This is a crossover between the storylines of the TV shows Xena, Warrior Princess, and Spartacus, Blood and Sand. Xena gets captured, separated from Gabrielle, and becomes a gladiator. In order to save herself and find back Gabrielle, she has to fight for a wealthy Roman noble seeking re-election and who is an enemy of Caesar's. But she get's cought up in a maelström of events that lead directly to Spartacus's uprising. Will she be able to save herself, her lover, and the fate of thousands of others?
I allow myself many liberties with characters and places, historically and with respect to the shows. However, my story remains recognisably connected to the content of both.
Obviously, I do not own the characters from either of the shows, but the storyline developed here is mine.
The story is written in my mother tongue, Flemish/Dutch. That's how it came out, I'm sorry. For those who can read it: although I'm not in the habit of saying so repeatedly, I really do appreciate constructive criticisms and comments!
Xena Gladiator
De Siciliaanse slavenmarkt
"En wat hebben we hier…?"
"Een prachtig wild beest, edele heer. Ze is veel waard, maar ik zou u toch afraden haar te kopen."
De slavenmarkt in Tarente, Sicilië. De stad is een levendige Griekse kolonie onder Romeins bestuur. De vreemde overheersers zijn zo verstandig het welvarende handelscentrum op een militair garnizoen na gerust te laten. De handel bloeit, vooral de slavenhandel. Dag in dag uit wordt er verse mensenwaar aangevoerd,, die op dikwijls gespecialiseerde markten te koop wordt aangeboden. Geschreeuw, gedrang, gehuil, het gebrul van opzichters, het knallen van zwepen en het gerinkel van ketenen; aan het chaotische gewoel schijnt nooit een einde te komen.
De middagzon valt hard op het plein. In een nog enigzins beschaduwde hoek wemelt het van ruwe bonken, gebroken neuzen en getatoeëerde lijven — de markt voor toekomstige gladiatoren. Een man van stand in smetteloos witte Romeinse toga wandelt keurend voor de rij tentoongestelde menselijke koopwaar langs en stopt voor een opvallende gestalte. De enige vrouw in een rij halfnaakte, aan elkaar geklonken mannen. Potige kerels allemaal, krijgers van verschillende etnische achtergrond. De vrouw ertussen was groot, groter dan de meesten, en had als enige haar handen vastgeketend op haar rug. De gescheurde lendendoek en het groezelige borststuk die ze droeg konden de fraaie vormen van haar krachtige, gebronsde lijf niet aan het oog onttrekken. Haar lange, ravenzwarte haar viel warrig over haar brede schouders en verborg haar gezicht.
De Romein monsterde de vrouw voor hem van kop tot teen. Ze was groot en sterk, inderdaad, maar om nu zo'n extreme maatregelen te nemen omwille van een machteloze slavin… Hij wierp een minachtende blik op het kalende hoofd van de koopman. Die schuddekopte heftig, als om zijn punt te onderstrepen, wrong in zijn handen en observeerde de Romein steels. Een welgedane burger, een patriciër, met een fiere houding, een strenge blik en ongetwijfeld een dikke beurs. Hier viel veel geld te rapen, maar het was zaak het slim aan te pakken. Hij knikte naar een reusachtige opziener die achter de rij slaven op het podium stond. Die stapte op de rij toe en trok het hoofd van de geketende vrouw ruw achterover. Het haar viel weg van haar aangezicht. Zand en vuil konden geen afbreuk doen aan de fraai gesculpteerde trekken in haar van pijn vertrokken gelaat. Vanuit halfgeloken oogleden boorde een blauwe, ijskoude blik zich zinderend in des edelmans ogen. Die deed onwillekeurig een stap achteruit. De vrouw vocht om los te komen. De opziener hield haar in een ijzeren greep.
"Wat weet ge van haar? Waar komt ze vandaan?"
"Een Griekse, heer. Op haar uiterlijk te beoordelen uit Tracië of het noordoosten. Een Amazone wellicht. In elk geval een gevaarlijke opstandelinge. Naar verluid voerde ze een nederzetting aan die zich teweerstelde tegen de legioenen van onze consul Pompeius Magnus. De mannen die ge hier — hij wees er een zestal aan — ziet, komen allemaal uit datzelfde dorp. Het fijne weet ik er niet van, maar de opstand zou uiteindelijk door een list zijn gesmoord. Bij haar gevangenneming heeft ze meerdere mannen gedood. Ze spreekt niet, maar ze begrijpt latijnse bevelen."
"Griekse opstandelingen, interessant, " mompelde de patriciër. Hij kwam opnieuw naderbij en betastte de vrouw haar bovenarmen. Hij voelde de stalen spieren onder haar koperkleurige huid en bromde goedkeurend. De vrouw spuwde naar de Romein en probeerde hem te schoppen; hij vloekte. De opziener dwong haar hardhandig op haar knieën en hield haar bij de ketting tussen haar handen en haar nekboei in bedwang. De slavenhaler sloeg woedend op haar in met zijn korte zweep.
"Ik verwittig u, edele heer, die vrouw is een ontembare, woeste leeuwin; ik raad u aan voorzichtig te zijn, al behoort ze tot mijn handelswaar. Tenzij ge natuurlijk wilt speculeren op de spelen en haar aan een gladiatorenschool wenst uit te lenen of door te verkopen. De ludus van Marius Barca de Carthager aanvaardt naar het schijnt vrouwelijke gladiatoren."
De Romein onderbrak hem met een kort handgebaar. "De ludus van Marius Barca is mij bekend; ze is mijn eigendom." Wijzend op de zweep, "laat dat. Ik neem haar. Keten haar stevig, maar beschadig haar niet. Geef me die zes mannen ook. Wat ben ik u schuldig?"
De handelaar noemde zijn prijs. De edelman fronste zijn wenkbrauwen, maar zei niets en haalde een geldbuidel boven.
De geknielde vrouw voelde hoe een keten van haar handen aan haar voetboeien werd vastgemaakt. Ze ziedde toen ze werd recht getrokken en op haar voeten gezet, en merkte dat ze op kleine stappen na nauwelijks kon bewegen. De man die haar gekocht had stond voor haar, nu hautain glimlachend.
"Ik weet dat ge mij verstaat, en ik raad u aan u te beheersen, zo gij en uw gezellen geen vreselijk einde vinden wilt. Vanaf nu ben ik uw meester. Voor u is er maar één keuze: u onderwerpen of de dood."
Haar doordringende ogen staarden hem opstandig aan, maar ze zei niets. De handelaar wenkte een dienaar die met een bundel nader kwam.
"Dit zijn haar spullen, heer: haar zwaard en dolken, haar wapenrusting, en dan dit vreemde ding," Hij hield een blinkend rond voorwerp in zijn hand. "Geen idee wat het is of waar het vandaan komt, maar het is levensgevaarlijk — en in de prijs inbegrepen," voegde hij er haastig aan toe, in antwoord op de onuitgesproken dreiging in de blik van de man voor hem.
Een hoofdgebaar en ze verlieten het marktplein. De nieuwe aanwinsten strompelden, met een ketting aan elkaar vastgemaakt, tussen lijfwachten en dienaren achter hun nieuwe meester aan over het warme plaveisel van de straten der stad naar een hun onbekende bestemming.
