The beauty of Slytherin

Proloog

Leila, kom op! schreeuwt hij terwijl hij me meetrekt, ik ren zo snel als ik kan achter hem aan. Een paar straten later duiken we hijgend van vermoeidheid een steegje binnen. We staan tegen de muur gedrukt naast elkaar, ik sta doodsangsten uit maar als ik zie dat hij niet bang is en een en al kalmte uitstraalt ben ik ook gerustgesteld. Hij is twee jaar ouder en een kop groter, maar bij hem voel ik me altijd veilig.

'Waar zijn Bella en de rest?' vraag ik jammerend.

'Weet ik niet, ze zijn vast in orde' zegt hij en hij knipoogt erachteraan. Ik voel zijn lichaam naast me staan en mijn buik maakt een sprongetje, dat gebeurt altijd als hij in de buurt is.
'Kom we gaan weer, het is nu wel veilig,' zegt hij glimlachend. Hij pakt mijn nog natrillende hand vast en zo lopen we in de richting van huize Zwarts. We lopen eerst zwijgend door een parkje, terwijl er in mijn buik nog vlinders razen.

'Aaaawhhh, kijk die tortelduifjes nou eens' klinkt er opeens een schelle stem De rust is verstoord. Automatisch maak ik mijn hand los uit zijn greep en ik zie dat iedereen zich achter de struiken heeft verschuilt, ze komen nu een voor een tevoorschijn.

'Bella houd je mond' sist Cissy tegen Bella en ik kijk haar dankbaar aan.

'Hebben jullie je hier verstopt' vraagt Rodolphus met een schorre stem aan Bellatrix. Ik giechel even om zijn stem, je hoort dat hij een ´baard in de keel' heeft gekregen.

'Kom we gaan naar huis' beveelt Narcissa ons, ze is de oudste van ons, na Lucius. Gedwee lopen we mee, ik loop niet meer naast Rodolphus die heeft zich alweer samengevoegd met Lucius en Jeegers. Bella loopt naast me en praat ronduit over de gebeurtenis van net en dat ze alwéér een nieuwe spreuk heeft gevonden die ze op een aantal dreuzels wilt proberen. Ik zucht. Er is ook geen stoppen aan met haar we zijn net bijna opgepakt door de ministerie wegens misbruik op ongepast toveren op dreuzels, grotendeels is het haar schuld, maar zoals altijd nemen we het voor elkaar op en delen we samen de schuld... Maar we zijn er alweer goed vanaf gekomen, snel hebben we ons verstopt zodat de mensen van het ministerie niet weten wíe er getoverd heeft op de dreuzels, we zouden ander een groot probleem hebben als we betrapt werden.

'Waar is Sirius?' vraagt Regulus.

'Vast weer met de vijand aan het hullen' zegt Bella schamper. Regulus kijkt ontdaan voor zich, vanzelfsprekend, zijn broer is net beledigd, maar hij durft niet tegen Bella in te gaan. We lopen zwijgend verder tot we bij het huis van de Zwarts zijn gearriveerd. Via de achterdeur lopen we naar binnen en ik krijg een naar voorgevoel, een gevoel dat aangeeft dat ik slecht nieuws te horen krijg. Mijn gevoel wordt even later bevestigd als de 10-jarige Leila en de rest van het clubje bijeen wordt geroepen. Ik kijk moeder aan. Moeder heeft haar zwarte dikke haren in een strak knotje, ze heeft scherpe gelaatsstrekken met hooggeëpileerde wenkbrauwen en een witte huid. Ik hoor vaak van anderen dat we sprekend op elkaar lijken, dan glunder ik altijd van trots, want moeder is een mooie vrouw. Vader neemt het woord,

'Leila, wegens mijn werk verhuizen we deze vakantie naar Frankrijk,' zegt hij direct tegen me. Ik kijk even geschokt, en een tijd lang zeg ik niets. Ik moet het eerst tot me door laten dringen…

'M-maar' stotter ik. En dan zie ik duidelijk de gevolgen voor me, door deze verhuizing zal ik nooit meer bij Bella, Cissy, Rabastan en de andere zijn!

'E-en school dan?'

'Je gaat naar de toverschool in Frankrijk, Beauxbatons volgend jaar, een uistekende school,' zegt mijn vader alsof er niets aan de hand is.