Dit begon ooit (lees: half uurtje geleden) als een non-fanfic. Het was de bedoeling dat het een 'gewoon' verhaal zou worden, maar toch kom ik weer uit bij FF. De ideeën in mijn hoofd... tsja, zijn met Jack Sparrow. Dus toch weer een Fanfic hier.

Disclaimer: NIET! Alles in dit hoofdstuk is nog van mij. Marain, Irian, St. Ardo's Instituut voor Probleemkinderen en Wezen, Illias & Llarys, Alais en Mario.

Whuhaha, nu voel ik me oppermachtig, ik ben in staat om één hoofdstuk te schrijven zonder personen te jatten! Jaha, doe me dat maar eens na!

Opmerking: shit, de 2 regeltjes die schuingedrukt staan zijn NIET van mij. Snik, snik... maar dat telt niet! Dat zijn maar 2 stomme kutregeltjes uit een liedje! Dat zijn geen hele personen en hele werelden! Whuhaha! Trouwens, het komt uit 'Goodbye My Lover' van James Blont. O, wacht, is-ie niet blond? Nouja, pech voor hem. Blunt dan.

Nu houd ik maar op... hier heb je mijn 2e fanfic. Review please! (en sorry voor de spaties en enters, dat lukt nog steeds niet bij mij.)

In het vredige dorpje Llarys, gelegen op een eiland wat bij de meeste mensen niet bekend was, was het nog stil. De meeste mensen sliepen nog. De meeste. Voor Het Huis, op het bruin stenen trappetje, zat namelijk wel iemand.

Het Huis, zo werd het door de meesten kortweg genoemd. De volledige naam van het weeshuis was een mond vol. St. Ardo's Instituut voor Probleemkinderen en Wezen. Kortom, Het Huis. De kinderen die er zaten waren dus probleemkinderen of wezen. Meestal wezen, aangezien die er nogal veel waren in het dorpje Llarys.

Een jaar of tien geleden woedde hier namelijk een oorlog, met het vroegere Illyas. Illyas was een dorpje ongeveer 10 kilometer verderop. Tussen Llarys en Illyas werd veel gehandeld. Illyas was een vissersdorpje, terwijl Llarys vooral aan landbouw deed. Zo handelden ze vaak, vis tegen tarwe of graan. Heel lang is dat goed gegaan, want beide dorpjes bestaan al zo'n 500 jaar. Tot 10 jaar geleden. Toen ging het flink mis. Een man genaamd Alais stal in beide dorpen zo'n 50 kilo aan vis en graan. Hij ging er snel vandoor met zijn scheepje. Toen de dorpen er eenmaal achter kwamen, gaven ze elkaar de schuld. Heel kinderachtig, zul je denken. Dat was het ook, maarja, Alais was al spoorloos verdwenen, en niemand had hem nog gemist. Beide dorpen maakten zich op voor een oorlog. Na 5 jaar bleek Llarys de sterkste en Illyas was nu compleet weggevaagd. Ook in Llarys waren veel doden gevallen en was een groot gedeelte van het dorp verwoest, maar zij begonnen langzaam aan de wederopbouw. Alleen liepen er nu wel veel weeskinderen rond, omdat hun ouders gevochten hadden. Zo kwam het dat St. Ardo's Instituut voor Probleemkinderen en Wezen werd opgericht. Veel wezen in de leeftijd 12-16 waren namelijk op de straat gaan wonen, en langzaam onhandelbaar geworden. Ze werden allemaal samengepropt in Het Huis, en voila, opgeruimd staat netjes.

Maar nu terug naar het bruin stenen trappetje. Achter het trappetje waren de grote, rode deuren van Het Huis te zien. Ongeveer een halve meter daarboven stond in grote, rode letters de naam van het instituut. En ongeveer een meter voor de deuren zat een meisje. Het meisje leek klein, ze zat ineengedoken. In werkelijkheid was ze helemaal niet klein. Ze was altijd van gemiddelde lengte geweest. Maar omdat ze altijd naar beneden keek en ineengedoken was leek ze kleiner. Het meisje had lang, zwart haar wat steil langs haar gezicht liep. Ze had grijze ogen, aardig opvallend, alleen vielen ze niet op omdat er haar voor hing. Het meisje had haar lippen felrood gestift, waardoor de witte tint van haar huid nog meer opviel. Om haar ogen was een zwarte lijn getrokken.

