Mijn eerste verhaal speelt zich af zo'n vijf jaar naar de val van Voldermort. Geïnspireerd door het verhaal hoe gaat het verder » door boekenworm: Hoe gaat het verder vind ik een mooie aansluiting op de 7 Harry potter boeken. Ik heb dan ook een aantal dingen uit dat verhaal geleend. En hoop het met respect te kunnen behandelen Maar eerlijk is eerlijk ik wou nog wat meer. Ik kijk uit naar (hoe gaat het verder) verhaal zal aflopen. Maar schrijf tussendoor dit verhaal alvast. Ik hoop dat jullie veel plezier hebben met dit verhaal. En ik hoop boekenworm ook.
Dit verhaal speelt zich vijf jaar naar de val van Voldermort af. Ginny heeft zich voorgenomen om Harry te helpen bij het vervangend van alle narenherinneringen uit zijn jeugd. Helaas zijn er nog een paar Dooddoeners die op de vlucht zijn. Deze dooddoeners zorgen ervoor dat Harry weer in actie moet komen. Echter deze keer is hij niet alleen.
Dooddoeners op Zweinstein
Hoofdstuk 1 DE DIERENTUIN
"Wakker worden Ginny, we gaan naar de dierentuin". Riep Harry. "Kleef". Met een kleine plop verscheen de jonge huiself. "Wat is er meester Potter meneer", vroeg de jonge huiself. "Zou jij bij Molly en Arthur langs willen gaan, en vragen of ze ons over een uur op Grimboutplein 12 willen ontmoeten. Daarna mag je naar Ron en Hermelien, En vraag aan hen het zelfde. Als je dat gedaan hebt kom je hier weer terug. Is dat goed Kleef" vroeg Harry. "Oke meester potter meneer". En met een kleine plop was de elf weer weg.
Kleef was een van de huiselfen die Harry geërfd had van zijn ouders en Sirius. Hij was de rijkste tovenaar van Engeland. Totaal had hij vier huizen en negen huiselfen.
Nog geen tien minuten later kwam de huiself Kleef al weer terug. "Mevrouw Wemel en Meneer Wemel zijn over een uur op Grimboutplein 12. En meneer Ron en mevrouw Hermelien zijn daar ook over een uur. Meester Potter meneer". "Bedankt kleef, ga nu maar gauw weer aan het werk en bedankt" zei Harry.
"Harry, moeten we echt naar de dierentuin". Riep Ginny toen ze de trap af kwam. Harry zat op de bank en keek geroerd naar Ginny. Hij was zo blij dat het goed was gekomen tussen hun tweeën.
Eigenlijk kon hij zijn geluk niet op. Ginny was de vrouw van zijn dromen en ze was van hem. Mevrouw en meneer Wemel waren als een vader en moeder voor hem geworden. Hij mocht ze dan ook Molly en Arthur noemen.
Zijn eigen ouders waren vermoord door Lord Voldermort, Toen hij nog maar net een jaar oud was. Voldermort was een duistere tovenaar. Die zelfde duistere tovenaar had Harry vijf jaar geleden moeten vermoorden. Iets waar hij nog steeds niet trots op was. Er waren toen een hoop vrienden van hem overleden. Daar had hij nu nog steeds een schuld gevoel over. Iedereen zei dat hij daar niet schuldig aan was, maar het schuld gevoel knaagde nog steeds aan hem. Steeds als hij terug dacht aan Lupos, Tops, dwaaloog, Sirius zijn vader en moeder. Casper en Cedric En als laatste Fred de broer van Ginny.
Nu was het vijf jaar later, en was alles rustig geworden. Harry was schouwer geworden en Ginny was zoeker geworden bij de Holyhead harpies. Harry speelde zelf ook zwerkbal dat deed hij met zijn vroegere aanvoerder Olivier plank, bij de Pullover United. Hij had nog zogezegd dat hij alleen zou spelen als ze niemand anders konden vinden, als een soort invalkracht of oproephulp. Maar Olivier stelde hem iedere week weer op. Dat kwam zogezegd door zijn gouden hand Iets wat Harry niet erg vond.
