Episode 01. 'Het begin'

Een blond meisje stapte de kamer binnen, waar een bruinharige jongen nog breed uit lag te slapen. Ze knielde naast hem neer, en begon hem langzaam heen en weer te schudden. 'Yoh, kom, wakker worden!' Zei ze nuchter, terwijl ze steeds harder ging schudden omdat ze geen reactie kreeg. 'Yoh!' Riep ze, maar kreeg nog steeds geen reactie.
Even later bleek Yoh waker te worden. 'Anna, toe, nog vijf minuten...' Mompelde hij nog in zijn slaap.
'Nee, nu wakker worden. Er staat iemand beneden op je te wachten,' Zei Anna met een boze blik in haar gemene ogen.
Yoh zuchten, en krabbelde overeind. Hij wreef in zijn ogen en keek slaperig om zich heen. 'Wie wacht er dan beneden op me...?'
Anna zweeg, en maakte aanstalten om de kamer te verlaten. 'Schiet op,' Was het enige wat ze nog zij.
Snel kleedde Yoh zich met tegenzin aan. Zijn donkergroene broek met zijn open overhemd. Hij strompelde vervolgens de trap af, die bij elke stap kraakte. Beneden gekomen stond er iemand voor de openstaande deur te wachten. Hij liep door de gang naar de buitendeur. 'Er is een pakketje voor je!' Zei de postbode vriendelijk en duwde het pakketje in zijn handen.
Moest Anna me daar nou voor wakker maken? Dacht Yoh bij zich zelf. Hij zette nog even snel een handtekening, en gooide de deur daarna dicht. Met een zucht liep hij naar de kamer waar Anna was. De woonkamer aan het einde van het huis. Anna lag voor de televisie te kijken naar haar soap. Met een plof zakte hij naast haar neer. 'Moest je me daar voor wakker maken?' Vroeg hij nog met slaap in zijn stem te bekennen.
'Ja, je moet straks toch weer boodschappen doen, dus één minuut maakt ook niet veel meer uit,' Zei ze emotioneel loos, en gooide wat geld op de houten tafel die achter haar stond.
Yoh keek verveeld naar het geld, maar maakte vervolgens nieuwsgierig zijn pakketje open. Er zat een goud doosje in, en die maakte hij open. Tot zijn grote verbazing zat er nog een goud doosje in, maar dan kleiner. Die maakte hij weer open, en dat ging net zo lang door totdat hij een heel klein doosje over hield die zwart was. Opgelucht maakte hij die open, en zag dat er een brief in zat, en hij las hem.

Asakura Yoh.
Binnenkort zal het gebeuren, ik zal je vernietigen.
Je geest Amidamaru zal van mij zijn. Bereid je alvast maar voor, want leven zal je niet meer.
Met volle maan ben je op de plek waar je graf zal staan.

Kinoya.

Verbaast keek Yoh naar het kleine papiertje in zijn hand. 'Anna, is dit een grap van je?'
Anna keek op, en gluurde naar het papiertje. 'Nee, is niet van mij. Dat is niet me handschrift, en als ik jou wil afmaken, doe ik dat wel meteen,' Zei Anna met een droge stem en grijnsde gemeen.
'Wie is dat Yoh-dono?' Vroeg Amidamaru die zich toonde.
'Ik heb geen idee, ik heb hem in ieder geval niets aangedaan!' Lachte hij flauw, en keek naar Amidamaru. Die keek met een serieuze blik naar hem. 'Oké, ik neem het serieus... Ik ken geen ene Kinoya. Vanavond is het volle maan en met de zin 'Met Volle maan ben je op de plek waar je graf zal staan', bedoelt hij vast het kerkhof. Dus vanavond wilt hij me uitdagen op het kerkhof, want hij wilt jou hebben!' Riep hij uit, maar toch op een onserieuze manier.
'Wat gaat er toch om in zijn hoofd...' Fluisterde Anna. 'En ga nu maar boodschappen doen, ik wil wel wat te eten,' Vervolgde ze.
'Moet dat nou Anna?' Jammerde hij.

Met een rode wang stond Yoh op straat. 'Jemig, Anna slaat hard... Het leven is niet eerlijk!' Stamelde hij., en liep met grote boze passen naar het centrum.

