Hoofdstuk 1

Haar blik was strak op de persoon voor haar gericht, iemand gehuld in het zwart en met een koude, lege blik in zijn ogen. Haar gezicht trok langzaam wit weg, haar handen trilden toen ze het witte masker in haar handen bekeek. Langzaam opende ze haar mond, waarna een ijzingwekkende gil over haar lippen rolde. Van alle kanten stormden acteurs en danseressen het toneel op, de twee personen werden ingesloten doordat ze in een kring om hen heen gingen staan.
"Laura! Laura, wat is er?!", werd er geroepen door één van de mannen. Hij werkte zich een weg naar voren, sloot zijn hand om haar pols en keek op naar dat waar ze naar staarde. Meteen trok hij haar met zich mee, verder bij de in het zwart gehulde persoon vandaan. Er werden kreten en gilletjes geslaakt toen ook de anderen de ander persoon herkenden. De kring werd groter en men deinsde bij hem vandaan, met grote ogen van schrik en bleke gezichten van angst.
"Het is hém! De Phantom of the Opera!"
"Zijn gezicht, afschuwelijk!"
Uit de menigte maakte zich een jonge, blond harige vrouw los. Ze gooide haar krullende haren over haar schouder en liep naar de vrouw die zo-even zo hard gilde en nu werd gekalmeerd door de man die haar bij de Phantom vandaan had getrokken. Voorzichtig pakte ze het witte masker uit haar handen, waarna ze even weifelend naar de Phantom keek. Langzaam liep ze naar hem toe, om haar heen was het doodstil geworden. Iedereen had de aandacht op haar gericht, en allemaal dachten ze hetzelfde: 'dom meisje'. Ze keken allemaal gespannen toe. De jonge vrouw bleef vlak voor de Phantom staan. Ze keek hem recht in de ogen en stak langzaam haar hand naar hem uit, met daarin zijn masker. Ze richtte haar blik even op de Phantom, die haar kil aankeek, en liet haar blik afdwalen naar het masker. De Phantom graaide het masker uit haar hand, waarbij hun vingers elkaar even raakten. De vrouw voelde het zachte leder langs haar vingers glijden, waarna ze hem weer in de ogen keek. De Phantom had nog steeds de kille, afstandelijke blik en verdween in het niets. Geschrokken werd er weer gegild, de jonge vrouw rilde even van de kou. Er steeg een zucht van opluchting op, waarna het nog eventjes stil was. Uiteindelijk drong iedereen zich om Laura heen, het jonge meisje dat de Phantom had ontmaskerd. Ze wilden weten wat er was gebeurd, hoe het kwam dat ze de Phantom had kunnen ontmaskeren. Iedereen wilde het weten. Iedereen, behalve de jonge vrouw. Voorzichtig en onopgemerkt verliet ze het toneel, waarna ze zich naar haar kleedkamer begaf.

Haar hand rustte op het koele, donkere hout. De vingers van haar andere hand omsloten de koude deurknop. Met een zucht draaide ze zich om, waarna ze naar het spiegelbeeld in de spiegel keek. Een vrouw met blonde krullen, toch een beetje een wit gezicht. De schrik zat er zelfs bij haar in. Ze lachte zichzelf even uit, waarom moest zij nou juist geschrokken zijn? Langzaam liep ze naar de spiegel toe. Voorzichtig liet ze haar handen op het koele glas rusten. Even sloot ze haar ogen, waarna ze haar handen naar de zijkant van de spiegel liet glijden. Voorzichtig trok ze de spiegel opzij. Achter de spiegel bevond zich een lange, donkere en koude gang. De jonge vrouw zette haar voet over de drempel, toen er op de deur werd geklopt. Geïrriteerd liet ze een zucht horen, waarna er direct weer werd geklopt.
"Eloise?", werd er geroepen. "Ben je daar, Eloise?"
"Momentje!", antwoordde de jonge vrouw. Vlug schoof ze de spiegel weer op zijn plaats, waarna ze de deur opende. Een jonge man van redelijke grote en gespierd, stond met een zelfverzekerde grijns op zijn gezicht in de deuropening. Hij leunde tegen de deurpost toen Eloise de deur had geopend en sloeg zijn armen over elkaar.
"Zin om mee de stad in te gaan?", vroeg hij haar. Eloise slaakte geïrriteerd een zucht.
"Je weet dat ik dat niet kan, Floris!"
"Ik wil het niet snappen.", begon de jongen. "Je kan toch wel met mij mee de stad in? Ik zal je niets doen en ik breng je heelhuids thuis." Hij lachte om zijn eigen grapje.
"Alsof de Phantom je iets kan maken! Je hebt gezien hoe gemakkelijk het voor Laura was hem te ontmaskeren."
