1. Proloog – It's tough to make decisions
Wilton Deford zat achter een enorme stapel papieren, daartussen zaten belangrijke documenten. Er was niets in de stapel dat hij nog niet eerder had gezien. De meeste zaken draaiden allemaal om hetzelfde en de dingen die ze voor hun werk moesten doen, waren niet bepaald spannend. Werken op het Departement van Magische Wetshandhaving was niet iets wat hij kon aanraden. Wilton was een erg lange man. Hij was al wat meer op leeftijd, waardoor je ook duidelijk de grijze haren bij zijn haarlijn kon zien. De rest was nog gewoon zwart. Hij had een erg lichte huidskleur en zijn donkere kringen onder zijn ogen vielen daardoor erg op. Zijn gedachten werden afgeleid voor een korte seconde, omdat er een luid, zoemend geluid zijn kamer in kwam. Dat betekende dat de volgende afspraak gearriveerd was en dat zou geen makkelijke worden.
Hij haalde diep adem en keek snel naar zichzelf in de spiegel. Hij streek een paar rechtop staande haren glad en veegde het zweet van zijn voorhoofd. "Show time," zei hij tegen zichzelf, terwijl er groene smaragd vlammen ontstonden in zijn kantoor. Een jong meisje viel uit het as.
Ze keek op en glimlachte kort. "Het is me een waar genoegen u te ontmoeren, meneer Deford," zei ze, terwijl ze haar hand uitstak.
"Het is mij ook een genoegen," zei Wilton en hij nam haar hand en leidde haar naar zijn donkeren, eiken bureau waar hij haar op een zachte bruine stoel liet zitten.
"Bedankt," antwoordde Hermelien.
Wilton ging aan de andere kant van het bureau zitten en nam een diepe zucht voor hij begon. "Zou je misschien wat willen drinken?" vroeg hij vriendelijk.
"Water zou fijn zijn," zei ze snel. Wilton had het idee dat ze niet in de stemming was voor charmantheid en kwam tot stand van zaken. Hij haalde zijn toverstok uit zijn gewaad en zwaaide ermee. Er kwam een kan met water en een glas tevoorschijn op het bureau. Hermelien vulde het met water en nam snel een klein slokje.
"Ik was erg nieuwsgierig waarom je me hier naartoe vroeg," begon ze. "Je… je assistent wist de reden ook niet voor deze afspraak."
"Ja, ik ben bang dat ik haar weg moet houden van bepaalde duistere situaties," antwoordde Wilton. "Net zoals deze."
"En wat voor soort situatie is dit?" vroeg Hermelien.
"Eén van groot belang en met groot gevaar," zei hij op een vermoeide toon. "Mevrouw Griffel, je moet goed luisteren terwijl ik u dit uitleg."
Hermelien ging iets meer rechtop zitten op haar stoel en keek met een bezorgde expressie op haar gezicht. "Oké."
"Het is een tijd geleden sinds Je weet wel wie verslagen was en om eerlijk te zijn, dingen zijn niet gegaan zoals we gehoopt hadden."
"Ik… Ik ben bang dat ik het niet begrijp," zei Hermelien.
"Ken je Rodolphus van Detta?"
"Bellatrix van Detta haar echtgenoot?" vroeg Hermelien. "Nou ja, ik heb van hem gehoord en ik denk dat hij bij de Eindstrijd was maar… maar ik heb hem nooit echt gezien."
"Nadat hij naar Azkaban was gestuurd, was er een recente schade aan de gevangenis en daardoor zijn er een paar gevangenen ontsnapt. Hij was er één van."
"Recentelijk?" zei Hermelien. "Je bedoelt de ontsnapping van een jaar geleden?"
"Precies," zei Wilton. "Onze bronnen vertellen ons dat hij het land verliet na zijn ontsnapping."
"Waar is hij heen gegaan?"
"Australië."
Hermelien haar ogen straalde angst uit. "Australië?" herhaalde ze. "Heeft… heeft hij iemand pijn gedaan daar?"
"Mevrouw Griffel, hij heeft een dreuzel koppel vermoord. We hebben hun lichamen gevonden en het leek erop dat hun herinneringen gewijzigd waren."
Hermeliens ogen waren erg waterig. "Wat… wie… wie waren ze?"
"We weten hun echte namen niet, maar hun buren zeiden dat ze Wilbert en Monica Wanders waren."
"Nee!" Hermelien stond op uit de stoel en verstopte haar gezicht in haar handen. "Nee!" schreeuwde ze.
"Mevrouw Griffel…" Wilton begon met praten, maar besloot niet verder te gaan. Hij dacht dat het beter was om haar een paar minuten vrij te laten met haar gevoelens van binnen.
"Mijn… mijn ouders!" ze huilde. Ze sloeg met haar vuist tegen de muren.
"Mevrouw Griffel, het spijt me zeer voor je verlies," begon Wilton. Hij was nooit goed geweest met vertroostingen. Hij bood haar een doos met tissues en vulde haar glas met water.
Hermelien nam een paar minuten meer om zichzelf bij elkaar te rapen en pakte een tissue. Ze maakte haar ogen droog en nam een slokje van haar water. Daarna haalde ze een paar keer diep adem voor ze weer naar Wilton keek. "Hoe… hoe lang geleden is dit gebeurd?" vroeg ze terwijl ze nog snikte.