Lord Voldermort speelde nog bijna iedere dag in zijn gedachten rond. Hij zou nooit geloven dat hij echt van de duistere kant af was. Mocht de duistere kant zijn kop weer opsteken, dan zou hij er weer alles aan gaan doen om die weer opnieuw te verdrijven. Hij wist ook dat hij niet alleen zou zijn. Als dat opnieuw zou gaan gebeuren. Hermelien en Ron zouden hem zonder ook maar een vraag te stellen volgen, Ginny zou zelfs voor hem uitlopen om hem te beschermen. Ginny nam hem zelfs niet kwalijk dat haar broer door hem dood was gegaan. Ook al zei iedereen dat hij daar niet de schuldige van was.
"Harry, HARRY, HARRYYYY waker worden", riep Ginny hem toe. Harry ontwaakte uit de zijn trans en lachte naar Ginny. "Moeten we echt naar die dierentuin? Je weet toch hoe mijn vader wordt tussen al die dreuzels. En om eerlijk te zijn. Ik zou liever samen met jou, lekker in ons bed blijven liggen". Zei Ginny met een klein zielig pruillipje. In de hoop hem zo op andere gedachten te kunnen brengen.
"Nee Ginny, dit hebben we jouw vader beloofd", riep Harry fel, met een grijs van dat hij het niet meende. "Jij zou mij toch helpen om alle nare herinneringen van vroeger te vergeten. En dan ook weer vervangen voor nieuwe en betere herinneringen". Antwoorden Harry. Ginny wist dat hij gelijk had, "maar ik kon het toch proberen" zei ze met een glimlach terwijl ze hem een liefkozend kusje gaf. Zonder op een antwoord te wachten ging ze weer met een heupwiegende beweging naar boven om zich om te kleden.
Met een verliefde blik keek Harry haar naar. In zijn gedachte vroeg hij zich af, of er misschien niet een beetje Glamorgana's bloed in de familie zat. Ze kon hem altijd zo betoveren als ze zo weg liep. Ginny betoverde hem net als fleur Ron betoverde in hun vierde jaar op Zweinstein.
"Kleef" riep Harry weer. De kleine huiself stond weer meteen voor hem. "Wat wild u meester potter meneer". "Ik wil dat je naar het Grimboutplein gaat en daar met de andere huiselfen een ontbijt voor acht mensen klaar maakt, Loena en Marcel zijn daar ook al. Wij komen er ook zo aan". Vertelde Harry aan kleef. Met een plop verdween kleef weer.
Nu was het alleen nog maar wachten op Ginny dacht Harry. Langzaam ging hij naar boven om te kijken of ze al klaar was. Ginny had een zomers rokje aan en een lichtblauw T-shirt. Ze zag er weer adembenemend uit vond Harry. Met zijn handen om haar middel en een zachte kus in haar nek, vroeg hij of het nog lang ging duren. Ginny porde hem met haar elle boog en keek hem vuil aan. Ze zag de glimlach op zijn gezicht. Vuil kijken ging dan niet meer. Ze draaide zich om gaf hem een intense kus en zei, "kom we moeten gaan anders is iedereen er al voordat wij er zijn, en dat is ook weer niet de bedoeling". "Maar we kunnen nog even op bed gaan liggen" zei Harry "Harry James Potter je hebt je kans gehad" zei ze met een duivels lachje. "En ik denk dat mijn vader niet meer te houden is. Dus het zal wel een heel snel ontbijtje worden denk ik".
Ze verdwijnselden naar het Grimboutplein 12 en gingen meteen de keuken in. Daar zat Marcel al op hen te wachten.
"Hoi Harry, Ginny, een goedemorgen. Loena komt er zo aan ze is nog boven. Je hebt wel te gekke huiselfen Harry. We zijn veelte veel verwend door ze. Bedankt trouwens dat we hier vannacht mochten slapen, het was erg druk op de wegisweg gisteren".
Op dat moment kwam Loena binnen ze had die dromerige blik die ze altijd al had, maar het leek iedere keer meer dromeriger als ze bij Marcel was.
Loena Leeflang en Marcel Lubermans waren twee van hun beste vrienden. "Goedemorgen Ginny. Goedemorgen, Harry jullie nurgels zijn erg rustig hier, hier kunnen we goed samen slapen" zei ze. Harry keek gauw op, had hij het goed gehoord, samen slapen. Op dat zelfde moment kreeg hij een por van Ginny in zijn ribben. Ze wees naar Marcel die met een rode kleur zijn thee erg interessant vond.
