Hii. Hier een verhaal over het boek dat ik net heb gelezen. Schuin is de gedachte van een persoon.
Bastiaan dacht aan wat hij zou creëren. Hij hield het zaadje en dacht.
Ik wil een land veel hoger. Landen veel hoger. Hoger dan Fantasië. Wolkenlanden, ja, de Wolkenlanden. 'Het land van de Lage Wolken, Lucrador', 'het land van de Engelenboom, Pioras', 'het land van het Oog, Oepharum'.
Bastiaan keek omhoog en zag dat land zich ging vormen. Hij wou ernaar toe, maar hoe, hij was immers geen engel en had geen macht om te vliegen. Hij moest een manier verzinnen waardoor de wezens van Fantasië naar boven konden reizen.
Een reismiddel naar de Wolkenlanden. Maar niet iedereen moet het kunnen.
Hij keek naar zijn zaadje, dat hij van de Kleine Keizerin had gekregen om een nieuwe wereld te scheppen. Het moest hem helpen.
'Ik weet het' zei Bastiaan hardop. Hij stopte het zaadje in de grond en het begon gelijk te groeien. Het bleef groeien en werd een prachtige roze bloem. Een grote bloem waar hij precies in paste. Hij zag dat er nog meer bloemen groeiden. In allemaal verschillende kleuren waarvan hij de naam niet kende.
Hij wist niet waarom maar iets aan de bloem trok hem aan en hij stapte er in.
De bloem kwam los van de grond en zweefde omhoog. Toen hij bijna bij Lucrador aankwam zag hij een gat in de wolken waar de bloem precies inpaste.
Hij stapte uit en zag de bewoners van Lucrador. Ze hadden een lichtroze huid, maar niet de kleur die hij ook had. Deze wezens waren allemaal echt roze en hadden lichtblauw haar, maar er was iets vreemds. Ze waren doorzichtig en hadden een glitterend schijnsel om zich heen.
Een van de wezens liep naar hem toe en zei: 'Welkom in Lucrador, het land van de Lage Wolken. Ik ben Murela. Wie ben jij?' Ze keek naar het Auryn dat Bastiaan van de Kleine Keizerin had gekregen. 'Oh, maar jij moet de redder zijn van de Kleine Keizerin. Jij moet deze landen hebben geschapen. Je moet ons nog een naam geven!'. Bastiaan dacht na en zei toen tenslotte: 'Lucraden!' Ze glimlachte en zei: 'Neem mijn hand, ik zal je rondleiden.' Hij pakte haar hand en die voelde zacht en licht aan, maar koud.
Ze zijn van glas. Daardoor zijn ze dus ook doorzichtig!
Toen vlogen ze door de lucht.
