Darth Vader staarde in stilte naar de zwarte gestalte die de trainingsruimte van de Sith binnenschreed. Zijn pas was rustig, maar straalde onmiskenbare autoriteit uit. Hij schakelde zijn lichtzwaard uit en knielde voor Lord Sidious. Zijn lange haar ging voor zijn gezicht hangen toen hij het hoofd naar beneden boog. De Sith-meester knikte zachtjes en gebaarde dat de jonge Sith-leerling mocht opstaan. Zijn ogen waren verborgen onder de zwarte kap, maar toch kon Vader de ogen van zijn meester op hem voelen. De trainingsruimte was donker en kil. Hij was alleen, aangezien de andere leerlingen al lang naar hun vertrekken waren gegaan.

Lord Vader stond recht en keek met bonzend hart naar Sidious.

'Wat is uw wens, mijn meester?'

'Je training is bijna afgerond, Lord Vader? Weldra zul je als volleerde Sith het Rijk kunnen dienen en onwrikbare macht uitoefenen over de zwakkeren. Ze zullen je vrezen, jonge leerling. Tot in de verre stelsels aan de Rand zullen ze beven als ze je naam horen!'

Vader begreep niet goed waar Sidious naartoe wilde. Dergelijke complimenten had hij nog niet vaak gekregen van de Dark Lord, maar nu leek hij de volle lading te krijgen.

'Maar alvorens het zover is, Lord Vader, zul je nog een laatste opdracht moeten uitvoeren om deze titel van Sith Lord te verdienen.'

Hij haalde een holokubus boven en activeerde het. Er verscheen een afbeelding van een korte, gezette man die gekleed ging in dure kledij gemaakt van de meest exclusieve stoffen. Hij had een arrogante blik in zijn ogen. Een aura van egoïsme straalde als lichaamswarmte van de afbeelding af.

'Dit is Pauro Kreddié, een trouwe medewerker van Rebellenleider Padmé Amidala!'

Padmé? Rebellenleider? Dat kon niet waar zijn. Zou het echt om dezelfde Padmé gaan die hij al meer dan tien jaar niet meer had gezien. De haat laaide steeds weer in zich op als hij eraan dacht hoe ze waren gescheiden. De Jedi wilden hem niet opleiden en daardoor was hij teruggestuurd naar zijn moeder op Tatooine. Ongeveer twee maanden later had Lord Sidious hem gevonden. Sindsdien had hij haar nooit meer teruggezien, maar ondanks de veranderde situatie was hij nog steeds verliefd op haar.