Harry keek glimlachend naar Ginny wachtte op het punt dat Marcel een slok nam en vroeg. "Heb jij ook heel rustig samen geslapen bij de nurgels Marcel". Marcel keek verschrikt op naar Harry en verslikte zich, hij proestte zijn hele thee over de keuken tafel heen. Terwijl hij met een rode kleur die nog feller was dan de haren van de Wemels. Iets zei in de trant van, "ja, heerlijk samen geslapen. Hu, nee geslapen heerlijk ja alleen niet samen alleen". Loena rolde met haar ogen maar had en tevreden glimlach op haar gezicht. Terwijl ze de thee met een zwaai van haar toverstok opruimde.
Ginny en Harry konden hun lach maar moeilijk in houden en gingen snel iets bij de huiselfen doen. Terwijl ze hier en daar een blik naar elkaar wierpen en weer bijna in lachen uitbarstte. "Eindelijk", fluisterde Ginny naar Harry "het werd wel eens tijd dat die twee ervoor gingen". Harry zei niets maar knikte met een glimlach naar Ginny.
Het haardvuur laaide op met groene vlammen en meneer en mevrouw Wemel stapten uit het vuur. Goedemorgen, allemaal zei Arthur Wemel terwijl Molly iedereen op een strakke knuffel trakteerde. Arthur Wemel had een glimlach van oor tot oor. "Zie ik er zo goed uit Harry, zijn dit de goede dreuzel kleren, Gaan we ook door zulke poortje Harry" vroeg een opgewonden meneer Wemel. "Ja, Arthur je ziet er als een dreuzel uit, en je hebt de juiste kleren aan maar doe die T-shirt uit je broek. En heb geduld Arthur je zult het straks allemaal vanzelf zien" antwoorden Harry. Ginny haalde lachend een hand over de rug van Harry terwijl ze hem een blik gaf zo van, ik zei het je toch.
Twee harde knallen op de gang gaven aan dat ook Ron en Hermelien waren aan gekomen. Meneer Wemel wilden meteen weg maar er moest eerst nog ontbeten worden, en nadat Hermelien hem had uitgelegd dat de dierentuin nog niet open was kon meneer Wemel nog wel even wachten.
Ron fluisterde iets van, "is alles voor vanavond geregeld" en nam Harry en Marcel mee naar de gang. Hermelien en Ginny keken een beetje achterdochtig toen Ron ze mee nam. Op de gang hoorde ze iets van zeven uur en drie dozen. Maar ze werden helemaal achterdochtig toen ze beide met een grijs terug kwamen.
"Kleef" riep Harry weer. De kleine huiself kwam er meteen aangerend. "Ja meester potter meneer". "Kleef wil jij boven de drie dozen naar het Prosper landgoed brengen. Je weet waar voor ze zijn, en dan zie ik ze vanavond". "Welke dozen" vroeg Ginny. "Dat zul je vanavond wel zien, Ginny" Antwoorden Harry Gauw.
"Kleef". "Ja, meesteres Ginny". "Kleef wat zit er in die dozen, vertel het me maar". De kleine huiself wist niet meer wat hij moest doen. Met grote ogen keek hij Van Ginny naar Harry. Dit was voor een huiself erg moeilijk. Hij mocht van Harry niets zeggen. Maar een vraag van de meesteres Ginny mocht hij niet weigeren. De huiself begon te mompelen. "Als ik meester ga weigeren, dan is meesteres blij. Als ik meesteres ga weigeren, dan is meester blij. Brave huiself, stoute huiself".
De ogen van de huiself gingen weer van Harry naar Ginny, en toen naar de deegroller die achter Ginny op het aanrecht lag. "Brave huiself, stoute huiself", mompelde hij weer. Met een sprong ging de kleine huiself op de deegroller af. Ginny kon hem nog maar net bij zijn theedoek pakken. De theedoek was het kleding stuk die de huiselfen aan hebben, het symbool van de huiselfen slavernij. "Kleef als je het niet mag zeggen van Harry dan hoef je het niet te zeggen. Maar het is voor Harry en Ron te hopen dat het iets leuks is anders vervloek ik ze". Vertelde Ginny aan kleef met een fanatieke blik op Harry en Ron gericht.
Je kon beide mannen horen slikken. Als Ginny je dreigde te vervloeken kon je jezelf maar beter uit de voeten maken. Een klein knikje van Harry aan Kleef was voldoende. Waardoor Kleef er weer met een plop vandoor was.
