maar hij is meteen doorgelopen naar zijn kamer.' zucht ze, met een verwijtende blik naar haar zusje. Elizabeth kijkt naar Harry en doet net alsof ze haar grote zus niet gehoord heeft. De tweeling ligt nu op de grond van het lachen en Charlie zucht. 'We waren gewoon aan het spelen, Hermelien.' zegt Charlie, verontschuldigend.
'Hij moet blij zijn dat we zonder Beukers spelen.' zegt Elizabeth verdedigend, met haar armen over elkaar. Waardoor ze precies dezelfde houding aanneemt als haar zus. Weer komt er gelach van de tweeling en zelf Charlie zijn gezicht vertrekt, als hij een lachje moet onderdrukken.
'Oi,' schreeuwt Fred naar adem happend. 'Wacht maar tot je tegen de beste Drijvers van Griffoendor moet spelen, Zwadderichje!' zegt hij met een knipoog.
'Ze zit nog niet in het team.' zucht Hermelien.
'Alsof iemand in dat sneue Huis beter is dan Lizzie!' lacht Harry.
'Oi, we zullen jullie inmaken dit jaar!' schreeuwt Elizabeth boos naar Harry en alle Wemels.


Ik ben Elizabeth Griffel, maar mijn vrienden noemen me Liz of Lizzie. Ik ben het één jaar jongere zusje van Hermelien Griffel. Net als Harry Potter en mijn zus ben ik opgenomen in de Wemel familie. Zijn de broers van Ginny mijn boers en de ouders van Ginny mijn tweede ouders. Zelfs toen ze erachter kwamen dat ik in Zwadderich terecht was gekomen. Natuurlijk was Hermelien even geschrokken en baalde Ginny flink, toen ze haar toekomst plannen (die we in de zomervakantie hadden besproken) in rook op zag gaan. Ze herstelde snel, toen we onze rooster kregen en we erachter kwamen dat veel lessen gewoon samen hadden.


Derde persoon

'Dus, Lizzie, vertel.' begint Ginny terwijl ik naast haar op haar bed plof. 'Nog leuke Zwadderich jongens aan de haak geslagen vorig jaar?'
Elizabeth werpt een blik op haar zus, die op haar opklapbed zit te lezen. 'Ieuw, nee...' en kijkt met een doordringende blik naar Ginny.
Ginny giechelt. 'Hermelien heeft wel iemand op het oog, toch Hermy?'
Dezelfde blik werk nu gehooid door de oudere Griffel, over haar boek heen. Ginny stopt met giechelen en kijkt naar haar schoot.
'Wat zijn jullie saai, zeg.' mompelt ze.
Elizabeth zucht. 'Oké, er is wel iemand.' Ginny springt opgewekt op en zelfs Hermelien haar ogen schieten weg van haar boek.
'Wie, wie, wie? Is het Greg? OH, het is Robbie. Of NEE, Hermes!' Lizzie opent haar mond, maar sluit hem gauw. Ginny zit bijna op haar schoot. 'ZEG NOU!'
'Hermy, wie vind jij leuk dan?' zegt Elizabeth, snel het onderwerp veranderend.
Hermelien haar ogen schieten terug naar haar boek en doet net alsof ze aan het lezen is. Voordat iemand nog wat kan zeggen vliegt de deur open en staat Bill Wemel in de deuropening. Elizabeth staat gauw op en springt hem in zijn armen.
'Bill!' piept ze enthousiast en plant een kus op zijn wang.
'Hé, Lizzie, mama zei al dat jullie hier waren. Hoi, Hermelien.' zegt Bill lachend. 'Ik kwam jullie halen voor het eten.'
'Blijf jij ook eten?' vraagt Elizabeth, als ze gauw mee de gang oploopt.
'Natuurlijk, ik moet toch even bijkletsen met mijn lievelings Zwadderichje.' Elizabeth trekt speels aan Bill zijn staat en hij laat lachend zijn hand door haar haar gaan.
Iedereen zit beneden al klaar, met honger in hun ogen. Hermelien duikt gauw weg van Ginny, met één laatste waarschuwende blik en gaat tussen Percy en Harry inzitten. Ginny loopt achter Elizabeth aan en gaat snel naast haar zitten. Ze wacht geduldig tot Bill en Elizabeth klaar zijn met praten over zijn baan als vloekbreker voor Goudgrijp.
'Lizzie,' fluistert Ginny, als Bill zich omdraait naar zijn moeder. Elizabeth draait zich met een vork in haar mond om naar Ginny. 'Wat?' vraagt ze met een mond vol aardappel.
'Wie vindt je nou leuk?'
Elizabeth rolt met haar ogen en schenkt haar aandacht weer aan haar bord. Ginny ziet dat ze rood wordt en begint haar te porren. 'Zeg nou. Zeg nou.'
'Het is Malfidus.' fluistert ze heel zachtjes.
'Je vindt Malfidus leuk?' schreeuwt Ginny.
Iedereen aan tafel valt stil en kijkt van Ginny naar Elizabeth.
'Nee!' zegt Hermelien vol afschuw, meteen begrijpend wat er aan de hand is, en lijkt misselijk te worden.
Elizabeth staat op van de tafel, haar gezicht een Griffoendor rood.
'Wie vindt wat van die sukkel?' vraagt Ron, een kippenpoot voor zijn mond houdend.
Elizabeth draait zich met een ruk om en vlucht naar de tuin.