"Drie maanden geleden," antwoordde Wilton. "We wisten niet wie ze waren tot dat ik hoorde dat je opzoek was naar je ouders die je naar Australië had gestuurd. Het spijt me ontzettend voor je verlies."
Hermelien knikte maar zei niets. "Mag ik nu gaan?" vroeg ze.
Wilton verschoof ongemakkelijk op zijn stoel en keek toen weer naar de jonge vrouw die zoveel te horen had gekregen de laatste paar minuten. "Helaas, mevrouw Griffel, is de dood van je ouders niet de reden dat ik je hierheen gehaald heb."
"Par… pardon?"
"In het licht van je ouders dood, maak ik me zorgen over je veiligheid," zei Wilton. Zijn toon was op een zeer vaderlijke manier en hij wilde dat hij dat niet gedaan had.
"Mijn veiligheid?"
"Ondanks je leeftijd, zoals ik het begrijp, heb je geen levende verwanten meer… bloed verwanten."
Hermelien schudde haar hoofd. "Nee, dat heb ik niet," antwoordde ze.
"Mevrouw Griffel, je bent geboren als een dreuzel," zei Wilton stellig. "En je hebt geen levende bloed verwanten. Met deze aankomende golf van moorden en je afkomst, denk ik niet dat je in een veilige positie bent."
"Wat?" zei Hermelien. "Ik… ik woon bij de Wemels op het moment en ik-"
"Dat snap ik," zei Wilton geduldig. "Echter, Arthur en Molly Wemel's huis is geen veilige plek. Je reputatie dat je meneer Potter geholpen hebt, brengt je in een positie dat je in de top staat van de lijst Dreuzel geborene, die vermoord moeten worden."
"Zeg je dat ik in gevaar ben?"
"Ja," zei Wilton zakelijk. "En we moeten voorzorgen nemen om te zorgen dat je veilig blijft."
"Wat voor voorzorgen?"
"Het ministerie kan je een huis aanbieden, op een hele speciale plek dat heel moeilijk te vinden is."
"Ik… ik kan het niet geloven!" schreeuwde Hermelien. "Ik ben heel goed zelf in staat om mezelf te beschermen, bedankt."
"Dat snap ik, mevrouw Griffel," zei Wilton. Hermelien was op het punt om rood te worden en hij was bang dat ze niet naar hem wilde luisteren. "Maar Rodolphus van Detta is de leider van de Dreuzel geborene vermoorden en als ik het mag zeggen, hij is een ervaren, getrainde moordenaar."
"Het maakt me niet uit, al was het Voldemort zelf die kwam!" zei Hermelien en ze stapte uit haar stoel.
"Jij bent zijn doel!" zei Wilton. "Jij bent degene die zijn vrouw vermoord heeft."
"Ik… ik geloof het niet. Daarom vermoorde hij mijn ouders?"
"Ik weet bijna zeker dat hij niet wist dat het jouw ouders waren," zei Wilton. "Maar jij bent zijn doel, zijn prooi."
"Dit is absolute waanzin!"
"Mevrouw Griffel, word rustig alsjeblieft!" Wilton stond erop. "Het is niet alleen voor je eigen veiligheid, maar ook voor de veiligheid van de Wemels en meneer Potter!"
"Wat bedoel je?" vroeg Hermelien.
"Dit zijn roekeloze, koudbloedige moordenaars," drong Wilton aan. "Het maakt ze niet uit wie ze vermoorden en als jij bij de Wemels woont, dan maak je hun ook een doel."
Hermelien ging weer zitten en veegde in haar ogen. Wilton keek in haar donkere, verdrietige ogen en hij kon het niet helpen dat hij zich compleet hulpeloos voelde. "Ik weet dat het hard is," zei hij na een tijdje, "Maar probeer het alsjeblieft te begrijpen."
"Als, hypothetisch gezien, ik bereid was om ja te zeggen," zei Hermelien langzaam. "Wat… wat zou er dan gebeuren?"
"Nou," zei Wilton rustig. "We sturen je naar de locatie waar je de hele tijd beveiligd wordt door een schouwer. Het zal niet zo zijn als baby zitten, je bent vrij om te doen wat je wilt, maar een schouwer zal een oogje op je houden."
"Ben ik in staat om mijn vrienden te zien?"
"Absoluut!" zei Wilton. "Ze mogen je wanneer ze maar willen bezoeken, maar we vragen je om het pand niet onbeveiligd te verlaten. Tot dat we van Detta vinden en hem pakken, natuurlijk."
Hermelien verstopte haar gezicht in haar handen. "Ik beloof je dat we alles doen om hem te pakken," liet Wilton haar weten.
Hermelien keek weer naar de oude man en ging rechtop zitten in haar stoel. "Oké," zei ze naar een paar minuten stilte. "Ik… ik zal je aanbod accepteren."
"Je doet het juiste," zei Wilton.
"Waar… waar is de nieuwe plek waar ik zal wonen?"
"Het is van een heel ervaren en getalenteerde schouwer," zei Wilton.
"Ja, oké, maar waar is het?"
Wilton was vanaf het begin van het gesprek bang voor dit moment. Hij haalde diep adem en keek in de ogen van de jonge vrouw. "Mevrouw Griffel, wat weet je over Villa Malfidus?"
Ik hoop dat je het hoofdstuk leuk vond. Het lijkt me leuk als je een review achterlaat.