Eindelijk was het zo ver, ze gingen op weg naar de dierentuin. Voor de verandering nam Harry iedereen mee naar de ondergrondse. Dit heb ik al eens gedaan vertelde meneer Wemel. Molly keek hem niet begrijpend aan. "Je weet nog wel Molly dat was toen ik Harry hier begeleiden naar zijn hoorzitting". In geuren en kleuren vertelde Arthur hoe of alles werkte en hoe ze door de poortjes moesten lopen. Maar ook hoe de plattegrond van de ondergrondse werkten. Molly hoorde het allemaal aan terwijl ze ja o en aha zei. Na een klein halfuurtje waren ze bij de London zoo.
Meneer Wemel was bijna niet meer te houden. Hij rende dan ook de trap op. Ginny keek naar Harry en giechelde. "Wat is er zo grappig" vroeg hij aan Ginny. "Nou Harry jij wilt toch ooit vader worden", "Ja". "Nou als je mijn vader vandaag kan overleven dan ben je er wel klaar voor denk ik". Beiden waren aan het giechelen na die opmerking van Ginny. Molly, die alles aan had gehoord gaf Ginny een tik op der schouder. "Dat kun je niet zeggen over jouw vader". Maar ze kon nauwelijks zelf haar eigen lach inhouden als ze Arthur zo zag.
Na dat Harry de kaartjes had gekocht gaf hij ze aan meneer Wemel. Die ze op zijn beurt weer overhandigde aan het meisje dat de kaartjes controleerde. De grijns van meneer Wemel toen hij door de draai hekjes mocht was onbetaalbaar. Bij van alles vroeg meneer Wemel wat of het allemaal was. Maar bij de kauwgomballen automaat was hij niet meer weg te krijgen. En al helemaal niet toen Harry hem er een kauwgombal uit liet draaien. Harry liep hand in hand met Ginny terwijl ze van alle dieren genoten.
Het zelfde werd ook gedaan door Ron en Hermelien, en Molly en Arthur Wemel. Overal hingen boxjes met verhalen over de dieren waar je opdat moment bij stond. Als je op het knopje drukte dan hoorde je het verhaaltje. Arthur drukte vervolgens ieder knopje in die hij zag. Hermelien wenste dat ze hem dat niet had laten zien en uitgelegd.
In de vlindertuin waren de dames helemaal in trans van alle kleuren. Meneer Wemel keek alleen maar naar de thermostaat en vroeg of daar ook zo een stekker aan zat.
Na zo'n vier uur te hebben gelopen Gingen ze op een terrasje wat eten en drinken. Hermelien en Harry gingen zes koffie en zes broodjes frikadel halen. "Harry", vroeg Hermelien "Wat zijn jij en Ron van plan te doen Vanavond". Harry grijnsde alleen maar en bestelde het eten en drinken. Hermelien wist dat ze niets te weten zou komen maar bleef de rest van de dag door gaan met vragen. De anderen echter keken wantrouwend naar de broodjes frikadel, Hermelien en Harry verzekerde ze er van dat ze lekker waren.
"Harry mag ik een foto" klonk er van uit het niets. "Casper", riep Harry geschrokken Maar dat kon niet. Casper was omgekomen bij de slag om Zweinstein. Maar het klonk wel net zo als Casper. Harry keek langzaam met een angstige blik om, Tot zijn verassing stond daar Dennis krauwel met een camera. Dennis was het broertje van Casper. Harry begroete hem vriendelijk en ze hadden een klein onderonsje en een foto voor het privé archief van Dennis. Dennis werkte nu als fotograaf voor de ochtend profeet. Na een snel afscheid gingen ze weer verder.
Als laatste gingen ze naar het reptielenhuis. Terwijl iedereen naar binnen ging bleef Harry voor de deur staan. Hij betwijfelde of hij wel naar binnen zou gaan. Ginny kwam weer naar buiten en liep op hem af. Met beide handen pakte zij zijn gezicht vast en gaf hem een zeer intense kus. "Kom ik zal met je mee lopen hij is er vast nog wel, en ik denk dat hij jou ook nog wel herinnerd".
Ron en Hermelien hadden ieder een mestbom gegooid waardoor iedere dreuzel was gevlucht. Met hun toverstaf hadden ze een ruimte gemaakt zodat ze het zelf niet konden ruiken. Nu stond Harry voor de kooi met de boa Constrictor. Deze had hij voor het eerst ontmoet vlak voor zijn elfde verjaardag. Toen was hij hier op de verjaardag van zijn neefje Dirk.