Ron's perspectief

'Hermelien, wat is er?' vraag ik, terwijl ik de kippenpoot terug op mijn bord leg.
'Lizzie, ze, eh,' stamelt Hermelien.
'Wat heeft hij gedaan?' ik voel mezelf boos worden en sta op om achter Liz aan te gaan.
'Nee!' schreeuwt Hermelien, ze staat op en trekt me naar haar toe. 'Ze is verliefd op hem.' fluistert ze in mijn oor.
'Verliefd op hem?!' bulder ik uit. 'Auw!' zeg ik erachteraan als Hermelien me een klap voor mijn hoofd geeft. We kijken elkaar even boos aan, tot ik begrijp wat ik heb gedaan. 'Ik, eh, ga even kijken of het goed gaat met haar.' en loop gauw naar buiten.
Als ik naar buiten stap, kijk ik om me heen en zie Lizzie op een bankje zitten, haar gezicht verborgen in haar handen. Ik ga voorzichtig naast haar zitten, maar ze kijkt niet van me op. Ik denk even na en kan niks anders bedenken dan te kuchen. Langzaam heft ze haar hoofd op en zonder me aan te kijken zegt ze. 'Wat kom je doen, Ron?'
'Ik kwam kijken hoe het gaat.' mompel ik, niet weten wat ik anders moet zeggen.
'Zeg nou maar wat je ervan vindt.' Lizzie lijkt de woorden uit te spugen.
'Malfidus, serieus?' flap ik eruit, voor ik er erge in heb.
Ze draait zich met een ruk om en werpt me de meest giftige blik, die ik ooit heb gezien toe. (en dat zegt veel, als je kijkt met wie ik woon en omga)


Elizabeth's perspectief

Mijn blik verslapt, als ik bedenk dat hij gelijk heeft. 'Ik weet het ook niet meer.' zeg ik verslagen.
Ron schuift voorzichtig dichterbij, slaat een arm om me heen en zo blijven we even in stilte zitten.
'Je weet dat je te goed voor hem bent, hè?' zegt Ron, net voor hij opspringt en mijn hand ontwijkt. 'Altijd die Griffels, met hun lossen handjes!' schreeuwt hij terwijl hij naar het huis terug rent.
Ik blijf zitten, een glimlach op mijn lippen.
'Liz, kom! Er is dessert!' schreeuwt Ron in de deuropening. 'Schiet op, anders ie het op!' Ik spring op en loop op Ron af. Hij steekt zijn hand op, die ik dankbaar aanneem, en trekt me voor ik me kan bedenken de woonkamer in.
Het valt even stil en ik zie Hermelien een aparte blik werpt op Ron en mijn hand.
'Ga je nog zitten, Zwadderichje, of moet ik het ijs naar je hoofd gooien?' schreeuwt Fred over de tafel heen, terwijl George zijn lepel al in de aanslag heeft.
'Nee!' schreeuw ik en wurm me gauw tussen de tweeling. Ik pak een lepel en til hem gauw op. 'Waag het.' fluister ik uitdagend.
Ik krijg van beide kanten een bolletje ijs naar mijn hoofd gegooid. Het gehele gezelschap begint te lachen, behalve mevrouw Wemel die begint te knarsetanden, iets wat ze vaak doet als de tweeling iets doet. 'Jongens! Dat mogen jullie zelf opruimen!'