'Waar was je vanmorgen Caffrey? We hadden een afspraak,' riep Peter vanuit het koffiezetapparaat. Neal liep langzaam de kantine binnen. Met een zucht nam hij plaats op de eerste stoel die hij zag.

'Zegt de man die elk uur checkt waar ik ben,' mompelde de ex-oplichter en gooide zijn been op de tafel zodat zijn knipperende enkelband zichtbaar werd. Agent Burke grijnsde even en schonk twee mokken in met de bittere en warme vloeistof die waarschijnlijk al een tijdje warm stond.

Met grote passen nam hij plaats aan de tafel waar zijn partner zat en zette de mokken neer. Neal had hem nog geen moment aangekeken en had de boord van zijn blouse omhooggetrokken wat hem een geniepige uitstraling gaf. Dat was het moment dat Peter zich realiseerde dat er iets met hem aan de hand was.

'Hey, doe me een plezier,' mopperde Peter en porde tegen zijn schoen. Meteen nam Neal de hint en ging weer beschaaft op zijn stoel zitten. Zijn gezicht bleef echter voorover gebogen en de frons op zijn voorhoofd was nieuw. Toen begon Peter het te begrijpen en nam een luidruchtige slurp van zijn koffie voor hij zei: 'Was het gezellig gisteravond?'

Neal zuchtte even en hief zijn hoofd net ver genoeg op om recht in Peter zijn ogen te kunnen kijken. Peter kon zijn glimlach niet verbergen toen hij de vermoeide kringen rond de blauwe ogen van zijn partner zag.

'Ik haat je, dat je het maar weet,' mopperde de jongen met een schorre stem. 'En ik heb geen kater.'

Peter trok een wenkbrauw op en nam nog een slok van de bittere vloeistof. 'Hmm. Dat doet me zeer, Neal. Want je zei laatst nog tegen mij dat nooit tegen me gelogen had. Niet echt. Of was dat juist een leugen?' Het was als grap bedoeld. Maar Neal maakte geen gezicht. Er was echt iets mis met deze CI.

Twee andere agenten kwamen de kantine binnen gelopen en begonnen te zuchten bij het zien dat de laatste koffie al geconsumeerd was. Peter keek ze na, toen de twee agenten het erover hadden dat er een betere koffie tent was, buiten dit gebouw. En ze stapte in de lift.

Toen Peter zich weer tot zijn partner wende zag hij dat de jongere man de zijkanten van zijn hoofd masseerde. En Peter zuchtte terneergeslagen.

'Luister, Caffrey. Als je ziek bent of, je weet wel, helemaal geen kater hebt, dan moet je dat aan mij melden. Dan had ik je een dag vrij gegeven. Ik heb zo toch niets aan je.' Neal kreunde geïrriteerd en knipperde met zijn ogen. 'Ik ben niet ziek. En ik heb geen kater.' Dat was zijn antwoord voordat hij zijn ogen weer sloot en zijn hele hoofd nu op zijn arm liet rusten. Peter zuchtte weer. Met een hand schoof hij de koffie bij Neal weg voor hij hem nog omstootte. 'Neal. Iedereen is wel eens een keertje ziek. Je bent geen superheld. Als ik me niet vergis heb je nog nooit een ziektedag opgenomen.'

Neal gaf geen antwoord maar had hem gehoord. Hij spande zijn schouders bij het woord ziektedag.

Uiteindelijk gaf Peter het op en keek op zijn horloge. De pauze was om. En hij had een afspraak met de baas. Met een stijve beweging stond hij op van de stoel en schoof hem naar achteren. Voor hij Neal verliet gaf hij hem nog een schouderklop.

'Kom over een uur naar mijn kantoor, oké? Volgens mij hebben we een nieuwe zaak dat je wat op kan beuren. Ik voel het gewoon.' Het was aardig bedoeld. Hij glimlachte toen hij dat zei. En Neal had ook dat begrepen zonder hem echt te zien.

'Bedankt, Peter. Maar ik ben ook niet somber. I-ik… ik zeg het je straks wel. Tot zo.' Zijn stem klonk dof doordat hij zijn gezicht in zijn arm had gedrukt. Hij maakte ook niet echt aanstalten om van zijn plek te komen en dat maakte Peter bezorgder. Hij knipperde even met zijn ogen terwijl hij een stap richting de baas zijn kantoor maakte.