Het meisje droeg het zomeruniform wat gebruikelijk was voor het instituut. Een blauwgeruit rokje tot op de knieën, met daarboven een wit overhemd en een blauwe stropdas. Ze droeg blauwe kousen tot halverwege haar onderbeen, met daaronder witte schoenen met ronde neuzen. De schoenen waren altijd smetteloos wit, dat wist iedereen in het dorp. Elke dag werd begonnen met het poetsen van de witte schoenen, en wie niet poetste, kreeg straf.

Nou denk je misschien, is dat niet veel te warm voor in de zomer? Ja, dat was het. De rok was van wol gemaakt, net als de kousen. Het meisje zat dan ook heel rustig, zonder zich te bewegen. Als ze zich teveel bewoog zou ze het warm krijgen. En als ze het warm kreeg, ging ze zweten. En als ze ging zweten, werd haar uniform vies. En dan zou ze straf krijgen.

In Het Huis heerste zware discipline. De lijst met regels bestond ondertussen uit 692 regels, die iedereen uit zijn hoofd moest kennen. Als je een regel overtreden had moest je hem kunnen opnoemen. Daarom kenden de meeste kinderen in Het Huis alleen de belangrijkste regels uit hun hoofd, en probeerden zo min mogelijk regels te overtreden. De straffen waren namelijk niet mis. Meestal bestond de straf uit slagen met de riem, maar soms werd ook een andere straf bedacht. De straffen werden altijd uitgevoerd door Meneer. Het Huis werd gerund door het echtpaar Rodriguez. Mevrouw zorgde voor alle maaltijden, voor gewonden en zieken en was eigenlijk wel aardig, maar ze deed niks tegen Meneer. Zij had geen sterke wil. Meneer deed de financiën en bemoeide zich verder zo min mogelijk met de kinderen, behalve om ze straf te geven. Hij was een medogenloos man. Iedereen was bang voor hem. Iedereen, behalve het meisje wat nu op het trappetje voor Het Huis zat. Zij wist dat de man haar niet kon breken. Haar lichaam wel, maar niet vanbinnen. Ze bezat een sterke wil, ook al was ze altijd stil.

De rode deur van Het Huis werd opengetrokken en er kwam een klein, blond jongetje naar buiten gelopen. Het jongetje had lichtblauwe ogen en was niet ouder dan 6. Hij ging stil naast het meisje zitten, op het trappetje. Het meisje keek even naar hem, en trok hem toen dicht tegen zich aan.

'Wat is er, Irian?' vroeg ze met zachte stem. Het jongetje, dat dus Irian heette, kroop dicht tegen het meisje aan en begon zacht te vertellen.

'Thomas h-heeft eten uit de k-k-keuken gepikt, en t-toen h-h-heeft hij straf ge-k-kregen.' Stotterde het blonde jongetje. Hij stotterde al sinds zijn geboorte en werd daarom vaak gepest. Het meisje had hem blijkbaar onder haar hoede genomen. Het meisje was zelf al een jaar of 16, en functioneerde min of meer als moeder voor Irian.

'Ach, Thomas... Thomas maakt dat niet uit, lieverd. Thomas is een slecht jongetje. Hij is een crimineel geweest, en is het nog steeds. Voor Thomas moet je uitkijken. Beloof je dat, Irian?'

'J-ja. Thomas slecht jongetje. Crimineel.' Herhaalde hij. Hij keek even naar het meisje, dat nu voor zich uit zat te staren, terwijl ze zachtjes heen en weer schommelde.

