Proloog
Daimy was altijd een vrolijke meid. Goedlachs, vrolijk en liefdevol. Natuurlijk alleen maar tegen volbloed tovenaars. De modderbloedjes? Daar moet ze niks van hebben. Liefdevol vooral voor haar vader, want haar moeder was al vroeg gestorven. Te vroeg. Nu is ze 16 en is er op een plotse manier weer iemand van belang haar ontnomen. Haar vader! Hoe weet ze niet. Eerst moest ze van het ministerie naar een weeshuis voor tovenaarskinderen. Daar zat ze echter niet lang. Een week na haar aankomst, werd ze al geadopteerd. Nu zit ze er al 2 dagen.
Hoofdstuk 1: Nieuwe Thuis
"Hier
zit ik nu," denkt Daimy, die in haar nieuwe kamer zit. Die kamer is
bijna volledig groen, met een groot venster, om de kamer te
verlichten. De kamer heeft een grote omvang, aangezien er niet veel
instaat: een bed, bureau, twee stoelen, een kleerkast en een
nachtkastje, die zo te zien nog afdankertjes waren ook! Ze probeerde
te bedenken van waar de spullen vandaan zouden komen. Maar ze lang
kan ze niet denken, want er klinkt een gil door het gigantische huis.
"Daimy, kom naar beneden, NU," gilt een vrouwenstem. Daimy
herkent de stem als die van haar pleegmoeder.
"Ja, ik kom al,"
roept ze terug. Daimy verlaat haar kamer en loopt de gang in. In de
gang hangen vele foto's en schilderijen, " Waarschijnlijk van
familieleden" denkt Daimy. De muren van de gang zijn in een soort
gebroken geel, lichtgeel. Daimy loopt de marmeren trap af en liep de
woonkamer binnen.
"Ah, daar ben je, eindelijk!" zegt Katerine
haar moeder, als Daimy de kamer binnenkwam.
"Dit, is je nieuwe
broer of beter gezegd je eerste broer," informeert haar nieuwe
vader die Peter Kwast heet. Hij wijst de jongen aan. Daimy bekijkt de
jongen goed. Hij is lang, breed, en zijn haar is op stekeltjes en
zijn armen zijn zo lang dat ze aapachtig waren.
"Ik ben Karel,
Karel Kwast," zegt hij.
"Ik heet Daimy," zegt Daimy.
Er
volgde een stilte, waarin Daimy voelt dat Karel haar aan het bekijken
is.
Uiteindelijk onderbrak 'haar' moeder de stilte:
"Daimy
en Karel, morgen gaan we naar de WegisWeg."
"Hoezo? We hebben
onze lijsten van school nog niet gekregen," reageerd Karel
verbaasd.
"Nee, dat bedoel ik ook niet, ik bedoel dat we ter
ere van Daimy een feest gaan geven en je voorstellen aan goede
mensen. we gaan op de WegisWeg gewaden kopen," ze zegt de zin met
de nadruk op goede.
"Ahh, nu begrijp ik het," zegt Karel, een
beetje traag van begrip.
"Het feest is morgen avond, dus ga
je vanavond maar vroeg naar bed, want we willen vroeg naar de
WegIsWeg," informeert Peter haar nogmaals.
"OK, dan ga ik nu
maar naar boven," besluit Daimy.
"Goed, we zullen je roepen
voor het avondmaal liefje," zegt Katerine liefdevol. Daimy verlaat
de woonkamer en spurt naar haar slaapkamer. Versuft laat ze zich
neerploffen op haar bed.
Ze moet haar tranen in bedwang houden.
Ze vind dat ze in een goede familie terecht gekomen is, maar ze is
nog niet helemaal over de dood haar vader heen. Het is nog te vers.
Ze wou hem nog zoveel vertellen, ze wou nog zoveel met hem doen. En
opeens...Kan het allemaal niet meer. Ze hoort het stemmetje van haar
vader in haar hoofd; het zinnetje dat hij altijd tegen haar zei: "Ik
heb je sterk gemaakt, en dat moet je altijd zijn, nooit treuren"
herrinnert het stemmetje haar aan haar vaders woorden. Toen besluit
Daimy er het beste van te maken. Ze hoort Katerine "eten!"
roepen, en beantwoordt het terug met een:" Ik kom eraan." Ze
stond op en verlaat haar kamer - voor de zoveelste keer die dag - en
gaat richting de eerkamer. Na het eten besluit ze naar haar kamer te
gaan en nog wat te lezen, ze wenst iedereen alvast een "goede
nacht," en gaat de trap op. In haar kamer nestelt ze zich in bed
en neemt een boek. Het gaat over Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij
en Hocus-Pocus, ze had het boek 2 dagen geleden als welkomscadeautje
gekregen, omdat haar ouders wisten dat ze altijd naar Beauxbatons is
geweest en dus nu voor de eerste keer naar Zweinsten gaat. Ze leest
en voor dat ze het goed doorheeft valt ze met het boek in haar handen
in slaap. Ze ziet niet meer dat Katerine en Peter nog eens naar haar
kwamen kijken.