'Goed. Tot over een uur, Caffrey. Hou je gemak, voor me, wil je?'

Neal knikte zijn hoofd daarop en kreunde zacht bij die actie. En Peter was al te ver weg om dat te horen.


Peter had gelijk. Het was een nieuwe zaak waar de baas het over wilde hebben met hem. Een van de grootste juwelendieven was in de stad. En hij had al vijftien zaken beroofd van diamanten, goud en robijnen. Blijkbaar had Nick Halden connecties met deze onbereikbare dief en werd het tijd voor daden. Maar toen Peter zijn kantoor binnen liep en zag dat Neal nergens te bekennen was vroeg hij zich af of de CI wel toe was aan een beetje actie. Hij keek zuchtend op zijn horloge en zag dat het gesprek een half uur uit was gelopen. Dus Neal had er al kunnen zijn. Maar hij kon ook even naar de toilet zijn gegaan of zoiets dergelijks. Neal kennende was altijd in beweging en bleef nooit op zijn plaats voor vijf minuten zoals een normaal persoon. Nee, Neal had geen zitkont. Tenzij hij …ziek was…

Net toen Peter besloot om zijn partner te gaan zoeken liep Jones binnen in zijn kantoor met grote ogen. 'Peter, misschien is dit een stomme vraag maar… waarom ligt Neal Caffrey in een van de overhoorkamers op de grond?' Peter's expressie werd strak en gespannen.

'Caffrey. Waar?' Jones knipperde even met zijn ogen. 'Uh. Volg mij maar.'


Het licht was gedempt en de stoelen waren aan de kant geschoven. Onder de tafel lag de beruchte Neal Caffrey languit op de vloerbedekking soort van te slapen. Zijn ogen waren gesloten. Maar zijn uitdrukkingen op zijn gezicht waren te alert voor iemand die sliep.

'Neal! Wat doe je hier? Deze kamer moet vrij zijn voor overhoringen,' mopperde Peter streng. Jones was iets subtieler en liep naar de jongere man toe om hem wakker te stoten.

'Alles goed daar, Caffrey? Je ziet een beetje pips.'

Neal kwam weer tot leven en was totaal niet blij met zijn stormbezoek a la Peter Burke. Moeizaam krabbelde hij omhoog en streek zijn nette pak recht. 'Ik deed gewoon even een oog dicht. Is dat zo'n ramp?' was zijn verbeten antwoord. Zijn stem was zo gebroken en dun dat Jones zelfs begon te grinniken.

'Wow. Iemand heeft hier een kater,' grijnsde hij. Peter haalde de schouders naar zijn collega op maar begon eraan te twijfelen. Neal stond nu goed en wel voor hem en keek hem verontschuldigend aan. De diepe frons was zorgelijk genoeg om deze zaak te staken voor Neal hem vertelde wat er aan de hand was.

'Oké, Neal. Dit is de juiste plek om je te vragen wat er is.' Neal keek rond. De overhoorkamer. Hij snapte het. Maar weer kreeg Peter geen grijns of grinnik van hem terug.

'Het… Het is gewoon een migraine. Dat is alles. Het begon vannacht. Maar ik dacht dat het vanmorgen beter ging.' Jones beet op zijn onderlip en bood de CI meteen een stoel aan.

'Ow, Buddy. Die dingen zijn Nasty. Ga zitten, man.' Peter keek Jones met een schuine blik aan.

'Migraine? Is dat niet zo'n vrouwending?' Neal gaf geen antwoord en besloot te gaan zitten op de stoel die hij aangeboden kreeg.

'Ben je gek, Peter? Een migraine laat je denken dat je hoofd op springen staat, man. Een normale hoofdpijn… visualiseert het tien keer erger. Een migraine is geen pretje.' Neal liet zijn hoofd tegen de leuning van de stoel rusten en keek Jones glimlachend (of wat er op leek) aan. 'Wel, dank je Jones. Zo te horen heb je er kaas van gegeten?' Jones schudde grijnzend zijn hoofd.

'Man. Elke keer als mijn moeder met haar nieuwe man op visite komt.' Peter knikte en zag hoe zijn partner steeds witter werd. 'Oké. Sorry, Neal. Een migraine is geen vrouwen ding. Kom. Ik breng je wel naar huis. Jouw werkdag zit er op.' Neal wilde tegenstribbelen toen Peter hem omhoog hielp en stond uiteindelijk zelf op van de stoel om zo snel mogelijk zijn weg naar de toiletten te vinden. Peter en Jones zagen het gebeuren. Neal werd zo wit als de muren en toen hij meer in beweging kwam veranderde zijn kleur in lichtgroen. Kokhalzend joeg Neal zichzelf door de toiletdeur naar binnen en Jones keek zijn opdrachtgever beduusd aan.

