AN: Dit was mijn vorige profieltekst. Om hem niet te moeten wegsmijten, plaats ik hem hier.
Het was een koude, stormachtige nacht. De wind huilde door de straten en de regen kletterde neer op de daken. In de haven bonkten de schepen tegen de steigers en beukten de golven op de rotsen. Eigenlijk was het geen weer om iemand door te sturen. In heel de stad was er letterlijk één iemand op stap. Eigenlijk was hij ook liever binnen gebleven, maar soms had je geen keuze en moest je doen wat er gedaan moest worden. Gelukkig had de man een warme mantel die hem droog en warm hield en hem beschermde tegen steelse blikken uit de huizen. 's Konings Jagers werkten liever, om niet te zeggen bijna altijd, incognito.
De man ging naar een bruine kroeg, vlak bij de haven. Het was geen plaats waar hij naartoe zou gaan voor zijn plezier, maar je vond er nuttige mensen. Mensen die informatie konden verschaffen die niemand anders had. Mensen die dingen konden doen die niemand anders kon doen. Of toch niet zo snel en relatief goedkoop. Mensen die voor de meeste andere mensen bekend stonden als bandieten.
In de kroeg had de man snel gevonden wie hij zocht. Hij ging naast hem aan een tafeltje zitten en bestelde een biertje. Hij deed zijn kap niet af. Hij haalde een blad papier te voorschijn en schoof het over de tafel naar de man toe. Het was een oudere man. In tegenstelling tot het meeste volk in de bar was hij fatsoenlijk gekleed en had hij duidelijk recent zijn haar nog gewassen. Hij stond bekend als de man die iedereen kende, meestal zonder dat deze personen daarvan op de hoogte waren.
"Wat weet je over de schrijver hiervan?"
De man keek op. Met een snelle blik taxeerde hij de man die naast hem zat. Bruin, groen gevlekte mantel, gezicht in de schaduwen van zijn kap, misschien... Ach nee, dat kon iedereen zijn. Zonder een blik op het blad te werpen schoof hij het blad terug.
"Niets. En bovendien praat ik niet met mensen die niet laten zien wie ze zijn."
"Misschien dat dit je geheugen opfrist..." De man met de kap bewoog en de oudere man hoorde onder zijn mantel goud rinkelen.
"... en dit je karakter inschikkelijker maakt." De man boog voorover om het blad terug te schuiven. Hierdoor kwam er een hangertje aan een kettinkje in beeld. Een zilveren eikenblad.
De man nam het blad terug en las het snel door.
"Ondergetekend W., staat ook wel bekend als SirWalsingham binnen het milieu. Zijn echte naam zal ik je helaas moeten schuldig blijven. Ik kan je wel zeggen dat hij niet van adel is, dan had hij wel geweten dat Sir wordt gevolgd door een voornaam en niet door een achternaam."
"Wat weet je nog over hem?"
"Het is een jonge man, die meestal ergens in het land België verblijft. Hij schrijft dit soort teksten meestal in zijn vrije tijd, al heeft hij daarnaast nog een hoop andere bezigheden."
"Wat zijn zijn voornaamste onderwerpen?"
"Momenteel is er niet erg veel in omloop, ik geloof twee Harry Potter-verhalen en deze, een 'De Grijze Jager'-tekst, maar dat zou in de toekomst wel kunnen veranderen. Fanfiction"
"Ik veronderstel dat hij net zoals alle andere Fanfictionschrijvers geen rechten heeft op de personages."
"Inderdaad, de personages en soms ook plaatsen en verhaallijnen behoren toe aan de oorspronkelijke auteur."
"Daar kan ik mee leven," zei de man met de kap. Hij pakte het blad terug en stak het onder zijn mantel. Waar het blad had gelegen, lagen nu drie gouden munten te blinken. De oude man stak ze snel weg.
"Het was prettig met u samen te werken, meneer Verdrag."
Will Verdrag, de Grijze Jager, liep zonder een teken van verbazing te geven weer naar buiten. Op de oude man en de barman na, had niemand iets van zijn aanwezigheid gemerkt.