Ginny toverde het glas weg en Harry keek naar voren. De boa hief zijn kop op en keek Harry aan. Even was het stil, toen begon de slang net als Harry tegelijk met sissen. Hierdoor wist Ginny dat ze elkaar herkende. Molly en Arthur keken allebei wat vreemd bij het horen van dat gesis. Geen van beide had ooit een Sisel tong gezien, laat staan gehoord. "Hoe is het met jou" vroeg Harry, "goed" antwoorden de slang "naar mijn vlucht poging dankzij jou, hebben ze me hier een vrouwtje bezorgd, en we hebben nu twee kleintjes". Harry kon twee kleine slangetjes achter in het terrarium zien liggen. "Voor het eerst ben ik hier gelukkig in mijn kooi. En hoe is het met jou vergaan nadat je lord Voldermort hebt gedood".
Harry keek verbouwereerd. In de eerste plaats om dat de slang de naam Voldermort kon, maar ook omdat de slang het zomaar vroeg. Harry vertelde over het gevecht en wat Hij die avond zou gaan doen. Ook vertelde hij over Ginny. En dat het Ginny was die hem deed beslissen om weer tot leven te komen.
De slang vroeg of hij Occlumentie kon. Harry was daar inmiddels wel erg goed in geworden. De slang vertelt hem om Ginny bij de handen te nemen en een connectie temaken. Op deze manier kon de slang met Ginny praten, maar Harry zou dan zelf niets kunnen verstaan. Harry pakte Ginny bij beide handen. Ginny wist wat Harry ging doen, dat had hij haar gauw verteld. Samen stonden ze voor de kooi van de slang. Ginny keek wat onwennig naar de slang, en al helemaal toen de slang zich oprekte en oog in oog met Ginny stond.
De slang keek diep in de ogen van Ginny en begon te spreken. Even was ze uit het veld geslagen toen ze de slang daadwerkelijk kon verstaan, maar luisterde toen aandachtig. "Ginny was het He" vroeg de slang en Ginny knikte. "Je hebt een zuiver hard dat kan ik zien, en je houd zielsveel van de jonge die bleef leven. En hij houd zielsveel van jou. Ik kan ook begrijpen dat hij voor jou terug is gekomen uit de dood". Een kleur vormde zich op Ginny's gezicht. Hoewel ze dat terugkomen uit de dood niet echt begreep. "Ik heb een vraag en een waarschuwing voor jouw Ginny. Wij zijn een oud ras onder de dieren. We weten heel veel en hebben veel gezien en gehoord. Daarom vraag ik jou het volgende. Luister goed wand het is heel belangrijk dat je het goed hoort. Zorg dat jullie liefde sterk blijft. Dit jaar zal het enorm op de proef worden gesteld. Jullie toekomst hangt er van af, en die van ons ook. De jonge die bleef leven geeft zijn leven voor jou zonder er bij na te denken. Hij zal sterven om jou te redden. Jij bent zijn ergste zwakte maar ook zijn sterkste kracht. Zorg dat je zijn gedachte vrij houd en je hebt de heer van de magie aan jouw zijde. De magie heeft jullie voor elkaar gemaakt en de liefde heeft jullie onverslaanbaar gemaakt. Maar dat is alleen als de liefde er is, en jullie samen zijn. Hou van hem Ginny Hou van hem, jullie zijn versmolten. Dat is iets wat maar zelden voor komt begrijp me goed. Jullie liefde is groter voor elkaar dan welke kracht dan ook". Dat waren de laatste woorden van de slang aan Ginny.
Het glas werd weer terug getoverd door Harry, en ze gingen op huis aan. Eerst gingen ze nog even langs het souvenirs winkeltje. Harry had daar aan het begin van de dag een miniatuur bouwpakket gezien voor meneer Wemel compleet met dieren. En meneer Wemel kennende zou hij de dieren met toverkracht late bewegen. Arthur Wemel was dol gelukkig met zijn cadeau en kon niet wachten om er mee te beginnen. De woorden van de slang bleven nog even nagalmen in Ginny's hoofd. Hij is voor mij uit de dood terug gekomen. Die vraag herhaalde zich in haar hoofd, Hoe zo uit de dood. Maar na dat ze met haar hoofd tegen Harry zijn schouder was gaan liggen verdween die gedachte meteen.