'Ow, Peter. Ik geloof dat je hem beter eerst even wat frisdrank kunt geven voor hij in de auto stapt. Frisdrank helpt tegen misselijkheid. Dat werkt althans bij mij.' Peter knikte naar zijn collega en besloot, na enige twijfel, om zijn partner te vergezellen bij de toiletten voor hij zichzelf nog verdronk in de wc-pot.

Peter was niet verast om zijn CI half bewusteloos op de grond te zien hangen tegen de toiletpot. Hij braakte tenminste niet meer in het zicht van hem. En daar was Peter dankbaar voor. Met zachte passen knielde hij bij hem neer en legde een troostende hand op zijn hangende schouders. Neal opende zijn ogen om de glimlachende Peter te kunnen zien.

Neal was warm en klam van zijn inspanning. De effen paarse stropdas was losser getrokken en de twee bovenste knoopjes van zijn witte onder shirt waren open gemaakt.

Neal was niet blij.

'Ooohhh… P-Peter. Moet je me nu echt zo zien?' jammerde de jongere man. Met een rillende hand wreef hij door zijn gezicht en streek toen door zijn golvende haren. Hij zag er al iets beter uit als daarstraks maar aan zijn houding was te zien dat de man het op had gegeven om zich sterk te houden tegenover hem en zijn mede collega's. Hij moest naar bed en de migraine uitzitten. Zo was hij geen drol waard.

Toen hij de jongere man ondersteunde en hem uit de toilet hielp begon Peter zacht te grinniken.

'De beruchte Neal Caffrey. Uitgeschakeld door een vrouwenkwaal.' Neal stopte zijn pas en keek zijn partner geërgerd aan met een zijdelinkse blik. 'P-Peter… H-het is geen,-'

'Geen vrouwenkwaal. Jaja. Ik weet het. Ik was je aan het plagen, jongen.' Neal knikte na een lange poos en liep verder. Zijn onstabiele stappen werden goed in de gaten gehouden door hem en Jones. Tegen de tijd dat Neal in de Taurus zat gaf Jones de jongere man een blikje cola.

'Dat is goed voor je. Geloof me, man.' Neal knipperde met zijn ogen en knikte dankbaar. Toen werd de portier dichtgeduwd. Toen Peter achter het stuur kroop had Neal zijn zonnebril al in beslag genomen en dronk met kleine slokjes uit het blikje. 'Neal. Moeten we niet eerst even naar de dokter voor medicijnen?' Neal schudde zacht zijn hoofd.

'Nee. June heeft slaappillen. Die doen de truc wel. Dit is niet de eerste keer voor me.' Peter knikte. Voor hij de auto startte keek hij nog eens naar de diepe frons op Neal's gezicht. De man was in pijn. Hij vroeg zich af hoe hij hier vanmorgen eigenlijk op het werk was gekomen. En waarom hij hem niet gebeld had dat hij een migraine had. Als hij al vaker een migraine had gehad moest hij toch beter weten.

'Zeg, blijven we hier nog lang staan, Peter?' mopperde Neal verbeten. Zijn gezicht kleurde weer witter. Ondanks Peter argwaan dat hij elk moment kon gaan overgeven in zijn Taurus, startte hij alsnog de auto. Intussen nam Neal moedig nog een paar slokken cola. Met een zachte hik en kuch was zijn misselijk gevoel minder geworden door de cola. 'Als je Jones ziet. Zeg hem dat hij gelijk had…maar Peter. Alsjeblieft. Rij niet te hard over de drempels, dit keer. Ik ben niet helemaal in orde.'

'Je hebt mijn woord, Caffrey. Ik laat mijn prachtige wagen niet zomaar onderkotsen door een conman. Dat weet je.' Hij plaagde hem graag. En dat wist Caffrey maar al te goed. Maar Neal wist dat Peter wel anders piepte als hij echt moest braken.


AN: daar zijn we weer Ik hoop dat deze net zo in de smaak valt als mijn vorige White Collar fanfic.: Weekeinde met Held.

X

Josi