'Marain, als je weggaat, laat je mij toch niet achter he?' vroeg Irian. Het meisje, dat dus Marain heette, keek verbaasd naar het blondje jongetje naast haar.

'Je stotterde niet! Irian, wat goed!' Irian begon te glimmen van trots. Bij Marain stotterde hij bijna nooit, omdat hij zich daar op zijn gemak voelde.

'Maar je laat me toch niet hier he? Als je weggaat?' hoopvol en angstig keek hij naar haar op.

'Soms lijkt het echt alsof je gedachten kan lezen, Irian. Nee, als ik wegga neem ik je mee. Maar dan moet je me beloven dat je altijd klaar zult staan om gelijk weg te rennen, als dat nodig is.'

'Tuurlijk!' zei Irian trots. Hij was allang blij dat hij niet achtergelaten zou worden.

Marain zat in gedachten verzonken op het trappetje. Ze was inderdaad van plan om hier weg te gaan. Ze zat nu al 12 jaar in dit huis, en was het nu zat. Ze haatte Het Huis. Alle kinderen werden er slecht behandeld, maar niemand durfde tot nu toe opstandig te zijn. Zij zou de eerste zijn uit een lange reeks kinderen die weg zou lopen. Nog 2 jaar zou ze niet volhouden. Normaal werden kinderen op hun 18e ergens bij een boer geplaatst om daar te helpen. Daar had Marain ook geen zin in. Ze wilde geen boerin worden, en al helemaal niet in dit dorp. Ze werd door bijna iedereen hier geminacht, omdat ze de dochter was geweest van Mario, een piraat. Hij was een eerlijke piraat geweest, een goede piraat. Hij had zelfs meegevochten in de oorlog voor Llarys. Hij hield van het dorpje, vroeger. Zijn vrouw was bij de geboorte van Marain gestorven, en daarom had Mario zijn dochter naar zijn vrouw vernoemd. Marain. Maar toen Marain 4 was kon Mario niet langer blijven. Hij moest weer gaan varen. Hij was en bleef een zeeman. Maar van die vaart was hij nooit meer teruggekomen, en Marain werd in Het Huis geplaatst. Ze was één van de weinige kinderen die pas na de oorlog in Het Huis kwamen.

Marain had nooit een woord meer gezegd dan nodig was tegen andere mensen, behalve tegen Irian. Irian was haar beschermeling. Hij stotterde, en werd daarom vaak gepest, en ook vaak gestraft. Al sinds de dag dat Irian binnen werd gebracht had ze op een of andere manier een band met het jongetje gevoeld. Vaak had ze hem van straf weten te redden. Meneer wilde hem vaak straffen omdat 'hij niet normaal kon praten.' Dat kon hij wel, maar niet met zo'n bruut in de buurt. Logisch, dat je dan bang wordt en gaat stotteren. Vaak als ze Irian van straf had behoed kreeg ze zelf wel straf voor haar grote mond, maar dat maakte haar niks uit. De man kon haar niet breken, niet vanbinnen.

You can't break my spirit
It's my dreams you take

Maar zelfs haar dromen kon hij haar niet ontnemen. Ze had een plan uitgedacht. En het was een goed plan, al zei ze het zelf. Morgen. Morgen, dan zou ze hier voor altijd weg zijn. En ze zou Irian meenemen. Ze zouden samen een nieuw leven beginnen. Dit keer zou de ontsnappingspoging lukken. Ze voelde het overal. Het ging lukken. Maar eerst nog één dag doorkomen... en zelfs dat bleek al moeilijk te zijn.

Whuhaha, ik voel me nog steeds oppermachtig! Tralala... review please! Deze FF is toch heel anders dan Autumn (daar heb ik trouwens veel positieve reacties op gehad, benk heel blij mee D ) en ik wil dus graag weten wat jullie hiervan vinden!

Tralala... a pirate I will be...

En Nee, Tralala... en Whuhaha zijn geen stopwoordjes, dat lijkt maar zo! P

Next: Dé Grote Ontsnapping!