Dit is niet mijn eerste fanfic, maar wel mijn eerste Nederlandse. De twee hoofdpersonen, Gwynaeth en Scorp zijn gebaseerd op de ideeën van een hele lieve vriendin en moi-meme. Er kan wel wat verwarring ontstaan over Scorpius, omdat hij [SPOILER] de zoon van Draco was in boek 7 van de hooggeëerde J.K. Rowling. Er zullen waarschijnlijk nog meer personages voorkomen die zelfbedacht zijn, en er zullen bestaande personen voorkomen.

Ik zie wel hoe het gaat, ik hoop dat jullie het in ieder geval willen lezen, en laat een berichtje achter om me te vertellen hoe je het vindt/vond!

xoxo

1.

Veel te laat. Ik had al aanwezig moeten zijn 12 uur geleden! En dat alleen omdat mijn broer een grap uit wilde halen met zijn draak. Officieel was het illegaal om draken te houden, maar in Wales zijn er altijd al meer wilde draken geweest dan in de rest van Engeland. De enigste manier om veilig te blijven van deze wezens, was om ze enigszins te temmen. En mijn broer was één van de belangrijkste drakentemmers in onze regio. Illegaal moet ik wel toevoegen. Onze vader mocht er ook niets van weten. Hij mocht dan wel Eurig Cadwallader zijn, de beroemde Seeker van het Welshe Quidditch Team, maar hij stond niet boven de wet. Wanneer ze erachter kwamen dat mijn broer draken ving en ze stiekem temde in het bos achter ons, zou niet alleen mijn broer er slecht vanaf komen. Jaren geleden had ik mijn broer geholpen met zijn draken. Het beste vond ik om te vliegen. Als kinderen van een Seeker had je het vliegen in je bloed. Samen bonden mijn broer en ik ze dan in de teugels en klommen we er samen op. Het laatste jaar dat ik in Hogwarts zat, was er een groot ongeluk. Mijn broer Colin en ik zaten samen op een draak toen we met de Kerst naar huis kwamen. We kwamen in een storm. De draak was niet goed genoeg getraind door Colin dat hij goed naar mijn aanwijzingen luisterde, en hij schrok weg. Ik gleed van de draak af en nam Colin met me mee. We waren ver van huis en ookal waren we heelhuids terug op aarde gekomen door Colin, moesten we uren lopen totdat we weer thuis waren. Ik mocht nog niet verschijnselen, in tegenstelling tot Colin en uiteindelijk waren we pas diep in de nacht thuis. Onze ouders wisten toentertijd dat we wel draken bereden, maar toen we niet op tijd thuiskwamen en het noodweer ons huis had bereikt, hadden ze het ministerie gewaarschuwd. Mijn vader ha het zo voor elkaar gekregen dat hij slechts een boete hoefde te betalen en dat mijn broer en ik niet een straf zouden krijgen.

We hebben plechtig moeten beloven dat we nooit meer ons met draken zouden bemoeien.

We hadden ons geprobeerd eraan te houden. Ik reed het nog zo af en toe, maar voor mijn studie was ik bijna alleen nog maar in London, en nauwelijks meer thuis. Uiteindelijk was alleen Colin nog actief met draken. En hij vond het wel grappig om mijn eerste stagedag meteen te verpesten door een stomme grap van hem.

Ik rende de gangen door naar de grote hal. Juist toen ik bij de ingang kwam botste ik tegen een lange, blonde jongen op. Ik riep een verontschuldiging over mijn schouder en liep snel naar de hoofdtafel. Er waren nauwelijks leerlingen meer in de zaal, maar hoofdmeester Dumbledore en professor McGonagall, mijn stagebegeleider, en professor Snape zaten nog aan de tafel. Nadat Dumbledore me uitbundig had begroet en welkom geheten, en Snape me een stevige hand gaf, trokken McGonagall en ik ons terug tot haar vertrekken om de les van de volgende dag te bespreken.