'Anna-sama, ik maak me zorgen om die brief...'
'Rustig maar Amidamaru, Yoh zal niets over komen. Ik geloof in hem, en weet dat hij hem zal verslaan wie het ook is...' Lichte ze toe.
'Maar...' Amidamaru werd bruut onderbroken door luid gebons op de voor deur.
Verstoord keek Anna op, en liep naar de deur. Nadat ze open had gedaan en zag wie het was, gooide ze hem meteen weer dicht en liep terug. 'ANNA! Doe nou open!' Riep een ongeduldige stem van achter de deur.
Met een dreigende blik die op haar gezicht ruste draaide ze zich met een ruk om naar de deur. 'HOU JE BEK, JE KOMT ER HIER NIET MEER IN!' Schreeuwde ze luid, waardoor het stil werd aan de andere kant.
Na enkele seconde stilte veranderde de stem van de andere kant in een smekend stemmetje. 'Toe nou, waarom niet?'
'Omdat je niet kan schoon maken, niet kan koken, je niet kan gedragen, niet normaal kan doen... En je bent gek!'
'Toe...' Smeekte de stem.
Met een zucht van toegeving deed ze toch de deur open. Dankbaar stapte er een jongen binnen met blauw haar en met een snowboard op zijn rug gebonden. 'Dank je dat ik naar binnen mocht,' Grapte hij, en liep vrolijk verder het huis in en wist blijkbaar de weg al goed.
Na wat gekraak van een sleutel in het sleutel gat, stapte Yoh naar binnen met een volle boodschappen tas. 'Ik ben thuis!' Het galmde door het huis, daarna doodse stilte. Verbaast keek hij rond. Normaal had Anna hem nu al afgezeken, of hem een draai om zijn oren gegeven. Yoh stapte uit zijn schoenen en liep verder het huis in. Anna was nergens te bekennen. De slaapkamers waren leeg, net zoals de keuken en de rest van de kamers. De televisie stond nog aan, op de tafel stond een bak met chips die half leeg was, maar er lag een briefje op de houten tafel. Langzaam naderde Yoh de tafel. En hij bekeek het briefje. Maar hij kon er niets uit opmaken, alleen gekrabbel en geklieder dat het blaadje vulde. Verbaast liet hij de boodschappentas vallen, en keek om zich heen. Anna zou nooit zo het huis verlaten, zeker niet als haar soap bezig is. 'Amidamaru?' Geen antwoord.
'Amidamaru!' Doodse stilte.
Ook Amidamaru zou hem nooit achter laten, zelfs de huis geest was weg. Plotseling hoorden hij gerommel van het dak komen. Snel rende hij door de gang naar buiten. Hij gooide de deur open, en keek om hoog. Hij moest zijn hand boven zijn ogen houden om te zien wat er gaande was. Er stond een brede jongen relaxt op het dak, met zijn blonde haren die danste op de wind. 'Wie ben jij? En waar zijn Amidamaru en Anna?'
De jongen keek hem aan met zijn vuur rode ogen die duister en kwaad uitstraalde. Zijn gemene blik zei al genoeg; hij zat hier allemaal achter. 'Anna hé? Dat blonde meisje? Ach die, ik weet niet waar ze is… Doet het er toe? Ik bedoel, je heb toch een hekel aan haar,' Zei hij met een zekere donkere stem. 'En die jongen met die blauwe haren, hij is wel oké…' Yoh's blik vervaagde.
'Trey? Wat deed hij hier?' De jonge grijnsde.
'Amidamaru zal van mij zijn…' Yoh bleek eindelijk wakker te worden.
'Kinoya? Jij bent Kinoya!' Riep hij woest uit. 'Waar zijn ze!' De jonge grijnsde opnieuw.
'Ik sluit een deal met je… Vannacht, als jij wint, krijg je je vrienden terug. Maar als ik win, krijg ik Amidamaru! En zie je je vrienden nooit meer terug!'
'Waar zijn ze!' Schreeuwde hij tegen hem, maar Kinoya kon niets anders dan grijnzen.
'Waar zijn ze! Anna, Amidamaru en Trey! Waar zijn ze?' Kinoya zuchtte.
Hij wees de lucht in, achter Yoh. Anna, Amidamaru en Trey werden vast gehouden door geesten, geesten van krijgers. Anna en Trey waren buiten bewust zijnde. Amidamaru was nog bij kennis, en keek bestuderend naar de jongen.

Kinoya maakte een gebaar dat ze iemand moesten los laten. Vervolgens liet één van de geesten Amidamaru los die meteen naar Yoh kwam. 'Waarom doe je dit? Ik heb nog nooit jou wat aangedaan,' Zei Yoh bod.
'Nee, inderdaad. Maar je vooroudere wel! Jou voorouders hebben mijn familie uit gemoord! Alleen het kind bleef leven… En ik zal het de Asakura's nooit vergeven,' Kinoya keek woest naar Yoh, terwijl er bij Kinoya een traan over zijn wang liep.
'Maar waarom wil je dan Amidamaru?' Vroeg Yoh wat onhandig, terwijl hij er gelijk al spijt van had dat hij dat gezegd had.
Het zou de situatie er niet beter op maken. Kinoya balde zijn vuist. 'Jij… Hoe durf je! ADOK!' Er verscheen een brede sterke strijders geest achter Kinoya met een donkerrode gloed. 'Spirit form!' De geest Adok veranderde in een geesten bal, in zijn hand. 'Over soul!' Hij hief zijn hand, en drukte daarna de geest in zijn pijl en boog die hij snel tevoorschijn haalde. Er kwam een grote donker rode gloed van af dat alles overheerste. Hij richtte snel en fijn loos op Yoh en spande de draad. Hij schoot, de gloeiende pijl kwam met een grote snelheid op hem af. Maar, net op het laatste moment, kon Yoh op het nippertje weg duiken en de pijl kwam met een suizend geluid diep in de grond terecht. Kinoya sprong geërgerd van het dak af en belande met een zachte geluid op de grond. 'Vannacht… Dan zal ik je verslaan,' Had hij nog gezegd voor hij verdween in het niets. Yoh keek snel weer de lucht in, waar zijn vrienden zweefde. Maar er was geen spoor van ze te bekennen. 'Yoh-dono, is alles in orde?' Vroeg Amidamaru die naast hem kwam.
'Ja,' Zei hij kort af, en keek vervolgens zwijgend naar de grond.