Eloise keek hem boos aan, waarna ze hem de gang in duwde en de deur voor zijn neus dichtgooide. Zonder een woord te zeggen draaide ze de deur op slot en schoof ze de spiegel langzaam open. Ze stapte de lange, donkere gang binnen en schoof de spiegel achter zich dicht. Tastend in het donker voelde ze de natte muur tegen haar vingertoppen, waarna ze langzaam vooruit liep.
Aan het einde van de gang sloeg Eloise de hoek om, waarna ze de trap af daalde en bij een groot, ondergronds meer uitkwam. Onder aan de trap bleef ze staan, waarna ze haar ogen zoekend rond liet kijken. Langzaam liep ze verder, haar blik was strak gericht op iets zwarts, dicht bij de grond en een paar meter bij haar vandaan. Naarmate ze het naderde, zag ze dat het een man was, met een wit masker. Zijn bootje dobberde in het water. Even bleef Eloise staan, waarna ze weer naar hem toe liep. Hij zat gehurkt, met gebogen hoofd. Het leek zelfs of zijn schouders licht schokten. Voorzichtig liet ze haar hand op zijn schouder rusten en zakte ze op haar knieën.
"Je hebt het geprobeerd.", zei ze. "Dat is al heel wat."
De Phantom keek op, Eloise keek strak in zijn blauwe ogen. Voorzichtig veegde ze een traan van zijn wang.
"Er komt een dag dat ze eraan wennen, Erik. Dan hoef je jezelf niet meer hier te verschuilen, dan kan je in het operagebouw ronddwalen, een praatje maken met de acteurs en de dansers.", Eloise probeerde hem te sussen, maar hij sloeg haar hand weg en keek haar boos aan. Hij stond op en keerde haar de rug toe.
"Dit is allemaal jou schuld.", zei hij. "Als jij me niet had overgehaald dit te doen, was er niets aan de hand geweest en had ik me nu niet zo –"
"Het was tevens jou keuze, Erik. Jij wilde dit net zo lief als ik.", onderbrak Eloise hem, waarna ze overeind kwam en beschuldigend naar hem keek. De Phantom draaide zich langzaam naar haar toe en sloeg zijn blik neer. Eloise probeerde de ongemakkelijke stilte te negeren en liep langzaam naar hem toe. Ze plaatste twee vingers onder zijn kin, om zo zijn hoofd op te heffen en hem te dwingen haar aan te kijken.
"Ze zullen aan het idee wennen, Erik.", zei ze bemoedigend en met een meelevende, kalme glimlach. "De dag dat ze jou in het operagebouw zullen accepteren, zal aanbreken. Misschien niet nu, misschien pas heel laat. Maar die dag zal komen."
Voorzichtig sloot de Phantom zijn vingers om haar hand, waarna hij haar hand onder zijn kin vandaag haalde en even vasthield.
"Dat weet ik.", zei hij. "Maar dat neemt het gevoel dat ik nu heb niet weg. Ik voel me gekwetst, ik voel me boos. Mijn masker was me ontnomen en iedere aanwezige in dit gebouw heeft gezien waar ik me voor verschuil."
"Iedereen wist waarvoor je dat deed.", begon Eloise. "Maar niemand had het zich op de juiste manier voorgesteld. Erik, ze wennen eraan. Geef ze de tijd."
"Ik denk niet dat ik ons plan voort wil zetten, Eloise.", bekende de Phantom met tegenzin. Hij liet haar hand los en liep bij haar vandaan. Hij ging naar zijn bootje, dat op het water aan de rand van het meer dobberde. Eloise slaakte een zucht en liep hem achterna.
"Erik! Je kan nu toch niet zomaar opgeven? Je bent al zo ver, Erik. Geef het niet op, laat je niet kennen en vecht terug. Ze –"
"Nee, Eloise!", onderbrak de Phantom haar bot en met een snauwende toon. "Ik stop ermee! Ik snap niet waarom jij mij zover hebt weten te krijgen dit te doen, werkelijk."
"Dus dit was het?", zei Eloise boos. Ze sloeg haar armen over elkaar en verborg de angst die ze voelde toen hij zo tegen haar uitviel zo goed en zo kwaad mogelijk. Toch klonk de trilling in haar stem door.
"Eén tegenslag en de Phantom of the Opera geeft het meteen op?", Eloise snoof luid en schudde haar hoofd afkeurend. "Nooit gedacht dat dé Phantom, die gruwelijke daden heeft verricht, zo gemakkelijk zijn dromen en wensen zou opgeven."
Met die woorden draaide Eloise zich om en liep ze terug naar de trap. De Phantom had haar niet aangekeken en was met zijn rug naar haar toe blijven staan toen ze dat zei, en draaide zich langzaam om toen hij haar voetstappen weg hoorde sterven.
"Zo is het niet.", zei hij zacht, maar Eloise was al weg.